TerugAardenstofpoort
 
Nummer:325
Andere namen:Goudenpoort [?]
Adres voor 1871:Wijk 7 nr. 1106
Adres na 1871:Oude Rijn ca. 7 en 9

Beschrijving:
In de tekeningencollectie van Bodel Nijenhuis (port. 14 N 65-1) bevindt zich een plattegrond van de stad tussen de Oude- en Nieuwe Rijn. Aan de Oude Rijn, vlakbij de Hoogstraat, wordt - bijna onleesbaar - de Aerdenstoffpoort vermeld.
Het verhaal begint met Cornelis Mouringsz. van der Aa die op 24-04-1653 zijn huis [nu Oude Rijn 7?] aan Gerrit Harmansz. Aerdenstoff verkoopt, samen met een camer - dus een klein huisje met een plaats, grenzend aan het Burchtterrein. Er is ook een 'overtimmerde' poort of toegang vanaf de Oude Rijn die zowel boven als beneden door Jan van Belle wordt bewoond. In het bonboek Burgstreng wordt het huis en de camer resp. vermeld op fol. 44 en 44vso.
Kennelijk bevinden zich in de poort nog twee woonplaetsen (fol. 45) die oorspronkelijk toebehoorden aan de schipper Rijck Syvertsz. Later komen die ook in het bezit van Jacob Aardenstof. De oorsprong van de naam is hiermee voldoende duidelijk gemaakt.

Het huis dat oostelijk aan dat van Aardenstof grensde was oorspronkelijk eigendom van Willem van Schuylenburg (bonboek Burgstreng fol. 43vso). Wanneer het pand op 30-01-1755 door Jan Vlek wordt verkocht aan Hendrik Stigter is er sprake van '…een huys en erve staande en gelegen aan de zuytzijde van de Oude Rhijn omtrent de St. Jansbrugge, vanouts genaamt het Vliegende Kind in de Goudepoort, belend aan d'eene zijde Johannes Verwijt en aan de andere zijde Mattheus Uyttenbosch Hier is echter een probleem, want volgens het bonboek wordt er geen poort genoemd en lijkt daar ook geen ruimte voor te zijn. De Goudenpoort zou dus een alias kunnen zijn voor de Aardenstofpoort. Ook is het mogelijk dat - wie zal het zeggen? - het om een lange huisnaam gaat, dus voluit het Vliegende Kind in de Goudepoort. Wanneer op 1788 het huis door Gerard van Loo wordt verkocht aan Isaac Keyzer wordt het perceel omschreven als '… een huys en erve staande ende gelegen aan de zuydzijde van den Ouden Rhijn tegens over de Kuipersteeg met een eyge vrije poort daar nevens aan, belent aan de eene zijde door Lambertus van den IJssel en de andere zijde Jacob Kleynenberg en strekkende tot ager aan den Burgh dezer stad'. Het zou dus ook om een onbebouwde 'achterom' kunnen gaan.
Er is echter nog een mogelijkheid. Toen de erfgenamen van Agatha van Schuylenburg het huis aan de Oude Rijn op 07-07-1712 verkochten aan Adriana van der Meyden, verkochten zij twee dagen eerder een huis aan de Nieuwe Rijn naast de Visbrug dat ook eigendom was van Agatha (bonboek fol. 34). De huizen aan de Oude- en Nieuwe Rijn lagen min of meer op een lijn en het hoewel het bonboek daar geen enkele melding van maakt, is het niet onmogelijk dat zij door een gang met elkaar verbonden waren.

Vermelding in archiefbronnen:
Oud-belastingboek 1601fol. 451v1601
Waarboek 67 2L 1610fol. 122v1610-05-19
Bonboek (6620, Burgstreng)fol. 43v-441642 na

Vermelding in andere bronnen:
Nog geen aanvullende gegevens gevonden.