Regenten Weeshuis (1788-1830)

Frn_rgt_fremery

 

Regenten Weeshuis Leiden
Fremery

 

Fremery: Personalia
<bron
1>
             
1   Fremery, Jacobus de, echtgenoot van Henrietta Cornelia Christina Bovie, regentes van 1809-1810  
2   geb. Groot-Ammers 25-1-1748  
3   overl. L. 30-1-1826  
4   eigenaar van de Leidsche Zoutkeet  
5   klerk van de stedelijke thesaurie  
6   secretaris Curatoren universiteit  
7   lid van de plaatselijke schoolcommissie 1806  
8   lid van het leesgezelschap Miscens Utile Dulci  
9   lid van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde  
10   lid van de Nederlandse Huishoudelijke Maatschappij, dep. Leiden  
11   lid van Amicitia  
12   woonde op de Oude Singel en de Hooigracht tegenover de Groenesteeg  
13   zoon van .....  
14   x 1e
L. 14-6-1774 Maria Vermaas
ged. L. 5-11-1741
overl. L. 16-11-1779
dochter van Casper en Maria Dijkhuizen
 
15   x 2e
L. 7-3-1782, 1ste klasse (2 x 30 gulden)
Henrietta Cornelia Christina Bovie
geb. Nijmegen 4-2-1750
overl. L. 29-11-1810
dochter van Lambert Jan Bovie en Johanna Maria Catharina van Grootenraij
 
16   Uit het eerste huwelijk:  
17   1. Casparus
ged. L. PK. 17-3-1775
 
18   2. Petrus Isaacus
geb. L. 6-9-1776; ged. L. PK 11-9-1776
 
19   Uit het tweede huwelijk:  
20   3. Johannes Martinus
geb. L. 7-11-1784; ged. L. HK 11-11-1784
overl. L. 30-11-1784. 1ste klasse begraven, 30 gulden
 
             
 

 

Fremery: Notitie 1
<pers
2>
             
1   Den 10den november 1806 werd in afwachting van de nieuwe regeling der gemeentebesturen, de oude raad gecontinuteerd. Hij ging op den aangegeven weg verder en herstelde den 18den den thesaurier der stad tot welken post de sinds jaren met het werk vertrouwde klerk Jacobus de Fremery werd aangesteld met een dien eigen dag vastgesteld reglement.  
             
   
Blok, IV, 81
 
 

 

Fremery: Notitie 2
<1
3>
             
1   Jacobus de Fremery, weduwnaar (twee kinderen) van Maria Vermaas, wonende op de Hooigracht  
2   x L. 2e 7-3-1782 Henrietta Cornelia Chistina Bovie, (2x 30 gulden) jonged. van Nijmegen, wonende alhier op de Nieuwe Rijn.  
             
   
ELO, Kerkelijke ondertrouw WW f. 160
 
 

 

Fremery: Notitie 3
<2
4>
             
             
   
Testament van Jacobus de Fremery d.d. 22-2-1810 bij notaris A. Kleynenbergh Jzn.
Bron ???
 
 

 

Fremery: Notitie 4
<3
5>
             
1   Huwelijkse voorwaarde tussen J. de Fremery en H.C.C. Bovie d.d. 23-3-1782 voor notaris A. Kleynenbergh Jzn.  
             
   
Bron ???
 
 

 

Fremery: Notitie 5
<4
bron>
             
1   Testament van Jacobus de Fremery en H.C.C. Bovie d.d. 5-2-1784 voor notaris A. Kleynenbergh Jzn.  
             
   
Bron ???
 
 

 

 
Fremery: Bronnen
             
1   Nederlands Patriciaat 33 (1947) 148
2   Blok IV, 81.
             
 

 

Publicatie Auteur Home
Leiden Weeshuis Regenten Antoinette Frijns 2008 www.oudleiden.nl

 

 

Frn_rgt_drabbe

 

Regenten Weeshuis Leiden
Drabbe

 

Drabbe: Personalia
<bron
1>
             
1   Drabbe, Adriaan Isaac Burgittus, regent van 1797-1807  
2   geb. Sas van Gent 24.12.1745, daar de kerkelijke registers van Sas van Gent van de jaren 1742 t/m 1747 geheel of gedeeltelijk vernield zijn bij een kerkbrand, is zijn doop niet meer te vinden  
3   overl. L. 29.3.1828, (oud 82¼ jaar, kinderloos weduwnaar van Henriette Cocq), begr. L. HK. 2.4.1828  
4   woonde op het Steenschuur en in de Breestraat  
5   kapitein in het leger tot zijn pensionering 1788  
6   militair lid van de Maatschappij van Weldadigheid, afd. Leiden 1818-1820 en burgerlijk lid 1821-1827  
7   wijkmeester van wijknummer 15 in 1800  
8   opzichter over de aanvoer en distributie van brood, kaas, jenever en bier voor het werkvolk n.a.v. de ramp met het kruitschip 1807 (waarbij ook zijn huis op het Steenschuur werd verwoest)  
9   regent van het gevangenhuis 1816-1823  
10   lid van de commissie van inkwartiering en kasernering 1816-1828  
11   zoon van Jacob Drabbe, geb. L. 4.1.1709, ged. L. HK 6.1.1709, overl. Breda 30.6.1769 en Margrieta Dilia Feith, geb. Breda 24.11.1725, ged. Breda 25.11.1725, overl. L. 18.1.1801 (75 jaar), begr. L. HK. 17/24.1.1801, aang. 21.1.1801, 1ste klasse met koetsen (30 gulden)  
12   x Zwolle 10.11.1774
Henriette Cocq
geb. Zwolle 6.8.1751
overl. L. 2.8.1811 (60 jaar) in het huis in de Breestraat
nalatende man Adr. Is. Burg. Drabbe en 1 kind, van de Breestraat naar IJsselsteyn 3.8.1811, begr. aldaar 6.8.1811
op 14-5-1789 komende van Bergen op Zoom aangenomen als lidmaat van de NHK met attestatie
dochter van Gerrit Albert Cocq, kapitein der burgerij te Zwolle en Anna Hartman
 
13   a. Gerrit Willem Hartman
geb. Groningen [1782]
overl. L. 18.9.1827, 45 jaar
 
             
 

 

Drabbe: Notitie 1
<pers
2>
             
1   A.I.B. Drabbe huurde een huis op de Herengracht, gebuurte Schilperoord, dat hij met zijn vrouw en een kind van 15-5-1789 tot 7-4-1790 bewoonde.  
2   Eigenaar: wed. Renaar.  
             
   
ELO, Bevolkingsregister 1762-1796, inv.nr. 1856, nr. 42
 
 

 

Drabbe: Notitie 2
<1
3>
             
1   A.I.B. Drabbe huurde een huis op de Herenstraat, gebuurte Sevenhuyse, dat hij met zijn vrouw, een kind en een dienstbode van april 1790 tot mei 1793 bewoonde.  
2   Eigenaar: wed. Pieter Castrop.  
             
   
ELO, Bevolkingsregister 1762-1796, inv.nr. 1702, nr. 77
 
 

 

Drabbe: Notitie 3
<2
4>
             
1   A.I.B. Drabbe, stemgerechtigde was eigenaar van een huis op de Koepoortgracht, dat hij met zijn vrouw, een kind en een dienstbode tot oktober 1801 bewoonde.  
             
   
ELO, Bevolkingsregister 1796-1804, inv.nr. 1906, buurt 15, nr. 31
 
 

 

Drabbe: Notitie 4
<3
5>
             
1   A.I.B. Drabbe, weduwnaar, was eigenaar en bewoner van een huis op de Breestraat. Het huis werd bewoond door 2 leden van het mannelijk geslacht van 18-50 jaar; 1 lid van boven de 50 jaar en 1 lid van het vrouwelijk geslacht.  
             
   
ELO, Volkstelling 1818, inv.nr. 1091, wijk 4, nr. 345
 
 

 

Drabbe: Notitie 5
<4
6>
             
1   De tijdelijke president [van het regentencollege van het weeshuis] Drabbe op de Bredestraat. Waarschijnlijk woonde hij vanaf 1801 op de Breestraat.  
             
   
ELO, HGW, inv.nr. 3869
 
 

 

Drabbe: Notitie 6
<5
7>
             
1   Een groot deel van de begunstigers, [zangcollege weeshuis] destijds leden of intekenaars genoemd, is te plaatsen in de milieus van regenten, intelligentia en grotere ambachtsbazen.  
2   In 1796 waren er meer dan 100 donateurs, in 1797 waren er precies 100 en in 1798 bedroeg hun getal 78. Een van hen, kapitein der schutterij Drabbe trok zich eind 1796 terug als donateur. Zijn bijdrage werd teruggegeven.  
             
   
Haan, S.W.M.A. den en P.M. Kann, Zucht om zich te oefenen in de lieflijke zangkunst. (Alphen aan den Rijn 1996) 39
 
 

 

Drabbe: Notitie 7
<6
8>
             
1   Geeft te kennen Adriaan Isaac Burgittus Drabbe, wijkmeester van het wijknummer 15 binnen deze stad, dat hij suppliant in het uitoefenen van den voorschr. post zovele continuele werkzaamheden ontmoet, dat het hem ondoenlijk wordt dezelve in die orde te kunnen blijven waarnemen, zoals zulks naar des suppliants inzien behoort. Dat hem suppliant voornamelijk daarin hinderlijk zijn zo huiselijke omstandigheden als en wel bijzonder de post van regent van het H.G. of armen weeshuis alhier, waartoe hij suppliant ook geen gering gedeelte van zijn tijd besteden moet. Dat hoe volwaardig de suppliant ook anders zijn mogen om in alle maatschappelijke lasten te delen en te helpen dragen, hij suppliant zich echter verzekerd houdt, dat gijlieden niet meerder van hem vorderen zult dan de suppliant mogelijk is te kunnen verrichten. En keert mitsdien de suppliant zich tot ulieden, verzoekende dat het Ulieden mogen behagen hem van zijn post als wijkmeester te ontslaan en daarvan te verlenen appointment in forma.  
2   De administratieve municipaliteit van Leiden heeft den requestrant ontslagen van de post als wijkmeester van het wijk nr. 15. Actum 25 febr. 1800.  
             
   
ELO, SA II, inv.nr. 602, f. 254-255
 
 

 

Drabbe: Notitie 8
<7
9>
             
1   Adriaan Isaac Burgittus Drabbe is benoemd tot opzichter over de aanvoer en distributie van brood, kaas, jenever en bier voor het werkvolk dat n.a.v. de kruitramp op 12 januari 1807 naar Leiden kwam om het puin op de ruine op te ruimen.  
             
   
ELO, SA II, inv.nr. 642, notulen H.Hren. Wethouderen der stad Leiden, d.d. 17-1-1807
 
 

 

Drabbe: Notitie 9
<8
10>
             
1   Naamlijst der eigenaren van de gebouwen den 12 januari 1807 te Leiden vernield of onherstelbaar geworden, behorende bij de kaart van deze ruïne door de landmeter P. van Campen daarvan gemaakt. De getallen op de gronden in deze kaart getekend zijn overeenkomende met de cohieren der verpondingen.  
2   Bon West-Nieuwland 242 en 244 [tussen Koepoortsgracht, Molensteeg, Vliet en Steenschuur] Adriaan Isaac Burgittus Drabbe en de zijnen.  
             
   
ELO, SA II, inv.nr. 642, bijlage no. 107a
 
 

 

Drabbe: Notitie 10
<9
11>
             
1   Op 8 mei 1807 koopt Adriaan Isaac Burgittus Drabbe van Frans van Stripiaan Jacobsz. t.o.v. schout en schepenen van Leiderdorp "een zeer vermakelijke speeltuin nr. 7, genaamd Veldzigt voor deze geweest zijnde twee tuinen, med deszelfs hegte sterkes en logeabele huizinge, voorzien van diversen kamers en vertrekken, keuken, kelder en verdere getimmertens, zijnde de tuin nieuw aangelegt en met exquise vruchtbomen beplant, staande en gelegen buiten de Maarepoort der stad Leiden aan de Heerenweg of Trekvaart op Haarlem onder dezen Ambagte van Leiderdorp, belend aan de eene zijde Anthony Arnolts, aan de andere zijde Jan Moelee, strekkende voor van de Trekvaart tot achter aan zekere vaarsloot". Voorts vrij en zonder enige belasting, zijnde de jongste waarbrief van 26-3-1801.  
2   koopsom: 2100 gl. a 40 groten gereed.  
             
   
NA, Rechterlijk Archief Leiderdorp 55, f. 87v, d.d. 8-5-1807
 
 

 

Drabbe: Notitie 11
<10
12>
             
1   De heren Drabbe en Van Senden na vooraf belet gevraagd te hebben, zijn ter kamer van vrouwe regentessen gekomen en hebben haar edelen kennis gegeven (mede in naam van de heer Scheltus) dat zij ontslag van hun posten als regenten van dit godshuis verzocht en verkregen hadden. De heer Drabbe het woord voerende mede voor de andere heren, nam een allervriendelijkst en aandoenlijk afscheid, bedankende de dames voor de goede harmonie en aangename verkering gedurende deszelfs samenzijn en werkzaamheden tot welzijn van dit godshuis. Eindigende zijn aanspraak met de beste en uitgebreidste zegeningen toe te wensen over het werk der dames en de belangen van dit huis als over haar edele personen en familie. Dit alles werd door mevrouw Bisdom als voorzitster in naam der overige dames met gene minder hartelijkheid en aandoening op dezelfde wijze beantwoord en de heren in hunne onderscheidene betrekkingen de beste zegen toegewenst, terwijl de dames niets vurigers verlangt hadden als dat deze band nog lang onverbroken gebleken was, zijnde dit bezoek na aanbeveling van vrienschap ter beider zijde, gescheiden.  
             
   
ELO, HGW, inv.nr. 200, verg. 9-11-1807, art. 6
 
 

 

Drabbe: Notitie 12
<11
13>
             
1   Brief van A.I.B. Drabbe en A.P.I. Drabbe aan de burgemeester van de stad Leiden.  
2   Geven eerbiedig te kennen de ondergetekende A.I.B. Drabbe en A.P.I. Drabbe dat hun oliemagazijn en aanbelende huizen, staande en gelegen in zekere poort aan de westzijde van de Koepoortsgracht binnen deze stad onder het bon West-Nieuwland no. 244 door de noodlottige gebeurtenis van 12 januari 1807 mede zeer zwaar beschadigd, doch uit hoofde van het groot belang, weder in orde zijn hersteld.  
3   Dat de supplianten om hun magazijn voornoemd niet geheel ten prooi te laten in de noodzakelijkheid worden gebracht om de overblijfsels van een daar nevenstaand pakhuisje no. 243 als toen toebehorende aan Jan Merlijn (het tweede volgende no. 242 aan ons ondergetekende en welk bewoond werd door onze opziender van gedagte magazijn) benevens het daarnaast gelegen huisje no. 241 behoord hebbende aan de erven Matthijs Lulst aan te kopen en alzo ook eigenaars van dezelve zijn geworden met oogmerk en verlangen om het magazijn en de drie daarnaast gelegen huisjes met elkander gecombineerd in orde te laten herstellen, doch daarin door vele beletselen tot hiertoe tot hunne grote schade zijn verhinderd geworden, totdat nu eindelijk de opziender Blank aan hun heeft laten aanzeggen dat zij met het herstellen van meer genoemde huisjes onder approbatie van uwe grootachtbare zouden kunnen voortgaan en keren mitsdien de supplianten tot uwe grootachtbare met ootmoedig verzoek dat aan hun nog mogen worden gepermitteerd om hun  
4   voorschr. magazijn met de drie bovengemelde huisjes aan hun in eigendom toebehorende te mogen combineren en in behoorlijke orde te laten brengen.  
5   A.I.B. Drabbe, mede namens mijn broeder A.P.I. Drabbe.  
6   Fiat verleend 22-9-1808.  
             
   
ELO, SA II, inv.nr. 596, f. 97
 
 

 

Drabbe: Notitie 13
<12
14>
             
1   Antwoord van de burgemeester op bovenstaand verzoek.  
2   De burgemeester der stad Leiden heeft bij dezen aan A.I.B. Drabbe en A.P.I. Drabbe wonende binnen deze stad op derzelven verzoek bij requeste gedaan en om daarbij aangevende redenen toegestaan dat zij onder opzicht van een der stadsfabrieken aan hun olie-magazijn zullen mogen aantrekken en daarmede in behoorlijke orde brengen drie daar neven staande pakhuisjes in zekere poort aan de westzijde van de Koepoortsgracht onder het bon West-Nieuwland aan hun in eigendom toebehorende, als een naast voorschr. magazijn staande door hun gekocht van Jan Merlijn; een daaraanvolgende aan hun ook tevoeren hebbende toebehoord en een daarnaast volgende door hun gekocht van de erven van Matthijs Lulst. Leiden den 22 september 1808.  
3   J.C. Potgieter.  
             
   
ELO, SA II, inv.nr. 596, f. 98
 
 

 

Drabbe: Notitie 14
<13
15>
             
1   Bij gelegenheid dat twee leeden uit den Raad tot Wethouderen waaren verkooren.  
2   't gaat in deez' Stad hoe langs hoe welder,
op Burgemeesteren Kamer zit,
het Dikste en het Dunste lidt,
De een was Lantaaren man, en de and're briefbestelder
 
3   En Tempore  
4   Welder dit woord word in dien tijd in eene spotagtigen toon veel  
5   gebruyt, in plaats van Beeter, 't gaat wel nog Welder.  
6   de Heer Drabbe, voor heen Commandant van 'S Bosch naderhand  
7   tot Lid van den Raad verkooren, was hij verpligt geworden, om de Leverantie van het ligt voor de Stadslantaarne (iets het welke hij met zijn broeder had aangenoomen) te moeten bedanken, niemand in den Raad evenaarden hem in dikte, maar wel in Verstand.  
8   De Heer Kluit, Postmeester een zeer dun mager manneke met een gezonde kop, minder Vleesch dan D ... maar meer Herssens.  
9   [ca. 1805].  
             
   
ELO, Bibliotheek Leiden en omg. nr. 15148 pf
 
 

 

Drabbe: Notitie 15
<14
16>
             
1   Testament in dato 21 juli 1815.  
2   Voor Thomas van Bergen .... is gecompareerd de heer Adriaan Isaac Burgittis Drabbe, oud-kapitein, wonende op de Breestraat, wijk 4, nr. 345 binnen deze stad, .... zijnde gezond naar ziel en lichaam, zijn geheugen en oordeel hebbende als uiterlijk bleek dewelke aan mij notaris in tegenwoordigheid der getuigen zijn testament en uiterste wille heeft opgegeven ...  
3   Ik herroepe en vernietige alle vorige door mij gemaakte testamenten en uiterste wils dispositien.  
4   Ik noeme en stelle tot mijn enige en algehele erfgenaam mijn enige zoon de heer mr. Gerrit Willem Hartman Drabbe, wonende binnen deze stad en bij vooroverlijden van dezelve zijn wettige decendent/en bij representatie.  
5   En in geval mijn voornoemde zoon voor mij mocht komen te overlijden zonder wettige nazaten achter te laten, dan benoem ik tot mijn algemene erfgenaam mijn aanbehuwde dochter Wilhelmina Frederika Louisa Tollius, thans echtgenote van mijn voornoemde zoon, willende en begeerde ik dat zij bij mijn overlijden over het eigendom en het genot van alles wat mij op dat tijdstip mocht toehoren de vrije beschikking hebben ....  
6   Gepasseerd ten woonhuize van de heer testateur in een beneden vertrek uitziende op de tuin in tegenwoordigheid van .....  
             
   
ELO, Notarieel Archief, notaris Thomas van Bergen, 1815, inv.nr. 61-2, akte nr. 163, f. 317-318
 
 

 

Drabbe: Notitie 16
<15
17>
             
1   Inventaris van goederen, gelden, effecten en papieren in bewaring van Adriaan Isaac Burgittis Drabbe opgemaakt  
2   d.d. 13-2-1828 ten overstaan van notaris Thomas van Bergen op verzoek van de weledelgestrenge heer Adriaan Isaac Burgittus Drabbe, gepensioneerd kapitein, wonende op de Breestraat in wijk 4, nr. 345, wedunaar van wijle Henriette Cocq met wie hij in gemeenschap van goederen onder de vorige bestaand hebbende Hollandse wet is gehuwd geweest. Mitsgaders op verzoek van Wilhelmina Frederica Louisa Tollius, weduwe van mr. Gerrit Willem Hartman Drabbe, met wie zij op 28-6-1815 onder het thans bestaande burgerlijk wetboek in gemeenschap van goederen volgens de wet is gehuwd geweest en door wie zij bij testamentaire dispositie op 21-7-1815 voor mij notaris in presentie van getuigen ..... .... wonende bij Adriaan Isaac Burgittus Drabbe in huis. Noch ten verzoeke van voorgemelde Frederica Louisa Tollius, weduwe van mr. Gerrit Willem Hartman Drabbe in haar betrekking als moeder en wettige voogdes over haar alle nog minderjarige kinderen, genaamd: Adriaan henry Hartman Drabbe, Herman Tollius Drabbe, Jean Cretien Drabbe,  
3   Guillaume Jacob Drabbe, Bartha Hermanna Drabbe en Susanna Elisabeth Drabbe welke voornoemde minderjarigen gerechtigd zijn tot de indisponibele portie inde nalatenschap van wijlen hun vader en bekwaam om zich als zodanig te gedragen.  
4   In tegenwoordigheid van mr. Arend Jacob Adriaan Drabbe, rechter ter instructie bij de rechtbank van eerste aanleg van het district 's-Gravenhage, wonende aldaar als toeziend voogd over de voorgemelde minderjarigen waartoe hij is benoemd en beedigd in een familieraad gehouden ten overstaan van de heer vrederechter van het kanton Leiden nr. 1, blijkens het proces verbaal dd. 17-1-1828.  
5   De rekwiranten [eisers] verklaren dat voormelde Henriette Cocq bij mutueel [wederzijds] testament door haar en haar voormelde man op 22-11-1774 in besloten vorm gemaakt, door haar op 2-8-1811 binnen Leiden met de dood bevestigd en hetwelk op bevel van de president van de rechtbank van eerste aanleg te Leiden d.d. 8-12-1812 behoorlijk geregistreerd is en bij acte van depot op 14-1-1813 voor mij notaris in tegenwoordigheid van getuigen gepasseerd is en behoorlijk geregistreerd is en onder de rang mijner minuten geplaatst en onder mij berustende. In gemeld testament heeft voormelde Henriette Cocq tot haar erfgenaam/erfgenamen geinstitueerd, het kind of de kinderen die uit haar voorschreven huwelijk geboren zullen worden. Daar zij bij overlijden geen andere kinderen dan haar zoon mr. Gerrit Willem Hartman Drabbe nalaat en deze dan ook haar enige en algehele erfgenaam is geworden en het recht tot de wederhelft van de gemeenschappelijke boedel van haar en voorn. zijn vader heeft verkregen.  
6   Voorts wordt vermeld dat omtrent de voorschreven gemeenschappelijke boedel nog niets door Adriaan Isaac Burgittus Drabbe en zijn zoon was geregeld en dat nu door het overlijden van laastsgemelde noodzakelijk is geworden. Op deze inventaris zal worden gebracht alles wat tot de gecontinueerde gemeenschap in voege voorschreve behoort en hetgeen thans de gemelde boedel uitmaakt. De opgaaf zal geschieden door de heer Adriaan Isaac Burgittus Drabbe, die beloofd heeft alles te zullen aanwijzen en opgeven wat daartoe behoort zonder daarvan iets te verzwijgen of achter te houden direct noch indirect .......  
7   De taxatie der goederen daaraan onderhevig zal geschieden door Johanna Morree, buitengewoon erfhuismoeder, wonende op het Levendaal als daartoe door de belanghebbenden benoemd, die met ede heeft verklaard zich van deze aan haar opgedragen commissie wel en naar geweten te zullen kwijten, blijkens proces verbaal van voorgmelde heer vrederechter dd. 26-1-1828.  
8   Dit gedaan zijnde is men met de inventarisatie der goederen aan taxatie onderhevig aangevangen op de volgende wijze:  
9   In de kleine zijkamer uitziende met twee ramen op de straat:  
10      
11   Twee linnen valgordijnen, getaxeerd op fl. 8,--.    
12   Vier kleine gordijntjes en twee groene meubelgordijnen fl. 12,--.    
13   Een uitsteekspiegel fl. 5,--.    
14   Een spiegel met vergulde lijst fl. 20,--.    
15   Een mahonie houten tafel met kleedje fl. 8,--.    
16   Daarop een pijpenlade en tabaksdoos fl. 2,--.    
17   Een cilinder kastje fl. 6,--.    
18   Een mahoniehouten secretaire fl. 30,--.    
19   Daarop een pendule, twee branches met stolpen, en een inktkoker fl. 25,--.    
20   Daarin een tabakskistje, een dito, twee theekistjes,een blaadje met enig theegoed en een desert-trommeltje fl. 6,--.    
21   Een eikenhouten turfkist fl. 4,--.    
22   Daarop vier koppen en vier bakken fl. 3,--.    
23   Een lessenaartje fl. 1,--.    
24   Acht stoelen en twee fauteuils met zwarte zittingen fl. 20,--.    
25   Een tafel fl. 10,--.    
26   Twee platen in lijsten fl. 6,--.    
27   Een vloerkleed, karpet en twee kleedjes fl. 50,--.    
28   In een vaste kast:        
29   Vier en vijftig porseleinen koppen en vijf en zestig dito schoteltjes fl. 8,--.    
30   Vijftien porseleinen schotels fl. 3,--.    
31   Vijfien dito kommetjes fl. 3,--.    
32   Acht dito schoteltjes, een dito pot en kan fl. 1,--.    
33   Twee en twintig koppen en achttien bakken fl. 4,--.    
34   Zeven porseleinen kommen en zes en twintig dito schoteltjes fl. 4,--.    
35   Een zwart theeserviesje, een lamp, een koffiemolen en suikerpot fl. 3,--.    
36   Een porseleinen theeservies en een koffiekan fl. 6,--.    
37   Twee koffiekannen, twee melkkannen, drie blikken fl. 3,--.    
38   Een bruine ketel, een pot, kan en drie glaasjes fl. 2,--.    
39   Twee verlakte vazen, een broodben, een blik en fl. 3,--.    
40   Een boterpot en drie blikjes fl. 3,--.    
41   In de grote beneden zijkamer uitziende met twee ramen op straat:  
42      
43   Een geverfde boekenkast fl. 8,--.    
44   Een mahonie cilinderkastje fl. 10,--.    
45   Een spiegel met vergulde lijst fl. 10,--.    
46   Twee linnen valgordijnen, vier kleine gordijntjes en twee meubelgordijnen fl. 20,--.    
47   Vier schilderijen fl. 5,--.    
48   Acht stoelen en een fauteuil met zwarte zittingen fl. 8,--.    
49   Een koperen schoorsteen, een tang en twee        
50   branches fl. 10,--.    
51   Zeven porseleinen pullen fl. 1,--.    
52   Een bruin tafeltje fl. 2,--.    
53   Een vloerkleed, karpet en loper fl. 30,--.    
54   In de binnenkamer uitziende op de tuin:  
55      
56   Twee linnengordijnen en twee gele meubel-        
57   gordijnen fl. 16,--.    
58   Een raamkussen fl. 8,--.    
59   Twee mahoniehouten speeltafeltjes fl. 8,--.    
60   Een spiegel met vergulde lijst fl. 25,--.    
61   Een ingelegd tafeltje fl. 20,--.    
62   Een porseleinen servies en blad fl. 25,--.    
63   Een mahoniehouten buffet fl. 20,--.    
64   Een likeurkeldertje fl. 4,--.    
65   Zes stoven fl. 3,--.    
66   Een mahoniehouten blad fl. 3,--.    
67   Een ijzeren haard en tang fl. 4,--.    
68   Vijf potjes, drie schilderijen met glazen en twee branches fl. 10,--.    
69   Een bruin houten theestoof, koperen ketel en confoor fl. 8,--.    
70   Een smirna karpet fl. 50,--.    
71   In de kinderkamer uitziende op de tuin:  
72      
73   Drie linnen gordijnen fl. 2,--.    
74   Zes stoelen en een fauteuil fl. 6,--.    
75   Een ingelegd bureau fl. 25,--.    
76   Negen chinese beeldjes en drie porseleinen potjes fl. 10,--.    
77   Een spiegeltje fl. 3,--.    
78   Een jas en hoed fl. 10,--.    
79   Een blauw porseleinen servies, bestaande uit een honderd en twaalf stuks fl. 20,--.    
80   Drie en twintig porseleinen borden fl. 2,--.    
81   Achttien schalen fl. 2,--.    
82   Drie slabakken en vier schotels fl. 2,--.    
83   Twintig porseleinen schotels en drie fruitschoteltjes fl. 8,--.    
84   Zeven flesjes, een waskom en kan fl. 1,50.    
85   Vier en vijftig stuks gele schotels en borden fl. 8,--.    
86   De matten op de vloer, een karpet, een loper, een tang en pook fl. 8,--.    
87   Een boekenkast fl. 5,--.    
88   In de doorloop:  
89      
90   Acht schilderijen, een hangoor tafel, een geverfd tafeltje, een spiegel, vier stoelen, zes mandjes een dambord en schijven en drie paraplu's fl. 20,--.    
91   In een vaste kast:        
92   Een blad, drie stenen kannetjes en een ketel fl. 4,--.    
93   Twee verlakte bladen, zes flessenbakjes, een olie- en azijnstel, twaalf messen, een bruin messen-bakje, drie tafelconforen en twee koperen kandelaars en pijpen fl. 6,--.    
94   In een vaste kast:        
95   Negen kelken, vijftien stuks divers glaswerk, twintig kelken, drie bokalen, zes bierglazen, drie compotten en drie karaffen fl. 10,--.    
96   In de gang in een vaste kast:  
97      
98   Drie koperen ketels, een dito theeketel, drie dito pannen, een dito grote ketel, een dito braadpan, twee emmers met koperbeslag, een koperen spuit, een poffertjes pan, enige houten vlootjes, een koperen keteltje fl. 32,--.    
99   In de gang:  
100      
101   Een bankje, een puntrum, een klok, drie ganglopers, acht matjes, een fonteintje en handdoek fl. 8,--.    
102   Een barometer en een klok fl. 2,--.    
103   In de keuken:  
104      
105   Twee koperen schotels, een dito rand, een vuilnis-blik, een schuimspaan, een ijzeren ketting, een rooster, een blaasbalg en pijp fl. 12,--.    
106   Twee blikken, een kaarsenbak, een rek met twaalf kelken, vier bierglazen, een karaf en een verlakt blaadje fl. 2,--.    
107   Een blik, theestoofje en koperen ketel fl. 3,--.    
108   Een tinnenkast fl. 3,--.    
109   Daarin: vier en dertig stuks geelgoed, een tinnen visplaat, een dito schotel, een dito bord, een koperen vijzel, twee dito blakers, vier stuks klein koper, een koffiemolen, twee tafelconforen, een lantaarn, een tinnen trekpot, een dito peperbus, en een puddingblik fl. 8,--.    
110   Een tafeltje, een blaker, een keteltje, een blaadje,vier stoven, vijf stoelen, twee theestoven, een koper keteltje, een stenen kannetje, twee koperen stoofpotten, vier aspotten, een ijzeren ketel, een ketting, scheptang, en twee koekenpannen fl. 24,--.    
111   Twee koperen ketels en enige potten en pannen fl. 2,--.    
112   In de mangelkamer:  
113      
114   Een mangel, een pers, een wastafel, een mand, twee stoelen, een tuinbank, drie ladders, een kastje, een vliegenkast, een vuurbak, twee koperen strijkijzers, vier blikken emmers, enige stofgereedschap fl. 64,--.    
115   In de timmerkamer:  
116      
117   Een slee, tuingereedschap, een ton, enig hout en rommeling fl. 5,--.    
118   In de orangerie:  
119      
120   Een kachel, tang en pook en drie gieters fl. 3,--.    
121   Op de plaats:  
122      
123   Een bank, twee rakken, een emmers, een tafel en mand fl. 2,--.    
124   Op de provisiekamer:  
125      
126   Dertien blikken, zestien provisiepotten, achttien provisie flessen, zes tonnetjes en drie houten dozen, twee koperen ketels, een ijzeren doofpot, een haardje en bak, een tafeltje, vier schalen en gewicht, zes koperen pannen, een tinnen schotel en visplaat, drie borden, een sauskom, een waterpot, een bierkan, vier stuks klein tin, twee koperen chocolade pannen, een koffiekan, een tinnen bierkan, twee tabaksconforen, een nachtblaker, een blaker, een theetrommeltje, twee houten schalen en enig houtwerk fl. 50,--.    
127   Op de boven logeerkamer uitziende met twee ramen op de straat:  
128      
129   Twee linnen gordijnen, vier kleine gordijntjes, een ronde mahoniehouten tafel, en kleedje fl. 10,--.    
130   Een spiegel met vergulde lijst, een toiletspiegel, een bruin tafeltje, een kastje, zes stoelen en twee fauteuils met zwarte zittingen, een vuurscherm en een schilderij fl. 42,--.    
131   Een wastafel, twee gele lampetten en kommen, een karaf en twee bierglazen en een bruin kistje fl. 3,--.    
132   Een ledikant met groen behangsel fl. 40,--.    
133   Een paardenharen matras, een bed, een peluw, zes kussens, een katoenen deken, een sprei, een wollen deken en een onderkleed fl. 10,--.    
134   Een vloerkleed fl. 14,--.    
135   Een mahoniehouten kabinet met drie stuks porselein fl. 50,--.    
136   Een bedtafeltje fl. 2,--.    
137   In het gemelde kabinet:        
138   Zes slopen fl. 3,--.    
139   Zestien slopen fl. 8,--.    
140   Twaalf kleine slopen fl. 2,--.    
141   Veertig slopen fl. 20,--.    
142   Een tafellaken en drie en dertig servetten fl. 20,--.    
143   Twee tafellakens en vier en twintig servetten fl. 22,--.    
144   Twee tafellakens fl. 8,--.    
145   Drie dito en vier en twintig servetten fl. 24,--.    
146   Vier tafellakens en vier en twintig servetten fl. 30,--.    
147   Een tafellaken en achttien servetten fl. 20,--.    
148   Achttien vrouwen hemden fl. 54,--.    
149   Een tafellaken en twintig servetten fl. 17,--.    
150   Twee tafellakens en vier entwintig servetten fl. 26,--.    
151   Een tafellaken en twaalf servetten fl. 12,--.    
152   Twee tafellakens en zes en twintig servetten fl. 26,--.    
153   Een tafellaken en twaalf servetten fl. 11,--.    
154   Een tafellaken en twaalf servetten fl. 14,--.    
155   Een tafellaken en dertien servetten fl. 15,--.    
156   Een tafellaken en twaalf servetten fl. 14,--.    
157   Achttien manshemden fl. 54,--.    
158   Zes en veertig beddenlakens fl. 184,--.    
159   Twaalf zakken fl. 2,--.    
160   Twee vrouwen rokken fl. 6,--.    
161   Vier witte mantels fl. 2,--.    
162   Vier borstrokken fl. 3,--.    
163   Drie jakken fl. 1,--.    
164   Zeven broeken fl. 6,--.    
165   Een mans japon fl. 2,--.    
166   Vijf en twintig paar kousen fl. 12,50.    
167   Een zwarte zijden japon fl. 3,--.    
168   Een witte dito fl. 3,--.    
169   Een zwarte zijden mantel fl. 3,--.    
170   Een blauw zijden jak fl. 5,--.    
171   Een witte zijden rok fl. 2,--.    
172   Enige portefeuilles en prenten fl. 2,--.    
