WILLEM PHILIPSZ.

 

Previous PageHome PageNext Page


WILLEM PHILIPSZ.

ovl. tussen 9 mrt. 1399 en 26 aug. 1400 (Secr. 1573, DuO. 78 f. 49), begr. St. Pieterskerk (DuO. 2033 f. 9v.).

functie:

H. Geestmr. 1388-89.

beroep:

verkocht 1398-99 grafstenen (Ga. 334 (5) f. 17), 1397-98 enten t.b.v. de grfl. kooltuin (GvH. 1474 f. 36v.).

woonhuis:

aan St. Pieterskerkstraat, hierop rustte 2 s. en 12 p.g.g. rente (Ke. 203 f. 22v.-23).

huisbezit:

* een huis en erf aan de Papengracht (Ke. 203 f. 23), hierop bezat Lijsbeth, weduwe van Dirk Boudijnsz., 24 dec. 1404 10 s.pay. rente met houde (NH. Kerkvoogdij Afd. C pf. 1, omslag III stuk I, doorstoken brief 6).

* een huis en erf in de Sacsteeg (Ke. 203 f. 23v.).

* een huis en erf met tuin aan het Noordeinde (Ke. 203 f. 22v.).

landbezit:

* 25 mei 1387 een uiterdijk, strekkend van de dijk tot de Rijn, gekocht tegen 35 s.pay. rente met houde van Willem Smeder. Later verm. als Willem Philipsz.'s boomgaard op het Rapenburg; was zelf de noordelijke belender (Ga. 455 f. 51v.), wrsch. met zijn huis en erf aan het Noordeinde met tuin (Ke. 203 f. 22v.).

* een erf in het Noordeinde bij de molen, tegen 1 £ pay. 28 aug. 1402 door zijn weduwe verkocht (Ke. 416 f. 68).

rentebezit:

* 20 s.pay. op een huis en erf in het Noordeinde, 21 mei 1383 verkocht (Ga. 455 f. 54v.).

* 4 sep. 1384 1 £ g.g. op het huis en erf van Alijd Jan heren Hermansz. aan St. Pieterskerkstraat;

* 13 mei 1385 1 £ g.g. op het huis en erf van Jan Dirk die Brunen Sceriaersz. ald. en:

* 7 dec. 1386 1 £ g.g. op een huis en erf ald.; voornoemde 3 renten droegen de erfgenamen van zijn vrouw, d.w.z. zijn zoon Wouter van der Veen en haar zoon Wouter Hermansz.), 20 okt. 1403 over aan St. Catharinagasthuis (Ga. 455 f. 62 en v.).

* 22 s.pay. op een huis en erf aan het Noordeinde (Ke. 203 f. 23v.).

* 10 s.pay. op een huis en erf ald. (ibidem).

* 6½ s.pay. op een huis en erf ald. (ibidem).

* 17 comans groten op een huis en erf op de hoek van de Kerksteeg (ibidem).

* 9 comans groten op een huis en erf aan de Lombardensteeg (ibidem).

* 3 comans groten op een huis en erf ald. (ibidem).

* 4 s. 8 p.pay. op een erf van St. Pieterskerk, verm. 1398-99 (Ke. 322 f. 15).

* 9 feb. 1386 1 £ pay. op een huis en erf in Gerrit Betkijnssteeg, 17 okt. 1402 door zijn weduwe verkocht (Secr. 1423).

* 5 dec. 1391 1 £ pay. op een huis en erf in het Noordeinde en:

* 30 sep. 1392 10 s.pay. op een huis en erf op de hoek van de Crepelsteeg, beide renten droeg zijn weduwe met zijn zoon Wouter 26 aug. 1400 over aan de Duitse Orde (DuO. 1978 f. 48-49, 255v.).

borgstelling:

17 mrt. 1386 Wouter Hermansz. (d.i. zijn stiefzoon) (Secr. 19 f. 73v.).

familie:

tr. Mercelie, ovl. 1403, voor 20 okt., begr. St. Pieterskerk (Ke. 323 (6) f. 15v.; Ga. 455 f. 62v.) (zoon uit haar 1e huwelijk: Wouter Hermansz. Ga. 455 f. 62v.; Ke. 203 f. 22v.; ca. 1390-94 schut, woonde toen in de de Burchstrenc, Blok, Hollandsche stad, I 324 en 326).

zoon:

1. Wouter van der Veen

huisbezit:

* een ½ huis en erf aan St. Pieterskerkstraat.

* een ½ huis en erf aan de Papengracht.

* een ½ huis en erf aan de Sacsteeg.

* een ½ huis en tuin aan het Noordeinde.

(de andere ½ van alles bezat zijn halfbroer Wouter Hermansz.).

rentebezit:

* 22 s.pay. op een huis en erf aan het Noordeinde.

* 10 s.pay. op een huis en erf ald.

* 6½ s.pay. op een huis en erf ald.

* 17 comans groten op een huis en erf op de hoek van de Kerksteeg.

* 9 comans groten op een huis en erf in de Lombardensteeg.

* 3 comans groten op een huis en erf ald.

Hoger genoemd huisbezit en renten, afkomstig van zijn vader, verkocht hij 5 juni 1413 aan St. Pieterskerk (Ke. 203 f. 22v.-23).

familie:

van verwantschap tussen hem en Wouter van den Veen, Leids schepen, blijkt uit de bronnen niets (zie ald.).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl