Historisch karakter van de stad

De Kaasmarkt is al jaren een sterk verwaarloosd stukje binnenstad. Bomvol geparkeerde auto's, slecht onderhouden bestrating, deels ook slecht onderhouden panden en percelen langs de randen van het plein. Een rotte kies in de historische binnenstad. Sinds 2016/2017 wordt in het kader van het Programma Binnenstad gewerkt aan plannen voor een herinrichting van de Kaasmarkt, inclusief nieuwe bebouwing op een aantal plaatsen aan de randen van het plein. Ook de toekomst van de Kaasmarktschool is daarbij aan de orde. De opzet was een samenhangende visie op te stellen voor het geheel. 

Kaasmarkt1In januari 2017 zijn plannen van gemeentelijke kant uiteengezet op een informatieavond. De HVOL heeft vervolgens deelgenomen aan de bijeenkomsten van de klankbordgroep Kaasmarkt, waaraan ook wijkverenigingen, gebruikers van de Kaasmarktschool en omwonenden (ook ondernemers) deelnamen.

Het parkeren is daarbij steeds een 'hete aardappel' geweest: moeten parkeerplaatsen verdwijnen? Alleen bezoekersparkeerplaatsen opheffen? Of ook die voor omwonenden / vergunninghouders? Parkeerterrein of groen park? De optie van een ondergrondse parkeergarage is onderzocht en door twee achtereenvolgende colleges van B&W afgewezen in verband met te hoge kosten. Ook is een onderzoek ingesteld naar een ophoging van de parkeergarage Haarlemmerstraat (boven AH) als compensatie voor het wegallen van parkeerplaatsen op de Kaasmarkt. En wat is de relatie met de herinrichting van de Hooigracht waar ook parkeerplaatsen verdwijnen?  

De hoogte van bebouwing op de hoek van de Middelweg en het plein en die in het verlengde van de Koppenhinksteeg (percelen in particuliere handen) waren punten van discussie, net als de gemeentelijke plannen voor een bebouwing langs de Oude Rijn, vanaf de Hooigracht: een rijtje grachtenhuizen. En dan was er de Kaasmarktschool: gemeentelijk eigendom dat te koop werd gezet, in gebruik bij kunstenaars die er willen blijven. De (te verbouwen) school is ook kandidaat geweest voor herhuisvesting van bewoners van de Doelengracht-woningen die moeten wijken voor de Humanities Campus van de Leidse universiteit. Of toch verkoop aan een projectontwikkelaar?
Kaasm

Een ingewikkeld palet van met elkaar samenhangende zaken en belangen. De gemeente heeft er in 2019 voor gekozen hiervoor verschillende trajecten te gaan bewandelen in afwijking van de oorspronkelijke opzet voor een samenhangende visie. Te beginnen met een programma van eisen (PvE) voor de bebouwing langs de randen van de Kaasmarkt. Het bestuur van de HVOL heeft daarop in november 2019 een inspraakreactie ingezonden met een pleidooi voor - op enkele punten - enigszins afwijkende bouwhoogtes en voor het in stand houden van de historische zichtlijn van de Middelweg naar de Oude Rijn. Net als bij veel andere inspraakreacties het geval was, heeft het college van B&W ervoor gekozen  onze suggesties te verwerpen zonder een degelijke onderbouwing en deels gebaseerd op een onjuiste voorstelling van zaken. De wijkverenigingen hebben scherp geprotesteerd tegen de wijze van afhandeling van hun inspraak door het college.

Ondertussen presenteerde het college een "Kaderbesluit renovatie en ophoging parkeergarage Haarlemmerstraat". Met een voorstel tot ophoging met 1,5 etage voor een kleine honderd extra parkeerplaatsen, kosten rond de € 5 miljoen. De bestaande garage zou dan tegelijk worden gerenoveerd en de buitenzijde van de garage zou vergroend worden. Een rechtstreekse relatie met de parkeersituatie op de Kaasmarkt werd niet gelegd, wel met de doelstelling van een autoluwe binnenstad.

Het bestuur van de HVOL heeft op 22 april 2020 een brief geschreven aan het college en aan de leden van de gemeenteraad. Daarin wordt allereerst ingegaan op de wijze waarop de inspraak op het PvE van de Kaasmarkt-randbebouwing wordt afgedaan. Het bestuur heeft zich in het licht van zijn algemene stellingname met betrekking tot hoogbouw / ophoging van bestaande bouw in de binnenstad uitgesproken tegen een ophoging van de parkeergarage vanwege een (verdere) aantasting van het beschermd stadsgezicht. En tenslotte heeft het bestuur zich teleurgesteld getoond dat er geen totaalvisie voor het gebied Kaasmarkt en omstreken wordt gepresenteerd, maar slechts deelvoorstellen die, eenmaal aangenomen, keuzemogelijkheden voor de herinrichting van de Kaasmarkt onnodig kunnen beperken. Het bestuur heeft de raad opgeroepen geen deelplannen goed te keuren zonder dat er een 'totaalvisie' is. Het bestuur van de HVOL heeft deze standpunten onderstreept tijdens inspraak op 19 mei 2020 in de raadscommissies voor Stedelijke Ontwikkeling (Kaasmarkt) en Leefbaarheid en bereikbaarheid (ophoging Haarlemmerstraatgarage). De gemeenteraad heeft in juni 2020 met ruime meerderheid besloten tot ophoging van de Haarlemmerstraatgarage. Het PvE voor de randbebouwing van de Kaasmarkt kreeg ook een meerderheid in de raad maar door een aantal moties en amendementen is het nog onduidelijk hoe het eindresultaat eruit zal zien. De herinrichting van het plein is nog een open vraag. In de raad leeft een duidelijke wens tot een groen en zo autovrij mogelijk plein, maar dat lijkt voorlopig te botsen met de parkeervraag van met name vergunninghouders. 

In januari 2021 zijn enkele scenario's besproken voor de randbebouwing van de Kaasmarkt, met name wat betreft het al dan niet bebouwen van de oever van de Oude Rijn vanaf de Hooigracht / Gepekte Brug met een rijtje grachtenhuizen. Het college ging oorspronkelijk uit van 8 à 10 panden, de HVOL zou dit willen reduceren tot 6 à 7 om de oorspronkelijke bebouwingslijn en zichtlijn vanuit de Middelweg in stand te laten, de buurt/wijk wil het hele gebied het liefst groen houden. In januari 2021 zijn ook de uitgewerkte plannen voor de ophoging en renovatie van de AH-garage gepresenteerd. 

 (bijgewerkt tot 10 februari 2021)

OLN 8-2, 8-3

 

 

ENERGIEPARK EN STADSBOUWHUIS

Het gebied rond de Langegracht in Leiden munt niet uit door schoonheid. Hier ontwikkelde zich in de 19eeeuw veel industrie, waarvan in de 20steeeuw het meeste weer verdween. Veel verpaupering, later nieuwbouw van o.a. het politiebureau. En demping van de gracht. 

Het gebied stond – om welke redenen dan ook – wat achteraan in de rij van herontwikkeling van de binnenstad, maar die herontwikkeling gaat er wel komen. De (gedempte) Langegracht zelf zal net als de Hooigracht en Pelikaanstraat de komende jaren (2020/2021) een heel nieuw profiel en aanzien krijgen in het kader van het project centrumroute dat ook een deel van het busverkeer door de Breestraat zal overnemen. De straat zal door de herinrichting een stuk aantrekkelijker  worden.