173   Op de kinderkamer uitziende met drie ramen op de straat:  
174      
175   Een kleerkast fl. 3,--.    
176   Zes tinnen borden, vier blikjes en een koperen keteltje fl. 4,--.    
177   Een bedstede en twee gordijnen fl. 15,--.    
178   Twee stro-matrassen, een bed, een peluw, vier kussens, een onderkleed, een wollen- en een katoenen deken fl. 50,--.    
179   Een spiegel, een vloerkleed en karpet fl. 14,--.    
180   Acht stoelen met matte zittingen fl. 6,--.    
181   Drie linnen gordijnen en zes kleine gordijntjes fl. 8,--.    
182   Een tafel fl. 2,--.    
183   Een kachel, een hekje, een kolenemmer, tang, schop, pook en turfton fl. 20,--.    
184   Op de bovenslaapkamer uitziende met twee ramen op de tuin:  
185      
186   Twee linnen gordijnen en een spiegel met        
187   vergulde lijst fl. 14,--.    
188   Een ledikant met groen behangsel fl. 25,--.    
189   Een paardenharen matras, een bed, twee peluwen, drie kussens, twee wollen dekens en een katoenen dito fl. 80,--.    
190   Een tombeau met groen behangsel (compositie ter nagedachtenis van iemand) fl. 40,--.    
191   Een paardenharen matras, een bed, twee peluwen, drie kussens, een katoenen deken, twee wollen dito en een onderkleed fl. 80,--.    
192   Twee beddentafeltjes en drie tinnen potten fl. 8,--.    
193   Zes stoelen en twee fauteuils met gele zittingen en een stilletje fl. 13,--.    
194   Een tafel fl. 4,--.    
195   Een kleed en vijf kleine karpetjes fl. 16,--.    
196   Een eikenhouten kabinet met vijf pullen fl. 30,--.    
197   Daarin;        
198   Twaalf handdoeken fl. 6,--.    
199   Twaalf servetten fl. 12,--.    
200   Zes keuken servetten fl. 1,80.    
201   Een poederkleed fl. 2,--.    
202   Elf servetten en een tafellaken fl. 8,--.    
203   Twaalf servetten en een tafellaken fl. 8,--.    
204   Vijftien servetten en een tafellaken fl. 9,--.    
205   Achttien servetten en een tafellaken fl. 9,--.    
206   Twaalf keuken servetten fl. 4,--.    
207   Zes kleine slopen fl. 1,80.    
208   Zes keuken tafellakens fl. 3,--.    
209   Zeven en twintig beddelakens fl. 54,--.    
210   Zes en twintig slopen fl. 9,--.    
211   Een en veertig handdoeken fl. 25,--.    
212   Vijf tafellakens fl. 10,--.    
213   Vier scheerdoeken fl. 1,--.    
214   Een kleerkast fl. 4,--.    
215   Daarin een jas, een rok, vijf vesten, twee broeken, twee paar schoenen, een hoed en vijf porseleinen pullen fl. 40,--.    
216   Op de kleine achterkamer uitziende met een raam in de tuin:  
217      
218   Elf schilderijen fl. 3,--.    
219   Een glasgordijn fl. 2,--.    
220   Een ijzeren kist en kleed fl. 20,--.    
221   Een bruin houten bureau kabinet fl. 25,--.    
222   Een zieke stoel fl. 8,--.    
223   Vier stoelen fl. 8,--.    
224   Een geverfde latafel fl. 3,--.    
225   Daarin:        
226   Veertien paar witte kousen, zes paar wollen dito, en zeven paar zwarte zijde kousen fl. 14,--.    
227   Tien mans hemden fl. 26,--.    
228   Zeven onderbroeken fl. 5,--.    
229   Zestien zakdoeken fl. 6,--.    
230   Elf dassen fl. 3,15.    
231   Acht dito fl. 2,--.    
232   Zes nachtmutsen fl. 2,--.    
233   Zeven overhemden fl. 4,--.    
234   Vijf slaapjakken fl. 2,50.    
235   Tien borstrokken fl. 7,--.    
236   Drie kistjes fl. 2,--.    
237   Een kastje fl. 3,--.    
238   Twee tafeltjes fl. 2,--.    
239   Een spiegel met vergulde lijst fl. 10,--.    
240   Een bedtafeltje fl. 1,50.    
241   Een paardeharen matras, een bed, twee peluwen, drie kussens, een onderkleed en een sitse deken fl. 58,--.    
242   Een tapijt fl. 10,--.    
243   Twee gele lampetten en twee kommen fl. ,50.    
244   Op het portaal en de trap:  
245      
246   Een voetenbankje, een kastje, een vloerkleed en drie lopers op de trappen fl. 16,--.    
247   Op de zolder:  
248      
249   Een kist fl. 3,--.    
250   Een kinderbedje, twee kussens, een matras, vier stoelkussens, twee wollen dekens en een        
251   onderkleed. fl. 24,--.    
252   Twee vlootjes en een speelbord fl. 2,--.    
253   Vier kleerbakken en een droograk fl. 2,--.    
254   Zeven koffers fl. 14,--.    
255   Een kist, drie tafellakens, veertien servetten        
256   en een tafellaken fl. 17,--.    
257   Vier en twintig kleerstokken fl. 6,--.    
258   Een hangoor tafel fl. 3,--.    
259   Zestien schilderijen fl. 5,--.    
260   Een kleed en een waszak fl. 6,--.    
261   Negen stuks mandwerk fl. 6,--.    
262   Op een tweede zolder;  
263      
264   Een tafeltje, twee kleden, een loper en enige oude kleden fl. 10,--.    
265   Op het meidenkamertje:  
266      
267   Vijf gordijnen fl. 2,--.    
268   Twee tafeltjes, drie stoelen en een kleed fl. 3,--.    
269   Twee bedstee gordijnen, een bed, een onderkleed, een wollen- en een katoenendeken, een peluw, drie kussens, een tinnen waterpot en een spiegeltje fl. 30,--.    
270   Enige potten en rommeling fl. 1,50.    
271   Op een kamertje:  
272      
273   Zes stoven, twee bedtafeltjes, een persje, enige doosjes, een stoel, een kistje, een kuip, een schilderij en een vloerkleed fl. 20,--.    
274   Een spiegeltje, een tafeltje, een stoel en enige matten fl. 2,--.    
275   In de kelder:  
276      
277   Een kist, een bierstelling en enige flessen fl. 3,--.    
278   Boeken:  
279      
280   Enige boeken tesamen getaxeerd op fl. 150,--.    
281   Juwelen:  
282      
283   Twee haarspelden fl. 5,--.    
284   Een ring fl. 70,--.    
285   Ongemunt goud:  
286      
287   Een snuifdoos fl. 84,50.    
288   Ongemunt zilverwerk:  
289      
290   Twee tabaksconforen fl. 60,--.    
291   Een tafel tabaksdoos fl. 67,34.    
292   Zes kandelaars fl. 273,--.    
293   Een koffiekan fl. 45,50.    
294   Een trekpot en melkan fl. 45,50.    
295   Twee suikerbussen fl. 56,42.    
296   Een olie- en azijnstel fl. 41,86.    
297   Twee schenkbladen fl. 131,04.    
298   Vier zoutvaten fl. 16,38.    
299   Een broodben fl. 54,60.    
300   Vier kandelaars fl. 127,40.    
301   Twee kandelaars fl. 83,72.    
302   Een presenteertrommel fl. 48,56.    
303   Een dito fl. 40,04.    
304   Een bekermolen fl. 21,56.    
305   Twee punschlepels fl. 8,--.    
306   Twaalf lepels fl. 68,25.    
307   Twaalf vorken fl. 63,70.    
308   Twaalf lepels fl. 67,34.    
309   Twaalf vorken fl. 63,70.    
310   Vier potage lepels fl. 36.40.    
311   Twee souslepels fl. 6,82,5.    
312   Twee suikerstrooiers fl. 5,46.    
313   Een soeplepel fl. 22,75.    
314   Veertien lepels fl. 101,92.    
315   Dertien vorken fl. 80,08.    
316   Een potage lepel fl. 17,29.    
317   Twee zoutvaten fl. 18,20.    
318   Een mergboor fl. 5,18.    
319   Twee sauskommen fl. 69,16.    
320   Twaalg grote en twaalf kleine mesheften fl. 80,--.    
321   Zes theelepeltjes fl. 3,84.    
322   Drie paar gespen, een knipbeugeltje, twee kokers, een sleutelring en haak, twee gespen, een inkt-koker, een stukje zilver, een lepel, een kurke-trekker, twee cachetten, twee pennetjes, een etui met zilver gemonteerd, een hoorn met zilver, een paarlemoeren doosje met zilver gemonteerd en een bandgesp, tesamen fl. 50,--.    
323   Een en vijftig zowel grote als kleine pennetjes fl. 27,30.    
324   Met bedrag der voorschreven taxatie bedraagt fl. 5007,56,5.    
325   De taxatie van de goederen daaraan onderhevig afgelopen zijnde, heeft de schatster na gedane voorlezing alhier getekend,  
326   Johanna Morree.  
327   Door de voornoemde heer Adriaan Isaac Burgittus Drabbe wordt opgegeven dat de contante penningen op het inventariseren dezes in de boedel voorhanden in differente specien bedragen een som van fl. 609,--.  
328   Effecten en papieren:  
329   Vier en zestig certificaten van nationale uitgestelde schuld, dd. 1-1-1815, ieder groot fl. 1000,--.  
330   Zes dito en alles als de vorigen.  
331   Tachtig kansbiljetten tot de voorschreven uitgestelde schuld ieder groot fl. 1000,--.  
332   Vier obligaties ten laste van de stad Leiden, dd. 1-5-1790, rente 3,5%, ieder groot fl. 500,--.  
333   Een obligatie ten laste van de planters in de kolonie van Essequebo en Demerary groot fl. 100,-- waarop de rente sedert december 1825 niet meer is betaald.  
334   Een dito in alles als voren.  
335   De helft in een obligatie genegotieerd op 20 plantages gelegen in de kolonie Suriname groot fl. 500,--, rente 5% , waarop de rente sedert 1-1-1803 niet meer is betaald.  
336   De helft in een obligatie genegoteerd op twee plantages te Suriname, groot fl. 1000,--, waarop de rente onbetaald is sedert 1-4-1824.  
337   Door genoemde heer A.I.B. Drabbe wordt opgegeven dat hij jouisseerd in een pensioen van fl. 800,-- per jaar, hetwelk onbetaald is sedert 1-1-1828.  
338   Voorts dat aan hem competeert van wijlen mr. Gerrit Willem Hartman Drabbe wegens geleend geld fl. 230,--.  
339   Een acte van transport dd. 6-6-1801 voor het committee van civiele en criminele justitie te Leiden gepasseerd, waarbij an de heer A.I.B. Drabbe wordt getransporteerd een huis en erve staande en gelegen binnen Leiden op de Breestraat onder het bon Vleeshuis nr. 66, 69, 71, 72, 73, 74 en 75 voor fl. 3200,-- wordende door hem zelf bewoond.  
340   Een acte van transport op 3-6-1812 waarbij aan A.I.B. Drabbe wordt overgedragen de helft in vier bunders en circa 10 roeden land gelegen in de Zusetrpolder onder Den Haag voor fl. 1900,-- waarvan de wederhelft bereids aan gemelde heer A.I.B. Drabbe toebehoorde en zijnde verhuurd voor fl. 250,-- per jaar en waarvan de huurpenningen onbetaald zijn sedert kerstmis 1827.  
341   Een acte van transport 26-1-1824 waarbij burgemeesters der stad Leiden overdragen aan de heer Adriaan Isaac Burgittus Drabbe een bouwvallig huisje of schuur, wijk 4, nr. 372 voor de som van fl. 7,30,--. Welk huisje of schuur thans (13-2-1828) aan het voorschreven huis en erve is verheeld.  
342   Door de heer A.I.B. Drabbe wordt opgegeven dat hij in eigendom bezit een derde gedeelte in circa 10 bunders land, gelegen in de Nieuwe Groenendijksepolder onder Hazerswoude, mitsgaders een derde gedeelte in een bunder en ruim 49 roeden land gelegen in de Delfspolder mede onder hazerswoude. verhuurd voor fl. 445,-- per jaar, waarop de huurpenningen onbetaald zijn sedert kerstmis 1827.  
343   Nog een derde gedeelte in zes bunders en ruim 81 roeden land, gelegen in de Nieuwe Groenendijkse polder onder Hazerswoude, zijnde verhuurd voor fl. 260,-- per jaar, waarop de huurpenningen onbetaald zijn sedert kerstmis 1827.  
344   Van de voorschreven landen is door mevr. Henriette Drabbe, geboren Cocq staande huwelijk bij erfenis geacquireerd een fl. 18,-- vierde gedeelte en zijnde nog een derde in een vierde gedeelte in dezelfde landen an de heer A.I.B. Drabbe getransporteerd bij acte dd. 2-5-1814 door mij notaris.  
345   Nog wordt door de heer A.I.B. Drabbe als pretensie ten laste der nalatenschap van wijlen de heer mr. Gerrit Willem Hartman Drabbe opgegeven een som van fl. 460,-- wegens begrafenis kosten, uitschotten en de rouw.  
346   Afschrift van de acte van depot en het mutueel testament van vrouwe Henriette Cocq en de heer A.I.B. Drabbe uit het hoofd dezes gemeld, geparafeerd door mij notaris en genoemd onder nr. 44.  
347   Schulden en lasten des boedels:  
348      
349   - Aan J.J. van den Berg, behanger fl. 89,95,5.    
350   - Aan Abraham de Wringer, smid fl. 3,60.    
351   - Aan A. Rodbard, zilversmid fl. 3,--.    
352   - Aan H. Sparenburg en I. Bianchi stucadoors fl, 15,--.    
353   - Aan N. Veuger, koopman in matten fl. 4,15.    
354   - Aan C. Bos, horlogemaker fl. 34,80.    
355   - Aan C. la Lau, schoenmaker fl. 46,45.    
356   - Aan S. Eland en compagnie, wegens geleverde azijn fl. 11,55.    
357   - Aan C.C. van den Hoek, boekverkoper fl. 2,50.    
358   - Aan A. taroni, schoorsteenveger fl. 1,90.    
359   - Aan Thomas van Lelyveld wegens geleverd hout fl. 32,--.    
360   - Aan Isaac la Lau, metselaar fl. 4,85.    
361   - Aan P. Roodhuyzen, timmerman fl. 22,10.    
362   - Aan N.J. Teerlink, apotheker fl. 184,25.    
363   - Aan Gerrit de Zwager en Zn, stoelenmaker fl. 8,50.    
364   - Aan M. Seuter, kleermaker fl. 17,50.    
365   - Aan dezelfde fl. 67,96.    
366   - Nog aan dezelfde fl. 41,75.    
367   - Aan P. J. Mangner, verver en glazenmaker fl. 190,97,5.    
368   - Aan J.J. Droeze, chirurgijn, fl. 19,20.    
369   - Aan J. van den Berg, behanger fl. 252,--.    
370   - Aan Kroon, wegens geleverde turf fl. 180,--.    
371   - Aan de wed. Stripiaan, wegens geleverde wijn fl. 165,--.    
372   De verdere lasten des boedels niet bekend zijnde worden alhier gebracht voor memorie voorts volgens declaratoir van meergemelde heer A.I.B. Drabbe niets meer te inventariseren overig zijnde, heeft dezelve daarop dadelijk onder ede in handen van mij notaris afgelegd, verklaard dat deze inventaris is deugdelijk en oprecht en dat daarop voor zo veel hem bekend is, alles gebracht is wat tot deze boedel enigzins behoort, zonder daarvan iets verzwegen, achtergehouden of vervoerd te hebben of door anderen te hebben zien afvoeren direct noch indirect met onderwerping aan de straffen bij de wet bepaald.  
373   Zijnde de geinventariseerde goederen, gelden, effecten en papieren gebleven in de bewaring van gezegden heer A.I.B. Drabbe, die zulks erkend en zich belast om alle hetzelfde ten alle tijden weer te voorschijn te brengen en te verantwoorden daar en aan wie zulks behoren zal.  
374   Waarna deze inventaris is gesloten met al hetwelke men is bezig geweest tot 's-avonds acht uur.  
375   En hebben de requiranten, de toeziende voogd en de getuigen deze minute welke onder mij notaris berustende blijft met mij notaris na gedane voorlezing ondertekend.  
376   A.I.B. Drabbe  
377   W.F.L. Tollius, wed. Drabbe  
378   Drabbe  
379   Cephas Longepee, kuiper  
380   Jacobus van Erkel, kleermaker  
381   Thomas van Bergen, notaris  
382   Geregistreerd te Leiden dd. 15-2-1828.  
             
   
ELO, Notarieel Archief, notaris Thomas van Bergen, 1828, akte nr. 34, inv.nr. 74-1, fiche nr. 1006
 
 

 

Drabbe: Notitie 17
<16
18>
             
1   Ampliatie inventaris d.d. 8-5-1828.  
2   Dat in aanmerking genomen de weinig verlopen tijd tussen het formeren van de inventaris (zie acte nr. 34) en het overlijden van A.I.B. Drabbe die tot de helft der voorschreven gemeenschap gerechtigd was, nu door zijn dood is ontruimd en in dezelfde staat bepaaldelijk ten aanzien der bezittingen is gebleven, zijn comparanten geoordeeld hebben tot menagement van kosten geen nieuwe inventaris (die hetzelfde als de voorgemelde zou moeten bevatten) na de dood van meergemelde heer A.I.B. Drabbe moeten formeren, maar volstaan konden zich daartoe te refereren zoals zij comparanten verklaren zich daartoe te referenen bij dezen en voorts bij wijze van ampliatie waartoe deze strekkend is, de weinige veranderingen op te geven, die neerkomen op de volgende:  
3   - Eerstelijk dat ontvangen is van twee pretensien ten lasten van planters in de kolonie Esfequebo en Demerarie ieder groot een duizend gulden de som van dertig gulden.  
4   - Ten tweede dat de overledene van de contanten die op het formeren van voorgemelde inventaris aanwezig waren ten bedrage van fl. 609,-- heeft uitgegeven een som van fl. 259,--, zodat op zijn dood daarvan nog maar voorhanden was een som van fl. 350,--.  
5   - Ten derden dat de begrafeniskosten van de overledene tesamen bedragen een som van fl.364,30,--.  
6   - En eindelijk dat sedert het formeren van den voornoemde inventaris nog zijn opgekomen de volgende daarbij niet vermelde lasten en schulden, te weten:  
7      
8   - Van J.A. Zuur, wegens geleverde kruidenierswaren fl. 33,41,5.    
9   - Van N.J. Teerlink, apotheker fl. 25,60.    
10   - Van Hana Kluit en compagnie fl. 20,--.    
11   - Van M. Seuter, kleermaker fl. 11,05.    
12   - Van J. Focks, voor smidswerk fl. 11,40.    
13   - Van C. la Lau, schoenmaker fl. 7,80.    
14   - Van A. de Wringer, loodgieter fl. 5,55.    
15   - Van W. van Leeuwen, boekverkoper fl. 18,75.    
16   - Van C.H. Kroon, voor turf fl. 18,--.    
17   - Van de heer Gerardus Plaat, med. doctor fl. 100,--.    
18   Voorts door gemelde vrouwe W.F.L. Tollius verklaard zijnde niets meerder te weten dan op deze ampliatie inventaris behoord gebracht te worden, heeft dezelfde daarop dadelijk onder ede in handen van mij notaris afgelegd, verklaard dat de voorschreven opgave is deugdelijk, ter goeder trouw en oprecht zonder iets verzwegen te hebben direct of indirect met onderwerping aan de straffen bij de wet bepaald, zijnde al de goederen, gelden, effecten en papieren bij de dikwijls genoemde inventaris en bij deze ampliatie vermeld in de bewaring van van de vrouwe comparante, die in het sterfhuis van de heer A.I.B. Drabbe is inwonende, gebleven zoals zij zulks bij dezen erkend en zich belast om allen dezelfde ten alle tijden weer te voorschijn te brengen en te verantwoorden daar en aan wie zulks behoren zal.  
19   Met al hetwelke men is bezig geweest van 's-morgens negen uur tot na middags een uur ten mijne kantore.  
20   En heeft de vrouwe comparante, benevens de heer toeziend voogd en de getuigen deze minute welke onder mij notaris berustende blijft met mij notaris na gedane voorlezing ondertekend.  
21   W.F.L. Tollius, wed. Drabbe  
22   Drabbe  
23   Cephas Longepee, kuiper  
24   Jacobus van Erkel, kleermaker  
25   Thomas van Bergen, notaris  
26   Geregistreerd te Leiden dd. 8-5-1828.  
             
   
ELO, Notarieel Archief, notaris Thomas van Bergen, 1828, inv.nr. 74-1, akte nr. 106, fiche nr. 1019
 
 

 

