GODEVAART SIMONSZ.

 

Previous PageHome PageNext Page


GODEVAART SIMONSZ.

functie:

schepen 1346-47, 49-50.

beroep:

leverde 1344-45 varkens (Hamaker, Rek. Holl., II 165).

landbezit:

* land, in leen gehouden van de hofstad Rodenburg, verm. 14 mrt. 1346 (Klo. 1576).

* 2 morgen land te Zoeterwoude, grfl. leen, verm. 1346 (Muller, 'Het Oude Register', 236, vgl. GvH. 707 f. 3).

varia:

zegel: een haas of vogel (Klo. 1576, 13 mrt. 1346). Pachtte 1350 de tiende van Stompwijk, afkomstig van heer Jan uter Wike (GvH. 1439 f. 11).

familie:

tr. Duve (Ke. 7 f. 15). Hij is missch. verwant van Godevaard Willemsz. van Zouterwouden, verm. o.m. 1 apr. 1296 (Van den Bergh, Oorkondenboek, II 936).

kinderen:

1. Simon Godevaardsz.

woonhuis:

aan de Weversteeg, belendend aan de Vollersgracht; hierop vestigde hij 14 mrt. 1361 20 s.g.g. rente (W. 429 f. 185).

landbezit:

7 okt. 1352 ca. 2 morgen land te Zoeterwoude (GvH. 707 f. 3); 1367 belening van Michiel van der Heyde (GvH. 226 f. 112, GvH. 740 I klein katern f. 7v.).

2. Diedwaar Godevaard Simonsz.dr.

verm. 28 aug. 1370 (RA. 2a f. 1v.).

Verwant van Godevaard Simonsz. (missch. zijn oom) was:

CLAAS GODEVAARDSZ.

woonhuis:

te Zoeterwoude, vgl. landbezit.

huisbezit:

zie bij zijn zoon Godevaard.

landbezit:

* een erf bij een huis aan St. Pieterskerkhof, hem aanbestorven van zijn schoonmoeder, droeg dit 11 mei 1335 over aan heer Jan Philipsz. (Ke. 407 f. 2v., vgl. ook W. 428 f. 9v.).

* 1346 2 morgen land te Zoeterwoude (het Rosenland), grfl. leen (Muller, 'Het Oude Register', 236, GvH. 707 f. 10).

* 13 morgen 2 hond land met daarop zijn woonhuis, geërfd van heer Jan Philipsz., verm. 28 okt. 1351 (Ke. 1007).

varia:

20 sep. 1339 verklaarde hij heer Jan Philipsz. 120 £ g.g. schuldig te zijn van geleend geld, waarvan de termijn was verlopen (Ke. 1004; zie ald.). Diezelfde dag deed hij t.g.v. deze afstand van alles wat zij zouden erven (Ke. 1005). 1 juni 1349 deed hij met zijn echtgenote hetzelfde t.a.v. wat zij zouden erven van hun zoon Godevaard (Ke. 1006). 28 okt. 1351 stond hij met zijn vrouw aan hun zwager Frank Frankenz. alles af wat zij van wijlen heer Jan Philipsz. hadden geërfd (Ke. 1007).

familie:

tr. Ermgard Philipsdr., zr. van heer Jan Philipsz. (zie ald.); ovl. na 28 okt. 1351 (Ke. 1005, 1006, 1007).

kinderen:

1. Godevaard Claasz.

woonhuis:

een huis en erf aan St. Pieterskerkhof, afkomstig van zijn oom heer Jan Philipsz. (zie ald.), gelegen tussen de Commanderij en heer Gerrit Hoogstraats huis en erf, verkocht aan de laatste 12 feb. 1361; erop waren gevestigd: 2 p.g.g. met houde t.b.v. heer Jan van der Burch, 6 s.g.g. t.b.v. St. Pieterskerk en 20 s.g.g. t.b.v. de begijnen (Ke. 645).

huisbezit:

* een huis en erf aan de Weversteeg, op de hoek van de Vollersgracht, vestigde 16 feb. 1366 1 £ pay. rente hierop en op zijn huis en erf ernaast, t.b.v. Dirk Poes Frankenz. Het eerste huis was in 1380 in andere handen (W. 429 f. 27 en tafel; W. 1765 f. 8v.; W. 428 f. 30v.).

* een huis en erf aan St. Pieterskerkstraat, hierop had de H. Geest 40 s.g.g. rente in 1380, het behoorde toen aan Herman Bruun toe (W. 1765 f. 9, vgl. GvH. 67 f. 2; Ke. 203 f. 22v.).

landbezit:

* 5 mei 1354 2 morgen land te Zoeterwoude (het Rosenland), grfl. leen, afkomstig van zijn vader (GvH. 707 f. 10).

* land in de omgeving van de proostdij van Mijdrecht, Utrecht, gepacht van de graaf, 1375-1385 verm. (GvH. 1456 f. 5v. en volgende rek., 1464 f. 10).

varia:

een der pachters van de vroonvisserij tussen Leiden en Haarlem 1357 (GvH. 1444 f. 5, 1445 f. 3v.); pachter van de tiende van Vriesekoop 1353 en 1363, van de tiende van Waddinxveen 1375 en 1376 (GvH. 1442 f. 25, 1450 f. 7, 1456 f. 4, 1457 f. 5).

2. Alide

(Ke. 407 f. VIa);
tr. Frank Frankenz. Hij deed 14 aug. 1345 afstand t.g.v. heer Jan Philipsz. van al het goed waar hij door zijn huwelijk recht op had (Ke. 407 f. VIa; zie hoger); een broer van Claas en Alide was wellicht:

Bruin Godevaardsz.; pachtte 1333 de tiende van Zoeterwoude, bij de betaling in 1334 stonden Simon Godevaardsz. en Martijn Frankenz. borg (Hamaker, Rek. Holl., I 165). Gerrit Bruynsz. was missch. zijn zoon (verm. 1346-2 feb. 1369; vgl. Muller, 'Het Oude Register', 236, GvH. 226 f. 98v. en Hoek, 'Wassenaar', 632).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl