Regenten Weeshuis Leiden
Wijckerheld Bisdom

 

Wijckerheld Bisdom:Personalia
<bron
1&gt
             
1   Mr. Dirck Rudolph Wijckerheld Bisdom, echtgenoot van Digna Wendilia Meyners, regentes van 1804-1814  
2   geb. Delft 27.6. 1740, ged. Delft Nieuwe kerk 30.6.1740  
3   overl. L. 3.4.1814  
4   ingeschreven als student 31-7-1759, 19 jaar; 16-8-1796, 56 jaar, J.dr.  
5   woonde op het Steenschuur en in de Breestraat  
6   schepen van den Hove en Hoge Vierschaar van Schiedam 1762  
7   secr. van Rotterdam 1766  
8   2e equipagem. bij de adm. op de Maas 1780  
9   raad en adv.-fiscaal bij de adm. op de Maas 1780-1785  
10   raad en thesaurier-generaal der Unie 1785-1787  
11   raadsheer in de Hoge Raad 1788  
12   ouderling der Nederduitse gereformeerde gemeente 1797-1799  
13   hoofdschout van Leiden 1801-1806  
14   promotor academiae [uit hoofde van zijn schout-ambt tevens ordebewaarder aan de universiteit t.b.v. studenten] 1801  
15   lid van de commissie tot het ontwerpen van de inrichting van het gemeente-bestuur 1802  
16   zitting stadsbestuur 1802  
17   poorter van Leiden 4-4-1803  
18   hoofdofficier van Leiden 1803-1806  
19   burgemeester van Leiden 1808  
20   curator van de universiteit 1808-1810  
21   ridder der koninklijke orde van de unie van Holland 1809  
22   lid van de plaatselijke schoolcommissie tot 1808  
23   lid van de vergadering van notabelen 1814  
24   18 jaar lid van het leesgezelschap 'Miscens Utile Dulci'  
25   lid van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden 1805-1814  
26   lid van de Academie ter bevordering der Schilder-Teken-Beeldhouw en Graveerkunsten, onder de zinspreuk 'Ars Aemila Natura' 1809  
27   beschermheer van het genootschap der beschouwende en werkdaadige Wis-, Bouw-, Natuur-, Reken- en Tekenkunde onder de zinspreuk 'Mathesis Scientiarum Genitrix' 1809  
28   lid van het Leydsche Departement der Nederlandsche Huishoudelijke Maatschappij 1806-[1814] overleden  
29   lid van de Sociëteit Amicitia 1809  
30   zoon van Jan Bisdom en Anna Maria Zeegers  
31   x Rotterdam 13.9.1774 Digna Wendilia Meyners, geb. Rotterdam 28.2.1747, overl. L. 10.4.1814, dochter van mr. Gerard Francois Meyners en Margaretha Catharina Sleght  
32   a. Elisabeth Adriana
geb. Rotterdam
 
33   b. Margaretha Catharina
geb. ? 1777
 
34   c. Gerard Dani  
35   d. Nicolaas Gerard  
36   e. Karel Jan Jacob
geb. Rotterdam 2.1.1782
ged. Rotterdam 6.1.1782
 
37   f. Samuel Dirk
geb. Den Haag 23.8.1786
ged. Den Haag Kloosterkerk 1.9.1786
 
             
 

 

Wijckerheld Bisdom: Notitie 1
<pers
2>
             
1   Mr. Dirck Rudolph Wijckerheld Bisdom huurde van 1796 tot mei 1799 een huis op het Steenschuur, dat hij met zijn vrouw, zes kinderen en vier dienstboden bewoonde. Eigenaar: Van Boetselaar.  
             
   
ELO, Bevolkingsregister 1796-1804, inv.nr. 1912, buurt 22, nr. 22
 
 

 

Wijckerheld Bisdom: Notitie 2
<1
3>
             
1   Mr. Dirck Rudolph Wijckerheld Bisdom huurde vanaf mei 1799 een huis in de Breestraat, dat hij met zijn vrouw, zes kinderen (waarvan in de periode 1799-1804 Gerard Dani was gestorven en een dochter was getrouwd) en vijf dienstboden bewoonde. Eigenaar: N. van Alphen.  
             
   
ELO, Bevolkingsregister 1796-1804, inv.nr. 1898, buurt 7, nr. 4
 
 

 

Wijckerheld Bisdom: Notitie 3
<2
4>
             
1   Mevrouw Bisdom verzocht in de vergadering van 22-6-1808 permissie om Betje Sollie (die per 1-5-1810 het weeshuis zou verlaten) enige dagen tot assistentie ener zieke meid buiten te mogen houden. Dit wordt toegestaan.  
             
   
ELO, HGW, inv.nr. 200, verg. 22-6-1808, art. 5
 
 

 

Wijckerheld Bisdom: Notitie 4
<3
5>
             
1   Betje Sollie verliet per 1-5-1810 met hele uitzet het weeshuis.                                                              
             
   
ELO, HGW, inv.nr. 200, verg. 3-5-1810, art. 1
 
 

 

Wijckerheld Bisdom: Notitie 5
<4
6>
             
1   De kamer van vrouwe regentessen onderging heden opnieuw een treffend verlies door het onverwachts overlijden van vrouwe D.W. Wijckerheld-Bisdom, geboren Meiners, die om hare bekwaamheid en hoedanigheden in genote achting was en welker verlies zeer betreurd wordt door vrouwe mede-regentessen en alle welke in enige betrekking staan tot dit godshuis.  
             
   
ELO, HGW, inv.nr. 201, verg. 13-4-1814, art. 7
 
 

 

Wijckerheld Bisdom: Notitie 6
<5
7>
             
1   Request door mr. D.R. Wijckerheld Bisdom, op den 27e Juni 1799 aan het Vertegenwoordigend Lighaam des Bataafschen Volks gepresenteerd, Om Verklaring, dat de betaling van deszelfs Tractement van fl. 4000., ingevolge en overeenkomstig haar Hoog-Mogende Resolutie van 21 Februarij 1785, op de gewone wijze zal worden gecontinueerd.  
             
   
ELO, Bibli. Leiden en omgeving, Wijckerheld Bisdom, D.R., 7000/1, pf
 
 

 

Wijckerheld Bisdom: Notitie 7
<6
8>
             
1   Vanaf 1801 werden nepotisme en een invloedrijke familie opnieuw belangrijk. Verwantschapsrelaties en kongsies waren in alle grote Hollandse steden aan de orde van de dag. Leiden, de stad waar de patriotse zaak misschien wel de meeste aanhang had gehad, was wat kieskeuriger, maar uiteindelijk kwamen de veranderingen in de Raad toch neer op een omkering van 1795. In 1802 kregen orangisten weer zitting in het stadsbestuur, samen met meer extreme figuren als de patrici Wijckerheld Bisdom.  
             
   
S. Schama, Patriotten en Bevrijders. Revolutie in de Noordelijke Nederlanden, 1780/1813. (Amsterdam 1989) 497-498
 
 

 

Wijckerheld Bisdom: Notitie 8
<7
9>
             
1   Aan den Raad der Gemeente Leiden.  
2   Vertoont mr. D.R. Wijckerheld Bisdom dat hij op den 18 september 1801 door het uitvoerend bewind der Bataafse Republiek zijnde aangesteld tot hoofdschout dezer stad ........ en dat hij is geinformeerd, dat aan zijn voorganger mr. J.B. van Meurs .... bij een resolutie van den 1 september 1797 was toegelegd een som van vier honderd gulden in het jaar om te strekken tot dedommagement [schadeloosstelling] voor en in de plaatst van zekere emolumenten, dewelke door de vorige hoofdschouten in der tijd in bijzondere betrekkingen zijn genoten.  
3   Weshalven hij zich keert tot uwlieden met verzoek, dat het ulieder goede gelief te zij aan hem vertoonder te doen genieten of alle de profijten en vervallen tot voorn. hoofdschoutplaats staande en behorende voorzoverre die niet zijn strijdende met de publicatie der Provisionele Representanten van het volk van Holland van 31-1-1795 of andersinds enen gelijke som van vier honderd gulden in het jaar als tot dedommagement daarvoor aan gemelde mr. J.B. van Meurs bij de hiervoor gemelde resolutie van 1 september 1797 zijn toegelegd en zulks sedert hij in de maand september 1801 in funktie is getreden en gedurende de tijd dat hij de voorn. post nog verder zoude mogen bekleden en daarvan te verlenen acte in forma.  
4   De Municipaliteit van Leiden heeft bij dezen aan den suppliant tot een dedommagement voor alle de profijten en voordelen behorens aan het hoofdschout-ambt geaccrocheerd geweest, toegelegd jaarlijks een som van vier honderd gulden, te rekenen van den 18 september 1801, tijde dat de suppliant in zijn funktie als hoofschout is getreden en gedurende den tijd dat hij suppliant den voorn. post verder zal bekleden en waarnemen. Actum den 23 april 1802.  
             
   
ELO, SA II, inv.nr. 603, f. 438-440
 
 

 

Wijckerheld Bisdom: Notitie 9
<8
10>
             
1   Resoluties van curatoren d.d. 5-6-1802.  
2   Curatoren hebben aan den promotor mr. Dirk Rudolph Wijckerheld Bisdom tot een blijk van genoegen en erkentenis van deszelfs bijzondere goede diensten in het hertsel van de orde en rust aan deze universiteit, verleend het gebruik der boeken van de Publieke Bibliotheek, en zulks op gelijken voet als de professoren daarvan gauderen.  
             
   
P.C. Molhuysen, Bronnen tot de geschiedenis der Leidsche universiteit. dl. VII. ('s-Gravenhage 1924) 206
 
 

 

Wijckerheld Bisdom: Notitie 10
<9
11>
             
1   De burger D.R. Wijckerheld Bisdom was in 1802 lid van de commissie tot het ontwerpen van den inrichting van het gemeente bestuur, volgens aanschrijving van het departementaal bestuur van Holland van den 5de augustus 1802.  
             
   
ELO, SA II, inv.nr. 637, verg. van het comité van algemeen belang d.d. 7-10-1802
 
 

 

Wijckerheld Bisdom: Notitie 11
<10
12>
             
1   De door het Departementaal Bestuur na voordracht van de stadsregering ingestelde commissie tot het ontwerpen van een nieuwe regeling van het gemeentebestuur zag haar onder leiding van de zeer gematigde hoofdschout Wyckerheld Bisdom samengesteld ontwerp, dat van 16 tot 32 oktober 1802 ter visie was gelegd voor ieder stemgerechtigde, zonder een stem tegen goedgekeurd.  
             
   
P.J. Blok, Geschiedenis eener Hollandsche stad. Eene Hollandsche stad in den nieuweren tijd. ('s Gravenhage 1918) dl. IV, 69-70
 
 

 

Wijckerheld Bisdom: Notitie 12
<11
13>
             
1   Bij de Kamer van Wethouderen zijn geadmitteerd tot het Poorterschap en als zodanigen beëdigd enigervolge het 57 artikel van het Reglement van het Gemeente-Bestuur.  
2   Mr. Rudolph Wijckerheld Bisdom is beëdigd op 4 april 1803.  
             
   
ELO, SA II, inv.nr. 638, notulen H:Hren. wethouderen der stad Leyden, afdeling buitendispositie; ELO, Klapper op het Poorterboek, 4-4-1803, f. 72
 
 

 

Wijckerheld Bisdom: Notitie 13
<12
14>
             
1   Wethouders gelezen hebbende het extract-besluit van het Departementaal Bestuur van Holland in dato 17-5-1803 bij de Raad ingekomen den 20ste dezer inhoudende de electie en aanstelling van mr. Dirk Rudoloh Wijckerheld Bisdom tot hoofd-officier van deze stad voor de tijd van 3 jaar.  
2   Op 27 mei 1803 heeft voornoemd persoon de eed afgelegd als hoofdofficier en hoofd-schout dezer stad.  
             
   
ELO, SA II, inv.nr. 638, notulen H:Hren. wethouderen der stad Leyden, d.d. 26-5-1803 en 27-5-1803
 
 

 

Wijckerheld Bisdom: Notitie 14
<13
15>
             
1   De hoofdschout of hoofdofficier werd weder de leider der 8 'schepenen', die op nominatie in dubbeltal van de Raad door het Departementaal Bestuur werd aangewezen. De hoofdofficier werd voor drie jaar benoemd. In 1803 werd Wyckerheld Bisdom voor 3 jaar tot hoofdofficier benoemd.  
             
   
P.J. Blok, Geschiedenis eener Hollandsche stad. Eene Hollandsche stad in den nieuweren tijd. ('s Gravenhage 1918) dl. IV, 73
 
 

 

Wijckerheld Bisdom: Notitie 15
<14
16>
             
1   Lofdicht op Wijckerheld Bisdom als hoofdofficier van Leiden d.d. 7-12-1803.  
2   .....................  
3   Hoe schoon zyt ge in dit doel, dit treffend doel geslaagen
Daar elk uw naam en lof op dankbre lippen draagt
En Raad en Regtzaal beide om strijd uw dienst waardeeren
Ja Bisdom dag aan dag getuigt ons uw beleid
Uw doorzigt, moed en zorg en nutte waakzaamheid
En doet ons by dit al u ook als mensch waardeeren.
 
             
   
ELO, Bibli. Leiden en omgeving, inv.nr. 7000/3 pf, Wijckerheld Bisdom, D.R.                       
 
 

 

Wijckerheld Bisdom: Notitie 16
<15
17>
             
1   Op 4-2-1808 is mr. Dirk Rudolph Wijckerheld Bisdom burgemeester van Leiden.  
             
   
ELO, SA II, inv.nr. 645, f. 1
 
 

 

Wijckerheld Bisdom: Notitie 17
<16
18>
             
1   Op 25-2-1808 trad mr. Dirk Rudolph Wijckerheld Bisdom af als lid van de plaatselijke schoolcommissie.  
             
   
ELO, SA II, inv.nr. 645, f. 57v
 
 

 

Wijckerheld Bisdom: Notitie 18
<17
19>
             
1   In 1809 is mr. Dirk Rudolph Wijckerheld Bisdom burgemeester van Leiden, curator van de universiteit, lid van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, lid van de Academie ter bevordering der Schilder-,Teken-, Beeldhouw- en Graveerkunsten, opgericht en hersteld te Leiden anno 1799 onder de zinspreuk Ars Aemila Natura en beschermheer van het genootschap der beschouwende en werkdaadige Wis-, Bouw-, Natuur-, Reken- en Tekenkunde onder de zinspreuk Mathesis Scientiarum Genitrix te Leiden.  
             
   
ELO, SA II, inv.nr. 649, bijlage 8**
 
 

 

Wijckerheld Bisdom: Notitie 19
<18
20>
             
1   In 1809 staat mr. Dirk Rudolph Wijckerheld Bisdom vermeld als mr. D.R. Wijckerheld Bisdom, ridder der Koninklijke orde van de Unie van Holland.  
             
   
ELO, SA II, inv.nr. 649, bijlage 8**
 
 

 

Wijckerheld Bisdom: Notitie 20
<19
21>
             
1   Zie de afbeelding portret mr. Dirk Rudolph Wijckerheld Bisdom en zijn echtgenote Digna Wendilia Meyners door C.H. Hodges (pastels 26 x 21)  
             
   
W.A. Gevers Deynoot, 'Verduistering van staat?' in: De Navorscher. Nederlands archief voor Genealogie en Heraldiek. Heemkunde en geschiedenis, 97 (1958) 4-5
 
 

 

Wijckerheld Bisdom: Notitie 21
<20
22>
             
1   Behalve van de door mij genoemde portretten, ben ik nog in het bezit van drie bij elkaar behorende portretten van dames van verschillende leeftijd respectievelijk door P.F. de la Croix in 1767, 1774 en 1782 met pastel getekend. Op het portret van de oudste dame staat geschreven: "van M. Bisdom", terwijl het portret van de jongste dame, na vergelijking met andere portretten, vrijwel zeker gezegd kan worden een jeugdportret op vijfjarige leeftijd te zijn van deze M. Bisdom, dochter van het echtpaar Wijckerheld Bisdom-Meyners.  
             
