|
153. St. Annenrijk |
|
|
Selecteer regiokaart met buurtnamen.
|
Ga met de muis naar de cirkel voor de naam van de buurt. Klik voor detailkaart en informatie. |
Ligging:
gelegen onder 't bon van West Marendorp Landtzijde / beginnende aen de noortzijde van de Claesstegen aen de houc van de Claesstege mit 't huys van Trijn Baerntsdr., no. 28 / ende in hem begrijpende beyden zijden van de Coddenstege ende van St. Annenstraet, anders genomt de Miraeckelstege / ende tusschen beyde leggende huysen / eyndende mit 't huys gecomen van Lysbeth van Dort, no. 110 / ende weder beginnende aen de zuytzijde van de Claesstege mit 't huys van Pr. Jansz. van Rossum, no. 133 / ende eyndende aen de houc van de Maren mit 't huys van Jeronimus Jansz., gecomen van Jan Gerytsz. Poth(?), no. 139, al volg. 't reg. van verpondinge des jaers 1603.
(SA II inv. nr.1216 fol. 6 vso, 26-01-1604)
de huysen aen wederzijden van de Miraeckelsteech ofte St. Annenstraet / midtsgaders in de Claesstege aen beyde zijden tusschen de voors. Miraeckel- ende Coddesteghen staende.
(SA II inv. nr. 1216 fol. 26, 10-09-1615)
den 19 Augusti 1660 hebben die van de Gerechte vier huysen van dese gebuyrte in de Knoopmaeckerspoort verheelt aen de gebuyrte van Noortduysentvresen ende de helfte van de Olyslagerspoort aen de gebuyrte van Claes Jan Vossenhouck
(SA II inv. nr. 1216 fol. 107 vso, i.m.)
Geschiedenis:
Volgens Jan van Hout bestond de buurt onder de naam Miraeckelsteech of 't Landt van Miraeckelen reeds ten tijde van Jacob Deyman (stadssecretaris 1531 - 1553). De ligging wordt dan omschreven als: Begint opten houck van de Claesstege tot de Vest toe / plach te hebben huysen of cameren 16.
(SA II inv. nr. 1220 fol. 10)
Op 27-11-1587 besluit het Gerecht dat (op stadskosten) de wercken tot geryf vande buyren notelicken dienen gemaect. Het blijkt over de reparatie of aanleg van een bruggetje en een mesthoop te gaan.
(SA II inv. nr. 45 fol. 9 vso)
In 1589 verzoeken enige buren van 't lant van Miraculen aan het Gerecht om de buurtkaart goed te keuren. De schepenmeesteren Pieter Adriaensz. van der Werff en Jan Ysnoutsz. van der Nes krijgen opdracht om een en ander te onderzoeken. Nadat zij rapport hebben gedaan, wordt het buurtreglement van de St. Annenstraet goedgekeurd.
(SA II inv. nr. 45 fol. 226, 02-11-1598 en fol. 233, 16-11-1589)
Op 22-02-1590 blijkt dat er in de Koddesteeg druk wordt getimmerd en gebouwd. Daarom verzoeken de geburen het Gerecht of de steeg kan worden bestraat en ook wil men dat er een bruggetje wordt aangelegd om opte walle te mogen gaen ende gevouch te doen (met andere woorden: daar wilde men gebruik maken van een plee, zie ook Vrouwenkamp). Het Gerecht geeft als antwoord dat daartoe opdracht zal worden geven zodra Marendorp zal wesen volmaeckt (met Marendorp zal de Haarlemmerstraat zijn bedoeld).
(SA II inv. nr. 45 fol. 262 vso - 263)
In 1594 wordt Jan Maertensz. - hij vervangt de overleden Josep Claesz. - benoemd als buurtheer van de St. Annenstraat om de voors. gebuyrte in vreden ende eenicheyt te regieren, stuyren ende beleyden volgens de ordonnantie alrede gemaect of noch te maecken.
(SA II inv. nr. 47 fol. 96, 08-12-1594)
In 1595 maakt de buurtheer van Sint Annengebuerte melding van een oude ruzie tussen Jerominus Jansz. en Jan Jansz. De eerste is eigenaar van een tapperij, de tweede een snijder 'kleermaker'. Indertijd is de kwestie bijgelegd en afgesproken dat wanneer zij elkaar weer zouden beledigen, de schuldige twee pond Vlaams verbeurt, waarvan de ene helft ten prouffite van de armen en de andere helft voor de buurtkas is bestemd. De twee buren blijken opnieuw ruzie te hebben en de buurtheer wil met steun van het stadsbestuur de boete innen. Ook wordt iets duidelijk over de oorzaak van het burenconflict, want hoewel Jerominus Jansz. alleen vergunning heeft om pintebier te tappen, verleent hij tevens bij nacht en ontijden logies. De buurt wil dat Jerominus wordt gestraft met een tapverbod. Wat de boete betreft is het Gerecht van mening dat het deel van de boete dat de buurt toekomt, kan worden geïnd. Maar wat de rest aangaat - dus het eigenmachtig en zonder vergunning houden van een herberg - meent het Gerecht dat dit een zaak is van de hoge overicheyt die door de officier deser stadt Leyden moet worden afgewikkeld. De buurtheer krijgt overigens toch zijn zin, want Jerominus Jansz. krijgt een tapverbod en een waarschuwing geen droge gasterie te houden off slapers te logeren: hij mag dus geen restaurant of herberg houden. Bij overtreding verliest hij zijn poorterschap (alles op pene van mitterdaet ter poorten uytgestelt te werden).
(SA II inv. nr. 47 fol. 221 - 221 vso, 27-05-1595)
In 1603 willen de inwoners van de Claessteeg (de huidige Clarensteeg) en de Koddesteeg, starc omtrent 37 personen, zich afscheiden van de buurt Mirakelsteeg (of St. Annenrijk, zoals de gebuurte inmiddels wordt genoemd), starc 25 huysgens. Met personen en huysgens zullen wel huishoudens zijn bedoeld. Het Gerecht reageert furieus en eist dat de gebuyrt zulx die nu ter tijt es bij den anderen en ongescheyden zal blijven. De betrokkenen, zowel gesamentlicken ende elcken van hem in 't bijsonder (zal) den heer van de gebuyrte die 't nu es ende in tijden en wijlen mogen wesen, in allen gebuyrlicken zaecken ter kennen ende te gehoorsamen. Het Gerecht dreigt zelfs met arrestatie en gevangenis jegens onwillige ende ongehoorsame personen (zie ook Rodenrijk, zie ook 'Buurthouden', pag. 77).
(SA II inv. nr. 1216 fol. 6, 16-10-1603)
Buurtheer Jan Cornelisz. Groen brengt een ouderloos geworden kind aan bij het H.G. Weeshuis.
(Archief H.G. Weeshuis inv.nr. 3386 fol. 58, 03-04-1606)
In 1615 doen de bewoners van de Koddesteeg, in getalle van omtrent XL huysen, een nieuwe poging om zich los te maken uit St. Annenrijk. Zij voeren aan dat zij al enige jaren sware onvrede ende twist hebben met Jan Cornelisz. 't Groen en zijn echtgenote, heere ende vrouwe van de zelve buyrte. Man en vrouw zouden onbehoorl(ick) kijffachtig ende twistich leven, zoowel jegens elcanderen als andere buyren. Bovendien zou 't Groen de buurtkas hebben gebroocken ende 't gelt daeruyt genomen hebben, waerdeur den meesten twist gereezen off gecoomen is. Verder wordt opgemerkt dat de buurt nu veel te groot is, want de bewoners uit de verschillende stegen kunnen niet vergaderen door de menichte van de persoonen.
Na inspectie door schepenmeesteren besluit het Gerecht om de buurt te delen. De gehele Koddesteeg en de Claessteeg (de huidige Clarensteeg)aan weerszijden tussen de Koddesteeg en de Mare worden afgesplitst en herkennen we als Coddenrijk, wat later bekend als de buurt Rodenrijk. Het andere deel, bestaande uit de gehele Mirakelsteeg of St. Annenstraat en de Claessteeg (de huidige Clarensteeg) aan weerskanten tussen de Koddesteeg en de Mirakelsteeg behoudt de naam St. Annenrijk (zie ook 'Buurthouden', pag. 77).
(SA II 1216 fol. 26 - 26 vso, 10-09-1615)
In 1616 merken de gemeene gebuyren van de St. Annenstraet op dat de buurt van de Janvossensteeg (Noord Duizendvrezen) als gevolg van nieuwbouw flink is vergroot, zowel op de Oude Vest als in de steeg zelf. Men zou graag zien dat het pasgetimmerde gedeelte van de Oude Vest tussen de St. Annenstraat en de Koddesteeg bij de buurt wordt gevoegd. Het Gerecht belooft schepeninspectie en zegt dat men het rapport moet afwachten. Maar kennelijk voelt het Gerecht er niet voor, want in 1618 worden de huizen op de Oude Vest tussen de St. Annenstraat of Mirakelsteeg en de Mare in eerste instantie bij Rodenrijk gevoegd, maar uiteindelijk in 1620 bij de nieuwe buurt Vossenburg ondergebracht.
(SA II inv. nr. 52 fol. 196 - 196 vso, 07-07-1616)
In hetzelfde schrijven beklagen de buren zich over het feit dat verschillende medebewoners voor hun zaken gedurende een kwartaal of een half jaar de stad verlaten, met achterlating van vrouw en kinderen. Daardoor is men niet alleen afwezig bij begrafenissen, maar verzuimt men ook de boete wegens absentie te betalen. Deze gang van zaken leidt er toe dat andere buren opposeren ende murmureren. Hoewel de Generale Ordonnantie op de Gebuurten uitstedige inwoners vrijstelling verleent, wil men toch weten of dit ook geldt voor degeene die uuytreysen om haer affairen te doen.. Het Gerecht deelt mee dat de uitstedige buren niet boetschuldich zijn (zie ook 'Buurthouden', pag. 90).
(SA II inv. nr. 52 fol. 196 - 196 vso, 07-07-1616)
Ook klagen de buren dat de eigenaars van erven, liggende tussen de St. Annenstraat en de Koddesteeg weigerachtig zijn om volgens het 4e artikel van de Generale Ordonnantie te betalen. Het gaat hier om de verplichting om bij de aankoop van een huis de buurt met een bepaald bedrag te vereren. Maar de eigenaars menen dat deselve erven vrij, d.w.z. onbebouwd zijn en men de buurt niets schuldig is. Het Gerecht zegt dat de kopers van onbetimmerde erven wel degelijk moeten betalen. Dergelijke kwesties doen zich ook elders voor, zoals in de buurt Weidenburg bis (zie ook 'Buurthouden', pag. 114).
(SA II inv. nr. 52 fol. 196 - 196 vso, 07-07-1616)
Bij de vervanging van Jan Cornelisz. Groen door Thielman Lenaertsz. als buurtheer wordt, afgaande op de beschrijving van 10-09-1615, de buurt foutief omschreven als beginnende aen de noortzijde van de Claessteech aen den houck van den Maren met het huys van Dieuwertgen Floris, wede. van Pellegrom Fransen / ende in hem begrijpende beyde de zijden van de Codden- ende St. Annenstraeten, anders genaempt de Miraeckelsteech / met de tussche beyde leggende huysen / eyndende met het huys van Ruth Geerlofs wede. / ende weder beginnende aen de zuytzijde van de Claessteech met het huys van Tomas Thomasz. backer / ende eyndende aen den houck van den Maren met het huys van Willem Fru(?), wolcammer. Volgens deze omschrijving zou er in 1615 geen splitsing hebben plaatsgevonden.
(SA II inv. nr. 107 vso, 17-02-1633)
Op 19-08-1660 besluit het Gerecht om vier huizen in de Knoopmakerspoort bij de buurt Noord Duizendvrezen te voegen. Eveneens wordt de helft van de Olieslagerspoort aan St. Annenrijk onttrokken en ondergebracht bij de buurt Claas Jan Vossenhoek.
(SA II inv. nr. 1216 fol 107 vso, i.m.)
Op 30-06-1669 wordt Reinier [Trap] wapensnyder door Burgemeesteren ontboden rakende het wapen van de buurt St. Anna. Over het hoe en waarom wordt verder niets vermeld. Een mogelijkheid zou kunnen zijn dat Reinier de H. Anna heeft gesneden, hetgeen door het calvinistische stadsbestuur niet op prijs wordt gesteld (zie ook 'Buurthouden', pag. 106).
(SA II inv, nr. 191 fol. 36, 30-06-1669)
Op verzoek van de raden van St. Annestraet wordt Jan le Fevre als buurtheer ontslagen. Het Gerecht gelast de geburen een nieuwe voordracht te doen.
(SA II inv. nr. 82 fol. 111, 28-08-1670)
Jan de Zanger, 65 jaar en heer van St. Annenrijk, verzoekt en verkrijgt ontslag wegens ouderdom.
(SA II inv. nr. 127 fol. 130, 20-10-1763)
Hermanus Stikkelman, raad van de buurt Rodenrijk, meldt dat de heer is vertrokken en dat de buurt te klein is om een nieuwe heer te verkiezen. Ook is de buurtkas ontoereikend. Stikkelman stelt voor om Rodenrijk met St. Annenrijk te combineren. Het Gerecht gaat akkoord ((zie ook 'Buurthouden', pag. 138).
(SA II inv. nr. 140 fol. 158, 05-06-1788)
Buurtheren:
zie voor uitleg de Toelichting
Naam |
Benoemd |
Voor- dracht |
Reden vervang |
Meer Info |
Claesz., Josep - |
<08-12-1594 |
? |
† |
* |
Maertensz., Jan - |
08-12-1594 |
1 |
v |
* |
Groen, Jan Cornelisz. - |
26-01-1604 |
1 |
? |
* |
Lenaertsz., Thielman - |
17-02-1633 |
2 |
† |
|
Noe, Mathijs - |
>10-10-1635 |
1 |
† |
* |
Vaillant, Jan - |
29-11-1635 |
- |
v |
* |
Overzee, Jan Aerntsz. van - |
09-06-1645 |
2 |
† |
|
Fe(v)re, Jan le- |
04-10-1668 |
1 |
o |
* |
Fournys, Jacques - |
16-09-1670 |
1 |
† |
* |
Costenobel, Frans - |
10-12-1682 |
l |
† |
|
Fedder, Jacobus - |
20-05-1717 |
2 |
† |
|
Muts, Michiel van den - |
08-05-1727 |
1 |
† |
* |
Zanger, Jan de - |
13-02-1744 |
1 |
o |
* |
Dieutegard, Jan - |
03-11-1763 |
1 |
v |
|
Delgas, Paulus - |
12-05-1768 |
1 |
v |
|
Koning, Jacobus de - |
28-12-1775 |
1 |
v |
|
Bronkhuyzen, Jacobus - |
11-11-1785 |
1 |
o |
|