Drabbe: Notitie 18
<17
19>
             
1   Proces verbaal d.d. 20-8-1828, nr. 162 en 252.  
2   Extract uit het register van de voorlopige aangiften ter verkoop van roerende goederen berustende ten kantore van de burgelijke acten te Leiden.  
3   Den 14-8-1828.  
4   Comparerende Willem Kooij, kantoorbediende wonende te Leiden in kwaliteit als gemachtgde van Thomas van Bergen, openbaar notaris, residerende te Leiden blijkens onderhandse procuratie op 10-12-1822 getekend en ten zelve dagen aan dit kantoor geregistreerd, die verklaard heeft dat voornoemde heer Thomas van Bergen op de twintigste dezer lopende maand augustus aan het verkoophuis van meubelen op de Hooigracht, wijk 7, nr. 770 binnen deze stad zal overgaan tot het verkopen op rechtelijke autorisatie van roerende goederen waaronder juwelen en ongemunt goud- en zilverwerk behoorlijk gestempeld, zo tot den gemeenschappelijke boedel van wijlen de heer Adriaan Isaac Burgittus Drabbe en zijn voor hem overleden echtgenote als tot den afzonderlijke boedel van Adriaan Isaac Burgittus Drabbe behorende.  
5   Heden den 20-8-1828 in het bijwezen van Hermanus Richard van Gelder, wonende op de Hooigracht in wijk 7, nr. 770 in kwaliteit als bij onderhandse procuratie dd. 14-8-1828 gemachtigde van Wilhelmina Frederica Louisa Tollius, weduwe van mr. gerrit Willem Hartman Drabbe, wonende op de Breestraat in wijk 4, nr, 345 in haar betrekking als in gemeenschap van roerende goederen volgens de wet onder het thans bestaande burgerlijk wetboek met genmelde hare echtgenoot gehuwd geweest zijnde, voorts als bij de testamentaire dispositie van dezelve haar echtgenoot op 21-7-1815 voor mij notaris in presentie van getuigen gepasseerd door hem op 18-9-1827 met den dood geconfirmeerd en dd. 18-1-1828 bij den ontvanger Potgieter behoorlijk geregistreerd in geval hij met achterlating van kinderen mocht komen te overlijden, genoemd en gesteld zijnde tot zijn legataresse van al datgenen waarover de wet hem toestond ten hare voordelen te beschikken zowel in eigendom als in vruchtgbruik en nog als moeder en wettige voogdesse over alle haar nog minderjarige kinderen ... die rechtigd zijn tot de indisponibele portie in de nalatenschap van wijlen hun vader en enige erfgenamen volgens de wet geworden zijn van de nalatenschap van wijlen hun op 29-3-1828 overleden grootvader,welke beide nalatenschappen ten hunne behoeven onder benificie van inventaris zijn aanvaard, blijkens twee acten dd. 21-3-1828 en 24-5-1828 ter griffie van de rechtbank van eertse aanleg binnen deze stad gepasseerd en behoorlijk geregistreerd ...........  
6   Heb ik Thomas van Bergen ...... mij bevonden aan het verkoophuis van meubelen op de Hooigracht ten einde aldaar publiek en aan de meestbiedende te verkopen en tot gelde te maken de na te melden roerende goederen waaronder juwelen, mitsgaders ongemunt goud en zilverwerk behoorlijk gestempeld behorende zo tot den gemeenschappelijke boedel van wijlen Adriaan Isaac Burgittus Drabbe en zijn vooroverleden echtgenote Henrietta Cocq van welke laatstgemelde Gerrit Willem Hartman Drabbe [haar zoon] enige erfgenaam is geweest als tot den afzonderlijke boedel van Adriaan Isaac Burgittus Drabbe en die vermeld staan bij de inventaris op den 13-2-1828 ten overstaan van mij notaris ....  
7   Tot welke verkoop autorisatie is verleend door de president van de rechtbank van eerste aanleg alhier ter stede dd. 10-6-1828 ......  
8   Zijnde deze verkoping bekend gemaakt door aanplakking van biljetten ... alsmede bij drie annonces in de Leydsche Couranten....  
9   De te verkopen boedel bevatte o.a.:  
10   Twee partijen bloempotten  
11   Drie broeibakken  
12   Een wieg en loopwagen.  
13   Een kinderstoel.  
14   Twaalf schilderijen.  
15   Een juwelen ring.  
16   Twee juwelen spelden.  
17   Een gouden snuifdoos.  
18   Twee zilveren tabaksconforen.  
19   Een zilveren tafel tabaksdoos.  
20   Twaalf zilveren kandelaars.  
21   Twee zilveren schankbladen.  
22   Een zilveren koffiekan en confoor.  
23   Een zilveren trekpot en melkan.  
24   Een zilveren broodben.  
25   Twee zilveren presenteer trommeltjes.  
26   Twee zilveren suikerbussen.  
27   Twee zilveren suikerstrooiers.  
28   Twee zilveren sauskommen.  
29   Een zilveren olie en azijnstel.  
30   Zes zilveren zoutvaten.  
31   Zilveren bestek.  
32   Acht zilveren gespen.  
33   Ee beeldje.  
34   Een kloklantaarn.  
35   Een spiegel in vergulde lijst.  
36   Een boekenkast.  
37   Twee speeltafels.  
38   Twee schotels met platen.  
39   Boeken 279.  
40   Drie partijen boeken.  
41   Een partij couranten.  
42   Het gehele rendement der verkoping bedraagt fl. 2392,90.  
43   Nr. 252. Voor Thomas van Bergen, openbaar notaris ... is gecompareerd W.Fr.L. Tollius, weduwe van wijlen Gerrit Willem Hartman Drabbe, zonder beroep, gewoond hebbende op de Breestraat, thans wonende op de Apothekersdijk, wijk 6, nr. 22, dewelke bekende van het provenu der voorstaande verkoping voldaan te zijn en daarvoor te kwiteren bij dezen zonder enige reserve.  
44   Waarvan acte die aan de comparente is vooegelezen. Gepasseerd binnen Leiden ten woonhuize van de comparante in tegenwoordigheid van getuigen welke minute onder mij notaris berustende blijft dd. 21-12-1828.  
45   Brief van Wilhelmina Frederica Louisa Tollius ..... verklaren bij dezen te constitueren en te volmachten Hermanus Richard van Gelder, wonende op de Hooigracht speciaal om in mijn naam en van mijnentwege op rechterlijke autorisatie ... publiek te verkopen en tot gelde te maken enige roerende goederen tot den gemeenschappelijke boedel van Adriaan Isaac Burgittus Drabbe en zijn voor hem overleden echtgenote Henrietta Cocq, van wlke laatstgemelde Gerrit Willem Hartman Drabbe erfgenaam is geweest als tot den afzonderlijke boedel van voornoemde Adriaan Isaac Burgittus Drabbe behorende het vereist wordende proces verbaal van veiling en toewijzing te tekenen ..... en ik zelf present zijnde zouden kunnen, mogen en moeten doen, dd. 14-8-1828. (f. 686v-687).  
46   Ik ondergetekende mr. Arend Jacob Adriaan Drabbe .... als toeziend voogd over de minderjarige kinderen van wijlen mr. gerrit Willem Hartman Drabbe en zijn weduwe, die voor de indisponibele portie gerechtigd zijn tot de nalatenschap van wijlen hun vader en enige erfgenaam geworden zijn van hun grootvader welke respectieve boedels ten hunne behoeve onder benifice van inventaris zijn aanvaard, verklaar bij dezen te nachtigen Israel Pierot om in mijn naam te assisteren bij de verkoping van enige roerende goederen behorende tot de bovengenoemde boedels .... dd. augustus 1828. (f. 687).  
47   Aan de president bij de rechtbank van eerste aanleg te Leiden.  
48   Geeft te kennen Wilhelmina Frederica Louisa Tollius als weduwe van haar overleden echtgenoot Gerrit Willem Hartman Drabbe en als voogdesse over haar minderjarige kinderen, welke minderjarigen ten opzichte van de nalatenschap van hun vader zijn gerechtigd tot de indisponibele portie en ten aanzien van de nalatenschap van hun grootvader als zijn enige en algemene erfgenamen volgens de wet.  
49   Dat der suppliantes man een zoon is geweest van wijlen Adriaan Isaac Burgittus Drabbe en wijlen Henrietta Cocq onder de vorig bestaand hebbende Hollandse wet in algemen gemeenschap van goedern gehuwd geweest.  
50   Dat gezegde vrouwe Henrietta Cocq blijkens het mutueeel testament door haar en haar man op 22-11-1774 in besloten vorm gemaakt en door haar op 2-8-1811 met de dood bevestigt en hetwelk ten gevolge van het bevel van uwedele dd. 8-12-1812 behoorlijk geregistreerd bij acte van depot op 14-1-1813 van gemelde notaris Thomas van Bergen onder den rang zijner minuten is geplaatst tot haar erfgenaam of erfgenamen heeft geinstitueerd het kind of haar kinderen uit haar voorschreven huwelijk geboren zullen worden.  
51   Dat zij bij het overlijden geen andere kinderen dan haar zoon Gerrit Willem Hartman nagelaten heeft en deze haar enige en algemene erfgenaam is geworden en het recht tot de wederhelft van de gemeenschappelijke boedel van haar en zijn voornoemde vader heeft verkregen.  
52   Dat na het overlijden van Henrietta Cocq tot hiertoe geen scheiding of verdeling van die gemeenschappelijke boedel tussen vader en zoon heeft plaatsgehad.  
53   Dat op 13-2-1828 ten gevolge van het overlijden van mr. Gerrit Willem Hartman Drabbe de boedel van wijlen zijn ouders door genoemde notaris is geinventariseerd.  
54   Dat kort na deze inventarisatie en wel op 29-3-1828 de heer Adriaan Isaac Burgittus Drabbe mede is komen te overlijden en tot zijn enige en algehele erfgenamen en ingevolgde dewet heeft nagelaten zijn hiervoor gemelde minderjarige kleinkinderen.  
55   Dat dien tengevolge op 8-5-1828 door de notaris is opgemaakt een ampliatie inventaris bij welke de suppliante verklaard heeft zich tot de vorige dd. 13-2-1828 te refereren.  
56   Dat door de suppliante als moeder en voogdesse op 24-5-1828 de boedel en nalatenschap van Adriaan Isaac Burgittus Drabbe voor de minderjarigen onder benificie van inventaris is aanvaard terwijl in de voogdij behoorlijk is voorzien als zijnde bij besluit des familieraards dd. 17-1-1828 tot toeziend voogd benoemd is mr. Arend Jacob Adriaan Drabbe, lid van de rechtbank te 's-Gravenhage.  
57   Dat tot de voorschreve zo gemeenschappelijke boedel als tot den afzonderlijke boedel van genoemde heer Adriaan Isaac Burgittus Drabbe zijn behorende enige roerende goederen alsmede vier stuks obligaties ten laste van de stad Leiden van 1-5-1790 welker verkoop vereist wordt ten einde tot de vereffening, scheiding en verdeling te kunnen geraken doch waartoe niet kan worden overgegaan alvorens door uw weledele gestrenge daartoe autorisatie is verleend.  
58   Weshalve de suppliante zich eerbiedig went tot uw weledel gestrenge verzoekende dat het u behagen moge haar suppliante tot den voorschreven verkoop te autoriseren ingevolge de wet en wel ten aanzien der gezegde effecten.  
59   Verzoek wordt ingewilligd, dd. 10-6-1828.  
60   Authorisatie tot verkoop der roerende goederen en enige effecten behorende tot den gemeenschappelijke boedel van wijlen de heer A.I.B. Drabbe en vrouwe H. Cocq mitsgaders van de afzonderlijke boedel van gemelde heer A.I.B. Drabbe.  
61   dd. 10-6-1828.  
62   Aangeplakt ter plaatse de biljetten inhoudende de aankondiging van de verkoop van enige roerende goederen behorende tot den gemeenschappelijke boedel van wijlen de heer A.I.B. Drabbe en vrouwe H. Cocq mitsgaders van de afzonderlijke boedel van gemelde heer A.I.B. Drabbe welke zal plaats hebben op donderdag 20-8-1828 aan het verkoophuis van meubelen op de Hooigracht.  
63   Biljet met aankondiging van verkoping op rechterlijke autorisatie.  
64   Men is van mening op woensdag 20-8-1828 ter elfder ure aan het woensdags verkoophuis van meubelen op de Hooigracht, wijk 7. nr. 770 in het openbaar aan den meestbiedenden om gereed geld te verkopen: twee juwelen haarspelden, een fraaie juwelen ring en een uitmuntende gouden snuifdoos. Voorts enig ongemunt zilverwerk bestaande uit: twee tabaksconforen, een tafeltabaksdoos, diverse gepolijste kandelaars, fraai bewerkte en net gefatsoencerde kofiiekan, trekpot en melkkan, suikerbussen, olie- en azijnstel met kristallen flesjes, schenkbladen, zoutvaten, broodben en presenteertrommels, uitmuntende lepels en corken, voorts potage-, saus-, punsch- en suikerlepels, twee sauskommen, messen met zilveren heften, drie paar gespen en een knipbeugeltje.  
65   Voorts enige net geconserveerde meubilaire goederen, bestaande in: mahoniehouten tafels, stoelen, bureau, kasten, bedstede en gordijnen, bureau kabinet, ijzeren kist, enige schilderijen waaronder van voorname meesters en hetgeen verder te voorschijn zal worden gebracht en te koop aangeboden.  
66   f. 687v e.v.  
             
   
ELO, Notarieel Archief, notaris Thomas van Bergen, inv.nr. 74-2, akte nr. 162, 252, fiche nr. 1033, 1034
 
 

 

Drabbe: Notitie 19
<18
20>
             
1   Rekening en scheiding, dd. 31-12-1828.  
2   Voor Thomas van Bergen, openbaar notaris ....... zijn gecompareerd W.F.l. Tollius, wed. van mr. G.W.H. Drabbe, zonder beroep, gewoond hebbende op de Breestraat in wijk 4, nr. 345 en thans wonende op de Apothekersdijk, wijk 6, nr. 22 eerstelijk in hare betrekking als onder het thans bestaande burgerlijk wetboek in gemeenschap van roerende goederen volgens de wet, met gemelde haar overleden echtgenoot gehuwd geweest en voorts als bij de testamentaire dispositie van voorgemelde haar echtgenoot op 21-7-1815 voor mij notaris in presentie van getuigen gepasseerd door hem op de 18-9-1827 binnen deze stad met de dood geconfirmeerd en den 18-1-1828 bij den ontvanger Potgieter alhier behoorlijk geregisteerd bij alsien hij met achterlating van kinderen mocht komen te overlijden (zoals werkelijk heeft plaats gehad) tot zijn legataresse van al dat gene waarover de wet hem toestond ten hare voordelen te beschikken zowel in eigendom als in vruchtgebruik genoemd en gesteld zijnde en alzo in voorgemelde respectieve betrekkkingen geinteresseerd in de gemeenschappelijke en nog onverdeelde boedel van wijlen de heer Adriaan Isaac Burgittus Drabbe en van zijn vooroverleden vrouw Henrietta Cocq van welke laastgemelde mr. Gerrit Willem Hartman Drabbe universeel erfgenaam is geweest, ten ene  
3   En de weledel gestrenge heer mr. Arend Jacob Adriaan Drabbe, rechter van instructie bij de rechtbank van eerste aanleg, distict 's-Gravenhage .... als toeziend voogd over de zes allen nog minderjarige kinderen van wijlen mr. Gerrit Willem Hartman Drabbe ......... waartoe hij is benoemd en beeedigd in een familieraad gehouden ten overstaan van de heer vrederechter van het kantoor Leiden, nummer een, blijkens proces verbaal dd. 17-1-1828 .... welke voornoemde minderjarigen zo uit hoofde der indisponibele portie, hun uit de nalatenschap van hun vader competerende, gedeeltelijk gerechtigd zijn tot de ene helft des gemeenschappelijke boedel van wijlen hun grootouders, Adriaan Isaac Burgittus Drabbe en Henrietta cocq, door de laatstgemelde daarvan met de dood ontruimd en nagelaten en die op de minderjarige vader is gedevolveerd, mitsgaders nog als erfgenamen ab intestato van voorgemelde hunner grootvader - voor welke minderjarigen de boedel van wijlen hunner vader bij acte van den 21-3-1828 en die van gemelde hunner grootvader bij acte op den 24-5-1828 beiden ter griffie van de rechtbank ter eerste aanleg binnen deze stad gepasseerd en behoorlijk geregistreerd ....  
4   Te kennen gevende dat nu wijlen voornoemde heer Adriaan Isaac Burgittus Drabbe in leven gepensioneerd kapitein, gewoond hebbende binnen deze stad en aldaar op den 29-3-1828 overleden, met zijn voor hem overleden echtgenote Henrietta Cocq onder vorige bestaand hebbende Hollandse wet in algemene gemeenschap van goederen gehuwd geweest zijnde, dezelve echtelieden bij mutueel besloten testament, getekend te Zwolle dd. 22-11-1774 waarvan de acte is gepasseerd voor schepenen ders tad Zwolle dd. 22-11-1774, hetwelk op bevel van de heer president der rechtbank van eerste aanleg alhier ter stede bij acte dd. 4-1-1813 voor mij notaris gepasseerd en onder de rang der minuten van mij notaris is gedeponeerd tot hun erfgenaam/namen hebben geinstitueerd het kind of de kinderen uit voorschreven hun huwelijk geboren zullen worden.  
5   Dat Hentietta Cocq voor haar echtgenoot op 2-8-1811 alhier ter stede is overleden geen andere kinderen in leven heeft nagelaten dan haar zoon Gerrit Willem Hartman Drabbe, deze dan ook haar enige en algehele erfgenaam is geworden en dientengevolge gesuccedeerd in haar helft des gemeenschappelijke boedel met haar echtgenoot bezeten geweest.  
6   Dat deze gemeenschap onafgebroken is blijven voortduren en ook nog bestond toen Gerrit Willem Hartman Drabbe met Wilhelmina Frederica Louisa Tollius in 1815 in gemeenschap van goederen volgens de wet zich in de echt verenigden, zonder dat daaraan gedurende het leven van dezelven eeneinde is gemaakt.  
7   Dat meergemelde G.W.H. Drabbe op 18-9-1827 alhier ter stede overleden is bij testament dd. 21-7-1815 voor mij notaris ..... aan zijn echtgenote met vrijstelling van cautie heeft  
8   gelegateerd al hetgene waartoe de wet hem toestond ten hare voordele te beschikken zowel in eigendom als in vruchtgebruik ........ tot een vierde part zijner nalatenschap in eigendom en tot een ander vierde gedeelte in vruchtgebruik terwijl zijn nagelaten kinderen voor het overige of indisponibele gedeelte gerechtigd zijn.  
9   Dat al verder teneinde uit hoofde van het overlijden van G.W.H. Drabbe een einde aan de voorgemelde gecontinueerde gemeenschap des boedels van voornoemde heer A.I.B. Drabbe en zijn voor hem overleden echtgenote Henrietta Cocq te maken  
10   en een verdeling tot stand te brengen dezelve op den 13-2-1828 ten overstaan van mij notaris is geinventariseerd geworden ... korten tijd daarna en wel op 29-3-1828 is A.I.B. Drabbe komen te overlijden zonder enige testamentaire beschikkingen gemaakt te hebben tot zijn erfgenamen heeft nagelaten zijn gezamenlijke kleinkinderen ..... en ten aanzien van welker nalatenschap ten overstaan van mij notaris op 18-5-1828 een suppletoire inventaris is gemaakt en behoorlijk geregistreerd.  
11   ..........................................  
12   Voorts geven de comparanten nog te kennen dat bij het formeren van de voorgeschreven inventaris des gemeenschappelijke boedels van A.I.B. Drabbe en zijn vooroverleden echtgenote Henrietta Cocq uit hoofde van gebrek, zo aan genoegzame aantekeningen en het ter bekwamer tijd doen maken van een behoorlijke inventaris als aan voldoende inlichtingen het volstrekt onmogelijk is geweest om te ontdekken hoedanig den staat deszelves gemeenschappelijke boedel bij het overlijden van Henrietta Cocq zich heeft bevonden,men dien ten gevolge genoodzaakt is geweest denzelfde te nemen als die op 13-2-1828 tijdens het formeren van voorgemelde inventaris bestond en daaronder te brengen en te comprehenderen ook zodanige onroerende goederen als welken door A.I.B. Drabbe na de dood van zijn huisvrouw zijn aangekocht, doch waarvan niet gebleken is uit particuliere fondsen van dezelve te zijn betaald, maar in tegendeel schijnen uit de fondsen der gecontinueerde gemeenschap geacquireerd en in dezelve gebracht.  
13   Dat de voorgemelde gemeenschap tot liquiditeit gebracht zijnde daarvan vooraf rekening en verantwoording zal geschieden en voorts een scheiding en verdeling tot stand worden gebracht.  
14   En komt dus alhier eerst, hetgeen wegens de voorschreven gemeenschap tot op 1-5-1828 op welke dag dezelve gemeenschap met onderling genoegen gehouden is voor geeindigd, is _______  
15   ontvangen:  
16   Wegens enige meubelen, schilderijen, boeken, juwelen en ongemunt goud- en zilverwerk, die op 20-8-1828 na bekomen rechtelijke autorisatie en met in acht neming der formaliteiten bij de wet bepaalt ten overstaan van mij notaris publiek zijn verkocht en is blijkens proces-verbaal daarvan gehouden ..... fl. 2392,90--.  
17   De contanten penningen bedragen fl. 609,--.  
18   Rente over obligaties fl. 52,50,--.  
19   Rente uit ander kapitaal fl. 398,75,--.  
20   " " " " fl. 24,35,--.  
21   Van twee pretensien planters kolonie fl. 30,--.  
22   Wegens het pensioen van den overledene tot fl. 800,-- per jaar is sedert 1-1-1828 tot den 29-3 daaraan volgende ontvangen na aftrek van enige kosten fl. 197,78,--.  
23   Alhier wordt verantwoord hetgeen deze boedel van Gerrit Willem Hartman Drabbe wegens geleend geld te vorderen had fl. 230,--.  
24   Nog komt alhier hetgeen uit deze boedel wegens begrafeniskosten van G.W.H. Drabbe en uitschotten voor de vrouw is betaald fl. 460,--.  
25   De gehele ontvang relatief de voorschreve gemeenschap bedraagt fl. 4395,28--.  
26   Waartegen wederom relatief dezelve gemeenschap is uitgegeven en wel eerstelijk wegens schulden bij de inventaris vermeldt:  
27   - Aan C.C. van den Hoek, boekverkoper fl. 2,50,--.  
28   OPM. weinig, vergelijk  
29   - Aan M. Seuter, kleermaker fl. 17,50,--.  
30   - Aan dezelve fl. 109,71,--.  
31   - Aan de wed. Stripiaan voor wijn en ledige flessen fl. 183,22,--.  
32   Enz. Tesamen: fl.1447,80,5--.  
33   Volgen de verdere lasten die na het formeren van den inventaris zijn opgekomen door de continuatie der gemeenschap tot 1-5-1828 veroorzaakt en op de liquidatie dzes boedels gevallen.  
34   - Aan W. van Leeuwen, boekverkoper fl. 18,75,--.  
35   - Aan H. Verboog, tuinman fl. 6,25,--.  
36   - Aan de heer prof. Pruys van der Hoeven  
37   voor gedane visites fl. 5,--.  
38   Aan den medicina doctor Plaat, terzelver zake fl. 100,--.  
39   - Aan de heelmeester J.I. Droeze fl. 23,60,--.  
40   - Aan De Munnik, boekverkoper fl. 6,--.  
41   - Aan Van der Stok, pruikmaker fl. 10,--.  
42   - Aan de drie dienstboden voor een vierde jaar huur tot 1-5-1828 fl. 48,75,--.  
43   - Aan C. de Keyzer een vierde jaar wasloon fl. 36,20,--.  
44   - In de huishouding van 1-4-1828 tot 1-5 daaraan volgende uitgegeven fl. 95,--.  
45   - Aan de personele belasting over 1828 fl. 100,30,--.  
46   - Wegens stadslantaarn en brandspuitgeld over 1828 fl. 24,30,--.  
47   - Aan de schrijver der gebuurte nr. 24 een som van fl. 217,95,-- die gebleken is bij de overledene als oudste raad dier gebuurte in kas te moeten zijn fl. 217,95,--.  
48   enz. Te samen: fl. 2997,18,50,--.  
49   Volgen alhier zodanige uitgaven als door A.I.B. Drabbe voor de gemeenschap zijn gedaan sedert het formeren van den inventaris derzelve dd. 13-2-1828 tot op zijn overlijden waarmede de contanten bij die inventaris zijn gemeld, die hiervoren in het geheel zijn gebracht, zijn verminderd en van welke vermindering bij de suppletoire inventaris dd. 8-5-1828 behoorlijk geregistreerd, melding is gemaakt.  
50      
51   - Aan C. de Keyzer, kleerbleker een vierde jaar fl. 31,--.    
52   - Aan een collecte fl. 1,50,    
53   - Aan garst fl. 2,--.    
54   - Wegens de vier eerste maanden van 1828 in de grondlasten van het huis te Leiden fl. 19,60.    
55   - Voor brandhout fl. 3,50.    
56   - Wegens impost van wijn fl. 7,60.    
57   - Voor het thuisbrengen derzelve fl. 0,45.    
58   - Aan F. de Munnik, boekverkoper fl. 4,22.    
59   - Aan de conrector van het Latijnse school voor instructie fl. 7,45.    
60   - Aan de tekenmeester voor instructie fl. 10,--.    
61   - Voor de huishouding uitgegeven fl. 171,68.    
62   De gehele uitgaaf betrekkelijk de gemeenschap bedraagt fl. 3486,83,5.  
63   De ontvang derzelve als hiervoren fl. 4395,28.  
64   Jegens elkander vereffend en geliquideerd zijnde, komt meerder ontvangen dan uitgegeven fl. 908,44,5.  
65   Volgt nu staat en begroting van de roerende bezittingen tot voorschreve gemeenschap behorende:  
66   - Waarop eerst gebracht wordt het voordelig saldo der voorenstaande rekening en verantwoording ter somme van fl. 908,44,5.  
67   - Voorts de onverkochte en nog aanwezig zijnde meubelen en inboedel, tafel en beddelinnen, kleren, ongemunt zilverwerk tegen de taxatieprijs bij de inventaris dezes boedels vermeld tot fl. 2872,--.  
68   - Vier en zeventig certificaten van Nationale uitgestelde schuld fl. 601,25.  
69   - Zes dito fl. 48,75.  
70   - Vijf en zeventig onuitgelote kansbiljetten fl.1462,50.  
71   enz. enz.............  
72   De deelbare staat van de roerende bezittingen des gemeenschappelijke boedels van wijlen A.I.B. Drabbe en Henrietta Cocq bedraagt fl. 10235,04, waarin de ene helft gecompeteerd zoude hebben aan voorgemelde heer A.I.B. Drabbe en nu gedevolveerd is op zijn zes kleinkinderen ter somme van fl. 5117,52.  
73   Doch welke verminderd moet worden met hetgeen wegens kosten op zijn begrafenis gevallen is betaald ter somme van fl. 364,30.  
74   Rest dus zuiver deelbaar wegens deze helft de som van  
75   fl. 4753,22.  
76   De wederhelft gecompeteerd hebbende aan wijlen G.W.H. Drabbe als daarin voor zijn overleden moeder gesuccedeerd zijnde, bedraagt een gelijke som van fl. 5117,52. Waarvan W.F.L. Tollius, uit krachte der tussen haar en haar overleden man bestaan hebbende gemeenschap de helft behoort .......  
77   Volgt nu de staat der onroerende bezittingen en hetgeen daartoe behoort, welke reeds voor het aangaan van het huwelijk van G.W.H. Drabbe het eigendom van de ouderlijke boedel geweest zijnde, overzulks ten aanzien zijner echtgenote buiten gemeenschap zijn gebleven.  
78   En komt dus alhier eerst een huis, tuin, verder getimmerte en erve, tevoren geweest zijnde verscheidene percelen, doch thans aan elkander verheelt, staande en gelegen aan de zuidzijde van de Nobel- of Breestraat tussen de Mooi Jacob en Varken- of Schoolstegen uitkomende op de overwelfde Voldersgracht of Langebrug en strekkende langs de oostzijde der gemelde Varken- of Schoolsteeg onder het Bon Vleeshuis nr. 66, 69, 71, 72, 73, 74 en 75, wijk 4, nr. 345 met en benevens de grond waarop voor dezen een huisje gestaan heeft tot berging der brandweergereedschappen van het bon Vleeshuis gelegen aan de oostzijde van de Varken- of Schoolsteeg, thans aan het erf van het eerstgemelde huis verheeld onder het voorgemelde bon nr. 70 in wijk 4, nr. 372, welk huis en erve door Isaac la Lau, metselaar ..... is getaxeerd dd. 22-3-1828 op een waarde van  
79   fl. 6000,-- zoals consteerd uit een onderhandse acte van taxatie dd. 13-10-1828.  
80   Het voorschreven huis en erve is sedert 1-11-1828 verhuurd aan Jonkheer H. van Beresteyn voor fl. 675,-- per jaar. (f.951-951v).  
81   - Enige partijen land ...  
82   De deelbare staat der onroerende bezittingen des gemeenschappelijke boedels van wijlen A.I.B. Drabbe en H. Cocq bedraagt fl. 14058,80. (f. 954v).  
83   De weduwe Tollius kreeg uit de gemeenschappelijke boedel o.a. het huis op de Breestraat met de daarop te goed zijnde huurpenningen na aftrek van enige lasten begroot op fl. 6045,27,5.  
84   Acte opgemaakt dd. 31-12-1828. (f. 957v-958).  
             
