HEER GERRIT DIE WIT |
HEER GERRIT DIE WIT
ovl. voor 7 feb. 1442 (Ga. 980 f. 8v.).
functie:
priester; vicaris van de kapelanie gesticht door Willem Nannenz. en Willem Foytken (verm. 26 mei 1383; Ke. 416 f. 74v.).
woonhuis:
aan St. Pancraskerkhof; hierop had mr. Claas Dirk Coenenz. 4 p.pay. met houde die hij 30 dec. 1419 overdroeg aan St. Pancraskapittel (Ke. 416 f. 59).
huisbezit:
een huis en erf aan de Oude Rijn, hem aanbestorven; tegen 40 s.pay. rente 6 apr. 1402 verkocht (Ga. 980 f. 7v.).
landbezit:
14 hond land aan de Zijl te Warmond, gekocht (Ga. 1182 f. 30).
rentebezit:
* 26 mei 1383 5 nobel lijfrente, samen met zijn neef Jan Gerritsz., t.l.v. de stad, verm. 1412-13 (Secr. 80 f. 65v., 513 f. 18).
* 31 dec. 1394 1 £ pay. op huizen en erven in de Camp; 20 juni 1430 overgedragen aan St. Pancrasbegijnhof (Klo. 545).
* 28 £ pandbrief op een huis en erf aan de Oude Rijn, afkomstig van een panding van 21 okt. 1383 door zijn vader (Ga. 980 f. 7).
schenking:
1400 aan St. Pancraskerk 8 £ pay. t.b.v. memoriediensten (Ke. 416 f. 31).
varia:
was 15 dec. 1400 getuige toen Aagte, Claas Barlaers weduwe, testeerde (Ga. 455 f. 61v.)
familie:
behoorde tot het nageslacht van Claas Nannenz. (zie Nannenz.), aangezien hij bedienaar van diens vicarie was. Zoon van Jacob Gerritsz. en Hildegond Jansdr.; Hildegond werd 29 juni 1359 beleend met 2 morgen land te Rijnsaterwoude, grfl. leen, afkomstig van haar vader Jan Jacobsz. - opnieuw beleend met ledige hand 1390, zij woonde toen te Leiden - (Ke. 416 f. 74v., GvH. 225 f. 68 en 708 f. 1v.). Zijn tantes van moederszijde waren (Ke. 416 f. 31 en 74v.): Elisabeth, tr. Coenraad, en Clemense Jacobsdr. (die Aarnd Jan Godenz. huwde? zie Gode).
Auteur | Fred van Kan |
Publicatie | Het Leidse Patriciaat |
Home | www.oudleiden.nl |