GOZEWIJN CLAAS(Z.)(HILLENZ.Z.)

 

Previous PageHome PageNext Page


GOZEWIJN CLAAS(Z.)(HILLENZ.Z.)

functies:

schepen 1387-88, 90-91, 91-92; burgemr. 1402-03, 12-13; gasthuismr. 1389-90, 90, 92-93, 93-94; H. Geestmr. 1394-95; kerkmr. van St. Pieter 1398-99, 11 nov. 1401-02, 02, 07-08, 08-09 (tot 25 juli; werd hij vervolgens schepen?), 09-10.

beroep:

houtkoper (1394-1404; Ga. 334 (2) f. 13v., 334 (5) f. 15v., 334 (6) f. 17, 334 (8) f. 20, Ga. 444 f. 11, GvH. 1470 f. 66v.-67, 1471 f. 65v., 1472 f. 58v.). Had de beschikking over een bark, verm. 1408 (Rek. Lei., I 208).

woonhuis:

aan de Nieuwe Rijn bij de Wanthuisbrug (naar hem Goeswijn Claesz.brug genoemd) (Hamaker, Keurboeken, 51 en 303; Van Oerle, Leiden, I 321).

huisbezit:

1394-95 een huis en erf, met voorhuur voor St. Catharinagasthuis, gekocht van Bertelmeeus van Zwieten (Ga. 334 (2) f. 8v.).

landbezit:

* 1401-02 een uiterdijk (met daarop een rente voor St. Pieterskerk (Ke. 323 (4) f. 12v.).

* 1402-03 een uiterdijk buiten Zijlpoorthuis, waarop een rente voor St. Pieterskerk (Ke. 323 (5) f. 17v.).

* 6 percelen land te Esselikerwoude en Oudshoorn, verkocht 29 feb. 1416 samen met Wermboud Marksz., Jacob Marksz. en Jan Claas Hendriksz.z. met wie hij het bezat (Secr. 1647).

* 1412-13 een erf in St. Pietershoeve, tussen Molengracht en Nieuwe Vollersgracht, 1413-14 in andere handen (Ke. 323 (9) f. 10 en 323 (10) f. 9v.).

varia:

zegel: de Leidse sleutels met een ster in het schildhoofd (Ke. 900, 20 feb. 1392); pachter van de Leidse wijnaccijns 1419 (Rek. Lei., I 323).

familie:

zoon van Claas Hillenz. en Geertruud. Zijn broer was Allard, geh. m. Clare (Ke. 7 f. 59). Tr. 1e Jutte (Ke. 7 f. 10; Ga. 440 f. 13v.); tr. 2e Katrijn; zij kocht evenals haar man 1403-04 een kerkstoel in St. Pieterskerk (Ke. 323 (6) f. 14v.).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl