VAN DEN BOSCH

 

Previous PageHome PageNext Page


VAN DEN BOSCH

I. JAN VAN DEN BOSCH

ovl. na 31 jan. 1348 (GvH. 220 f. 38v.). tr. een dr. van Dirk van der Dobbe (vgl. ald. en GvH. 220 f. 38v., 226 f. 168v. en 707 f. 24). Kinderen:

1. Dirk van den Bosch, volgt IIa.

2. Dirk van der Dobbe, volgt IIb.

3. Gerrit uten Hoflande, volgt IIc.

4. Hendrik; zoon:

a. Floris

zou de helft van het huis van zijn oom Dirk van den Bosch aan de Breestraat erven (verm. 9 jan. 1369, zie ald.)

5. Alijd Dobben

(GvH. 220 f. 38v.)

tr. 1e Jan van den Rine die haar 31 mei 1338 lijftocht gaf (zie ald.); tr. 2e Bertelmeeus van der Graft, die haar 10 mrt. 1348 tochtte (zie ald.). De graaf schonk haar 22 mei 1345 i.p.v. 3 £ rente die haar eerste man haar als lijftocht gaf aan zijn huis en hofstad te Leiden, een nieuwe lijfrente van 4½ morgen land te Koudekerk (GvH. 218 f. 39v.).

IIa. DIRK VAN DEN BOSCH.

ovl. tussen 9 jan. 1369 en 27 jan. 1371 (Nass. Dom. 44 (6461) f. 329v. en W. 428 f. 25v.).

functies:

gasthuismr. 1336-37, schepen 1339-40, 42-43, 43-44, 45-46, 52-53, 54-55, 55-56, 59-60, burgemr. 1358-59, 63-64, 67-68.

beroep:

leverde 1344-45 2 varkens aan de grfl. vleeshouwer (Hamaker, Rek. Holl., II 165).

woonhuis:

een huis en erf aan de Breestraat, strekkend tot de Middelgracht. Uit eigen 9 jan. 1336 opgedragen aan Jan van Polanen (GvH. 707 f. 7). Opnieuw beleend 9 jan 1369, te vererven op Floris, zoon van zijn broer Hendrik en op de bastaardzoon van zijn broer Gerrit uten Hoflande, ieder voor de helft (Nass. Dom. 6461 (44) f. 329v.).

huisbezit:

een huis en erf aan de Diefsteeg verm. 3 okt. 1367 (Ga. 456 p. 90, zie ook bij zijn echtgenote).

landbezit:

* 6 morgen land bij de Naakte sluis, Zoeterwoude, verm. 1326-30 (Ke. 493 f. 87).

* voor 15 aug. 1337 6½ morgen land te Wassenaar (Het Oudeland, grfl. leen) (GvH. 218 f. 22).

* 1344 het huis Adegeest onder Voorschoten met 11 morgen land (Van Leeuwen, Batavia Illustrata, II 1254; zeer wrsch.: dit goed was later in het bezit van zijn zoon en Dirk zelf kocht land ter plaatse). Adegeest was wellicht van zijn schoonvader afkomstig, gezien de voorwaarde van de vererving van het huis op het nageslacht van deze, zie hierna Dirk van den Bosch Dirksz.).

* 3 jan. 1353 4 en 2 morgen land te Zoeterwoude aan Rodenburger vliet, gekocht van de graaf, samen met Dirk van der Dobbe en Gerrit uten Hoflande, zijn broers, en met zijn verwant Hendrik Rottier van Leyden (GvH. 244 f. 22).

* 8 feb. 1353 land te Voorburg, strekkend van het grafelijk veen tot de Heerstraat (GvH. 244 f. 29v.).

* 8 feb. 1353 4 hond land te Adegeest onder Voorschoten, onder de woning van Jan van den Bosch, gemeen liggend met land van hemzelf en zijn broers en zusters (GvH. 244 f. 30v.; vgl. ook GvH. 1441 f. 2v.).

borgstelling:

beloofde 1 aug. 1359 samen met Huge van den Bosche Dirksz. van der Dobbe vrijwaring t.b.v. Dirk van der Dobbes kinderen (Ke. 535).

varia:

zegel: een geruit kruis met een ster in het schildhoofd (Ke. 669, 22 jan. 1355). Trad 6 feb. 1365 op als voogd van de kinderen van zijn broer Dirk van der Dobbe (Ga. 455 f. 10).

familie:

blijkens zegel en familienaam behoorde hij tot hetzelfde geslacht als dat van de schouten Dirk, Huge en Dirk van den Bosch van Zoeterwoude (o.m. GvH. 1870 f. 10v., 1862 f. 3, 1873 f. 4v., Ke. 288, Arch. Duiv. 550).

Daartoe behoorde ook Alide Hugendr. van den Bosch, die tr. met Jan Bartout (zie Van Brabant en vgl. de belending van Jan Bartout aan een Van den Bosch-leengoed (Hoek, 'Wassenaar', 580). tr. 1e Katrine, die hij 15 aug. 1337 tochtte aan de mindere ½ van 6½ morgen land onder Wassenaar (GvH. 218 f. 22); tr. 2e Geertruud Jan Simon Galenz.dr. Hij gaf haar 17 aug. 1356 de lijftocht van zijn 1e vrouw (GvH. 707 f. 24). Op grond van dit huwelijk zal hij zijn opgetreden als maag van heer Dirk Galen (Huisarch. Twickel, Reg. AA f. 16). Het betreft zeker hetzelfde geslacht als dat der bezitters van Haesbroek onder Wassenaar (zie Thierry de Bye Dólleman, 'Gael', 45-47). Geertruud werd 27 jan. 1371 verm. als belendster met haar zoon Dirk aan een huis aan de Diefsteeg, ter Breestraat waarts (W.1 f. 25v.). (tr. 2e Claas van de Werve, zie ald.). Zoon:

III. DIRK VAN DEN BOSCH DIRKSZ.

ovl. voor 11 mei 1429 (GvH. 741 I f. 11).

functies:

schepen 1389-90, 93-94, 94-95, 1400-01; burgemr. 1395-96, 96-97, 1419; kerkmr. van St. Pieter 1398-99, 99-1400 en 1400 tot 25 juli.

beroep:

hield zich met turfwinning bezig (1394-97, Ga. 334 (2) f. 12 (3) f. 10, zie landbezit). Exploiteerde een kalkoven (1403-04, Ke. 323 (6) f. 25v.).

woonhuis:

aan het Rapenburg, uitkomend aan de stadsvest; vestigde hierop 16 jan. 1392 een rente van 21 s.pay. (Ke. 73). Woonde 1407-08 in het Kerkhofbon, 1417-18 in het bon Rapenburg (Ke. 323 (7) f. 49 en 323 (11) f. 42v.). 27 jan 1371 samen met zijn moeder als belender verm. (zie hoger).

landbezit:

* huis Adegeest onder Voorschoten met 11 morgen land; 14 feb. 1395 opgedragen aan de graaf en in leen ontvangen, te vererven op zijn halfbroer IJsbrand van de Werve, dan wel op de oudste nakomeling van Jan Simon Galenz., zijn grootvader (GvH. 228 f. 156v., GvH. 1018); in ruil ontving hij land te Wassenaar ten vrij eigen:

* 6½ morgen land te Wassenaar (Het Oudeland), waarmee hij door de graaf 26 dec. 1379 was beleend (GvH. 226 f. 160).

* 20 hond land te Zoeterwoude, met een pachtopbrengst van 14 £ (pay.?) p.j. en:

* 6 morgen land in de Weipoort ald., opbrengend 13 £ 8 s. (pay. ?). Beide stukken land schonk hij 28 mei 1406 aan de door hem gestichte kapelanie (Ke. 322 f. 23).

* ca. 11 dec. 1383 14 morgen land te Leiderdorp, na aankoop in leen gehouden van de Domproostdij van Utrecht. Dit leen was 16 mrt. 1402 in handen van Gijsbrecht Florisz. (Hoek, 'Domproostdij', 6).

* ca. 3 morgen 1 hond veenland tussen Zegwaard en Zevenhuizen; kocht 24 okt. 1394 het lastgeld af, de erfpacht bleef (GvH. 228 f. 142v.).

* 24 okt. 1394 een erf op de hoeve bij Leiden, strekkend uit de oude vest, gekocht van de graaf na verbeuring door Floris Gijsbrechtsz.; er rustte 17 s. grfl. pacht op (GvH. 228 f. 143).

* ca. 1400 8 hond te Wassenaar verkregen uit de nalatenschap van neef Jan van den Bosch, i.v.m. schulddelging door Dirk voor Jans kinderen; losbaar door dezen met 100 £ pay. (Secr. 84 f. 70).

rentebezit:

* 16 jan. 1392 21 s.pay. op een huis en erf van Bertelmeeus van Zwieten aan het Rapenburg; 3 okt. 1425 overgedragen aan IJsbrand Hofland (Ke. 73).

* 16 jan. 1392 30 s.pay. op een huis en erf aan het Rapenburg; overgedragen aan St. Catharinagasthuis 3 sep. 1400 (Ga. 455 f. 50v.).

* 24 okt. 1411 31 Eng. nobel t.l.v. Claas Jansz. Vos, alsmede een daaruit voortkomende (pand)rente van 13 £ 19 s.pay. (5 feb. 1414); bezat bovendien een schuldbrief t.l.v. deze van 17 nobel (RA. 50 f. 138v.).

* 17 s. 6 p.g.g. op een huis aan de Oude Rijn,

* 10 s.g.g. op een huis en erf op de Hogewoerd en:

* 5 s. 3 p.g.g. op een huis en erf aan de Vollersgracht. Deze 3 renten verkocht hij aan de H. Geest (30 jan 1403, W. 428 f. 96).

* 3 £ pay. met houde op een huis aan Hogelandskerkgracht, 30 jan. 1398 verkocht (Ga. 456 p. 61).

* 10 comans groten met houde op een huis en erf te Leiden, verm. 1408 (RA. 50 f. 75).

borgstelling:

* 17 feb. 1365 Brouwer de timmerman (Secr. 19 f. 6).

* 24 juli 1367 Jan Aarnd Dirksz.z. (Secr. 19 f. 10v.).

* 23 aug. 1389 Dirk Capoen (Secr. 19 f. 81v.).

* 1 okt. 1392 Dirk Jansz. van der Horn (Secr. 19 f. 94v.).

* 14 jan. 1393 Jan Borchaart Pietersz. (Secr. 19 f. 99v.).

* 22 mei 1401 beloofde hij vrijwaring t.b.v. zijn halfbroer IJsbrand van de Werve (Ga. 455 f. 55).

stichting:

28 mei 1406 met heer Willem Willemsz., priester, zijn zwager, Maria Magdalenakapelanie op St. Catharina-altaar in St. Pieterskerk, te bekleden door genoemde heer Willem. Schenkingen hieraan: zie landbezit. De collatie zou zijn voor Dirk of zijn oudste zoon bij zijn vrouw Lijsbeth, of bij ontstentenis zijn nicht IJve Willem Borts (Ke. 322 f. 23-27v.).

varia:

zegel: een geruit schuinkruis met een ster in het schildhoofd (Ga. 470, 20 apr. 1395). Leids poorter 25 juli 1370 met 32 £, borg Claas van de Werve (Secr. 19 f. 24). Was ca. 1383 een rente van 46 sch. schuldig aan Alide Dirksdr. van der Graft (i.v.m. een schuldbrief van 23 £, Secr. 84 f. 3). Trad 1395 op t.b.v. de bastaardkinderen van Hubrecht van de Werve (Secr. 84 f. 47). Pachter van de Leidse bieraccijns op buitenlands bier 6 apr.-11 juni 1399, van de molen- en vleesaccijns 6 aug.- 1 okt. 1399 (Rek. Lei., 57- 58). 12 okt. 1407 opgeroepen door de graaf om bij Woudrichem te strijden met 2 man (Van Mieris, Groot Charterboek, IV 84).

familie:

tr. 1e voor 11 dec. 1383 (Hoek, 'Domproostdij', 6) Baartraad Herman Willemsz.dr., die hij 14 feb. 1395 tochtte aan Adegeest (GvH. 228 f. 156v.; zie Willem Luutgardenz. c.s.). tr. 2e Lijsbeth Simonsdr., zuster van heer Willem Willemsz., priester. Hij tochtte haar 10 mei 1398 aan Adegeest (GvH. 228 f. 284). Uit het 2e huwelijk (vgl. Hoek, 'Rept. Putten', 140):

1. Baartraad van den Bosch

tr. Pieter Jorgelsz., zoon van Jorgel Aartwinsz. en Bartraad Simon Frederiksdr. (GvH. 741 f. 11, zie Willem Luutgardenz. c.s.). Zij werd 11 mei 1429 beleend met Adegeest c.a. door de graaf, na ovl. van haar vader (GvH. 741 f. 11).

IIb. DIRK VAN DER DOBBE

(zijn afstamming aangenomen op grond van zijn zegel, het optreden van Dirk van den Bosch voor zijn kinderen, de naam van zijn oudste zoon en die van zijn dr. Ermtruud).

ovl. voor 8 sep. 1364 (W. 428 f. 23 en v.).

functie:

schepen 1349-50.

woonhuis:

aan de Breestraat (W. 428 f. 23 en 23v.); 16 nov. 1343 verm. in een belending samen met Reinsent, weduwe van Bertelmeeus van der Bregghe (Ga. 455 f. 6v.).

varia:

zegel: een geruit kruis met een arendje in het schildhoofd (Ke. 667, 17 nov. 1349).

familie:

tr. een dr. van Bertelmeeus van der Bregghe (zie ald.), ovl. voor 8 sep. 1364 (W. 428 f. 23 en 23v.). Kinderen (verm. 6 feb. 1365, toen zij en voor nrs. 2-6 hun voogden (Wouter van der Bregghe, Daniel Jansz. van der Hant, Gerrit van der Graft en Dirk van den Bosch) 20 s.g.g. rente op Willem Nannenz.'s huis en erf aan de Hofgracht alsmede 20 s.g.g. op Jan die Vos' huis en erf aan de Middelweg schonken aan St. Catharinagasthuis; Ga. 455 f. 10):

1. Heer Huge (d.i. Huge van den Bosch Dirksz. van der Dobbe)

ovl. voor 30 nov. 1371 (GvH. 1452 f. 3).

functie:

priester.

landbezit:

26 feb. 1361 3½ morgen land onder Alkemade, grfl. leen, afkomstig van zijn grootvader Bertelmeeus van der Bregghe (GvH. 226 f. 67v.).

borgstelling:

beloofde 1 aug. 1359 met zijn oom Dirk van den Bosch (mede t.b.v. zijn broers en zusters) vrijwaring bij een verkoop door Dirk van Haerlem en Katrine (van der Bregghe) (Ke. 535).

2. Hendrik Hongher Dirksz. van der Dobbe

functie:

hij is vermoedelijk de Marendorpse schut van ca. 1390 (Blok, Hollandsche stad, 325)

huisbezit:

een gedeelte van het huis en erf aan de Breestraat van wijlen zijn ouders; verklaarde 8 sep. 1364 aan Huge van den Bosch hierop 20 s.g.g. rente schuldig te zijn, losbaar met 15 £ (de groot voor 8 p. gerekend) (W. 428 f. 23 en v.).

3. Bertelmeeus.

4. Willem

verkocht op zijn woonhuis aan de Hogewoerd 6 dec. 1383 aan St. Pancraskapittel een rente van 30 s.pay. (Ke. 493 f. 74v.).

5. Ermtruud.

6. Dirk Claar Dirksdr. van der Dobbe

rentebezit:

* ca. 1405 4 £ pay. t.l.v. St. Catharinagasthuis, ingevolge testament van Alijd van Zwieten, Hendrik Rottiers' weduwe (Ga. 456 p. 182, 334 (13) f. 18v. en volgende rek.).

* ca. 1390 10 s.pay. t.l.v. de H. Geest, bepaald bij een renteoverdracht door Willem Foytgen (Bort) daaraan (W. 428 f. 67).

familie:

verwant met Willem Foytgen of zijn vrouw (W. 428 f. 67 en v., zie ald.).

IIc. GERRIT UTEN HOFLANDE

ovl. voor 21 jan. 1359 (W. 428 f. 17v.).

functie:

schepen 1347-48, 48-49, 55-56.

landbezit:

3 jan. 1353 4 morgen land (Doudevenne) aan Rodenburger vliet en ca. 2 morgen land bij Rodenburg, onder Zoeterwoude, met zijn broer Dirk en Hendrik Rottier van Leyden gekocht van de graaf (zie hiervoor, IIa.).

familie:

tr. Catelijne, dr. van IJsbrand Strevelant (zie ald.). Zij hield van de Heer van Polanen 5½ en 8 hond land te Oegstgeest in leen (Nass. Dom. 6461 (44) f. 341v.). Uit dit huwelijk:

1. Jan van den Bosch Hoflantsz.

ovl. ca. 1400 (Secr. 84 f. 70).

beroep:

exploiteerde een steenplaats (Secr. 84 f. 70).

landbezit:

* 5½ morgen en 8 hond land te Oegstgeest, Polaans leen, afkomstig van zijn moeder (Nass. Dom. 6461 (44) f. 341v.).

* ½ morgen land te Zoeterwoude samen met Dirk van der Graft bezeten (zie ald.) en door beiden 12 mrt. 1377 verkocht (W. 428 f. 41v.).

* land te Leiderdorp op de Camp, samen met IJsbrand Strevelant Jansz. Vos bezeten; heer Aarnd Zwaluwairt besprak hierop t.b.v. het klooster Koningsveld 1 £ g.g. rente, die zij 13 mei 1391 afkochten (Ke. 695).

In zijn nalatenschap (ca. 1400) wordt verm. (Secr. 84 f. 70):

* ½ van 6 morgen land te Wassenaar,

* land te De Lier, opbrengend 6 £ (½ daarvan in zijn handen),

* ½ van de woning te Wassenaar waar Louwerijs van Boomgairde placht te wonen (uit de 5 morgen te Wassenaar zou Dirk van den Bosch 8 hond land ontvangen ter betaling van schulden, losbaar met 100 £ pay. een steenplaats c.a. zou om die reden voor IJsbrand Strevelant Jansz. Vos zijn) en

* 1/3 van 15 morgen land, behorend tot die woning, gemene voor gelegen met land van Hubrecht van de Werve.

rentebezit (verm. in zijn nalatenschap, ca. 1400, Secr. 84 f. 70):

* ½ van 4½ £ g.g. op land bij Haarlem,

* 1 oude schild op land te de Lier en

* ½ van 11 s. op zeker land.

varia:

hij was vermoedelijk de Jan van den Bosch die 25 juli 1370 poorter werd, met 32 £ en Gerrit van de Graft als borg (Secr. 19 f. 24).

Moest volgens een gerechtelijke uitspraak van 7 feb. 1395 een bedevaart maken naar Einsiedeln wegens ongepaste woorden jegens het gerecht gesproken (RA. 4 f. 6).

familie:

kinderen; voor hen traden ca. 1400 Dirk van den Bosch, IJsbrand Strevelant, Philips Aarndsz. (van den Damme) en IJsbrand Hoflantsz. op i.v.m. de bewijzing van hun vaderlijk erfdeel. Gezien deze relatie met Philips Aarndsz. van den Damme en het feit dat Jan van den Bosch een aandeel had in het land en de goederen van Louweris van den Boomgairde, lijkt een tr. van Jan met een lid van het geslacht Van den Damme niet onwaarschijnlijk (zie ald.). Een zoon van Jan was missch. Albrecht van den Bosch (zie hierna).

Bastaard:

2. IJsbrand Hoflantsz.

beroep:

boterkoper (1411-12, Ga. 334 (16) f. 21v.).

woonhuis:

aan de Breestraat. In de nacht van 24 op 25 aug. 1381 brak brand uit in zijn achterhuis aan de Rijn; dientengevolge ging een blok van 18 tot 20 huizen in vlammen op langs de Breestraat (Ke. 415 f. 74v.). Verm. als belender aan de Middelste gracht 14 feb. 1419 (W. 428 f. 132v.).

huisbezit:

een huis en erf aan St. Pieterskerksteeg, samen met Jacob Simon Frederiksz. bezeten; de H. Geest had hierop 40 s.g.g. rente, verm. 1421 (W. 429 f. 5 en tafel).

landbezit:

* een erf aan Levendaalsgracht, gepacht van St. Pieterskerk; verm. sinds 1398-99; na verkoop 1407-08 in andere handen (Ke. 323 (1) f. 6 en volgende rek.; (7) f. 8v.).

* een erf tussen Nieuwe Vollersgracht en Hoeflaan, verm. sinds 1398-99, gepacht als boven (Ke. 323 (1) f. 7v. en volgende rek.).

* 2 erven als voren gelegen, verm. sinds 1407-08, gepacht als boven (Ke. 323 (7) f. 10 en volgende rek.).

rentebezit:

* 4 nov. 1409 5½ kroon op een huis en erf te Leiden (RA. 50 f. 98v.).

* een schuldbrief van 5 gouden schilden t.l.v. Claas Jansz. Vos, verm. 1414, daterend van 7 mei 1401, hem aanbestorven van Zeger Clemensz. (RA. 50 f. 138).

* 8 nov. 1414 een schuldbrief t.l.v. Gerrit Jacob Adenz.z. van 5 £ 11½ Bergse groten licht geld (RA. 50 f. 142).

* 69 dubbele bot op een huis en erf te Leiden, verm. 27 apr. 1410 (RA. 50 f. 96v.).

borgstelling:

* 12 mei 1385 Alijd Andriesz. (Secr. 19 f. 68v.).

* 9 juni 1392 Herman Hermansz. (Secr. 19 f. 93v.).

varia:

verm. 9 jan. 1369 als erfgenaam voor een ½ huis aan de Breestraat (Polaans leen) van zijn oom Dirk van den Bosch (zie ald.).

Bemiddelde ca. 1400 bij de toewijzing van het vaderlijk deel aan de kinderen van zijn halfbroer Jan van den Bosch (zie ald.).

familie:

tr. Geertruud, zij kocht 1403-04 een kerkstoel in de St. Pieterskerk (Ke. 323 (6) f. 13), begr. St. Pieterskerk; zij tr. eerder Jacob Boelinc, ovl. tussen 1393 en 7 mei 1401 (Secr. 84 f. 251v. en RA. 50 f. 138); begr. op St. Pieterskerkhof (Kam, 'Memorieboek', 199). Dochters:

a. Machteld

verm. als weduwe van Zeger Clemensz. 19 feb. 1440 (Ke. 73); deze ovl. tussen 1393 en 7 mei 1401 (Secr. 84 f. 251v. en RA. 50 f. 138).

b. Alijd

had met haar zuster een lijfrente op de stad Leiden van ½ nobel 2 groten, verm. 1412-13 (Secr. 513 f. 21v.).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl