Leidse Patriciaat (tot 1420)

Pat_1210-106

HUGE JANSZ.

 

Previous PageHome PageNext Page


HUGE JANSZ.

functies:

schepen 1363-64, 68-69, 69-70; H. Geestmr. 1366-67.

varia:

zegel: een andrieskruis met een ster in het schildhoofd (Ke. 668, 26 okt. 1369).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

Pat_1210-104

EVERARD JANSZ.

 

Previous PageHome PageNext Page


EVERARD JANSZ.

ovl. 3 apr. 1367, begr. St. Pancraskerk (Ke. 415 f. 4v.).

rentebezit:

* 4 feb. 1356 3 £ g.g. op de Peelgrijmszate te Alkemade, door schoonzoon Matthijs Matthijsz. 28 juli 1374 aan St. Pancraskapittel overgedragen voor memoriediensten en ter completering van de prebende door Everard Jansz.'s echtgenote gesticht (Ke. 493 f. 47v.-48; Ke. 415 f. 30v.).

* 1 apr. 1361 10 s.g.g. op een huis en erf te Leiden, door zijn weduwe 27 mrt. 1368 overgedragen aan St. Pancraskapittel voor memoriediensten ingevolge haar mans testament (Ke. 493 f. 47 en v.; Ke. 415 f. 4v.).

* 6 jan. 1367 22 s.pay. pandrente op een huis en erf aan de Breestraat, door zijn schoonzoon Matthijs Matthijsz. ingevolge testament van Everards echtgenote overgedragen voor memoriediensten aan St. Pancraskapittel (12 juni 1374; Ke. 415 f. 19 e.v., 493 f. 47v.; 415 f. 19).

borgstelling:

* 16 aug. 1364 Everard Dirksz. (Secr. 19 f. 1v.).

* 3 mei 1365 Geerland Pietersz. (Secr. 19 f. 3).

* 8 aug. 1365 Jacob Tul, van Koudekerk (Secr. 19 f. 4).

* 18 juli 1366 Erkenraad, weduwe van Screvel die Bruun en kinderen (Secr. 19 f. 7v.).

* 22 aug. 1366 Gerrit en Jan Louwen zwaghersz. (Secr. 19 f. 8v.).

familie:

zoon van Jan Louwen swagher, die 1 feb. 1338 een rente van 10 sch. g.g. kocht op een huis en erf te Leiden; zijn weduwe Geertruud droeg deze met haar kinderen Gerrit, Jan, Everard, Louwe, Beli, Femense en Erkenraad 12 mei 1347 op t.b.v. de H. Geest (W. 428 f. 9v.; vgl. de verm. van Erkenraad, Gerrit en Jan hierboven onder borgstelling; tr. Diedewi; zij stichtte 1369 St. Jan Evangelistprebende in St. Pancraskerk (Leverland, 'Kapittel van St. Pancras', 83); eerste bedienaar werd heer Willem Simonsz. (zie Willem Luutgardenz. c.s.); ovl. 17 juli 1369, begr. St. Pancraskerk (Ke. 415 f. 19). Claas Jansz. Vos verkocht haar 17 jan. 1368 2½ morgen land te Leiderdorp, tussen Zijl en Mare (Ke. 493 f. 65).

kinderen:

1. Katrijn tr. Matthijs Matthijsz.

(Ke. 493 f. 48, 416 f. 33, zie Matthijsz.).

2. Heer Willem Vlaminck Everardsz.

(Ke. 415 f. 30v.).

ovl. 16 jan. 1370, begr. St. Pancraskerk (Ke. 415 f. 30v.).

functie:

priester, kanunnik van St. Pancraskapittel (Ke. 416 f. 33). Volgens Leverland kan hij echter geen priester ("heer") geweest zijn; hij overleed 16 januari 1370 "in pueritia" (Ke. 418 fol. 7B), terwijl in Ke. 415 fol. 30 staat: "Wilhelmus Vlaminc, noster concanicus, puer simplex..."

rentebezit:

1 £ g.g. op land te Alkemade, nagelaten aan St. Pancraskapittel (Ke. 415 f. 30v.).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

Pat_1210-103

PIETER JACOB

 

Previous PageHome PageNext Page


PIETER JACOB

(SZ.: vgl. patronym van zijn zoon en dat van zijn broer)

functie:

schepen 1410-11.

woonhuis:

woonde 25 aug. 1439 te Sibculo bij Deventer, in het Cistercinzerklooster ald. (Klo. 1469 f. 50).

molen:

een ½ molen aan de Vliet te Leiden, Palensteyns leen (vgl. het bezit van zijn schoonvader Simon Bort en dat van zijn vermoedelijke kleinzoon, Simon Bort Jacobsz.; Kleijntjens, 'Een molen op den Vliet', 1-3).

landbezit:

* 15½ morgen land aan Rijnegommer watering onder Zoeterwoude, Palensteyns leen, afkomstig van zijn schoonvader, vestigde hierop 14 dec. 1423 t.b.v. het klooster Marienhaven te Warmond - omwille van zijn zoon Aarnd, zeer wrsch. broeder ald. -, 5 Wilhelmus gouden schilden (met instemming van de leenheer); inmiddels was de rente door Pieters broer Huge Jacobsz., burger van Deventer, reeds 15 apr. 1423 overgedragen. Ontving het leen 13 mrt. 1427 ten eigen en verkocht het 22 mrt. 1427 aan het klooster Marienhaven (1 mrt. 1429 deed zijn echtgenote afstand van dit land en beloofde het klooster vrijwaring van Pieters schulden; Klo. 1469 f. 25v., 27, 29v., 30 en 32).

* land aan Rijnegommer wetering met huis, te Zoeterwoude, 1 aug. 1439 door zijn zoon Aarnd overgedragen aan het klooster Marienhaven te Warmond (Klo. 1469 f. 49v.).

familie:

zijn broer Huge noemde IJsbrand van der Laen 15 apr. 1423 neef (Klo. 1469 f. 25v., zie Willem Luutgardenz. c.s.); IJsbrand was geh. m. Alijd Jacob Kerstantsz.dr. en wellicht zwager van Huge en Pieter, die dan Jacob Kerstantsz. als vader hadden; tr. Bartraad, bast.dr. van Simon Bort (zie ald.). Zoon:

1. Aarnd Pieter Jacobsz.z.

broeder, aanvankelijk wrsch. bij de cistercinzers te Warmond, 1-25 aug. 1439 verm. te Sibculo (Klo. 1469 f. 49v.50).

Een kleinzoon van Pieter Jacob en Bartraad Simon Bortsdr. was hoogstwrsch. Simon Bort Jacobsz., verm. 1467 (Kleijntjens, 'Molen op den Vliet', 3).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

Pat_1210-102

(DIRK) FOYTGEN JACOB(SZ.) (FOYTGENSZ.Z.).

 

Previous PageHome PageNext Page


(DIRK) FOYTGEN JACOB(SZ.) (FOYTGENSZ.Z.).

ovl. 30 okt. 1451, begr. St. Pancraskerk (Ke. 416 f. 92v.).

functie:

schepen 1402-03, 06-07, 07-08, 18-19, 19-20; kerkmr. van St. Pancras 1417-18.

beroep:

drapenier (1400-02, GvH. 1478 f. 37-41), korenkoper (1400-05, GvH. 1478 f. 44, 1480 f. 36v.); kalkbrander (1402-11; Ke. 323 (5) f. 26v, GvH. 1485 f. 52v.); steenbakker (1411-12, GvH. 1486 f. 49).

woonhuis:

in het bon Nicolaasgracht, verm. ca. 1390 (Blok, Hollandsche stad, I 325); later aan de Rijn, strekkend tot het erf van St. Catharinagasthuis, voor de ½ 24 mei 1413 aan het gasthuis verkocht. Dit is vermoedelijk het huis en erf dat eerder behoorde aan Reiner Jansz. de viskoper en Simon Reinersz. (Ga. 455 f. 11, 11v. en 84).

huisbezit:

een huis en erf in de Lombardensteeg, verm. 5 juni 1413 (Ke. 203 f. 22v.).

landbezit:

* 3 morgen land te Leiderdorp, samen met Pieter Buytewech Dirksz. en Gerrit die Bruun Dirksz. bezeten en door hen 22 jan. 1404 verkocht (Klo. 673).

* land te Zoeterwoude nabij Meerburger watering, verm. 7 mei 1405 (Ga. 456 p. 188).

* 4 hond land, gemene voor met 20 hond die Dirk van den Bosch aan zijn kapelanie vermaakte (28 mei 1406; Ke. 322 f. 23).

* 1 morgen land te Voorschoten, 3 feb. 1412 verkocht aan St. Catharinagasthuis voor 43 £ pay. (Ga. 334 (16) f. 26v, 455 f. 80v.).

rentebezit:

* 25 juli 1401 schuldbrief van 52 £ pay. op een huis en erf van Claas Jansz. Vos; na panding:

* 18 feb. 1404 6 £ 7 s. 6 p. Holl. pay. (Secr. 50 f. 138v.).

* 3 dec. 1407 3 nobel op een huis en erf te Leiden, 1409 afgeschat (toen was de helft voldaan; RA. 50 f. 85).

Pandbrieven op een huis en erf van Claas Jansz. Vos:

* 27 apr. 1408 31 s. 1 p.pay.

* 30 aug. 1411 3 £ 6 s. 7 p.pay.

* 18 jan. 1413 23 s. 8 p. 1 hallinc pay.

* 3 okt. 1413 33 s. 8 p. 1 hallinc pay. (RA. 50 f. 138v.).

* een pandrente van 27 s. 4 p.pay., afkomstig van Philips Andriesz. (zie ald.), op een huis en erf te Leiden, voor memoriediensten overgedragen aan St. Pancraskapittel 3 sep. 1432 (Ke. 416 f. 83v.-84).

* 30 s.g.g. op een huis en erf aan de Vollersgracht, door hem 8 mrt. 1436 overgedragen aan St. Pancraskapittel voor memoriediensten (Ke. 416 f. 92v.-93).

* 18 nov. 1418 4 s.g.g. met ½ houde op een huis en erf aan de Maarsmansteeg, 3 sep. 1432 overgedragen aan St. Pancraskapittel voor memoriediensten (Ke. 570, 416 f. 83v.-84).

borgstelling:

* 22 juli 1403 Kerstant Willemsz. (Secr. 20 f. 14).

* 10 nov. 1412 Gerrit van der Aer (Secr. 20 f. 44v.).

* 14 nov. 1413 Herman IJsbrandsz. (Secr. 20 f. 47).

* 29 nov. 1413 Gijsbrecht Pietersz. (Secr. 20 f. 47).

varia:

pachter van de tiende van Zoeterwoude 1403 (GvH. 1480 f. 10), van die van Kerkwerve en Oestgeest 1408 (GvH. 1484 f. 11).

familie:

zoon van Jacob Foytgensz. (Ke. 203 f. 22v., Blok, Hollandsche stad, I 325 en 396). Deze zal een broer zijn geweest van Ave Foytgensdr., weduwe van Philips Andriesz. Dirk was haar erfgenaam (zie Philips Andriesz. c.s. en Ke. 416 f. 83v.-84 en 92-93). tr. Aleid, ovl. 13 nov. 1435, begr. St. Pancraskerk (Ke. 416 f. 92v.). Kinderen (Ke. 418 f. 116):

1. Jacob.

2. Dirk.

3. Femeins.

4. Geertruud.

5. Ave

tr. Gerrit die Bruun Jacobsz. (Ke. 418 f. 121v., zie Die Bruun IV).

6. Margriet.

7. Hillegond.

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

Pat_1210-101

DIRK JACOB(SZ.) (WILLEMSZ.Z.)

 

Previous PageHome PageNext Page


DIRK JACOB(SZ.) (WILLEMSZ.Z.)

functie:

gasthuismr. 1377-78.

woonhuis:

in de Breestraat, met hofstad en straat naar de Rijn, tussen St. Catharinagasthuis en Albaren Philipsz.; hierop rustte 10 s. rente t.b.v. St. Pieterskerk (betaalbaar in slechte comans pay., verm. 7 nov. 1375; Ga. 455 f. 11 en v.).

huisbezit:

een huis en erf achter voornoemd huis, aan de Rijn, verkocht 3 okt. 1373 tegen 1 £ g.g. rente (Ga. 455 f. 11).

rentebezit:

3 okt. 1373 1 £ rente op het door hem verkochte huis (zie hiervoor).

familie:

tr. (?) IJde, dr. van Kerstant Pieter IJdenz.z. (Ga. 440 f. 39).

zoon:

1. Simon Jude Dirksz.

ovl. voor 7 feb. 1436 (Ga. 559).

functies:

gasthuismr. 1407-08, 08-09, 09-10; homan van het Gasthuisvierendeel 1404, van het Vleeshuisvierendeel 1410 (Secr. 84 f. 272v. en 237v.).

woonhuis:

een huis en erf aan de Breestraat, afkomstig van zijn vader, verkocht 20 apr. 1395 aan St. Catharinagasthuis, erop stond 3½ £ pay. rente (Ga. 455 f. 11v.), dit huis werd als ziekenhuis bij het gasthuis getrokken (Ga. 334 (6) f. 25, Ligtenberg, Armezorg, 31-32); 1399-1400 en 1410 woonachtig in het Vleeshuisvierendeel (Rek. Lei., I 79, Secr. 84 f. 237v.).

rentebezit:

* 27 feb. 1417 26 gouden Eng. nobel schuldbrief, 23 jan. 1418 afgeschat (RA. 50 f. 183).

* 9 s.pay. op een huis en erf te Leiden (brief van 16 okt. 1354), verm. 3 apr. 1415 (RA. 50 f. 144).

* 1 £ g.g. op een huis en erf aan de Rijn, afkomstig van zijn vader, 20 apr. 1395 verkocht aan St. Catharinagasthuis (Ga. 455 f. 11).

familie:

tr. Geertruud, ovl. op 11 sep. na 7 feb. 1436 (Ga. 559); zij bezat 1412-13 met hun dochter Zwanelt 1 nobel 12 groten lijfrente t.l.v. de stad (Secr. 513 f. 21v.).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

Pat_1210-100

AARND JACOBSZ. C.S.

 

Previous PageHome PageNext Page


AARND JACOBSZ. C.S.

Dit geslacht was mogelijk verwant met het van oorsprong Katwijkse geslacht Paeds; Aarnd Jacobsz. hield van de hofstad Heemskerk land in leen dat kort tevoren in handen was van Jan Jacob Jansz.z. te Katwijk (zie voor deze W. 429 f. 31 en Gevers Deynoot, 'Van den Woude', 98), die dezelfde kan zijn als Jan Jacobsz., broer van Roelof Paedse Jacobsz. (GvH. 767 f. 1, Kort, 'Rept. Heemskerk', 747; Hoek, 'Wassenaar', 87 en 573). Bovendien voeren beide geslachten het ankerkruis in hun zegel. Missch. dat Aarnd Jacobsz. een broer was van Jan en Roelof.

I. AARND JACOBSZ.

ovl. voor 15 juni 1412, begr. St. Pieterskerk (Kam, 'Memorieboek', 217; Ke. 72).

functie:

schepen 1377-78; H. Geestmr. 1397-98; burgemr. 1401-02.

landbezit:

* 12 morgen land te Vennep (ambacht van de burggraaf), leen van de hofstad Heemskerk, opnieuw beleend door de graaf 8 jan. 1381, met ledige hand 1390 (GvH. 709 f. 1v. en 708 f. 1).

* 31 gaard, 2½ voet land, afgestaan aan de stad i.v.m. de aanleg van de Nieuwe weg naar Oegstgeest, ontving daarvoor 4 £ 8 s. (ca. 1395; Secr. 84 f. 258v.).

* land te Zoeterwoude tussen Rijn en Versmade, verm. van zijn weduwe 15 juni 1412 (Ke. 72).

rentebezit:

* 24 sep. 1403 30 s.g.g. op land te Wassenaar en Zuidwijk (Ga. 456 p. 226).

* 12 jan. 1404 2 s. 6 p.g.g. met ½ houde op een huis en erf aan de Vollersgracht, direct afgekocht (Secr. 1611).

varia:

zegel: een ankerkruis; linksboven een figuurtje (Ke. 784, 20 apr. 1378). De 50 oude schilden, die hij de stad bij de gedwongen lening van 1393 verstrekte, verloor hij 7 feb. 1395 i.v.m. onenigheden met het gerecht; bovendien werd hem opgelegd 40.000 stenen te leveren (Secr. 84 f. 245v.; RA. 4 f. 5).

familie:

tr. Katrijn (Kam, 'Memorieboek', 159; Ga. 440 f. 29); in 1421 verm. van haar (woon?)huis en erf aan de Vollersgracht, de H. Geest had daarop 10 s.g.g. rente (W. 429 f. 16 en tafel); met Pieter Rijswijc als voogd droeg zij 15 jan. 1412 10½ morgen land te Oegstgeest op de Mersch en 1 £ rente op een huis en erf aan de Vollersgracht over aan de H. Geest (W. 428 f. 130). Bezat verder 1 £ g.g. met houde op een huis en erf te Leiden, verm. 6 jan. 1413 (RA. 50 f. 127), 40 s.pay. met houde op een huis en erf ald., verm. 1415 (RA. 50 f. 150v.) en land te Zoeterwoude, verm. 6 mei 1419, gemengde voor gelegen met land van Hendrik van der Does, Jacob en Coen Frankenz., Lutgard Dirks weduwe van Alkemade, Alijd Dirksdr. van Alkemade en Jan van Tetrode (RAZH, Familiearchief Cousebant 1006 f. 22).

kinderen:

1. Gerrit Rijswijc, volgt II.

?2. Pieter Aarnd Jacobsz.z.

verm. 1393 (Secr. 84 f. 247).

II. GERRIT RIJSWIJC

ovl. voor 5 dec. 1420, hoogstwrsch. reeds voor 12 nov. 1419 (GvH. 712 f. 16v., 208 f. 23).

functie:

schepen 1388-89 en 1401-02.

woonhuis:

in St. Pietersparochie 1403-04 (Ke. 323 (6) f. 15); 14 feb. 1391 belender van Dammas Zegersz.'s huis en erf (Ke. 322 f. 13v.). Woonde later mogelijk te Haarlem (Rek. Lei., 255).

huisbezit:

zie renten.

landbezit:

* 17 aug. 1412 12 morgen land te Vennep, leen van de hofstad Heemskerk, afkomstig van zijn vader (GvH. 230 f. 89v.).

* land te Oegstgeest, verm. 4 aug. 1411 met zijn kinderen (W. 428 f. 112).

rentebezit:

* 28½ nobel op een huis en erf te Leiden, gepand; de schout hield de panding echter aan zich (2 apr. 1411; RA. 50 f. 117v.). Hij kocht dit huis voor 134 £; er bleef 6 p. met houde op rusten t.b.v. Pieter Gobburgenz. (jr.).

borgstelling:

18 mrt. 1404 Wouter Simon Galenz. (Secr. 20 f. 16v.).

varia:

zegel: een ankerkruis met rechtsboven en figuurtje (Ga. 530, 17 mrt. 1389). Hij diende i.v.m. onenigheden het gerecht 20.000 stenen te leveren volgens uitspraak van 7 feb. 1395 (RA. 4 f. 5v.).

familie:

tr. 1e Katrijn Willem Willemsz.dr. (Hoek, 'Wassenaar', 115, zie Willem Luutgardenz. c.s.); tr. 2e Katrijn van Berckenrode, dr. van Jan en Eemse Gerrit Parridaansdr. (Thierry de Bye Dolleman, 'Van Berckenrode', 94-95). Zij bezat een lijfrente samen met haar dochter, zie ald. In 1413 is er sprake van dat het Leidse gerecht uitspraak moest doen in en kwestie tussen Gerrit en Katrijn. Zij woonden toen wrsch. te Haarlem. Vermoedelijk betrof het een echtscheidingsprocedure (Rek. Lei., I 250 en 255). Gerrit Rijswijc trad 24 apr. 1404 op als maag van Gijsbrecht Claas Horstsz.; als maag van hem zelf wordt dan Thomas Simonsz. genoemd (Ke. 322 f. 23).

Kinderen (zij sloten 19 juli 1421 een overeenkomst betreffende de nalatenschap van hun grootmoeder Katrijn Aarnd Jacobsz. (RA. 41e f. 176 e.v.).

1. Pieter

ovl. voor 1 juli 1438 (GvH. 713 f. 85).

functie:

schepen 1418-19.

woonhuis:

aan het Rapenburg (1417-18, Ke. 323 (11) f. 43v.).

landbezit:

5 dec. 1420 12 morgen land te Vennep, grfl. leen (kreeg 12 nov. 1419 uitstel van leenverheffing, GvH. 712 f. 16v., 208 f. 23).

rentebezit:

* 26 mei 1402 een lijfrente van 8 Eng. nobel, losbaar met 53 nobel, samen met broer Jacob bezeten, t.l.v. de stad (Secr. 80 f. 65, 513 f. 18).

* een lijfrente van 9 nobel 10 groten, samen met Willem Rijswijc bezeten t.l.v. de stad, verm. 1412-13 (Secr. 513 f. 19).

* 13 juni 1414 27½ gouden nobel, afgeschat 3 apr. 1415; toen was reeds een som van 30 lichte £ en 9 botten betaald (RA. 50 f. 144).

varia:

zegel: een ankerkruis (28 aug. 1412, Ga. 633); werd 30 dec. 1417 Leids poorter (Secr. 20 f. 58); voogd voor zijn grootmoeder Katrijn Aarnd Jacobsz.'s weduwe 15 jan. 1421 (W. 428 f. 30); bevond zich in sep. 1417 in grfl. hechtenis (GvH. 207 f. 7v.).

familie:

zoon:

a. Gerrit Rijswijc Pietersz.

(RA. 41e f. 176 e.v.). Tr. Aleid Willem Heermansdr. (GvH. 714 f. 23).

2. Jacob Rijswijc

rentebezit:

* 26 mei 1402 8 Eng. nobel lijfrente, losbaar met 53 nobel, samen met zijn broer Pieter bezeten (Secr. 80 f. 65, 513 f. 18).

familie:

tr. Aleid, dr. van Floris Heerman (zie Willem Luutgardenz. c.s.); dochter:

a. Katrijn

tr. Gerrit van Lochorst (RA. 41 E f. 176 e.v.).

3. Johanna

zij bezat sinds 26 mei 1402 samen met haar moeder en lijfrente van 8 Eng. nobel t.l.v. de stad, losbaar met 53 nobel; 1412-13 alleen verm. van betaling aan haar (Secr. 80 f. 65, 513 f. 18). tr. Huge van Diemen (RA. 41e f. 176 e.v.).

?4. Willem Rijswijc

hij bezat met Pieter Rijswijc (zie hoger) een lijfrente van 9 nobel 10 groten t.l.v. de stad (Secr. 513 f. 19).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl

Pat_1210-98

HUGE HUGENZ.

 

Previous PageHome PageNext Page


HUGE HUGENZ.

functie:

kerkmr. van St. Pancras 1390-91, 1402-03, 06-07.

Hij is missch. identiek met Huge Hugenz. die met zijn broer heer Willem Hugenz. een lijfrente op de stad had van 2 nobel 3 groot, verm. 1412-13 (Secr. 513 f. 20).

Previous PageHome PageNext Page

Auteur Fred van Kan
Publicatie Het Leidse Patriciaat
Home www.oudleiden.nl