PHILIPS ANDRIESZ. C.S.

 

Previous PageHome PageNext Page


PHILIPS ANDRIESZ. C.S.

I. PHILIPS ANDRIESZ. of AAGTENZ

(2e patronym: W. 428 f. 21v. en Kam, 'Memorieboek', 181, Ke. 499 en 416 f. 92v.)

ovl. voor 8 feb. 1381 (Agn.bhf. 67).

functie:

schepen 1364-65 en 65-66.

beroep:

wantsnijder (1366, W. 428 f. 21v.).

woonhuis:

in Matthijs Bronskiaenssteeg, op zijn huis en erf liet heer Huge van Scoorl 8 s. met de houde na (Ke. 415 f. 72, 8 juni 1380). Bovendien bezat deze op dit huis een pandrente van 14 p.g.g., hierop 5 feb. 1371 gevestigd t.b.v. Simon Gijsbrechtsz. en 3 apr. 1373 door heer Huge aan zijn prebende geschonken (Ke. 493 f. 40v.-41). De H. Geest bezat 1380 op zijn huis en erf aan de (Hof?)gracht 10 s.g.g. rente (W. 1765 f. 9v.)

landbezit:

6 mrt. 1373 2½ morgen land te Zoeterwoude (d.i. de helft van Sijlweer en Grote Weyde) (Secr. 1735, wrsch. het land dat gemengde voor gelegen was onder Boschuysen met land van Jacob van der Woude en heer Huge van Scoorl (Ke. 493 f. 40, 8 mrt. 1373).

rentebezit:

* 27 aug. 1371 40 s.g.g. op een huis en erf bij het Steenschuur door zijn zoons Albaren en Andries 16 sep. 1382 aan de St. Pieterskerk overgedragen voor memoriediensten (W. 428 f. 43).

* 18 nov. 1371: 10 s. 9 p. 1 halling g.g. op een huis en erf aan de Hooigracht; 12 s.g.g. op een huis bij het Steenschuur; 12 s.g.g. met houde op een huis en erf bij het kerkhof; 9 s.g.g. met ½ houde op een huis en erf aan de Maarsmansteeg; 4½ p.g.g. met houde op een huis en erf ald.; 23 s. 4 p.g.g. op een huis en erf 'aan de gracht'; 4 s.g.g. op een huis en erf aan de Stasijnsteeg (Ke. 417 f. 151v.).

* 5 nov. 1375 27 s. 4 p.pay. pandrente op een ½ huis aan het Noordeinde (Ke. 416 f. 83v.).

schenking:

8 feb. 1381 werd door zijn weduwe 5 s. rente gevestigd op een huis en erf, wrsch. bij het Steenschuur, t.b.v. de begijnen bij St. Pieterskerkhof (Agn.bhf. 67).

borgstelling:

* (met Andries Philipsz.) 10 okt. 1365 Dirk Willemsz., van Burggravenveen (Secr. 19 f. 4v.).

* 30 jan. 1372 Jan van Meerburch (Secr. 19 f. 30).

familie:

tr. Ave Foytgensdr., ovl. 1383, begr. St. Pancras (Ke. 415 f. 90v.).

kinderen:

1. Albaren, volgt IIa.

2. Andries, volgt IIb.

3. Dochter

ovl. voor 1383, tr. Copgen Hillenz. (Ke. 415 f. 90v.).

4. Ermgard

tr. Jan van Meerburch (vgl. ald. en Ke. 493 f. 86v., RA. 50 f. 23v.).

?5. Dochter

tr. Dirk van der Graft (Secr. 84 f. 3), verm. van Alide Dirksdr. van der Grafts grootmoeder (die ovl. in 1383), en van Jan van Meerburch en een Foyken; Ke. 417 f. 151v.).

T.b.v. de memorie van een dr. Trude droeg Ave Philips Andriesz. 1 £ pay. rente over aan de H. Geest op een huis en erf (in de Diefsteeg ?, W. 1765 f. 9).

IIa. ALBAREN PHILIPSZ.

ovl. voor 13 jan. 1394 (Ga. 455 f. 17).

functies:

schepen 1369-70, 71-72, 72-73, 80-81 en 86-87; gasthuismr. 1375-76 (W. 428 f. 25, Ga. 455 f. 11).

woonhuis:

aan de Breestraat bij St. Catharinagasthuis, verm. 17 dec. 1370 en 3 okt. 1373 en van zijn weduwe 20 apr. 1395 en 24 mei 1413 (W. 428 f. 25, Ga. 455 f. 11v. en 84). Op zijn woonhuis was een rente van 3 s. gevestigd, die Philips van Leyden 7 mrt. 1372 aan zijn prebenda nobilis vermaakte (Ke. 894). Bovendien had de H. Geest hier 5 s.g.g. rente op (W. 1765 f. 5v.).

landbezit:

* 6 mrt. 1381 met andere kinderen erfg. van zijn vader voor 2½ morgen land te Zoeterwoude (Secr. 1736).

* land te Voorschoten, 28 jan. 1396 verm. in handen van zijn weduwe (Ga. 455 f. 73v.).

rentebezit:

40 s.pay. op 2½ erf aan St. Joostgracht, door zijn weduwe 13 jan. 1394 overgedragen aan St. Catharinagasthuis (Ga. 455 f. 17).

borgstelling:

* 15 aug. 1368 Jan Sevenpont, van Aarlanderveen (Secr. 19 f. 16).

* 9 sep. 1380 Claas Jansz. (Secr. 19 f. 51).

* 14 apr. 1383 Godevaard Jansz. (Secr. 19 f. 60).

familie:

tr. 1e Geyle ; tr. 2e Aagte, dr. van Simon Rondiel, ovl. in of na 1421 (Ga. 440 f. 12; zie Rondiel; W. 429 f. 40 en tafel). Aagte leende de St. Pieterskerk 1399-1400 8 £ g.g. (Ke. 323 (2) f. 14v.) en in 1400-1401 9 £ 6 s. 8 p.g.g. (Ke. 323 (3) f. 19v.). Zij bezat op een huis en erf te Leiden een rente van 5 gouden Eng. nobel (RA. 50 f. 148). Op haar huis en erf te Marendorp bezat de H. Geest 1420 1 £ pay. rente (W. 429 f. 40 en tafel). Zij stichtte 28 mei 1432 het latere St. Aagtenconvent (Klo. 1).

Kinderen:

1. Lijsbet

(Ga. 441 f. 1).

2. Eems

(ibidem)

tr. Jan van Noorde, beiden verm. 28 mei 1432 in de stichtingsbrief van het latere St. Aagtenklooster (Klo. 1).

3. Katrijn

(ibidem).

4. Heer Philips Albarensz.

(ibidem)

ovl. op 1 mei 1431 (Ke. 416 f. 84v.).

functie:

priester, neef van Boudijn van Zwieten, door deze 10 okt. 1421 aangesteld tot kapelaan van zijn vicarie in de St. Pieterskerk (Ke. 322 f. 31).

rentebezit:

* 6 juli 1392 40 s.pay. op een huis en erf te Leiden, 1415 afgeschat (RA. 50 f. 151).

* 3 jan. 1396 1 £ pay. op een huis en erf te Leiden; 1415 afgeschat (RA. 50 f. 148).

5. Willem Rondiel

(Ga. 441 f. 1 en DuO. 2033 f. 13v.); was 26 mrt. 1415 onder de magen van wijlen Willem Hermansz. (GvH. 199 f. 14v.).

6. Albaren

(Ga. 441 f. 1).

?7. Griete

verm. 18 juni 1405 (Ga. 456 p. 64).

IIb. ANDRIES PHILIPSZ.

ovl. 31 juli 1416 (Ke. 416 f. 55).

functie:

1392 homan van het Kerkvierendeel (Secr. 84 f. 271v.).

woonhuis:

aan de Nieuwe Rijn, 1380 had de H. Geest hier 10 s.g.g. rente op (W. 1765 f. 11v.).

landbezit:

6 mrt. 1381 met andere kinderen erfg. van zijn vader voor 2½ morgen land te Zoeterwoude (Secr. 1736).

rentebezit:

21 sep. 1404 10 s.pay. op een huis en erf in de boomgaard, wrsch. na uitgifte; vgl. ook een belending door hem ald. 18 dec. 1390 (Ke. 499 en W. 428 f. 106).

borgstelling:

* 10 okt. 1365 met zijn vader voor Dirk Willemsz., van Burggravenveen (Secr. 19 f. 4v.).

* 23 okt. 1366 Jan Eemsenz., van Nieuwveen (Secr. 19 f. 8v.).

* 8 sep. 1370 Herman Dirk Geyenz.z. (Secr. 19 f. 28v.).

* 30 jan. 1372 Jan van Meerburch (Secr. 19 f. 30).

* 5 aug. 1379 Gerrit, Andries' schoonzn. (Secr. 19 f. 49v.).

* 17 dec. 1393 Jacob Frankenz. (Secr. 19 f. 99).

familie:

was 4 juni 1396 en 3 jan. 1397 onder de magen van vaderszijde van Floris van Rijsoirde (GvH. 199 f. 14v. en 26v.).

Kinderen:

1. Philips Andriesz.

woonhuis:

aan de Hooigracht; verkocht op zijn woonhuis ald. 12 feb. 1412 een rente van 1 £ pay. p.j. aan St. Pancraskapittel, beloofde vrijwaring met Jan Jansz. van der Mersche (Ke. 493 f. 91v.); verm. als bel. aan de Hooigracht 4 feb. 1413 (W. 428 f. 115v.). Zijn huis en erf werden in 1417 verkocht (RA. 50 f. 173v.); daarop waren op dat moment gevestigd: 4 groten met houde (per 24 nov. 1416); 2 nobel licht geld (8 jan. 1406); 25 nobel licht geld (t.g.v. Wermbout Kerstantsz.; 7 nov. 1415); 1 £ pay. (t.g.v. Gerrit die Bruun Jacobsz.; 15 okt. 1414); 5 £ 9 s., 15 leeuwen voor 1 £ gerekend (28 juli 1407); de 'heren' (St. Pancraskapittel?) 4 gouden nobel van de laatste dag.

2. Dochter, tr. Gerrit

werd 5 aug. 1379 Leids poorter met zijn schoonvader als borg (zie hoger).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl