Voor Oorlogsduif ging schrijver Onno Blom samen met zijn vader Hans Blom, historicus en ex-directeur van het NIOD, op zoek naar de verborgen geschiedenis die hun familie tijdens de Tweede Wereldoorlog verscheurde. Onno’s grootvader, Jan Blom, zat in het verzet, maar zijn overgrootvader, Johan Blom, een limonadefabrikant uit Den Haag, zat met zijn vrouw en zeven andere kinderen bij de NSB. Midden in de oorlog brak Jan met zijn familie.

Jan Blom, geboren in 1908, was de eerste in de familie die ging studeren: natuurkunde in Leiden. Zijn held was professor Paul Ehrenfest. Jan werkte in de jaren dertig op het Kamerlingh Onneslaboratorium en was reserveofficier bij de artillerie. In 1939 werd hij
gemobiliseerd en gelegerd in de Grebbelinie. Tijdens de Duitse bezetting richtte hij met medeofficieren de gewapende verzetsgroep De Duif op. Aan het begin van de Hongerwinter liet hij zijn jonge gezin achter in de Thorbeckestraat in Leiden – waar zich de telefooncentrale van het Leids verzet bevond – en vertrok op een fiets zonder banden naar Friesland om zich bij De Duif te voegen.

De beste vriend van Jan Blom, commandant van De Duif Philip Pander, zou de oorlog niet overleven. Pander werd gepakt en vier dagen voor de bevrijding geëxecuteerd. Jan moest het lichaam van zijn vriend identificeren. Johan Blom, de patriarch, overleed in de zomer van 1945 in kamp Westerbork, waar na de bevrijding collaborateurs werden opgesloten. Wonderlijk genoeg werden na de oorlog de familiebanden hersteld. Over het zwarte verleden werd gezwegen. Waarom besloten Onno en Hans om het zwijgen te doorbreken? Wat vonden zij allemaal in de archieven? En welke invloed heeft de oorlog vandaag de dag nog op de levens van vader en zoon?

Na een lezing over de Leidse aspecten van Oorlogsduif zal Garrelt Verhoeven, conservator Bijzondere Collecties van de UB, met Onno en Hans Blom in gesprek gaan. Na afloop is er gelegenheid om het boek aan te schaffen en te laten signeren.