Op 22 maart 1880 verscheen in de Leidsche Courant een advertentie waarin vier nieuw-gebouwde huizen met bovenwoningen en erf in het Klootshof, uitgang hebbende door een Poort aan de Lammermarkt te koop werden aangeboden. De poort of gang was overdekt, terwijl de huisjes een oppervlakte hadden van 65, 25, 25 en 51 m². De reeds verhuurde woningen brachten wekelijks tussen fl. 1,30 en fl. 1,50 op; voor die tijd een vrij forse huur.
Niettemin wordt uit diverse krantenberichten duidelijk dat de Klootshof, althans rond 1913, door de allerarmste Leidenaars werden bewoond. In 1913 besloot de gemeente om de huisjes met nog andere poorten aan de Lammermarkt aan te kopen en te slopen voor uitbreiding van de veemarkt. Toch zou het nog tot 1917 duren voordat de woningen onbewoonbaar werden verklaard en in 1924 blijken er zelfs nog mensen te wonen. Intussen bleek de gemeente een slechte huisbaas te zijn, want in 1922 wees woningonderzoek uit dat de - inmiddels negen - huisjes 'zeer slecht' waren. Omdat de woningen niet over een eigen plee beschikten, werden afvalwater en ontlasting in een goot afgevoerd - waarvan een deel terecht kwam in een bedstee in de Hagemanspoort! Het onderhoud moet zeer te wensen hebben overgelaten, want enkele keren wordt melding gemaakt van brand als gevolg van vervuilde schoorstenen.