De poort wordt in Waarboek 7H omschreven als seekere saksteege, vanouds genaemt de Klimmende Leeuwsteegh. Het slopje telde acht huisjes, verdeeld over een zuid- en noordzijde en lag direct achter het hoekhuis Oude Vest 109. Hoewel het steegje op de stadsplattegronden van 1826, 1879 en 1899 niet wordt vermeld, is de toegang aan de Vollersgracht (op de plattegrond van 1879 nr. 1a) goed te zien.