DAMMAS ZEGERSZ. C.S.

 

Previous PageHome PageNext Page


DAMMAS ZEGERSZ. C.S.

I. ZEGER

Hij zal identiek zijn met Zeger Zeger Jan Godenz.z., die van de graaf 7 dec. 1352 toestemming kreeg om 18 morgen leenland te Alphen ten eigen te verkopen (GvH. 244 f. 17v.); we leiden dit af uit het volgende: een van Zegers zoons heette Jan Gode, Zegers nageslacht was gegoed te Alphen en met het geslacht Codde dat eveneens uit Alphen afkomstig was, bestonden huwelijksbanden. Wrsch. behoorde de familie van Zeger tot hetzelfde geslacht als de familie Gode (zie ald.). Zeger tr. 1e Elisabeth, dr. van Jan Meynsen en Ermgard (Ke. 415 f. 24v.; zie Philips Ermgardenz. c.s.); tr. missch. 2e Stefanie (Ke. 418 f. 55v.), zr. van Alijd, echtg. van Kerstant Codde (Ke. 415 f. 56, zie Codde; zij zou de grootmoeder zijn van Zeger Dammasz., echter, gezien de relatie van Dammas Zegersz. met de familie van Philips Ermegairdenz., moet Elisabeth, Philips' zr., Dammas' moeder zijn geweest; Stefanie zou dan alleen 'stief'grootmoeder kunnen zijn; Stefanie was 23 juli 1365 weduwe van Gerrit Go(e)de, Ke. 604, W. 428 f. 31). Kinderen uit het 1e huwelijk:

1. Philips Zegersz.

ovl. voor 22 aug. 1378 (Ke. 415 f. 57v.).

woonhuis:

een huis en erf aan de Burchsteeg, strekkend tot de Burcht, verkocht Willem Jans Mansz.z. hierop 1 £ g.g. rente (W. 429 f. 55 en tafel).

familie:

tr. Catharina (Bijlkens), dr. van Jacob en Alide en kleindr. van Claas en Lijsbeth (W. 428 f. 98v.-99; Ke. 418 p. 10 en 24); 22 aug. 1378 verklaarde St. Pancraskerk haar 2 £ pay. lijfrente schuldig te zijn en na haar dood 1 £ hiervan aan te wenden voor memoriediensten (Ke. 415 f. 57v.). Zij kocht 15 apr. 1379 20 s.g.g. rente op 4 morgen land te Voorhout, die zij 9 juli 1404 overdroeg aan de H. Geest (W. 428 f. 99); kocht 1413 een rente op een huis en erf aan de Rijn die 30 mei 1419 door haar erfgenamen, Gerrit van Oyen Wermboudsz., Margriet Martijn Willemsz.'s weduwe, Jan Jacob Jansz.z., Gerrit Jacob Jansz.z. en Willem Bort Frankenz., werd overgedragen aan Philips Willem Scickersz.z., haar neef (Ke. 58). Zij ovl. 19 feb. 1418 (Ke. 415 f. 57v.).

2. Dammas Zegersz., volgt II.

3. Heer Jan Gode

ovl. 18 aug. 1369, begr. St. Pancraskerk (Ke. 415 f. 24v.-25).

functie:

kanunnik van St. Pancraskapittel (Ke. 415 f. 24v.-25).

woonhuis:

aan het Steenschuur, afkomstig van Bertelmeeus, cureit van Zoeterwoude; liet hierop 1 £ pay. na voor memoriediensten aan St. Pancraskapittel (Ke. 415 f. 24v.).

huisbezit:

8 nov. 1360 een huis en erf aan St. Pancraskerkhof (DuO. 1978 f. 44).

landbezit:

4½ morgen ½ hond en 4 morgen 1½ hond, 13 gaard land, tussen Rijn en Burmade te Zoeter- en Hazerswoude; 20 dec. 1369 door zijn broer Dammas overgedragen aan Jans prebende (Ke. 493 f. 35v.-36).

stichting:

1366-67 prebende van St. Jan Baptist in St. Pancraskerk (Leverland, 'Kapittel van St. Pancras', 83).

4. Mabelie Zegersdr.

deed met haar zusters Ermgard, Geertruud en Femense 19 mrt. 1370 afstand van haar aanspraken op de goederen afkomstig van haar broer Jan, die haar broer Dammas overdroeg aan diens prebende (Ke. 493 f. 36, vgl. ook Dammas, hierna). tr. Dirk Gerritsz. (Ke. 420 f. 33).

5. Ermgard

zie onder 4. tr. Jan die Brouwer (Ke. 420 f. 33, zie Willem Luutgardenz. c.s.).

6. Geertruud

(zie onder 4)

ovl. voor 23 jan. 1382, wrsch. reeds voor 18 nov. 1377 (W. 428 f. 39v. en 45); Tr. 1e Willem Scickersz. (zie ald.), tr. 2e Ludolf Jansz. (zie Stantvast).

7. Femense;

zie hoger.

tr. Willem Kerstantsz. (Ke. 420 f. 33, zie Codde).

II. DAMMAS ZEGERSZ.

ovl. voor 23 dec. 1390 (Secr. 84 f. 24).

functies:

H. Geestmr. 1381-82, 82-83; schepen 1386-87; burgemr. 1388-89.

woonhuis:

aan de Nieuwe Rijn, wrsch. strekkend tot heer Philips Gerrit Doedenz.'s huis en erf (Secr. 84 f. 24; W. 428 f. 26 en 42, vgl. ook Ke. 404); op zijn huis en erf had heer Philips voornoemd 4 s.g.g. rente (Ke. 322 f. 13v.).

huisbezit:

* een huis en erf aan St. Pancraskerkhof, verhuurd tegen (1390) 9 £ 10 s.pay. p.j. (Secr. 84 f. 24).

landbezit (verm. in zijn nalatenschap):

* 2 morgen land te Koudekerk in de Waard.

* 6 morgen land te Oudshoorn (die Huelcamp en een kamp van 2½ morgen land daarbij, vgl. W. 429 f. 193).

* 14½ morgen land te Zwammerdam.

* 3½ morgen land te Alphen.

* 6½ morgen land ald., 2 morgen ald. en 13½ morgen ald.

* 10 hond land te Zoeterwoude.

rentebezit:

* 30 aug. 1367 40 s.pay. op een huis en erf op het Hogeland, 25 aug. overgedragen aan de H. Geest (W. 428 f. 26).

* 17 mrt. 1372 5 s.g.g. op een huis en erf aan de Hooigracht, 27 jan. 1391 door zijn weduwe voor memoriediensten overgedragen aan de H. Geest (W. 428 f. 69).

borgstelling:

31 mei 1367 Dirk Mattenz., van Koudekerk (Secr. 19 f. 10).

varia:

zegel: gevierendeeld, 1: 2 sleutels, 2 en 3: 3 hermelijnstaartjes, 4: gestreept (W. 940). Deed 20 dec. 1369 en 23 feb. 1370 een overdracht t.b.v. de prebende van zijn broer (Ke. 493 f. 35v.); beloofde met zijn zusters 19 mrt. 1370 renten aan deze prebende over te dragen indien de goederen daarvan te weinig opbrachten (Ke. 493 f. 36). Regelde 11 okt. 1372 met zijn zusters en verwanten de collatie van de vicarie, gesticht door zijn oom heer Wit Jan; de collatie zou allereerst zijn voor Dammas, bij gebrek aan nakomelingen voor het nageslacht van zijn zr. Mabelie (Ke. 420 f. 33).

familie:

tr. 1e Nanne (Kam, 'Memorieboek', 185; tr. 2e Geertruud, dr. van Kerstant Codde, ovl. 2 okt. 1411 (Ke. 416 f. 50v., zie Codde). Zij liet St. Pancraskerk 5 eng. nobel na (Ke. 416 f. 50v.). Kocht 1403-04 een kerkstoel in St. Pieterskerk (Ke. 323 (6) f. 14). Zij deelde 23 dec. 1390 de door haar man nagelaten goederen met hun kinderen; behield daarbij de ½ van de baten en lasten; de kinderen ontvingen bovendien ieder 100 £ pay. (Secr. 84 f. 24). Kinderen (Secr. 84 f. 24):

1. Heer Zeger Dammasz.

ovl. 22 apr. 1417, begr. St. Pancraskerk (Ke. 416 f. 56).

functie:

kanunnik van St. Pancras, bekleedde St. Jan Baptistprebende (Ke. 416 f. 56, 493 f. 92, 3 juli 1413).

landbezit:

* 1 morgen land aan Doedijnslaan te Voorschoten, gemene voor gelegen met land van zijn oom Reiner Kerstantsz. en

* 2 kampen land te Wassenaar, eveneens met deze gemene voor gelegen; 23 sep. 1413 verkocht aan de Duitse Orde (DuO. 1978 f. 61).

* land te Zoeterwoude bij de Rijn, verm. 3 juli 1413 (RANBrab., Arch. v.h. Hollandse Huis bij Geertruidenberg 1 f. 177).

rentebezit:

* 10 £ op land te Alphenrehoorn,

* 4 £ 10 s. op land ald. en

* 3 £ 16 s. 8 p. op land te Sassenheim, alle 20 feb. 1404 gekocht van zijn broer Kerstant (Ke. 938).

schenking:

het gratiejaar van zijn prebende aan St. Pancraskapittel (Ke. 416 f. 56).

2. Kerstant Dammasz.

functie:

schepen 1419-20.

beroep:

bierkoper (1416-20, Ga. 334 (24) f. 23v., (25) f. 26v., (27) f. 25v. en (28) f. 23v.).

woonhuis:

aan de Nieuwe Rijn, de H. Geest had hierop 2 s.g.g.; verm. 1421 (W. 429 f. 3 en tafel).

rentebezit:

* 10 £ op land te Alphenrehoorn,

* 4 £ 10 s. op land ald. en

* 3 £ 16 s. 8 p. op land ald., wrsch. verkregen door huwelijk en 20 feb. 1404 verkocht aan zijn broer heer Zeger (Ke. 938).

borgstelling:

2 jan. 1414 Andries Hugenz. (Secr. 20 f. 47).

familie:

tr. Ermgaard, ovl. 26 juli 1400, zr. van Martijn Gijsbrecht Hobbenz., zij liet St. Pancraskerk 5 £ pay. na (Ke. 418 f. 80v., 416 f. 31, Ke. 938).

3. Gerrit Dammasz.

functie:

schepen 1418-19.

beroep:

bierkoper (1417-20; Ga. 334 (25) f. 26v., (27) f. 25v., (28) f. 23v.).

4. Elisabeth

tr. Hendrik Paedsenz. (zie ald. en RA. 50 f. 103v., GAL, Bibl. 86351 f. 49 en 201); zij erfden van Dammas wrsch. de Huelcamp en een kamp land daarbij (6 en 2½ morgen land; vgl. W. 429 f. 193-194).

5. Alijd.

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl