GERRIT ZEVERITSZ. C.S.

 

Previous PageHome PageNext Page


GERRIT ZEVERITSZ. C.S.

I. ZEVERIT GERRITSZ.

rentebezit:

31 aug. 1349 7 s.g.g. op een huis en erf aan de Oude Rijn (Ke. 493 f. 27v.).

familie:

kinderen:

1. Gerrit Zeveritsz., volgt II.

2. Heer Frank Zeveritsz.

ovl. 27 feb. 1402, begr. St. Pancraskerk (Ke. 416 f. 7).

functies:

priester; 29 okt. 1366 kapelaan te Warmond (Leverland, 'Kapittel van St. Pancras', 84, Ke. 375); kanunnik van St. Pancras sinds 1367-68; wrsch. niet meer in 1374 (ibidem, 83-84; Ke. 493 f. 27v.); kanunnik van St. Marie te Den Haag, verm. 18 jan. 1374-23 juli 1381, wrsch. reeds 1372 (Ke. 707, Van Riemsdijk, Tresorie, 136, De Riemer, Beschrijving van 's-Graven-Hage, II 242; Ke. 1368a f. 4v.; Ke. 493 f. 27v.; GvH. 1231 f. 27v.).

woonhuis:

een huis en erf aan de Oude Rijn verm. 25 sep. 1358 (Ke. 493 f. 27); verm. als belender aan de Uiterste gracht (strekkend tot de Middelweg) 25 apr. 1371 (Ke. 493 f. 17).

huisbezit:

een huis en erf aan de Oude Rijn, 25 sep. 1358 verkocht aan zijn zwager Andries die Copdraijer tegen 35 s.pay. (Ke. 493 f. 27).

landbezit:

* een hofstad te Marendorp, voor 25 apr. 1371 aangenomen van heer Volprecht van den Woude tegen 16 s.g.g. rente (Ke. 493 f. 17).

* 3 morgen 5 hond 1 akker 4½ hond land te Benthuizen, 7 nov. 1368 overgedragen aan St. Pancraskapittel (Ke. 493 f. 27).

rentebezit:

* 24 feb. 1350 1 £ g.g. op een huis en erf en 2 akkers te Benthuizen;

* 23 okt. 1358 1 £ g.g. op een akker ald. en

* 14 feb. 1360 1 £ g.g. op een akker ald., deze renten 7 nov. 1368 overgedragen aan St. Pancraskapittel (Ke. 493 f. 27).

* 18 okt. 1348 12 s.g.g. op een huis en erf te Leiderdorp;

* 11 dec. 1348 8 s.g.g. op een huis en erf aan de Mare.

* 5 dec. 1349 5 s.g.g. op een huis en erf, strekkend van de Burcht tot de Oude Rijn.

* 25 sep. 1358 35 s.pay. op het huis en erf van zijn zwager (zie huisbezit);

* 7 s.g.g. op huis en erf aan de Oude Rijn, afkomstig van zijn vader; voornoemde 5 renten droeg hij 18 jan. 1374 over aan zijn prebende (Ke. 493 f. 27 en v., 418 f. 119).

* 1 £ pay. op een huis en erf op de Hogewoerd;

* 40 s.pay. op een huis en erf aan St. Pancraskerkhof; beide renten 22 mei 1386 geschonken aan St. Pancraskapittel (Ke. 416 f. 7).

* 12 s.pay. op een huis en erf te Marendorp, 5 juni 1387 aan St. Pancraskapittel geschonken (Ke. 416 f. 8).

* 54 s. 6 p.pay. op 3 huizen en erven in de Camp, 30 juni 1386 overgedragen aan het kapittel (Ke. 416 f. 8).

stichting:

1367-68 St. Barbaraprebende (Leverland, Kapittel van St. Pancras', 83); bedienaar was tot 9 aug. 1386 heer Aarnd Zwaluwairt (Ke. 416 f. 6v.). Regelde 23 juli 1381 de collatie van de prebende; deze zou voor zijn zoon Jan zijn (Ke. 493 f. 27v.). Deken en kapittel beloofden hem 25 apr. 1387 jaarlijks datgene uit te betalen wat de geschonken renten meer opbrachten dan 40 s.pay. en de hele opbrengst indien hij heer Aarnd Zwaluwairt overleefde (Ke. 416 f. 8).

varia:

ontving 12 nov. 1372 het privilege van volledige aflaat van de paus (Brom, Bullarium, II 229). Kreeg 30 dec. 1377 toestemming van de graaf om bij testament over zijn goederen te beschikken t.b.v. zijn bastaarden (De Riemer, Beschrijving van 's-Graven-Hage, II 242). Was 6 juli 1379 getuige bij de kapelaniestichting door Berwoud Willemsz. (Ke. 1368a f. 4v.); pachtte 1385 de grfl. tol te Woudrichem (GvH. 1240 I f. 13).

familie:

kinderen:

a. Heer Jan Hardebort

functie:

priester, kanunnik van St. Pancraskapittel bekleedde sinds 9 aug. 1386 de prebende van zijn vader (Ke. 493 f. 27v., 416 f. 6v.).

b. Katrijn Frank Zeveritsz.dr.

dienstmaagd van Beatrijs Wermboudsz. (Kam, 'Memorieboek', 203; W. 428 f. 50v.). Tr. Willem Lubbrechtsz., woonachtig te Rijnsburg, ovl. voor 2 feb. 1396; hij tochtte Katrijn 28 jan. 1395 aan zijn grafelijke leengoed van 5½ morgen land te Oegstgeest; zij ovl. na haar man (GvH. 228 f. 151v. en 196v.),

3. Dirk Zeveritsz.

(Ke. 493 f. 17).

huisbezit:

een hofstad te Marendorp, omgeving van het Zijlpoorthuis, een hofstad daarnaast, de laatste samen met zijn broers Jan en Zeverit, met daarop 16 s.g.g. rente t.b.v. heer Volprecht van den Woude; verm. 25 apr. 1371 (Ke. 493 f. 17). Verm. als belender te Marendorp 5 nov. 1359 (Ke. 415 f. 66v.).

rentebezit:

* 23 apr. 1369 32 s.pay. op 2 huizen en erven aan de Hogewoerd; schonk hiervan 16 s.pay. aan de H. Geest voor memoriediensten (overdracht door Dirk Volprechtsz. 5 jan. 1380, ingevolge testament van Hadewi, Dirk Zeveritsz.'s vrouw; W. 428 f. 41).

familie:

tr. Hadewi, ovl. voor 5 jan. 1380 (tr. 1e Claas Baarndsz., waaruit Claas Zijbout, W. 428 f. 41; Kam, 'Memorieboek', 211; pas ca. 1389 vond de deling van Hadewi's boedel tussen Dirk Zeveritsz. en Dirk Volprechtsz. en diens vrouw Margriet plaats (RA. 2a f. 19 = Blok, Rechtsbronnen, 32)); tr. 2e Katrijn, ovl. 18 mei 1385, begr. St. Pieterskerk; liet op haar woonhuis aan de Rijn St. Pancraskerk 1 £ pay. rente voor memoriediensten na (Ke. 416 f. 6).

4. Jan Zeveritsz.

(Ke. 493 f. 17).

beroep:

witmaker (1395-1409, o.m. Secr. 19 f. 105 en 20 f. 34v.).

huisbezit:

een hofstad te Marendorp samen met zijn broers Dirk en Zeverit bezeten, zie hierboven.

borgstelling:

* 28 mrt. 1394 Aarnd Nellenz. (Secr. 19 f. 100).

* 24 aug. 1395 Louwe Meesz. (Secr. 19 f. 105).

* 2 feb. 1399 Jacob Gerrit IJsbrandsz.z. (Secr. 19 f. 110v.).

* 12 nov. 1399 Claas Doenenz. en Pieter Jacobsz. (Secr. 20 f. 3).

* 15 okt. 1402 Jacob Claasz. (Secr. 20 f. 11).

* 20 jan. 1409 Jacob Albrechtsz. (Secr. 20 f. 36).

* 16 okt. 1409 Rutger Gillisz. (Secr. 20 f. 34v.).

* 30 apr. 1410 Jan Jonge Dirksz. (Secr. 20 f. 36v.).

* 7 feb. 1417 Willem Pietersz., van Benthuizen (Secr. 20 f. 55).

familie:

onder de Leidse schutten die 1408 naar Woudrichem trokken was een Jan Willemsz., Jan Zeveritsz.'s zwager (Rek. Lei., I 191).

5. Zeverit Zeveritsz.

woonhuis:

* een huis en erf aan de Maarsmansteeg, de H. Geest bezat hierop 3 £ 4 s. 3 p.g.g. rente met houde; afkomstig van zijn broer Gerrit (W. 429 f. 15 en tafel).

huisbezit:

* een hofstad te Marendorp, samen met zijn broers Dirk en Jan bezeten, zie hierboven.

landbezit:

een raamstede, waarop een rente t.b.v. St. Pieterskerk, verm. 1401-02 (Ke. 323 (4) f. 8).

rentebezit:

* 30 aug. 1403 15 Eng. nobel schuldbrief, met 5 sep. 1404 3 £ 7 s. pandbrief (RA. 50 f. 53).

borgstelling:

17 jan. 1409 Dirk Melisz., van Amsterdam (Secr. 20 f. 32).

6. Fie

ovl. 6 nov. 1369, begr. St. Pancraskerk (Ke. 415 f. 28v.); liet St. Pancras 1 £ pay. na, daarvoor schonk haar broer Frank voor memoriediensten renten aan zijn prebende (Ke. 415 f. 28v.-29). tr. Andries die Cop(pe)draijer, ovl. voor 6 nov. 1369 (Ke. 415 f. 28v.); gezien zijn naam wrsch. draaier van beroep; verm. als belender aan de Nieuwe Rijn 6 mrt. 1343 (W. 429 f. 6 en tafel); hij kocht 25 sep. 1358 een huis en erf aan de Oude Rijn van zijn zwager Frank (zie ald.).

II. GERRIT ZEVERITSZ.

functies:

H. Geestmr. 1358-59, 61-62, 63-64, 74-75, 77-78; gasthuismr. 1368-69, 69-70, 71-72, 86-87, 25 juli 1390-91.

woonhuis:

aan de Maarsmanstraat, verm. 6 dec. 1348-1380; hierop besprak Gerrit Heinenz. Rottier de H. Geest 3 £ g.g. rente en 4 s. 3 p.g.g. met houde (Ke. 416 f. 160v.; W. 428 f. 18; W. 1765 f. 10; Ke. 50 en 417 f. 151v.). Philips Gerrit Doedenz. had op zijn huis en erf 4 s.g.g. (Ke. 322 f. 13v.); verm. als belender aan de achterzijde van St. Pietersnieuwsteeg 9 feb. 1396 (Ke. 45; zie ook bij zijn zoon). Woonde 1399-1400 in het bon Zevenhuysen (Rek. Lei., I 80).

landbezit:

* land te Zoeterwoude, verm. 17 dec. 1379 en 11 okt. 1381 (Ke. 415 f. 77v. en 493 f. 24).

* 2½ morgen land te Zoeterwoude, gemene voor gelegen met land van Dirk van den Bosch, verm. 28 mei 1406 (Ke. 322 f. 23).

* land te Woubrugge, verm. 10 apr. 1373, samen met zijn zoon Andries bezeten (Ke. 493 f. 21v.).

* een erf bij Grijsoord, Leiden, verm. 29 nov. 1380 (DuO. 2064x).

* 1401-02 een raamstede, met daarop een rente t.b.v. St. Pieterskerk, samen bezeten met Willem Martijnsz. (1402-03 in andere handen; Ke. 323 (4) f. 8, (5) f. 11v.).

rentebezit:

* 21 juli 1358 30 s.pay. op 2 akkers te Benthuizen, door Huge van der Hant overgedragen aan St. Pancraskapittel (Ke. 415 f. 66).

* 8 nov. 1359 22 s.pay. op een huis en erf te Marendorp, verkregen na overdracht door Willem die Bruun; voor de memorie van zijn 1e vrouw overgedragen aan de H. Geest (W. 891).

* 24 apr. 1362 40 s.pay. op het huis en erf aan de Maarsmanstraat, later (deels?) van Willem Buul, overgedragen door heer Huge van der Hant aan de H. Geest en het begijnhof ieder voor de ½, voor memoriediensten 3 feb. 1379 (W. 428 f. 25; W. 1765 f. 10).

* 23 aug. 1366 1 £ g.g. op een huis en erf en 4 hond land te Oegstgeest, overgedragen voor memoriediensten 18 mrt. 1379 aan St. Pancraskapittel (Ke. 415 f. 58 en DuO. 1978 f. 46 en 2063).

