vorige Buurt: 116.Spring over Rijn 118. West Rijnenveld volgende Buurt: 119.Oost Rijnewaard

 

116. Spring over Rijn   117. West Rijnewaard 
(Klik voor andere kaart) 118. West Rijnenveld   119. Oost Rijnewaard   132. Noord Koeëind   133. West Koeëind 
(Klik voor andere kaart) 134. Zuid Koeëind 
(Klik voor andere kaart) 190. Noord Coleveld 
(Klik voor andere kaart) 191. Oost Coleveld   200. Zuid Coleveld   201. Rijk der Liefde   202. Baronie Hogeveen   203. Keizerrijk Warmond   204. Hertogdom Walbeek   205. Graafschap van Blokhuizen   206. Looiersbuurt  

Selecteer regiokaart
met buurtnamen.
 

Ga met de muis naar de cirkel
voor de naam van de buurt.
Klik voor detailkaart
en informatie.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ligging:

beginnende opten Rhijn aen den oosthouck van de Kijfgraft / loopende den Rhijn langs oostwaerts aen / den houck omschrinkelende langs de westzijde van de Minnebroedersgraft / de Zuytchingel langs, westwaerts aen tot aen de Kijfgraft / begrijpende mede de oostzijde van de selve Kijfgraft.

(SA II inv. nr. 1216 fol. 70 - 7- vso, 12-09-1624)

Geschiedenis:

Op 12-09-1624 ontstaan als afsplitsing van de buurt Oost Rijnewaard.

(SA II inv. nr. 1216 fol. 70 - 7- vso, 12-09-1624)

De benoeming van de eerste buurtheer, Pieter Heyndricksz., schipper verliep niet geheel probleemloos. Volgens de Generale Ordonnantie op de Gebuurten was het noodzakelijk dat een buurtheer was gehuisd en geërfd. Dat wil zeggen dat hij niet alleen in de buurt moest wonen, maar minstens eigenaar diende te zijn van het door hem bewoonde huis. Bij Pieter Heyndricksz. en de andere twee genomineerden is dat niet het geval; kennelijk waren zij huurders. Niettemin maakt het Gerecht een uitzondering: alhoewel zij verstonden dat geen van de voors. drye personen in de voors. gebuyrte es gehuyst ofte geerfte, voor dese reyse sonder consequentie, mits voortaen nominerende gehuysden ende geerfden aldaer (zie ook 'Buurthouden', pag. 72).

(SA II inv. nr. 1216 fol. 70 - 7- vso, 12-09-1624)

Ondanks de waarschuwing van het Gerecht herhaalt de geschiedenis zich en wordt Maerten Jansz. van Coesvelt, die evenmin was gehuisd en geërfd, in 1635 als buurtheer benoemd. Dertien jaar later verzoekt hij om ontslag uit zijn functie. Hij zegt dat hij suppliant is een persoon van kleyne middelen ende geene vaste goederen heeft in tegenstelling tot verscheyden andere in de voors. gebuyrte woonende aldaer gehuyst ende geerft zijnde. Om die reden heeft hij maar cleyn ontsach bij zijn medebewoners. Daar komt nog bij dat in de selve gebuyrte geheel rouwe, questieuse, oproerige ende moetwillige menschen woonen, de welcke door hem suppliant soodanich niet gedisponeert, vereenicht, gestilt off bestraft kunnen werden. Ze zouden hem alleen gehoorzamen wanneer hij een persoon was van meerder middelen, qualiteyt ende aensien. Tenslotte meldt hij dat zijn vrouw zeer swaermoedich, swack ende melancolijck is (...) dat sij dickwils in haer memorien ende herseenen geturbeert wert. Sterker nog: zijn echtgenote verbeeldt zichzelf dat wanneer hij in de vers. bedieninge van heer langer soude moeten continueeren, zij dat niet langer zal verdragen en dat sij in soo grooten swaricheyt, 't sij van siecte, aenvechtinge ofte andersints zall vervallen. Het Gerecht toont begrip en is bereid om Coesvelt ontslag te verlenen op voorwaarde dat hij eerst de buurtbewoners bijeenroept om gezamenlijk een nieuwe voordracht te maken (zie ook 'Buurthouden', pag. 72).

(SA II inv. nr. 68 fol. 178 vso - 179 vso, 30-07-1648)

In 1707 ontstaan er groote oneenigheden tussen de geburen, de heer en de raden. De ruzie loopt zo hoog op dat het stadsbestuur ermee instemt dat een geheel nieuw buurtbestuur wordt gekozen. Normaal benoemt het Gerecht alleen de buurtheer en wordt de keuze van de overige buurtbestuurders aan de buurtvergadering overgelaten. In dit geval benoemt het Gerecht echter alle bestuurders aan de hand van een indrukwekkende nominatie die maar liefst dertien namen bevat. Pieter Gijssen, Jan Thomasse, Arent Arentse, Samuel Flamen en Jan van den Bergh worden resp. als buurtheer, oppertresorier, ondertresorier en oudraden benoemd (zie ook 'Buurthouden', pag. 85).

(SA II inv. nr. 1217 fol. 304 vso, 22-12-1707)

Buurtheren: 

zie voor uitleg de Toelichting

Naam Benoemd Voor-
dracht
Reden
vervang
Meer
Info
Buytevest, Pieter Heyndricsz. van - 12-09-1624 1 v *
Tol, Aernout Engelsz. van - 15-06-1628 2 *
(Coesvelt), Maerten Jansz. van - 13-10-1635 1 o *
Feys, Joël - 13-08-1648 1 v  
Uythage, Adriaen Jansz. - 09-03-1651 1  
Wetten, Gillis van - 01-06-1662 1 v *
Wiggersz., Jan - 07-06-1668 1 v? *
Brant, Pieter - 09-06-1678 1  
Bosch, Hendrik van den - 12-07-1703 1 o *
Gyssen, Pieter - 22-12-1707 3 v *
Rijsingen, Jan van - 03-01-1732 2 v  
Ulde, Johannes van - 21-11-1765 2  
Vlek, Hendrik - 17-12-1767 1 o  

  

Auteur Publicatie Home
Kees Walle
2006
Buurthouden www.oudleiden.nl