Op het hoekje van de Hogewoerd en de Koenesteeg woonde de theologiestudent François HaverSchmidt boven een bidder. Op diezelfde Hogewoerd woont ook zijn alter ego de dichter Piet Paaltjens. De studentenperiode in Leiden, waarin wordt gelachen en gedronken, het Io Vivat klinkt over de Leidse grachten en Snikken en Grimlachjes wordt geschreven, is een heel gelukkige tijd voor HaverSchmidt en vormt een schril contrast met zijn leven als predikant.
Dat dominee HaverSchmidt zijn leven lang de grimmige humor van dichter Paaltjens nodig heeft gehad om zijn melancholie te onderdrukken blijkt uit zijn later preken, waarin hij zijn twijfel en zoektocht naar identiteit veelvuldig aan de orde stelt.
Naar aanleiding van hert muziektheaterstuk Snikken en Grimlachen dat op 4 juni in de Lokhorstkerk speelt, bespreekt Bart Vieveen het dubbelleven van de Leidse dichter/dominee aan de hand van fragmenten uit zijn literair werk en preken.