 | Glazenmakerspoort [2] |  | | Nummer: | 90 | Andere namen: | geen | Adres voor 1871: | Wijk 7 nr. 366-370 | Adres na 1871: | Uiterstegracht 29 | Beschrijving: | De poort - gelegen aan de oostzijde van de Uiterstegracht tussen Nieuwe Rijn en Groensteeg - is van hoge ouderdom. Ze bestond al in 1585 toen de linnenwever Jan Jansz. zijn perceel verkocht aan Garbrant Dammasz. In de waarbrief is sprake van een huys ende erve, staende opte Uyterstegraft met een poort daer onder gaende. Waarschijnlijk betrof het toen alleen nog een 'achterom' die toegang gaf tot een nog onbebouwd erf dat zich uitstrekte tot aen dezer stede walle, dus tot aan de stadsmuur die toentertijd aan de Vestestraat stond. Het ging dus om een vrij diep, maar ook smal perceel waarvan de breedte in roedematen slechts 1-6-3 (5,73 meter) bedroeg.
In 1602 is er sprake van een camertgen met een erffken daeraen - dus een eenkamerwoninkje met een klein erf. Kennelijk was dit kleine erf toch voldoende om dat verder te bebouwen, want in 1628 staan er vier huisjes. Koper is de glaesmaecker Cornelis Pietersz. van Veen (Bonboek fol. 221vso), zodat we ook weten hoe de poort aan haar naam is gekomen. Aanvankelijk was de gang naamloos, maar toen Christiaan van Aecken in 1696 zijn huis aan de Vestestraat verkocht, blijkt zijn perceel zich uit te strekken tot aan de Glasemaeckerspoort.
Ook de buurvrouw Oude Neeltgen Willemsdr. (en/of haar erfgenaam Pieter Paets) had haar achtererf verkaveld en met huisjes bebouwd (zie Bonboek fol. 220vso en 221) die op de gang uitkwamen (zie de kadertekst).
Volgens het Bonboek telde de poort zes huisjes. Ze zullen van bedroevende kwaliteit zijn geweest en werden door de alleramste Leidenaars bewoond. Het is moeilijk om zich een voorstelling te maken van de onmenselijke woontoestanden en armoede, vooral tijdens de cholera-uitbraken van de 19e eeuw. Zo overleden in augustus 1832 in de Glazenmakerspoort binnen een tijdbestek van acht uur achtereenvolgens een zoon, de echtgenote en een tweede zoon van de wever Hendrik Dekker.
Omdat vervoer naar het overvolle hospitaal geen zin meer had, stierven de slachtoffers thuis. Volgens stadsarmendokter Anton Hasebroek lagen de drie lijken in de piepkleine woning tegen elkaar aan.
Blijkens de Volkstelling van 1849 werd alleen huisje Wijk 7 nr. 366 nog bewoond, te weten door Catharina Holdorp die met de verkoop van zwavelstokjes probeerde te overleven; zij was ongehuwd moeder van een elfjarige dochter.
In 1868 verzocht de sjouwer Passchier Smit vergunning voor het houden en mesten van een of meer varkens in huisje nr. 370. Na 1899 wordt niets meer van de poort vernomen. |  | In Oud Belastingboek B fol. 583av staat een plattegrondje van de Glazenmakerspoort. In zijn karakteristieke, maar helaas versleten handschrift herkennen wij Jan van Hout; hij maakte de tekening met het oog op de betalen verponding. Links zien we de Uiterstegracht, rechts de stadsvest (nu Vestestraat). Helemaal bovenaan wordt de noordelijk aangrenzende buurman Mees Dircxz. vermeld (zie ook het Grachtenboek).
In 1602 verkocht Henrick Dircxz. Breetvelt een camertgen en erf aan Neeltgen Claesdr. en Achgen Cornelisdr. Volgens de waarbrief behield Breetvelt het erf dat grensde aan de vest met een daarop staande schuur. Voor dit stukje grond tekent Jan van Hout aan: en voor de verponding niet (omdat Breetvelt natuurlijk al voor zijn huis aan de gracht, inclusief het erfje was aangeslagen).
Verder blijkt uit de tekening dat het achtererf van buurvrouw Oude Neeltgen Willemsdr. ook al was verkaveld en bebouwd. Daaruit kan worden afgeleid dat de smalle gang gemeen was, althans in gemeenschappelijk gebruik. Let ook op het dwarsgangetje dat toegang gaf tot het erf van het daarop volgende perceel.
Kortom, de tekening geeft een zeldzaam inkijkje in de realiteit van de poortbebouwing. Volgebouwde achtererven en een wirwar van poorten en gangen. |
| Vermelding in archiefbronnen: | Grachtenboek 54 | fol. 54 | 1584-07-09 | Vetus-1585 | fol. 279v | 1585 | Waarboek 67 M 1584 | fol. 275v | 1585-12-27 | Oud-belastingboek 1601 | fol. 583a | 1601 | Waarboek 67 2E 1 1601 | fol. 302v | 1602-06-07 | Waarboek 67 3C 1633 | fol. 47 | 1628-09-01 | Bonboek (6622, Nicolaasgracht) | fol. 227 en 227v (6e register) | 1642 na | Bonboek (6623, Nicolaasgracht) | fol. 220v-223 | 1642 na | Waarboek 67 6G 1695 | fol. 225 | 1696-09-12 | Waarboek 67 6P 1707 | fol. 110 | 1707-04-06 | Waarboek 67 6P 1707 | fol. 110 | 1707-04-06 | Vermelding in andere bronnen: | krantenbericht | Leidsche Courant | 1868-12-07 | | Poortbebouwing Namen en adressen, aantallen woningen en bewoners, woninggrootte en kwaliteit | | 1. 1850 (ca.) Opgave S. van der Paauw 2. 1853 Buurtkaart 3. 1871 Huisnommerboek 1871 4. 1879 Kaart Van Campen 1879 5. 1892 Aanleg waterleiding - - aangelegd [A] - door eigenaar geweigerd [G] - eigenaar weigert betaling [AG] 6. 1892 Aantal woningen 7. 1892 Aantal bewoners 8. 1899 Kaart Van Campen 1899 | Woningonderzoek 1913 | Aantal vertrekken per woning in 1912/13 | Woning- onderzoek 1922 | 1900 | 1912 | aantal woningen | aantal bewoners | aantal woningen | aantal bewoners | 1 | 2 | 3 | zeer slecht | slecht | vrij slecht | redelijk | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | | | x | x | A | 4 | 16 | x | | | | | | | | | | | |
|
|