   
W.A. Gevers Deynoot, 'Verduistering van staat?' in: De Navorscher. Nederlands archief voor Genealogie en Heraldiek. Heemkunde en geschiedenis, 97 (1958) 6
 
 

 

Wijckerheld Bisdom: Notitie 22
<21
bron>
             
1   Behalve de reeds genoemde Margaretha Catharina had het echtpaar Wijckerheld Bisdom-Meyners nog vijf andere kinderen, van wie de jongste Samuel Dirk Wijckerheld Bisdom was, geboren in Den Haag 23.8.1786.  
             
   
W.A. Gevers Deynoot, 'Verduistering van staat?' in: De Navorscher. Nederlands archief voor Genealogie en Heraldiek. Heemkunde en geschiedenis, 97 (1958) 7
 
 

 

Wijckerheld Bisdom: Bronnen
             
1   ELO, Doop-, Trouw- en Begraafregisters.
2   ELO, Klapper op het Poorterboek, 4-4-1803, f. 72.
3   ELO, Liste Civique de la commune de Leide 1811, nr. 1151.
4   ELO, Bevolkingsregister 1796-1804, inv.nr. 1912, buurt 22, nr. 22.
5   ELO, Bevolkingsregister 1796-1804, inv.nr. 1898, buurt 7, nr. 4.
6   ELO, Album Studiosorum f. 1064 en 1186.
7   ELO, Herenboekjes.
8   ELO, SA II, inv.nr. 603, f. 438-440.
9   ELO, SA II, inv.nr. 637, 7-10-1802.
10   ELO, SA II, inv.nr. 638, 26/27-5-1803.
11   ELO, SA II, inv.nr. 645, f. 1, 57v.
12   ELO, SA II, inv.nr. 649, bijlage 8**
13   ELO, Bibli. Leiden en omgeving, inv.nr. 7000/3 pf, Wijckerheld Bisdom, D.R.
14   ELO, HGW, inv.nr. 200, verg. 22-6-1808, art. 5.
15   ELO, HGW, inv.nr. 200, verg. 3-5-1810, art. 1.
16   ELO, HGW, inv.nr. 201, verg. 13-4-1814, art. 7.
17   ELO, Nederlandsche Maatschappij ter bevordering van Nijverheid, inv.nr. 8.
18   ELO, Nederlands Patriciaat 4 (1913) 39, 44.
19   P.C. Molhuysen, Bronnen tot de geschiedenis der Leidsche universiteit, dl. VII ('s-Gravenhage 1924) 167, 197, 199, 200, 206, 341, 344, 347, 369.
20   UB Leiden (Douzakamer), Archief Maatschappy der Nederlandsche Letterkunde te Leyden, inv.nr. 318, BA 3, p. 6, inv.nrs. 319, 321, 323.
21   W.A. Gevers Deynoot, 'Verduistering van staat?' in: De Navorscher. Nederlands archief voor Genealogie en Heraldiek. Heemkunde en geschiedenis, 97 (1958) 3-10.
22   A.M. Elias en P.C.M. Scholvinck, Volksrepresentanten en wetgevers. De politieke elite in de Bataafs-Franse tijd 1796-1810. (Amsterdam 1991) 273.
23   P.J. Blok, Geschiedenis eener Hollandsche stad. Eene Hollandsche stad in den nieuweren tijd, deel IV. ('s Gravenhage 1918) 69-70, 73.
24   S. Schama, Patriotten en Bevrijders. Revolutie in de Noordelijke Nederlanden, 1780/1813. (Amsterdam 1989) 497-498.
             
 

 

Publicatie Auteur Home
Leiden Weeshuis Regenten Antoinette Frijns 2008 www.oudleiden.nl