Salomon van der Paauw adresseert de poort in het midden van de westzijde van de Bouwelouwesteeg, Wijk 6 naast nr. 835 - ook Zijlpoort genoemd.
Hoewel de poort zich aan de Bouwelouwesteeg bevond, grensde haar achterkant aan de Hooglandse- of Paradijssteeg. Waarschijnlijk lag in deze omgeving ook de voormalige herberg 't Paradijs'. Bestudering van het Bonboek leert dat de poort is ontstaan door afsplitsing uit andere percelen. Zo was het vooral Anthony Segersz. die voor 1656 zeven van de tien huisjes bezat en mogelijk heeft laten bouwen (Bonboek fol. 333a-333c vso).
In 1893 worden de (inmiddels twaalf) huisjes in de Paradijspoort verkocht. Het jaar daarop worden die huisjes gesloopt en vervangen door vijf nieuwe. Op een erf in deze poort worden nog eens acht woningen gebouwd.
In 1901 worden de nrs 13 t/m 16, eigendom van de bekende huisjesmelkers B.J.C Werner en F.B.Werner, onbewoonbaar verklaard.
Uiteindelijk is het hele gebied tussen Paradijssteeg en Bouwenlouwensteeg in 1937 gesaneerd. Voor de 165 percelen kwamen 110 woningen terug.
Een afbeelding in de Paradijspoort of -hof met links de vroeg 20e-eeuwse nieuwbouw en rechts de oude en haveloze krotten