Salomon van der Paauw noemt de Tuinmanspoort, maar zonder toelichting zodat niet duidelijk is of hij de gelijknamige poort aan de Doezastraat bedoelt.
Op de stadsplattegrond van 1826 is het poortje in Wijk 7 tussen de nrs. 221 en 222 wel aangegeven, maar lijkt dan veel op een nog onbebouwde uitgang van het perceel Uiterstegracht nr. 361 (nu nr. 41).
Pas in het register Lantaarn- en Brandspuitgeld van 1831 worden de huisjes 221 en 221a-221c - en daarmee het poortje - vermeld. Eigenaar is de bekende huisjesmelker Jacob van Leeuwen. In 1903 wordt een van de huisjes te koop aangeboden, maar daarna wordt niets meer van het poortje vernomen.