Nog grotere veranderingen aan de noordzijde: tussen Langegracht en Maresingel. Een gebied dat intussen de naam ‘Energiepark’ heeft gekregen. Het wordt gedomineerd door de elektriciteitscentrale die daar in de 19eeeuw is gebouwd en die in 2020/2021 zou worden stopgezet als de daar geproduceerde stadsverwarming zou worden overgenomen door de zgn. warmterotonde, gebruikmakend van restwarmte uit het Rotterdamse havengebied. Door problemen in dat (Rotterdamse) project zal de centrale nog minstens enkele jaren moeten doordraaien, maar dat heeft de plannenmakerij voor het gebied als geheel niet stopgezet.  

Het gebouw van de centrale is industrieel erfgoed, net als een aantal van de bijgebouwen op het terrein. Die dienen bewaard te blijven en zullen, zo is de bedoeling, worden herontwikkeld voor culturele en maatschappelijke doeleinden. Een aantal nieuwe toevoegingen kunnen en zullen worden gesloopt. Het gebied aan de binnenkant van de Maresingel, waaronder het al bestaande Huigpark, zullen na herinrichting worden opgenomen in het Singelpark. En dan zijn er nog een aantal nieuwere gebouwen, vooral aan de noordzijde van de Langegracht. 

In 2017 heeft (toenmalig) wethouder Laudy een intentieovereenkomst gesloten met de Meyer Bergman Erfgoedgroep, bekend van met name de Westergasfabriek in Amsterdam en meer recent van de aankoop van het paleis Soestdijk. Zo kwam de naam Watergasfabriek in omloop, maar dat project leverde veel protesten op uit de omliggende wijken vanwege te verwachten overlast van o.a. geluid en geparkeerde auto’s bij de daar te organiseren evenementen. De buurt kwam met een tegenplan, Nieuw Leids Bolwerk, meer gericht op wonen en zo weinig mogelijk op evenementen. Ook andere marktpartijen dienden zich aan. 

Het bestuur en de commissie historisch karakter van de stad van de HVOL hebben inmiddels aan vele bijeenkomsten en besprekingen over het Energiepark meegedaan, waarbij we ons (uiteraard) vooral hebben gericht op behoud van het cultureel erfgoed en de transformatie daarvan. Wat betreft het industrieel erfgoed dreigt weinig gevaar, dat wordt eigenlijk door alle betrokkenen gerespecteerd.

StadsbouwhuisMeer zorgen maken we ons al een tijd over het Stadsbouwhuis, eind jaren ’70 gebouwd naar een ontwerp van (toen) gemeentearchitect Fred Temme. Het is het enige nog resterende gebouw binnen de singels dat tot het structuralisme wordt gerekend, een architectuurstroming waaraan grote namen als Aldo van Eijck en Herman Herzberger zijn verbonden. Men kan het mooi of lelijk vinden, het is een iconisch gebouw dat een plaats heeft in de stedenbouwkundige en architectonische gelaagdheid van de stad. Maar niet iedereen had dat als uitgangspunt en sloop lag op de loer. Wij hebben dan ook al geruime tijd gepleit voor behoud en transformatie tot met name woningen (appartementen), o.a. bij de inspraak in de raadscommissie van september 2019 toen daar de zgn. Gebiedsvisie Energiepark aan de orde was, een plan in grote lijnen voor het hele gebied. In die Gebiedsvisie wordt in het midden gelaten of het Stadsbouwhuis (en ook enkele andere moderne gebouwen) zouden moeten worden gesloopt danwel behouden moeten blijven. 

In oktober 2019 heeft de gemeenteraad de Gebiedsvisie Energiepark goedgekeurd, nadat een motie was aangenomen waarin de Raad aangeeft het Stadsbouwhuis “bij sterke voorkeur” te willen behouden en dat bij keuze tot sloop dit samen met motivatie moet worden voorgelegd aan de Raad. Dat is een belangrijke stimulans om in de uitwerking van plannen uit te gaan van behoud/transformatie. 

Om dit kracht bij te zetten heeft het bestuur van de HVOL in oktober 2019 een aanvraag ingediend bij B&W om het Stadsbouwhuis aan te wijzen als gemeentelijk monument. We worden daarin sterk gesteund door een zeer recente cultuurhistorische notitie over het Stadsbouwhuis, opgesteld in opdracht van Erfgoed Leiden en Omstreken (ELO). In die notitie worden aan het gebouw zowel stedenbouwkundig als cultuurhistorisch en architectuurhistorisch ‘hoge waarden’ toegekend. Ook de Adviescommissie Cultuurhistorie, een vast adviesorgaan van de gemeente, heeft zich zeer positief opgesteld en het gemeentebestuur geadviseerd het gebouw de status van gemeentelijk monument toe te kennen. Het college van B&W heeft echter het voorlopge besluit genomen dat advies niet te volgen en het Stadsbouwhuis te willen slopen. Het bestuur van de HVOL heeft daarop gereageeerd met een brief aan het college waarin het zijn teleurstelling over het collegebesluit en de onderbouwing daarvan kenbaar heeft gemaakt. Het college ontkent de monumentale waarden van het gebouw niet, maar laat andere overwegingen - die niets met cultureel erfgoed te maken hebben - zwaarder wegen. Het bestuur heeft in september 2020 een beroep gedaan op het college zijn besluit te heroverwegen.  

Het Stadsbouwhuis kwam begin 2020 leeg te staan toen de daar gehuisveste ambtenaren gingen verhuizen naar het Level-gebouw bij het station. Het is voor tijdelijk gebruik open gesteld in afwachting van de uitwerking van de verdere plannen voor het Energiepark. Begin 2021 zag een concept van het zgn. Ontwikkelplan Energiepark het licht, een uitwerking van de Gebiedsvisie van 2019. Hierin wordt opnieuw uitgegaan van de sloop van het Stadsbouwhuis. Op die plek en aan de andere kant van de energiecentrale wordt in het plan ruimte gemaakt voor vooral middelhoge nieuwbouwwoningen.  Vanuit de HVOL is op het Ontwikkelplan gereageerd met een notitie aan de projectleiding waarin o.a. het lot van het Stadsbouwhuis en de o.i. te hoge en massale nieuwbouw aan de orde worden gesteld.

Ondertussen vroeg het gemeentebestuur tegen het eind van 2020 bij zichzelf een omgevinsgvergunning aan voor een illuminatie van de monumentale schoorsteenpijp van de energiecentrale. De eerder aangebrachte aanlichting is jaren geleden in het ongerede geraakt. Het nieuwe plan voorziet in het aanlichten van de schoorsteen vanaf de stadszijde met de projectie van tekst en gekleurd licht die een aannduiding geven van de windkracht. Het bestuur van de HVOL heeft per brief van 15 december 2020 aan het college gevraagd de vergunning niet te verlenen danwel de aanvraag daartoe in te trekken omdat een dergelijk kleurenspel ("disco-effect") niet past bij het beschermd stadsgezicht en het monumentale karakter van de schoorsteen, de grootste resterende fabrieksschoorsteen in de binnenstad van Leiden. De vergunning is echter toch verleend, maar, op advies van de Welstands en Monumentencommissie Leiden, met een kleiner lettertype. 

(bijgewerkt tot 28 februari 2021)

OLN 7-4, 8-3

 

Het bestuur van de HVOL maakt zich al enkele jaren zorgen over de conditie van de Leidse wateren, levensaders van de stad. Er wordt veel gemeenschapsgeld besteed aan het onderhouden van o.a. bruggen en walkanten. Maar ondertussen zien we particulieren een deel van dat fraaie stadsschoon geweld aandoen. Opschoning K1Zoals slecht onderhouden bootjes (al dan niet met ligplaatsverguning) die walkanten ontsieren, walkanten die als particulier bezit worden toegeëigend en met meubilair en andere zaken worden bezet. De HVOL heeft hier bij herhaling bij het stadsbestuur over geklaagd, maar zonder veel resultaat, want: gebrek aan handhavingscapaciteit en een weinig strenge regelgeving die handhavend optreden ook bemoeilijkt. Opschoning K2

Een verbetering is de nieuwe  Bedrijfs- en Pleziervaartuigenverordening, in 2017 opgesteld en in 2018 in werking getreden. Het bestuur van de HVOL heeft op de concept-verordening een zienswijze ingediend, waarin o.a. de steun is verwoord voor de mogelijkheid strenger te zijn in het vergunningenbeleid met betrekking tot de technische staat en de uiterlijke staat van onderhoud van de vaartuigen. Handhaving op basis van de nieuwe verordening kan een wezenlijke bijdrage leveren aan de 'opschoning' van het Leidse water. We hebben in de zienswijze voorts een aantal wijzigingen in de (concept-)verordening voorgesteld die eveneens de belevingskwaliteit van de Leidse wateren ten goede komen. Bij de behandeling van de concept-verordening in de raadscommissie (mei 2018) heeft het bestuur de HVOL gebruik gemaakt van inspraak waarin steun aan de verordening werd gegeven maar ook twijfel werd geuit of de verordening voldoende handvatten bevatte om waar nodig daadwerkelijk te kunnen handhaven. De raadscommissie heeft het college gevraagd daartoe nadere regels op te stellen. Die beleidsregels over de uiterlijke kenmerken van vaartuigen zijn in juli 2019 door het college vastgesteld. Deze zullen de mogelijkheden van handhaving op ernstige verwaarlozing van vaartuigen  sterk verbeteren. 

In het kader van het Programma Binnenstad heeft de HVOL voor 2018 een project voor het opschonen van het Leidse (binnenstads)water voorgesteld, een project dat door het gemeentebestuur en bijna alle stadspartners is omarmd. Samen met het stadsbestuur en het Waterambacht Leiden is geïnventariseerd wat er zoal mis is op en rond het Leidse stadswater en wat er gedaan moet worden om de situatie te verbeteren. Voorlichting over de 'do's + don'ts' is daar een onderdeel van.

 

1 AM C av Oud Leiden prachtig stuk Witte Singels ter hoogte vand e Sterrenwacht dd 21 08 2018Om meer bewustzijn over 'de schoonheid van het Leids water' te bevorderen hebben gemeente, Waterambacht en HVOL in 2018 ook een fotowedstrijd met die titel georganiseerd met een jury van beroepsfotografen onder voorzitterschap van (ex-) stadsfotograaf Patricia Nauta. De prijsuitreiking geschiedde tijdens een in oktober 2018 door het Waterambacht georganiseerd symposium waarbij veel aspecten van het belang van het water in de stad aan de orde kwamen. De 1e prijs winnende foto: zie hiernaast. De gemeente heeft veel publiciteit gegeven aan de vaarregels en heeft met de ligplaatsvegunningen 2019 de booteigenaren er nog eens op gewezen hoe zich te gedragen. En uiteindelijk is er dan de handhaving voor degenen die niet horen willen: die moeten dan maar voelen en die mogelijkheden zijn stellig verbeterd door de Beleidsregel Uiterlijke Kenmerken Vaartuigen 2019 die door B&W is vastgesteld (zie ook alinea hierboven). Daarmee zijn zeker niet alle problemen op en langs het water opgelost, ook de HVOL zal doorgaan te werken aan verbetering. 

(Bijgewerkt tot september 2020)

OLN 7-1

 

Er lijkt sprake van een stroomversnelling: hoogbouw in Leiden. Op zich niet zo verwonderlijk als je kijkt naar de  woningbouwopgave en het zo beperkte grondoppervlak van onze mooie stad. Maar hoe ver ga je? In de hoogbouwvisie van de gemeente wordt uitgegaan van een maximum van 70 meter. Maar gaat het wel om absolute getallen?

Als bestuur van de HVOL vinden we dat zo’n harde grens niet alleenzaligmakend is. Wij kijken er vanuit onze statutaire doelstellingen ook anders tegenaan dan bijv. omwonenden, die zeer terechte bezwaren kunnen hebben in verband met verkeer, parkeren, bezonning etc. Maar daar bemoeien wij ons niet mee. Onze doelstelling is in dit verband de bescherming van het cultureel erfgoed en dan in het bijzonder van het beschermd stadsgezicht.

Ons beschermd stadsgezicht is niet voor niets beschermd. Het gaat o.m. om stedenbouwkundige structuren en ensembles van gebouwen die  historische waarden vertegenwoordigen. Die waarden kunnen ‘van binnenuit’ aangetast worden – door bijv. sloop en ongepaste nieuwbouw binnen het gebied van het beschermd stadsgezicht. Een aantal malen hebben we in de afgelopen jaren bezwaar aangetekend tegen bouwplannen die we (o.a.) te hoog vonden omdat ze (mede) door hun hoogte niet pasten in de omgeving: Waardgracht, Scheepmakerssteeg, Zijlsingel (net buiten de binnenstad). Die kwamen lang niet aan de 70 meter.

HeeremaBouwplannen aan de (brede) randen van het beschermd stadsgezicht bezien we vooral door de effecten die ze hebben op dat beschermd stadsgezicht en dan gaat het vooral om zichtlijnen. Bij de eerste fase van het Stationsplein hebben we ons jaren geleden neergelegd na verzekeringen dat de torens slank zouden zijn, doorkijken zouden bieden tussen de torens door en ze de zichtlijnen vanuit de historische binnenstad niet te zeer zouden belasten. Nu de Lorentz vergevorderd in aanbouw is, blijkt dat tegen te vallen. Bovendien staat de uitstraling van het Lorentz-complex ver af van de kleinschaligheid van het naastgelegen beschermd stadsgezicht. En zo verstoort het gebouw van Heerema bij de Plesmanlaan het beeld aan de ‘einder’ van de Oude Singel. Zelfs op die afstand - zie foto. 

En nu zijn er weer nieuwe plannen. Tot 115 meter hoog aan de Willem de Zwijgerlaan en ophoging met enkele etages van kantoorpanden langs de Schipholweg waar gewoond zou moeten gaan worden. En dan zijn er plannen voor hoge torens aan de westkant van de spoorlijn, bij de Wassenaarseweg.  

Opvallend is dat strijdigheid met vigerende bestemmingsplannen amper een rol speelt in de discussies: de gemeente is tegenwoordig wel erg gemakkelijk bereid bestemmingsplannen aan te passen aan gepresenteerde bouwplannen (in plaats van het omgekeerde). Minder dan voorheen lijkt de burger te mogen vertrouwen op bestemmingsplannen, een aantasting van zijn rechtszekerheid.

Vanuit de HVOL kijken wij ook bij deze jongste plannen weer vooral naar de zichtlijnen vanuit ons beschermd stadsgezicht, in dit geval met name vanuit de historische binnenstad. In ons commentaar op de Omgevingsvisie 2040 van de gemeente Leiden hebben we dit thema al aangesneden.

Onze binnenstad is geen openluchtmuseum en moet dat vooral ook niet worden. Daar is ontwikkeling en dat hoort ook zo. En dat geldt ook voor de aangrenzende gebieden. Maar er moet wel een zekere proportionaliteit zijn in de relatie tot de binnenstad/het beschermd stadsgezicht. Die proportionaliteit staat hoge woondichtheden overigens niet in de weg. 

Met buitenproportionele plannen in aangrenzende gebieden wordt juist bijgedragen aan het beeld van de binnenstad als openluchtmuseum. Loop in Den Haag maar eens over Buitenhof en langs de Hofvijver en zie hoe de ‘wolkenkrabbers’ bij het Centraal Station het Binnenhof tot een soort antiek Madurodam reduceren. Die kant moeten we niet op met Leiden.

In september 2020 heeft het bestuur zijn standpunt geactualiseerd en in het bredere kader van de toekomstige ontwikkeling van Leiden geplaatst in een artikel in Oud Leiden Nieuws. 

De concrete plannen voor drie torens langs de Willem de Zwijgerlaan oplopend tot een hoogte van 115 meter (het LEAD-project) was voor het bestuur van de HVOL aanleiding in januari 2021een zienswijze in te dienen bij het college van B&W waarin het kritiek uit op met name kwaliteit en uitkomsten van het zichtlijnenonderzoek, uitgevoerd door de projectontwikkelaar zelf: de slager die zijn eigen vlees keurt. Ook handelt het college in strijd met zijn eigen procedures bij projecten die door derden zijn geïnitineerd. Tevens wordt de wijze waarop hoge hoogbouwplannen projectmatig worden gelanceerd zonder eerst beleidsmatig tot een (nieuw) standpunt over hoogbouw in de stad te komen gekapitteld.

Hoogbouw in relatie tot ons beschermd stadsgezicht speelt niet in de laatste plaats in het Stationsgebied en langs de Schipholweg. Voor meer informatie zie de rubriek Stationsgebied/Schipholweg. 

(Bijgewerkt tot 28 februari 2021)

OLN 8-3

 

De Meelfabriek is een van de weinige grote industrieën binnen de Leidse singels waarvan de gebouwen bewaard zijn gebleven, ook nadat de Meelfabriek wegens failissement moest worden gesloten. Het complex heeft lang leeggestaan. Er zijn meerdere plannen geweest voor de transformatie van de Meelfabriek. Recent is eindelijk gestart met de herbestemming.

De Raad van State heeft het nieuwe bestemmingsplan binnenstad Leiden, vorig jaar door de gemeenteraad goedgekeurd, op 30 maart 2018 geschorst wat betreft het plandeel "Annie's". Door die schorsing wordt voorkomen dat het megaterras kan worden aangelegd op basis van het inmiddels van kracht zijnde bestemmingsplan. Daarin was het beoogde megaterras van Annie's al ingetekend terwijl de procedure over de omgevingsvergunning voor dat terras nog niet onherroepelijk was. De HVOL en het Waterambacht Leiden hebben om die reden beroep aangetekend tegen het bestemmingsplan. Die beroepsprocedure loopt nog. 

In januari 2018 had de Raad van State de door de gemeente verleende omgevingsvergunning voor het terras vernietigd omdat die onvoldoende onderbouwd was. Voor een eventuele nieuwe omgevingsvergunning moet de gemeente de oude aanvraag opnieuw beoordelen volgens de uitspraak van de Raad van State. Dat moet mede gebeuren op basis van een nog op te stellen rapport van een onafhankelijk deskundige, met name over de doorvaarbaarheid ter plaatse, en met inachtneming van een nog uit te voeren onderzoek naar de drukte op de Leidse binnenwateren in het pleziervaartseizoen, zo heeft de Raad van State bepaald.

Op 31 januari 2018 heeft de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in het hoger beroep dat o.a. de HVOL en het Waterambacht Leiden (WAL) hadden aangespannen.

De HVOL heeft zich de afgelopen jaren intensief beziggehouden met de beoogde aanleg van een megaterras bij Annie's. Daarover staat het e.e.a. op deze site. Maar er zijn meer problemen met horecaterrassen in de binnenstad. Het gemeentebestuur wil een zekere ordening, de horeca ondernemers (althans een deel van hen) voelen zich daardoor kennelijk in hun ondernemersvrijheid beperkt. Dat speelt al jaren. Het bestuur van de HVOL wil geen partij zijn in deze discussie en zich ook niet bemoeien met de specifieke regelgeving, maar vindt wel dat terrassen (onderdeel van de openbare ruimte) het historisch karakter van de stad niet zouden moeten aantasten. Naar aanleiding van een debat hierover in de gemeenteraadscommissie heeft het bestuur in april 2017 zijn zorgen verwoord in een brief aan B&W en de raadcommissie.

In het voorjaar van 2019 heeft het (nieuwe) college van B&W nieuwe, soepeler  terrasregels opgesteld, in overleg met de horecasector. Het bestuur van de HVOL heeft eind maart 2019 een brief aan het college geschreven waarin het aandringt op een strikte handhaving van de nieuwe regels als die eenmaal van kracht zijn geworden. Daarbij zijn als voorbeeld de parasols genoemd die in een aantal gevallen het zicht op ons culturele erfgoed ernstig belemmeren of verstoren. In het verleden heeft het nogal eens aan een goede handhaving ontbroken, wellicht mede om de relaties met de horecaondernemers niet onnodig te belasten. Nu de horecasector (kennelijk) heeft meebeslist over de nieuwe regels, is er geen enkele reden meer om niet streng tegen overtredingen op te treden. 

 

De Corona-crisis leide in maart 2020 tot sluiting van de restaurants en café's in Leiden. Om het omzetverlies van de periode van lockdown enigszins te compenseren en voldoende afstand tussen tafeltjes te bewerkstelligen ("de 1,5 meter samenleving") heeft de gemeente toegestaan dat na de heropening in juni 2020 bestaande terrassen tijdelijk mochten worden uitgebreid en op andere plaatsen tijdelijk terrassen mochten worden ingericht. In beginsel tot november 2020. Het bestuur van de HVOL heeft daar geen bezwaar tegen aangetekend (zoals somige HVOL-leden aan het bestuur hadden gevraagd) uit begrip voor de moeilijke positie van de horeca, maar gaat er wel vanuit dat het inderdaad om iets (zeer) tijdelijks gaat en ook dat gehandhaafd wordt waar horeca-ondernemers de grenzen van hun terrasvergroting overschrijden. 

Het bestuur heeft overleg gevoerd met de gemeente over de nieuwe Horecavisie-in-wording en blijft kritisch met betrekking tot de toenemende hoeveelheid horeca in de Leidse binnenstad. (Verdere) "verpretparking" van de historische Leidse binnenstad dient te worden voorkomen. Na het uitkomen van de Horecavisie 2020 heeft het bestuur van de gelegenheid gebruik gemaakt om commentaar op deze nota te leveren. De Horecavisie 2020 is in januari 2021 door de gemeenteraad goedgekeurd in nagenoeg dezelfde vorm/inhoud als door het college voorgesteld. Het bestuur van de HVOL zal alert blijven op een overmaat aan horeca en horecaterrassen in de Leidse binnenstad. 

(bijgewerkt tot januari 2021)

 

 

Stationsplein 107 10 4 5hoog28 februari 2017 - De Historische Vereniging Oud Leiden heeft B&W voorgesteld om het voormalige belastingkantoor aan het Stationsplein de monumentstatus te verlenen. Het gebouw is een van de weinige kantoorgebouwen in Leiden uit de wederopbouwperiode (1940-1970). Het bevat een uniek en niet te verplaatsen kunstwerk in de glas-in-betongevel. Bovendien bevindt zich op de zesde verdieping een keramisch wandreliëf. Het voorstel is gedaan op 17 februari 2017.

Ruime CHet bestuur heeft in mei en juni 2016 in een zienswijze resp. een aanvulling bezwaar gemaakt tegen het wijzigen van het profiel van deze straat, die een zeer ongewone kromming heeft waar een historie achter zit: de kromming is het gevolg van een (reeds lang geleden gesloopt) bolwerk met een molen. Het verhaal achter de kromming verdient het levend te worden gehouden door het historische profiel te handhaven. 

Het college van B&W heeft onze bezwaren verworpen en de vergunning verleend. Het bestuur van de HVOL heeft geen verdere stappen genomen. De vergunde werkzaamheden zijn inmiddels uitgevoerd.

(rubriek afgesloten)