OEM

 

Previous PageHome PageNext Page


OEM

De stamvader van dit geslacht, Jan Oem, was een bastaard van heer Dirk (II) van Wassenaer (vgl. over deze: Obreen, Gesch. Wassenaar, 11-16); dit blijkt uit het zegel van zijn zoon en het feit dat hij voorkomt als oom van Dirk (III) van Wassenaer, burggraaf van Leiden (o.m. 9 feb. 1358 en 16 feb. 1362, Hoek, 'Wassenaar', 495 en 599); ook diens vader Philips van Wassenaer noemde hem 28 feb. 1343 oom (Obreen, Gesch. Wassenaar, 19-20; Huisarch. Twickel, Reg. AA f. 22 en v.). Bovendien komt Jan Jan Oemenz. voor als neef van Philips Aarndsz. van den Damme (12 mrt. 1372, Ke. 798). Dat Jan Oem een aangetrouwde oom zou zijn van Dirk van Wassenaer en broer van Gillis Oem, heer van Barendrecht, is alleen al op grond van zijn zegel onmogelijk (vgl. over deze afstamming ook Beelaerts van Blokland, 'Iets over Wassenaar van Damme', 51-53).

I. JAN OEM

ovl. tussen 16 feb. 1362 en 27 aug. 1369 (Hoek, 'Wassenaar', 599, en zijn zoon als zijn leenvolger, zie hierna).

huisbezit:

24 mrt. 1338 ½ van een huis onder Voorschoten, oostelijk van het wanthuis, gekocht van de graaf (GvH. 218 f. 23v.). Hij droeg dit ½ huis op aan de burggraaf en werd er 16 feb. 1362 mee beleend; het gehele huis was op dat moment in zijn handen (Hoek, 'Wassenaar', 599, Huisarch. Twickel, Reg. AA f. 30).

landbezit:

* 16 feb. 1362 voornoemde woning met huis, 7½ morgen land te Voorschoten, alsmede 11 en 2½ morgen land te Zoeterwoude, in leen gehouden van de burggraaf, zeker voor het huis na opdracht uit eigen (Hoek, 'Wassenaar', 599).

* 5 morgen 10 gaard land te Zoeterwoude aan de Heerweg naar Ter Wadding, verm. 1326-30 (Ke. 493 f. 87v.).

rentebezit:

19 feb. 1358 7 £ g.g. uit de geesttiende van Voorburg; droeg 3 £ hiervan 10 juli 1358 op t.b.v. zijn zoon Jan (Hoek, 'Wassenaar', 495).

familie:

tr. Geertruid, verm. 16 feb. 1362 (ibidem, 599), gezien de naam van hun zoon Simon wellicht uit het geslacht Gael.

kinderen:

1. Philips Jan Oemenz., volgt II.

2. Simon (Gale) Jan Oemenz.

verm. 16 feb. 1362; verkocht 24 feb. 1366 1 £ g.g. op 6 morgen land in Zoeterwoude (Hoek, 'Wassenaar', 599; W. 3 f. 112).

3. Jan

(Hoek, 'Wassenaar', 599); ovl. na of in 1405 (GvH. 1313 f. 4). Was 16 okt. 1372 voogd voor Pieter en Liddeld, kinderen van zijn broer Philips (Ke. 415 f. 25v.).

4. Sophie

tr. Jan Jacobsz. (zie Paeds en Hoek, 'Wassenaar', 87 en 129).

5. Heer Wouter Jan Oemenz.

verm. 5 feb. 1367 (Huisarch. Duivenv. 548).

II. PHILIPS JAN OEMENZ.

ovl. 27 aug. 1369, begr. St. Pancraskerk (Ke. 415 f. 25v.).

functie:

schepen 1347-48, 48-49, 49-50, 54-55, 55-56, 56-57, 57-58, 63-64.

woonhuis:

aan Hogelandskerkgracht, achter belendend aan de Burchgracht, liet hierop 10 s.pay. na aan St. Pancraskerk voor memoriediensten (Ke. 415 f. 25v., 493 f. 17). Heer Volprecht van den Woude bezat op dit huis 5 s. g.g. met houde die hij 25 apr. 1371 aan zijn prebende vermaakte (Ke. 493 f. 17). Dit huis was afkomstig van Liddeld, zr. van mr. Philips van Leyden (Ke. 896, zie Pieter Gobburgenz. c.s.).

landbezit:

* 4 morgen 1½ hond en ¼ van een kamp land te Voorschoten en Zoeterwoude, in leen gehouden van de burggraaf, afkomstig van zijn vader (Hoek, 'Wassenaar', 599).

* 8½ hond, 36 gaard, 9 voet land te Zoeterwoude (vgl. het land van zijn kinderen).

rentebezit:

10 juli 1358 3 £ g.g. uit de geesttiende van Voorburg, in leen gehouden van de burggraaf; later wrsch. ook met de overige 4 £ g.g. beleend (Hoek, 'Wassenaar', 495).

varia:

zegel: 3 wassenaars met schuinbalk van rechtsboven naar linksonder (Ke. 666, 14 jan. 1348).

familie:

tr. Katrine, ovl. voor 16 okt. 1372 (Ke. 415 f. 25v.). Zij was hoogstwrsch. een dr. van Gerrit Jansz. en Gobburg, zr. van mr. Philips van Leyden (zie Pieter Gobburgenz. jr. c.s.).

kinderen:

1. Pieter Philips Jan Oemenz.

huisbezit:

aan Hogelandskerkgracht, afkomstig van zijn ouders, samen met zijn zr. Liddeld bezeten en omstreeks 31 okt. 1376 verkocht: toen beloofden Pieter en zijn zr. vrijwaring met Jan Jan Oemenz. en Pieter Gobburgenz. en alle lasten van dit huis en erf af te nemen m.u.v. 5 en 10 s.pay. rente (Ke. 523). Verm. als belender aan een huis van de broeders van Lopsen buiten de Rijnsburger poorthuis in de nieuwe Leidse vrijheid 10 jan. 1409 (Klo. 148).

landbezit:

* ½ van 8½ hond, 36 gaard 9 voet land te Zoeterwoude, gemene voor met de andere ½ van zijn zr. Liddeld gelegen, verm. 30 juni 1379 (Ke. 908).

* wrsch. ook 4 morgen 1½ hond en ¼ van een kamp land te Voorschoten, Wassenaars leen, afkomstig van zijn vader (Hoek, 'Wassenaar', 599).

rentebezit:

wrsch. 7 £ g.g. uit de geesttiende van Voorburg, Wassenaars leen, afkomstig van zijn vader (Hoek, 'Wassenaar', 599).

varia:

Leids poorter sinds 11 okt. 1376, toegelaten omwille van mr. Philips van Leyden (Secr. 19 f. 43); 1399 verm. als welgeborene te Valkenburg of Katwijk die zijn krijgsdienst afkocht (GvH. 1368 f. 9v.).

familie:

tr. Bartraad (NH. Kerkvoogdij 2032 f. 2v.); zij hadden nageslacht.

2. Liddeld

bezat samen met haar broer een huis (zie hoger). tr. Willem Jacobsz.; hij verkocht 30 juni 1379 mr. Philips van Leyden ½ van 8½ hond 36 gaarden 9 voet land te Zoeterwoude, gemene voor met land van zijn zwager Pieter voornoemd gelegen en verworven bij zijn huwelijk (Ke. 908).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl