vorige Buurt: 9.Oud Groenendaal 10. Kostverloren volgende Buurt: 11.´t Nieuwe Rijk van Pallas

 

8. Meyenhof 
(Klik voor andere kaart) 9. Oud Groenendaal   10. Kostverloren   11. ´t Nieuwe Rijk van Pallas   12. Noord Vreugdenrijk   13. Vreugdendaal   14. Oost Vreugdenrijk   15. West Vreugdenrijk   16. Samaria   17. Jeruzalem   18. Bloem van Jericho   19. Land van Belofte 
(Klik voor andere kaart) 79. Nieuwe Rijk van Gravenstein   81. Zevenhuizen   210. Blekersbuurt  

Selecteer regiokaart
met buurtnamen.
 

Ga met de muis naar de cirkel
voor de naam van de buurt.
Klik voor detailkaart
en informatie.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ligging:

gelegen onder Noort Rapenburch / beginnende aen de walle mit de noortzijde van St. Katrijnenenveststeech / in hem begrijpende dezelve noortzijde / vorder de westzijde van de Achtergraft totten Doelstege toe / ende de zuytzijde van dien / weder eyndende aen der walle toe.

(SA II inv. nr. 1216 fol. 3 vso, 11-10-1602)

latende de vordere huysen van de voors. kercke beginnende / lopende zuytwaerts tot aen de St. Catrinenveststege / begrijpende de noortsijde van dezelve / mitsgaders de huysingen in de Sy(on)- ende Burgstraten, aldaer nieu gemaect.

(SA II inv. nr. 1216 fol. 15 vso, 25-08-1611)

in de Cathelinesteech aen de noortsijde beginnende aen de veste / ende oostwaers lopende tot aen de Achtergraft / de Achtergraft langs / noortwaers tot de huysinge genaemt Verlorencost inclus / begrijpende mede de huysen ten wedersijden van de Syon- ende Burchstraten staende.

(SA II inv. nr. 1216 fol. 47, 22-05-1620, zie ook fol. 128, 29-05-1636)

Blijkens de 16e-eeuwse opgave zijn er aanwijzingen dat de buurt de Catharinaveststeeg (het verlengde van de Nonnensteeg, nu Hortus Botanicus) aan weerszijden omvatte en ten noorden doorliep naar het St. Catrijnenzusterhuis.

Geschiedenis:

Volgens Jan van Hout bestond de buurt reeds ten tijde van Jacob Deyman (stadssecretaris 1531 - 1553) als een deel van het 16e-eeuwse Vreugdenrijk. De ligging van laatstgenoemde buurt wordt omschreven als: Vreugdenrijc no. xxij / Begint ten halven van de Blaeuwestege tot St. Katrijnenzusterhuys toe / St. Katrijnenstege aen beyde zijden tot opten houc van de Nonnenstege toe / plach te hebben huysen of cameren. De datum waarop Kostverloren zich afsplitste van Vreugdenrijk is onbekend, maar moet ergens voor of omstreeks 1602 zijn geweest.

(SA II inv. nr. 1220 fol.12)

In het stadsdeel ten westen van de Achtergracht tussen de St. Catrijnenveststeeg (het verlengde van de Nonnensteeg tot aan de vest) en de Doelensteeg bevond zich oorspronkelijk het St. Catharinaklooster met de bijbehorende bebouwing, in de volksmond bekend als Groenendaal. Na de Reformatie werd het terrein langzaam bebouwd met woonhuizen. Een deel, bekend als Cost Verloren en toebehorend aan de stad, bleef lang onbebouwd en daaraan ontleende de buurt haar naam. De stichtingsdatum is onbekend, maar het oudste bericht dateert van 18-07-1602.

Dat bericht luidt als volgt: Nopende 't Innemen van personen begaeft mitter pesten / die van de Gerechte disponerende opt versouck van de innewoonders van verloren cost opte Achtergraft / verbieden voor zo veel in hem es Johannie de Leu ende Tousein beyde in desen genomt / van nu voortsaen yemant uyt vuyrige of geinsecteerde huysen comende of mit de heete ziecte besmet zijnde bij hem mitterwoon in te nemen of in haer huysen te ontfangen / ende belangen de geene die zij alreede innegenomen mogen hebben als voren besmet of uyt vuyrige huysen gecomen zijnde / belasten hem de zelve te doen vertrecken / tzij ter plaetse daer zij van daen gecomen zijn / tzij die mit behoorlicke kennisse ende opsicht te doen brengen in deser stede ordinaryse pesthuys ofte bestellen buyten deser stede / Ende dit al op pene van bij weygeringe of vertrec daer over te werden gecorrigeert ende bij provisie ende ter tijt ende wijlen toe op (...) zaecken yet generael sal zijn gestatueert ende geordonneert / aldus gedaen opten xviij July xviCij / onder stont mij jegenwoordich ende was get. j. van hout.

(SA II inv. nr. 1216, fol. 2 / inv. nr. 5112, 18-07-1602, zie ook 'Buurthouden', pag. 95)

Op 17-01-1603 vraagt Adriaen Jansz.of de gebuyrte wederom gebracht ende verd(eel)t gelijc die voorgaende es geweest, ten opsicht dat in dezelve gebuyrte weynich mannen zijn woonende, meest vrouwen, weduwen of cloostermaechden. Daarmee bedoelt de buurtheer dat er te weinig mannen zijn om de doden ter aarde te dragen. Uit deze mededeling kan worden opgemaakt dat de buurt voordien groter is geweest. Hoe het ook zij, het Gerecht weigert het verzoek te honoreren - evenals de gelijktijdige ontslagaanvraag van Adriaen Jansz. Een jaar later, op 25-10-1604 na het overlijden van de buurtheer, besluit het Gerecht om aen de oostzijde van de voors. Achtergraft tusschen de voorste Doelsteech ende de Nonnensteech eenige huysen tot vier off vijf aen toe aldaer uytgaende zouden zijn, gelegen alsnoch onder geen gebuyrte ressorterende aan Kostverloren toe te voegen. Of Adriaen Jansz. in 1603 op deze huizen doelde, is niet duidelijk.

(SA II inv. nr. 1216 fol. 4 vso en 7 vso)

Na 1604 groeit de buurt aanzienlijk in omvang door de aanleg van de Paterstraat, de Burchtsteeg en de Sionsteeg. Rond 25-08-1611 besluit het Gerecht om de buurt in tweeën te verdelen. De voormalige kloosterkapel van het Catharina (ongeveer de plek waar zich thans de orangerie van de Hortus bevindt) vormt de begrenzing. Het zuidelijke deel tot de Catrijnenveststeeg behoudt de naam Kostverloren, het deel ten noorden tot de achterste Doelensteeg wordt Oud Groenendaal genoemd.

(SA II inv. nr. 1216 fol. 15 vso, zie ook Van Oerle, pag. 309)

Jan Carpentier en Jan de Corte, heer en thesaurier van Kostverloren, geven te kennen dat Henrick Albertsz. van Groeninge vier maanden terug uit de stad is verbannen (wegens ontduiking van de impost op bier). Zijn vrouw is kort daarop overleden. De twee dochtertjes, de een zes jaar, de ander vijf maanden oud, zijn ouderloos achtergebleven. Toen de moeder ziek was, hebben de huiszittenmeesters het gezin ondersteund, maar nu willen ze niet meer betalen, voordat ze weten of het weeshuis zich al of niet over de kinderen zal ontfermen. Het Gerecht besluit dat de buurtbestuurders de verbannen vader moeten opsporen en op zijn onderhoudsplicht aanspreken. De speurtocht naar de vader blijft vruchteloos. Intussen betaalt het huiszittenhuis voor het onderhoud van de kinderen en iedere keer wordt die periode verlengd - tot eind 1612 toe (zie ook 'Buurthouden', pag. 88).

(SA II inv. nr. 51 fol. 274 - 275, 01-09-1611 / 12-05-1612, zie ook Van den Heuvel, pag. 99)

In 1736 wordt de gehele buurt gesloopt ten gunste van een uitbreiding van de Hortus Botanicus en houdt zij op te bestaan. Mogelijk was de buurt al eerder ontruimd, want het is onwaarschijnlijk dat Pieter Coolen, de laatste buurtheer, zijn dienstverband vanaf 1672 tot 1736 heeft voortgezet. Het lijkt waarschijnlijker dat zijn opvolger nooit door het Gerecht is benoemd of dat een van andere buurtbestuurders het buurtheerschap onofficieel heeft overgenomen (zie ook 'Buurthouden', pag. 136).

(Zie W.K.H. Karstens, De Leidse Hortus, een botanische erfenis, pag. 36 e.v.)

Buurtheren: 

zie voor uitleg de Toelichting

Naam Benoemd Voor-
dracht
Reden
vervang
Meer
Info
Jansz., Adriaen - 11-10-1602 2 *
Moenen, Jan - 25-10-1604 - ? *
Carpentier, Jan - 12-06-1608 ? v  
Mannekens, Mahieu - 22-05-1620 1 *
Carnoy, Martin - 31-10-1624 2 v  
Milican, Jan de - 29-05-1636 1 v  
Carpentry, Jan de - 03-09-1654 1 *
Coolen, Pieter - 28-11-1672 1 ?  

  

Auteur Publicatie Home
Kees Walle
2006
Buurthouden www.oudleiden.nl