PAEDS |
PAEDS
Vgl. voor dit geslacht Brand, 'Patronen'.
I. (ROELOF) (JONGHE) PAEDSE JACOBSZ.
ovl. voor 2 apr. 1427 (Hoek, 'Wassenaar', 87).
beroep:
wrsch. korenkoper; beschikte over een (ros)molen waar de mout (d.i. dikwijls gerst) werd gemalen. Mocht tegen betaling van een borgsom deze molen gebruiken in zijn huis te Katwijk m.i.v. 6 jan. 1378, gedurende 6 jaar, volgens overeenkomst met de burggraaf van 25 mrt. 1377 (Hrlh. Arch. Katwijk 251; Eerdbeek-Claassen, 'Het Zant', 116). Verkocht 1372 twee vossen (GvH. 1230 f. 40).
woonplaats: Katwijk (zie varia).
landbezit:
* 9 mrt. 1372:
- 9 morgen land op de Harnas te De Lier,
- ½ van 6 morgen land in de Toog te Valkenburg en:
- ½ van 5 morgen land te Voorschoten, lenen van de burcht, afkomstig van zijn oom Floris van Sonnevelt (Hoek, 'Wassenaar', 87, 129 en 130).
* 2 morgen land op het Grotevelt aan de Kerske te Valkenburg, afkomstig van zijn vader (Hoek, 'Wassenaar', 573).
* 11 mrt. 1372 de woning te Zonnevelt met 22 morgen land, 2 morgen land te Zwaansvoorde met de vogelleg op de zuidelijke Rijn te Valkenburg alsmede de koren- en smaltiende te Schipluiden, gekocht van de graaf; de verkoop ging echter niet door: de akte werd doorgehaald en reeds 19 mrt. 1372 waren Zonnevelt en andere lenen in handen van heer Koenraad, proost van St. Marie te Den Haag (GvH. 226 f. 127v.-128).
* Het grfl. deel van de Heymcamp te Katwijk; verm. als pachter 1380-82 (GvH. 1459 f. 6v.; 1461 f. 9v.).
varia:
werd 5 mei 1372 Leids poorter met 60 £, afkomstig van Katwijk, borg stond Frank Diedwarenz. (Secr. 19 f. 30v.). Beleend met de tiende van Hodenpijl 11 mrt. 1372 door de graaf (GvH. 226 f. 127v.); 9 mrt. 1372 beleend door de burggraaf met ½ tijns van Voorburg, afkomstig van Floris van Sonnevelt (Hoek, 'Wassenaar', 499); 1382 pachter van de Rijn te Katwijk van de grafelijkheid (GvH. 1461 f. 9v., 1462 f. 16v.). Verm. als welgeborene te Katwijk of Valkenburg 1384 (Kort, 'Register Vrijkopingen', 8).
familie:
zoon van Jacob Jan Gisenz.z., neef van de Leidse burggraaf en Agniese Nannendr. van Sonnevelt (Hoek, 'Wassenaar', 87, 129, 499 en 573). tr. Pieternelle? Begr. St. Pieterskerk (Ke. 7 f. 57v.; DuO. 2033 f. 9; wrsch. de 1420 verm. Pieternelle Paedsen, GvH. 1366 f. 4).
kinderen:
functies:
H. Geestmr. 1406-07; schepen 1411-12.
beroep:
drapenier (1407-08; GvH. 1261 f. 73).
rentebezit:
14 okt. 1416 12 p.g.g. op de Huelcamp te Oudshoorn - dit land behoorde wrsch. aan hem en zijn vrouw toe - ; 13 dec. 1420 verkocht (W. 429 f. 193-194, zie Dammas Zegersz. c.s.).
borgstelling:
22 apr. 1403 Gijsbrecht Paedsenz., zijn broer (Secr. 20 f. 13v.).
varia:
werd 15 dec. 1399 Leids poorter, met 60 £ borg stond Pieter Buytewech (Secr. 20 f. 3).
familie:
tr. Lijsbeth, zij kocht 1403-04 een kerkstoel in St. Pieterskerk (Ke. 323 (6) f. 14); dr. van Dammas Zegersz. (zie ald.).
Kinderen (Brand, 'Patronen', genealogie Paedze van Sonnevelt, pag. 1):
a. Jan Hendrik Paedsenz.;
tr. Geertruud Sijbrandsdr. Ruygrok.
b. Gobburg
c. Simon
d. Claas
e. Pieter
f. Ermgard;
tr. Pieter Jansz. Stoop (mededeling Th. van Zijl te Teteringen).
functie:
kerkmr. van St. Pancras 1417-18.
woonhuis:
te Marendorp 21 nov. 1417 (Secr. 1509).
huisbezit:
27 apr. 1410 een huis en erf te Leiden, gekocht voor 20½ Eng. nobel (RA. 50 f. 96v.).
varia:
Leids poorter 22 apr. 1403 met 50 £, borg stond zijn broer Hendrik Paedsenz. (Secr. 20 f. 13v.); zegel: een ankerkruis, hartschild 3 lelies (Ga. 472, 18 okt. 1420).
familie:
was wrsch. verwant met Jan die Bruun (Ke. 416 f. 65, zie Die Bruun IV).
ovl. 25 feb. 1453 (Brand, 'Patronen', genealogie Paedze van Sonnevelt pag. 2).
beroep:
drapenier (vgl. bezit raamstede).
woonhuis:
aan het Rapenburg 1417-18 (Ke. 323 (11) f. 43v.).
landbezit:
* 1417-18 ½ raamstede, waarop een rente voor St. Pieterskerk (Ke. 323 (11) f. 10v. en 19).
* 9 morgen land op de Harnas te De Lier, in leen gehouden van de burggraaf, afkomstig van zijn vader (Hoek, 'Wassenaar', 87).
* 2 morgen land te Valkenburg op het Grotevelt aan de Kerske, afkomstig van zijn vader, Wassenaars leen (Hoek, 'Wassenaar', 573).
* 12 morgen land in de woning te Luttelgheest onder Valkenburg, samen met Willem Aarndsz. gehuurd van de graaf, verm. 1391-92 (GvH. 1469 f. 6v.).
rentebezit:
26 apr. 1416 9½ gouden Eng. nobel schuldbrief, restant 1418 afgeschat (RA. 50 f. 192).
varia:
werd 11 apr. 1415 Leids poorter, met 40 £, borg stond Jacob Merinc Dirksz.; de inschrijving werd later doorgehaald (Secr. 20 f. 51).
familie:
tr. 1e Aleidis van Adrichem (Ke. 416 f. 79v.); tr. 2e Margriet Gerrit Kerkmansdr. (Hoek, 'Wassenaar', 87 en 573); vermoedelijk was zij een dr. van Gerrit Kerckman, schout van Noordwijk 1401-03, en Hazekine Hugendr. (De Moor, 'De testamenten van twee veertiende-eeuwse rentmeesters', 305). Had nageslacht (Brand, 'Patronen', genealogie Paedze van Sonnevelt, pag. 2).
ovl. 1409 (GvH. 1263 f. 65).
beroep:
verkocht 1407-08 ossen (GvH. 1261 f. 57).
familie:
zoon:
a. Paedse Nannenz.;
werd 17 mrt. 1417 Leids poorter met 32 £ en Pieter Buytewech Dirksz. als borg (Secr. 20 f. 55v.).
ovl. 1403-04, begr. St. Pieterskerk (Ke. 323 (6) f. 15v.). tr. Pieter Buytewech Dirksz. (W. 429 f. 144; zie ook GvH. 1263 f. 65).
II. FLORIS PAEDS (VAN SONNEVELT) (JONGHE) (PAEDSENZ.)
ovl. 1448 (Brand, 'Patronen', 72).
functies:
schepen 1401-02, 02-03, 06-07; kerkmr. van St. Pieter 1409, 10-11, 11-12, 12; schout 1412.
beroep:
korenkoper (1406-17; zie hfdst. 3 en Ga. 334 (14) f. 12 en (24) f. 24).
woonhuis:
in het Vleeshuisvierendeel (1399-1400, Rek. Lei., I 79).
landbezit:
* land te Voorschoten bij Ter Wadding, verm. 24 apr. 1404 (Ke. 322 f. 212).
* hield wrsch. reeds voor 1421 een gedeelte van het Pietersveld in erfpacht van de St. Pieterskerk (Brand, 'Patronen', 93).
rentebezit:
* 32 groten op een erf, verm. 1409-10 als verschuldigd door Aagte en Rembrand van Zwieten (Secr. 84 f. 79v.).
* 1 mei 1406 3 £ 16 s. licht geld op een huis en erf te Leiden (RA. 50 f. 60v.).
borgstelling:
17 nov. 1402 Gerrit van Oestgeest (Secr. 20 f. 12v.).
varia:
werd 22 juli 1392 Leids poorter, zonder borg (Secr. 19 f. 91); 1384 verm. als welgeborene te Katwijk of Valkenburg (Kort, 'Register Vrijkopingen', 8). Zegel: een ankerkruis (Ke. 806, 22 apr. 1407).
familie:
tr. 1e Costijn, ovl. 1400-01, begr. St. Pieterskerk (Ke. 323 (3) f. 12). tr. 2e Jan Aagt, dr. van Jacob Vink, ovl. 1461 (Ke. 58, zie Gobburgenz.). Kinderen (Brand, 'Patronen', genealogie Paedze van Sonnevelt, pag. 3):
tr. Margriet Gerrit Jacobsdr. (zie Gerrit Jacob).
zij bezat met haar zr. Gobburg 2 nobel lijfrente t.l.v. de stad, verm. 1412-13 (Secr. 513 f. 21).
bezat een lijfrente (zie hiervoor); tr. Jan Aarndsz. (Ke. 58).
ovl. 1462 (Brand, 'Patronen', genealogie Paedze van Sonnevelt, pag. 3).
tr. Simon Frederik Dirk Nuweveensz. (ibidem; zie Nuweveen, Dirk Renger c.s.).
Auteur | Fred van Kan |
Publicatie | Het Leidse Patriciaat |
Home | www.oudleiden.nl |