* 3 apr. 1367 5 s.g.g. op een huis en erf te Marendorp, 17 juli 1375 overgedragen aan de H. Geest voor de memorie van Jan veren Avenz. (W. 428 f. 34).

* 22 juli 1368 1 £ g.g. op een huis en erf aan de Vollersgracht (Ke. 416 f. 73).

* 1 aug. 1368 26 s. op een huis en erf te Leiden, 13 mei 1397 afgeschat (RA. 50 f. 15).

* 11 jan. 1369 30 s.g.g. op een huis en erf te Gansoord (W. 428 f. 99).

* 7 mei 1369 10 s.pay. op een huis en erf op het Hogeland (Ke. 415 f. 66v.).

* 1 sep. 1384 53 s.g.g. op een huis en erf te Marendorp (Ga. 456 p. 77, 1513: achter Sinterklaassteeg).

* 1 £ g.g. op een woning en land te Voorschoten, aan O.L.V.kerk vermaakt voor memoriediensten (NH. Kerkvoogdij 2032 f. 6v.).

borgstelling:

* 17 okt. 1370 Dirk Dirksz., van Zoetermeer (Secr. 19 f. 24v.).

* 21 mrt. 1371 Pieter Jan Hoykaertsz. (Secr. 19 f. 27).

familie:

tr. 1e Geertruud, dr. van Andries die Bruun en Clare (zie Die Bruun III); tr. 2e Clare van der Hant, dr. van Jan Grietenz., ovl. 7 dec. 1378, begr. St. Pieterskerk (Ke. 415 f. 58, zie Van der Hant I); tr. 3e Reyselt, ovl. 1403-04, begr. St. Pieterskerk (Ke. 323 (6) f. 15v.).

Zoon uit het 1e huwelijk:

III. ANDRIES GERRIT ZEVERITSZ.Z.

ovl. voor 8 dec. 1412 (Ga. 455 f. 84v., vgl. ook Rek. Lei., I 251).

beroep:

verkoper van doodskisten (1402-03, Ga. 334 (8) f. 16v.).

woonhuis:

aan de Maarsmanstraat; Gerrit Heinenz. Rottier besprak hierop 38 s. 6 p.g.g. en 12 p.g.g. met houde t.b.v. de H. Geest; verm. 1380 (W. 1765 f. 10; W. 428 f. 18).

landbezit:

* te Woubrugge, samen met zijn vader bezeten (zie ald.).

* 3 juli 1404 54 roeden erf buiten Rijnsburger poorthuis aan de Maredijk, binnen de Leidse vrijheid in het H. Geestland, gekocht tegen 4 p.pay. rente (Klo. 1541).

rentebezit:

* 30 s. op een huis en erf te Gansoord, afkomstig van zijn vader, 2 sep. 1404 overgedragen aan de H. Geest (W. 428 f. 99).

* 21 apr. 1404 3 £ 10 s.pay. met houde op een huis en erf aan de straat, naast de Calslagenssteeg in O.L.V.parochie (Ga. 455 f. 85).

* 22 juli 1404 40 s.g.g. op een huis en erf aan de straat ald. (Ga. 455 f. 84v.).

* 4 £ 18 s. 9 p.g.g. met de houde op het huis van de zrs. van St. Margriet te Leiden bij de Nuwe weg; hem aanbestorven van Sofie Gerrit Hoogstraten weduwe en 11 mei 1408 verkocht (Klo. 1542).

* 25 s. 9 p.g.g. met houde Simon Rondiels huis en erf daarnaast, als boven (Klo. 1542).

* 20 s.g.g. op een huis en erf in O.L.V.parochie (Ga. 455 f. 84v.).

* 26 s. 8 p.g.g. op twee kameren in de Calslagenssteeg ald. (Ga. 455 f. 84v.).

* 53 s.g.g. op een huis en erf ald. (in 1513: achter Sinterklaassteeg), afkomstig van zijn vader (Ga. 456 p. 77).

varia:

werd 3 feb. 1385 Leids poorter voor het gehele gerecht, met zijn goed als borg (Secr. 19 f. 66v.). Zijn goed was belast met een schuldbrief van 80 nobel, opgemaakt te Brugge (Ga. 455 f. 84v.).

familie:

tr. waarsch. (vermoedelijk voor 27 aug. 1385, W. 428 f. 57) 1e Haaskiaan, dr. van Floris van Brabant (zie ald.; dit huwelijk aangenomen op grond van het feit dat Jan Bartout (van Brabant) oom was van Huge Andriesz. (Zeveritsz.z) en Huge een burchtleen ontving, afkomstig van Jan Bartout, dat volgens een regeling van de leenvolging eerder aan Haasiaan Florisdr. van Brabant zou moeten toekomen; vgl. ook de naam van Huge Andriesz.'s dochter; met dank aan J.F. Jacobs te Rijswijk). Tr. 2e Beatrix, dr. van Gerrit Hoogstraat (NH. Kerkvoogdij 2032 f. 6v., zie ald.).

Uit het eerste huwelijk:

1. Huge Andriesz. (Zeveritsz.z.)

functies:

schepen 1411-12, 12-13, 13-14; homan te Zevenhuysen 1410 (Secr. 84 f. 237).

landbezit:

* 1407-08 een erf in St. Pietershoeve, tussen Nieuwe Vollersgracht en Hoeflaan (Ke. 323 (7) f. 10 en volgende rek.).

* 24 aug. 1393 3 morgen land te Valkenburg, Heykenwere, grfl. leen afkomstig van zijn oom Jan Bartout (van Brabant; GvH. 228 f. 94, 711 f. 23 en 17).

* 4 morgen land te Wateringen, in leen gehouden van de burggraaf, afkomstig van zijn oom Jan Bartout; 19 mei 1421 ten vrij eigen ontvangen in ruil voor opdracht van:

* 4 morgen land te Poelgeest (Hoek, 'Wassenaar', 563).

borgstelling:

22 jan. 1413 Pieter Gijsbrechtsz. (Secr. 20 f. 45).

varia:

door de graaf 1407 opgeroepen hem als leenman te Woudrichem te dienen met 2 man (Van Mieris, Groot Charterboek, IV 84); zegel: drie palen (Ke. 601, 15 jan. 1412).

familie:

zijn oom was Jan Bartout (hoe de familierelatie moet worden voorgesteld, is onduidelijk; Huge was missch. een zoon van Andries uit een ander huwelijk, met een zr. van Floris van Brabant, zie Van Brabant en de regeling van de opvolging in een leen te Wateringen van Jan Bartout). tr. Machteld Gerrit Pietersz.dr.; hij tochtte haar 29 dec. 1420 aan Heykenwere (GvH. 711 f. 17) (tr. 1e Willem Jan Bettenz.z., zie ald.).

kinderen:

a. Jan Bartout

(Ke. 7 f. 33v.).

b. Haze.

Uit het 2e huwelijk (vgl. Ga. 455 f. 84v. en de naam Jan Vos):

2. Willem (Smeer) Andries (Gerrit) Zeveritsz.(z.).

landbezit:

54 roeden erf buiten Rijnsburgerpoorthuis aan de Maredijk, afkomstig van zijn vader, 10 dec. 1416 overgedragen op St. Margaretaconvent te Leiden (Klo. 1541).

rentebezit:

10 £ 9 s. 8 p.pay. renten op huizen en erven te Marendorp, afkomstig van zijn vader 8 dec. 1412 door hem (namens zijn broers en zusters) met Jan Vos Dirk Hoogstraatsz., Bertelmeeus IJmmenz. en Wouter Jansz. verkocht; van de opbrengst werd een schuldbrief van 80 nobel t.l.v. zijn vader afgelost (Ga. 455 f. 84v., 334 (17) f. 24).

3. Jan Vos Zeverijnsz.

functie:

schepen 1411-12, 12-13.

landbezit:

22 mrt. 1415 een huis en erf met boomgaard, strekkend van de Heerstraat tot de Rijn, buiten Rijnsburger poorthuis; hierop had Andries Nannenz. van Lis 15 s.g.g. met houde; verder waren erop gevestigd: renten van 40 s.pay., 40 s.pay., 40 s.pay. en 40 groten met houde. Droeg het huis ca. 9 sep. 1416 over op Russent Willem Jansz. Vos' weduwe (Ga. 456 p. 69).

varia:

zegel: 3 palen met een figuur (reptiel) in het schildhoofd (Ga. 502, 18 feb. 1412).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl