VAN LEYDEN-VAN STEENVOORDE |
VAN LEYDEN-VAN STEENVOORDE
I. MR. GERARD VAN LEYDEN
ovl. 21 mrt. 1289 (Obreen, 'Gerard van Leyden', 220).
functie:
kanunnik van St. Marie te Utrecht, grfl. klerk of secretaris, verm. 1270-89 (zie hfdst. 6); rector van St. Pieterskerk tot in 1268 (Kruisheer, Oorkonden en Kanselarij, II 492; Kort, Archief Gr. v. Holl., 61*).
landbezit:
* Steenvoorde, een woning met wrsch. 57 morgen land, grfl. leen (?) (Obreen, 'Gerard van Leyden' 221).
* land te Rijswijk tegenover Voorde; 20 mrt. 1289 droeg hij de eigendom hiervan over aan de abdij van Egmond, op voorwaarde dat zijn zoon Jan het in leen ontving t.b.v. Gerards kapelanie te Steenvoorde (Van den Bergh, Oorkondenboek, II 658).
* Ockenberge te Rijswijk, uit eigen opgedragen aan de abdij van Rijnsburg, op voorwaarde dat zijn zoons Dirk en Gerard het in leen ontvingen (Van den Bergh, Oorkondenboek, II 657).
stichtingen:
kapel en vicarie te Steenvoorde, Rijswijk (Van den Bergh, Oorkondenboek, II 658). Vermoedelijk stichter van het Leidse St. Catharinagasthuis (zie hfdst. 7).
varia:
hij hield missch. een tiende te Schipluiden in leen van de graaf (Obreen, 'Gerard van Leyden', 221).
familie:
kinderen (hadden nauwelijks banden met Leiden):
ridder, verm. 1304-39 (ibidem); zijn geslacht was verwant met het oude geslacht van Boschuysen; Jan gaf als collator de kapelanie van het Leidse St. Catharinagasthuis o.m. aan zijn verwant heer Gerrit van Boschuysen (Van Mieris, Beschryving, I 165 d.i. GAL, Bibl. 28635/1). Zoon:
a. Gerrit Jansz. van Steenvoorde
verm. 1343 (Obreen, 'Gerard van Leyden', 221); diens zoon Jan van Steenvoorde werd 4 juni 1368 Leids poorter met 50 £ en Frank Frankenz. als borg (Secr. 19 f. 14).
Oorkondenboek, II 657).
(ibidem
Hüffer, Bronnen, Reg. 468 en 554).
tr. Jan van der Burch (Van den Bergh, Oorkondenboek, II 658; Hoek, 'Van Ruyven', 45).
Auteur | Fred van Kan |
Publicatie | Het Leidse Patriciaat |
Home | www.oudleiden.nl |