VLAMINC (WOUTER C.S.)

 

Previous PageHome PageNext Page


VLAMINC (WOUTER C.S.)

I. WOUTER VLAMINCSZ.

ovl. na 2 mei 1355 (Agn.bhf. 49).

beroep:

is hij de Wouter Vlamincsz., die met zijn broer Jan de visserij met een waterafsluitend sleepnet pachtte in de vroonvisserij tussen Leiden en Haarlem 1333? (zie Vos).

huisbezit:

een huis en erf achter St. Pieterskerkhof, naast het begijnhof; hierop rustte 5 s. Holl. rente; 2 mei 1355 met zijn kinderen overgedragen aan Trude weduwe van Boudijn van Zwieten t.b.v. het begijnhof (Agn.bhf. 49).

familie:

zie Vos. tr. wrsch. Diedewi (Agn.bhf. 49). Kinderen (verm. 2 mei 1355, ibidem):

1. Willem Vlaminc, volgt II.

2. Wouter Woutersz. (Jonge Wouter Vlamincsz.).

ovl. tussen 26 jan. 1369 en 11 jan. 1379 (Ke. 415 f. 11 en v.; W. 428 f. 40).

functie:

schepen 1367-68, 68-69, 72-73.

huisbezit:

een huis en erf te Marendorp, verm. 22 mrt. 1358 (W. 428 f. 20). Op dit of een ander huis en erf ald. gaf de burggraaf 7 s.g.g. in leen aan Gerrit Heinenz. (Hoek, 'Wassenaar', 103).

landbezit:

1/3 van de Niedel (2½ morgen land) te Zoeterwoude, samen met zijn vrouw aan de H. Geest vermaakt voor memoriediensten; 11 jan. 1379 overdracht door zijn weduwe en erfgenamen (W. 428 f. 40).

rentebezit:

1 feb. 1367 15 s.g.g. op een huis en erf aan de Breestraat, 26 jan. 1369 aan St. Pancraskerk overgedragen voor memoriediensten (Ke. 415 f. 11 en v.).

varia:

zegel: gevierendeeld, in het eerste kwartier een sleutel (Ke. 419, 27 mrt. 1368).

familie:

tr. Alijd, ovl. na 11 jan. 1379 (W. 428 f. 40). Zijn zoon was missch.:

a. Jan Wouter Woutersz.z.

gegoed te Hogeveen, Friezekoop, Zwammerdam, Oudshoorn, Nieuwveen, Calslagen, ovl. voor 13 jan. 1391, tr. Bartraad, met kinderen Wouter en Mark (Secr. 84 f. 29).

3. Machteld

tr. Jan Obe.

4. Haastkiaan

II. WILLEM VLAMINC

ovl. voor 4 apr. 1383 (Ga. 456 p. 437).

functies:

schepen 1359-60, 60-61, 68-69, 69-70, 70-71, 71-72, 78-79, 79-80; H. Geestmr. 1373-74; kerkmr. van St. Pieter 1367-68.

beroep:

drapenier (1371-80; GvH. 1229 f. 64v., 1236 f. 95v.).

woonhuis:

een huis en erf aan de straat van Marendorp, verm. 8 dec. 1358 (Ga. 455 f. 20v.). Op het huis en erf van hem of zijn zoon Willem had de H. Geest 1 £ pay. rente, verm. 1380 (W. 1765 f. 7v.). De woning met heemwerf die Michiel van der Heyde te Leiderdorp in leen hield van de burggraaf werd eertijds door een Willem Vlaminc bewoond (Hoek, 'Wassenaar', 103).

landbezit:

10 morgen land, Valckenborch, te Leiderdorp (Ga. 456 p. 437).

rentebezit:

* 6 dec. 1367 10 s.g.g. op een huis en erf te Marendorp, droeg deze rente direct over aan de H. Geest (W. 428 f. 40v.).

* 3 £ pay. op de molenwerf te Marendorp en

* 3 £ pay. op een erf daarbij, door zijn erfgenamen en die van zijn vrouw Diedwaar geschonken aan de door hen ingevolge zijn testament gestichte vicarie 4 apr. 1383 (Ga. 456 p. 437).

borgstelling:

* 10 feb. 1365 Jan Goede, van Waddinxveen (Secr. 19 f. 3).

* 10 feb. 1365 Roelof Stoops (Secr. 19 f. 3).

* 25 apr. 1367 Jan, zijn zwager (d.i. Jan Obe? zie hoger; Secr. 19 f. 10).

* 15 juni 1369 Jacob die Platijnmaker (Secr. 19 f. 19).

* 30 okt. 1369 Willem Bonne (Secr. 19 f. 21).

* 21 nov. 1374 Simon Simonsz. (Secr. 19 f. 40).

stichting:

vgl. zijn zoon Willem Willemsz. Vlaminc.

schenking:

aan IJde, de begijn, 18 groten lijfrente p.j., na haar dood om te zetten in 5 s.pay. rente voor de H. Geest (W. 428 f. 29).

familie:

tr. 1e Diedwaar (Kam, 'Memorieboek', 217; Ga. 456 p. 437). tr. eerder Hubrecht de Verwer, zie ald.). Haar verwante was Agatha Dirksdr., van Haarlem, met zoon Steven (Kam, 'Memorieboek', 189, W. 428 f. 56). tr. 2e Bartraad (Kam, 'Memorieboek', 217; Ga. 456 p. 437); tr. 3e Machteld (Kam, 'Memorieboek', 217; Ga. 456 p. 437). Kinderen uit 1e huwelijk:

1. Willem Vlaminc

ovl. na 25 mrt. 1385 (W. 428 f. 56).

woonhuis:

een huis en erf aan de Vollersgracht, verm. 4 apr. 1383 (W. 428 f. 56).

stichting:

4 apr. 1383 met Agatha Dirksdr. een vicarie in St. Pieterskerk, ingevolge het testament van zijn ouders; tot bedienaar stelden zij Gerrit Vlaminc aan;

schenkingen:

zie Willem Vlaminc (Ga. 456 p. 437; W. 428 f. 56).

varia:

deelde met Willem Jansz. van der Gheest de nalatenschap van diens vrouw Katrijn, zijn halfzr. (RA. 2a aanhangsel f. 19v.).

2. Heer Gerrit Vlaminc

functie:

priester, 4 apr. 1383 aangesteld tot bedienaar van de vicarie in opdracht van zijn ouders gesticht, verm. als zodanig 25 mrt. 1385 (Ga. 456 p. 437; W. 428 f. 56).

opleiding:

wrsch. de Gerrit Vlaminck die 1386-87 aan de universiteit van Heidelberg werd ingeschreven (Toepke, Matrikel Heidelberg, 10).

landbezit:

een erf, aan de vest wrsch., te Leiden, verm. 1415 (RA. 50 f. 147v.).

rentebezit:

* 13 mei 1381 10 s.pay. op een huis en erf aan de straat te Marendorp; 21 feb. 1385 overgedragen aan de H. Geest (W. 428 f. 56).

* 12 nobel 6 groten lijfrente t.l.v. de stad, samen met zijn nicht Katrijn Hendrik Stoytsdr., verm. 1412-13 (Secr. 513 f. 20).

Uit het 3e huwelijk:

3. Pieter

(Kam, 'Memorieboek', 217).

4. Alijd Dobben

(Kam, 'Memorieboek', 188).

5. Hendrik Willem Vlamincsz., volgt III.

6. Jan Willem Vlamincsz.

(Kam, 'Memorieboek', 188).

functie:

burgemr. 1386-87.

Het nu volgende betreft Jan Vlamincsz., wrsch. identiek met Jan Willem Vlamincsz.

varia:

31 juli 1392-93 pachter van het wolhuis met Claas Heyn (Rek. Lei., I 5). Werd 4 juni 1393 verbannen (Secr. 80 f. 52v.).

familie:

tr. Zoet, zij bezat sinds 26 juni 1408 58 s.pay. rente op de goederen van St. Pieterskerk, deze droeg zij 19 juli 1410 met haar zoon Pieter Jansz. over (Ga. 456 p. 36-37); St. Pieterskerk reikte haar verder jaarlijks 7 £ pay. uit i.v.m. haar erven die waren onteigend tot ramen, deze rente verkocht zij 17 jan. 1411 aan de H. Geest (W. 428 f. 109). ovl. 27 juli 1432 (Ke. 416 f. 86, vgl. voor haar ook Ke. 323 (6) f. 13v., (7) f. 14v.).

7. Jacob

(Kam, 'Memorieboek', 188), was missch. pachter van een erf van St. Pieterskerk (Ke. 323 (1) f. 7v. en volgende rek.).

III. HENDRIK WILLEM VLAMINCSZ. (HENDRIK STOYT)

functies:

schepen 1384-85, 85-86, 1401-02, 06-07; H. Geestmr. 1407-08, 08, 09-10, 10-11, 11-12; burgemr. 1409; homan van het bon Over 't Hof 1392 (Secr. 84 f. 271).

beroep:

drapenier (1405, GvH. 202 f. 102); scheepsbouwer (1407, GvH. 1261 f. 27v. en 96); exploiteerde een steenoven (1427, Rek. Lei., II 203) en veenland (te Benthorn) (1405, GvH. 1482 f. 7); handelde in keukenkruiden, was (1405-07, GvH. 202 f. 34v., 1260 f. 51v., 1261 f. 24) en vee (1411, GvH. 1265 f. 18).

woonhuis:

in het Wolhuisvierendeel ca. 1390; in het bon Over 't Hof 1392 (Blok, Hollandsche stad, I 324; Secr. 84 f. 271).

huisbezit:

* een huis en erf in St. Pietershoeve aan de oude stadsvest, verm. 3 jan. 1393 (W. 428 f. 98).

* 13 mei 1397 een huis en erf te Leiden, gekocht voor 28 £ pay. (RA. 50 f. 15).

* 6 mrt. 1407 een huis en erf te Leiden (RA. 50 f. 600 [??]).

* 27 apr. 1410 2 kameren te Leiden, gekocht voor 10¼ nobel (RA. 50 f. 97).

landbezit:

* een erf tussen Molen- en Nieuwe Vollersgracht, verm. 1398-99 en later, 1401-02 in andere handen (Ke. 323 (1) f. 7 en volgende rek., (4) f. 10).

* een erf ald., verm. 1398-99, 1399-1400 in andere handen (Ke. 323 (1) f. 7 en (2) f. 9).

rentebezit:

* 12 feb. 1381 12 s.pay. op een huis en erf aan de straat te Marendorp;

* 25 jan. 1388 1 £ pay. op een huis en erf aan het Rapenburg;

* 1 £ pay. op een huis en erf te Marendorp;

* ½ van 40 s.pay. op een huis en erf op de Hogewoerd (idem), hem aanbestorven van zijn vrouw en afkomstig van haar moeder; hij droeg voornoemde vier renten 4 jan. 1405 over aan de H. Geest voor memoriediensten (W. 428 f. 100 en v.).

* 2 dec. 1385 1 £ pay. op een ½ huis en erf aan de straat van Marendorp (Ga. 455 f. 19v.).

* 6 mei 1389 1 £ pay. op een huis en erf te Leiden, 9 mrt. 1410 afgeschat (RA. 50 f. 91v.).

* 21 mrt. 1394 1 £ pay. op een huis en erf te Leiden (RA. 50 f. 30).

* 17 okt. 1394 1 £ g.g. pandrente op Willem Screvels huis en erf, afgeschat 26 dec. 1398 (RA. 50 f. 22v.).

* 12 feb. 1397 40 s.g.g. op 3 huizen en een boomgaard, 1400 afgeschat (RA. 50 f. 29v.).

* 10 groten op een huis en erf te Leiden, verm. 1409-10 (Secr. 84 f. 79v.).

* 21 jan. 1410 42 nobel schuldbrief en (zonder brief) 11 nobel 6 bot (RA. 50 f. 100).

* 4 feb. 1410 9 nobel 8 bot schuldbrief, restant 6 jan. 1413 afgeschat (RA. 50 f. 127).

* 5 s.pay. met houde verm. 1411 (RA. 50 f. 110).

* 18 juli 1412 een schuldbrief van 15 kronen 4 bot, rente: 3 £ 14 p.pay., pandrente: 9 s. 6 p.pay. (27 sep. 1413), afgeschat 28 juli 1415 (RA. 50 f. 143).

* 22 juni 1414 een schuldbrief van 9 nobel, 1415 afgeschat (RA. 50 f. 150).

* 13 comans groten op een huis en erf te Leiden, verm. 12 aug. 1414 (RA. 50 f. 134v.).

* 5 s.g.g. met houde op de stove aan de Mare, verm. 15 aug. 1414 (RA. 50 f. 132).

* een schuldbrief van 11 nobel (RA. 50 f. 96v.).

borgstelling:

14 apr. 1414 Jan, bastaard van Langerack (Secr. 20 f. 48).

varia:

zegel: gevierendeeld, in het eerste kwartier een adelaar (Ke. 626, 26 aug. 1401). Voor nog niet betaalde leveranties aan de graaf bewees deze hem 3 juli 1405 het morgengeld van Grotebroeck, eventueel ook van Veenhuizen, Wijdenes, Westenwoude, Ooster- en Westerblokker; opnieuw 23 okt. 1406 (toen ook van Zwaag; GvH. 202 f. 34v. en 103v.). Om eenzelfde reden werden hem in 1406 en 1407 gelden uit het Leidse morgengeld toegekend (GvH. 202 f. 102 en 116, 1261 f. 24, 27v. en 101v.).

familie:

tr. Lijsbeth, zij kocht 1403-04 een kerkstoel in St. Pieterskerk (Ke. 323 (6) f. 14); trad 12 jan. 1406 op t.b.v. de zusters van St. Catharina (W. 428 f. 101v.); dr. van N.N. en Alijd (W. 987).

Dochters:

1. Katrijn

(Kam, 'Memorieboek', 199). Zij bezat met haar oom heer Gerrit Vlaminc 12 nobel 6 groten lijfrente t.l.v. de stad, verm. 1412-13 (Secr. 513 f. 20) en met haar moeder een van 5 kwarten van 1 nobel 2 groten (Secr. 513 f. 20).

2. Machteld

(Kam, 'Memorieboek', 199).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl