De poort ligt aan de oostzijde van de Oostdwarsgracht tussen de Koolgracht en de Oude Singel. Ze wordt op buurtkaart 18 vermeldt als Wijk 5 nr. 520. Een huis in deze poort wordt genoemd in het register Lantaarn- en Brandspuitgeld van 1831. De eigenaar is op dat moment Jacobus Godijn.
Toch is de situatie wat onduidelijk. Volgens het Bonboek zou de poort naast het eerste huis vanaf de Koolgracht liggen. Na de drie huisjes tellende poort is de Oude Singel bereikt en springt het Bonboek over naar de westzijde van de Oostdwarsgracht. Er is dus maar een poort, maar op de stadsplattegronden van 1826 en 1879 staan maar liefst drie toegangen: tussen Wijk 5 nr. 518 en 519, tussen 519 en 520 en tussen 520 en 404 (volgens de moderne nummering resp. tussen 13 en 11, tussen 11 en 9 en tussen 9 en 7. In 1849 blijken de nrs. 520a en 520b, resp. Oostdwarsgracht 3 en 5 nog te zijn bewoond. Na ca. 1850 wordt niets meer van de poort vernomen.