   
ELO, Notarieel Archief, notaris Van Bergen, 1828, inv.nr. 74-2, akte nr. 254, fiche nr. 1046-1047
 
 

 

Drabbe: Notitie 20
<19
21>
             
1   Gerrit Willem Hartman Drabbe, ingeschreven in het Album Studiosorum 17-4-1800, 17 jaar, geboren Groningen (f. 1195).  
2   Zie ook De Wapenheraut 1921 voor geboortedatum Gerrit Willem Hartman Drabbe. De grootouders van moederskant Gerrit Albert Cocq en Anna Hartman treden als doopgetuigen op.  
             
   
ELO, De Wapenheraut 1921, 10. A.2
 
 

 

Drabbe: Notitie 21
<20
22>
             
1   Op 28-11-1800 koopt Margaretha Delia Feith, wed. van Jacob Drabbe [moeder van Adriaan Isaac Burgittus] voor fl. 1400,-- een zeer beklante kleerblekerij met deszelfs hecht, sterk en welgelegen washuis, spoelhuis, woonhuis, knechthuis, paardenstal, loodsen, turfschuur en verder getimmerte, gelegen even buiten de Hogewoerdsepoort van de stad Leiden aan de Herenweg, in het ambacht Zoeterwoude groot 300 roeden.  
             
   
ELO, archief Zoeterwoude, schout en schepenen 1587-1811, inv.nr. 103, f. 218
 
 

 

Drabbe: Notitie 22
<21
23>
             
1   Na het overlijden van hun moeder Margaretha Delia Feith in 1801 erfden haar beide zoons, Adriaan Isaac Burgittus en Arend Pieter Jan het huis Rapenburg 47.  
2   Zij verkochten nog in dat zelfde jaar de verhuurde woning aan de huurder voor fl. 2500,--.  
             
   
Lunsingh Scheurleer, Th. H., C.W. Fock en A.J. van Dissel, Het Rapenburg. Geschiedenis van een Leidse gracht. Deel IIIb: Meyenburch. (Leiden 1988) 672-673, 681, 752
 
 

 

Drabbe: Notitie 23
<22
24>
             
1   Verschijnt de procureur Van Bergen namens de erven van de wed. Drabbe zich beklagende over het afnemen en stelen der koperen knoppen van de lantarens, waarover hij zich meer dan eens reeds geadresseerd had aan het comitvan justitie.  
2   En is geresolveerd hierover met gemeld comitte confereren.  
             
   
ELO, SA II, inv.nr. 636, verg. comité van algemeen belang, d.d. 19-3-1801
 
 

 

Drabbe: Notitie 24
<23
25>
             
1   De moeder van Drabbe had met de municipaliteit een contract gesloten voor de verzorging van het benodigde voor de stadslantarens.  
2   In 1801 geven revenentelijk te kennen Adriaan Isaac Burgittus Drabbe en Arend Pieter Jan Drabbe wonende binnen Leiden voorn. als enige kinderen en erfgenamen ab intestato [erfgenamen zonder testament] van wijlen vrouwe in leven wed. van wijlen Jacob Drabbe en alzo subintrerende in de plaats van gen. hunne overleden moeder in de aanneming en verzorging van het benodigde voor deze stadslantarens, dat de supplianten tot hun leedwezen gedurende enige tijd hebben moeten ondervinden, dat van deze stadslantarens de koperen kappen met geweld geroofd en de blikken lampen uit dezelven weggenomen worden, waarvan in de twee laatste afgelopen maanden het getal niet minder belopen heeft dan 78 stuks koperen kappen en ruim 100 stuks lampen.  
3   Dat de supplianten van deze diefstallen zowel aan het committee van algemeen belang als aan dat van justitie alhier kennis gegeven hebben. Dat deze committees ter stuiting van die misdaden zowel als ter ontdekking van de daders met de supllianten zijn werkzaam geweest, maar tot heden zonder enig effect. Supplianten berichten de municipaliteit dat zij zich persoonlijk niet aansprakelijk achten voor de geleden schade aan publieke goederen.  
4   De Municipaliteit van Leiden geexamineerd hebbende het nevenstaande requesten gehoord het bericht van het committee van Financien en Onderstand heeft na gehouden deliberatien uit hoofde der bepalingen bij art. 6 en 16 van het contract van besteding en aanneming tussen de Municipaliteit en wijlen M.D. Feith, wed. Drabbe op den 26-11-1799 gepasseerd, goedgevonden en verstaan het verzoek bij hetzelve request gedaan te wijzen van de hand. Actum 1-5-1801.  
             
   
ELO, SA II, inv.nr. 603, f. 69-70
 
 

 

Drabbe: Notitie 25
<24
26>
             
1   George Willem Kramer verklaart verkocht te hebben aan de heer Adriaan Drabbe "een vermakelijke welbepoote en beplante speelthuijn voor deeze geweest zijnde twee tuijnen staande en geleegen buijten de Maarepoort der stad Leyden aan de trekvaart van Leyden op Haarlem". Jongste waarbrieven van 11-10-1766 en 14-5-1768.  
2   Belend Dr. Wilhelm Leon Veerman en Adriaan van Deyster, strekkende voor van de trekvaart tot achter aan zekere vaarsloot.  
3   Koopsom: 1400 gl. en voor het kind een present van 50 gl. "voor de loode swaan en het pedestal".  
             
   
NA, Rechterlijk Archief Leiderdorp, 82, d.d. 10-12-1770. Inbrengboek van huizen, tuinen, landerijen, steenplaatsen etc.
 
 

 

Drabbe: Notitie 26
<25
27>
             
1   Op 26 maart 1801 verkopen de erfgenamen van Margaretha Delia Feith [overl. L. 18.1.1801] wed. van Jacob Drabbe [wiens broer was Adriaan Drabbe, geb. L. 15.7.1716; overl. L. 1782 x Elisabeth Feith] "een vermakelijke welbepoote en beplante Speeltuin met desselfs speelhuisinge en verdere getimmerte daarinne zijnde, voor deese geweest twee tuinen" etc. vrij van lasten. Jongste waarbrief 22-12-1770.  
2   Koopsom fl. 1600 a 40 groten gereed. [contant] aan Frans van Stripiaan Jacobsz. gelegen aan de Haarlemmertrekvaart, van af de trekvaart tot achter aan de vaarsloot.  
3   ter enen zijde I.A.B. Bloys van Treslong.  
4   ter andere zijde Jan Moelee.  
             
   
NA, Rechterlijk Archief Leiderdorp 53, f. 241, d.d. 26-3-1801
 
 

 

Drabbe: Notitie 27
<26
bron>
             
1   N.B. Zie ook testament van Adriaan Drabbe x Elisabeth Feith, die tot hun erfgenamen maakten haar zuster Margaretha Delia Feith en haar twee zonen.  
             
   
ELO, Notarieel Archief, notaris J. Thijssen, inv.nr. 2289-2314, akte nr. 117, 1781, fiche nr. 1061
 
 

 

Drabbe: Bronnen
             
1   ELO, Doop-, Trouw- en Begraafregisters.
2   ELO, Recht. Arch., inv.nr. 213, Impost op het begraven 1790-1802, 1e klasse, nr. 57.
3   ELO, Liste Civique de la commune de Leide 1811, nr. 801.
4   ELO, Herenboekjes.
5   ELO, Kerkeraad NH Gemeente Leiden, inv.nr. 83, Namen der op nieuw aangekomene ledematen soo door belijdenis als met attestatie.
6   ELO, Maatschappij van Weldadigheid, Subcommissie Leiden, inv.nr. 73
7   ELO, Bevolkingsregister 1762-1796, inv.nr. 1856, nr. 42.
8   ELO, Bevolkingsregister 1762-1796, inv.nr. 1702, nr. 77.
9   ELO, Bevolkingsregister 1796-1804, inv.nr. 1906, buurt 15, nr. 31.
10   ELO, Volkstelling 1818, inv.nr. 1091, wijk 4, nr. 345.
11   ELO, SA II, inv.nr. 602, f. 254-255.
12   ELO, SA II, inv.nr. 603, f. 69-70.
13   ELO, SA II, inv.nr. 636, d.d. 19-3-1801
14   ELO, SA II, inv.nr. 642, notulen wethouders d.d. 17-1-1807.
15   ELO, SA II, inv.nr. 642, bijlage 107a.
16   ELO, SA II, inv.nr. 596, f. 97-98.
17   ELO, HGW, inv.nr. 200, verg. 9-11-1807, art. 6.
18   ELO, HGW, inv.nr. 3869.
19   ELO, Notarieel Archief, notaris J. Thijssen, inv.nr. 2289-2314, akte nr. 117, 1781, fiche nr. 1061.
20   ELO, Notarieel Archief, notaris Thomas van Bergen, 1815, inv.nr. 61-2, akte nr. 163, f. 317-318.
21   ELO, Notarieel Archief, notaris Thomas van Bergen, 1828, inv.nr. 74-1, akte nr. 34, fiche nr. 1006.
22   ELO, Notarieel Archief, notaris Thomas van Bergen, 1828, inv.nr. 74-1, akte nr. 106, fiche nr. 1019
23   ELO, Notarieel Archief, notaris Thomas van Bergen, 1828, inv.nr. 74-2, akte nr. 162, 252, fiche nr. 1033, 1034.
24   ELO, Notarieel Archief, notaris Van Bergen, 1828, inv.nr. 74-2, akte nr. 254, fiche nr. 1046-1047.
25   ELO, archief Zoeterwoude, schout en schepenen 1587-1811, inv.nr. 103, f. 218.
26   NA, Rechterlijk Archief Leiderdorp, 82, d.d. 10-12-1770.
27   NA, Rechterlijk Archief Leiderdorp 53, f. 241, d.d. 26-3-1801.
28   NA, Rechterlijk Archief Leiderdorp 55, f. 87v, d.d. 8-5-1807.
29   ELO, De Wapenheraut 24 (1920) 153-154; 168-169.
30   Haan, S.W.M.A. den en P.M. Kann, Zucht om zich te oefenen in de lieflijke zangkunst. (Alphen aan den Rijn 1996) 39.
31   Lunsingh Scheurleer, Th. H., C.W. Fock en A.J. van Dissel, Het Rapenburg. Geschiedenis van een Leidse gracht. Deel IIIb: Meyenburch. (Leiden 1988) 672-673, 681, 752.
32   Lunsingh Scheurleer, Th.H.C.W. Fock en A.J. van Dissel, Het Rapenburg. Geschiedenis van een Leidse gracht. Deel IVa: Leeuwenhorst (Leiden 1989) 133.
33   ELO, Bibliotheek Leiden en omg. nr. 15148 pf.
             
 

 

Publicatie Auteur Home
Leiden Weeshuis Regenten Antoinette Frijns 2008 www.oudleiden.nl

 

 

Frn_rgt_doornik

 

Regenten Weeshuis Leiden
Doornik

 

Doornik: Personalia
<bron
1>
             
1   Doornik, mr. Jan, regent van 1800-1805 (nr. 2359)  
2   geb. Den Haag 22.5.1772, ged. Den Haag 24.5.1772  
3   overl. Bergen op Zoom 3.7.1812  
4   woonde vanaf 1796 op de Koepoortsgracht  
5   ingeschreven als student 26-9-1786, 13 jaar, gepromoveerd Leiden 15-9-1792  
6   poorter van Leiden 1789  
7   op 17-2-1790 wonende op het Steenschuur aangenomen als lidmaat in de NHK door belijdenis  
8   adjunct artillerie-meester van de schutterij 1790-1792  
9   artillerie-meester van de schutterij 1793-1794  
10   vice-voorzitter van de compagnie 'De Gelijkheid' van de schutterij 1795-1796  
11   practiserend advocaat 1792-1806  
12   auditeur-militair [ambtenaar die bij krijgsraden het openbaar ministerie waarneemt] bij de Bataafse gewapende burgerwacht te Leiden 1798  
13   regent van het Barent van Namens Hof in de Kijfhoekstraat 1794-1810  
14   regent van Bartholomees Willemsz. van Assendelfts Hof op de Langegracht 1801-1810  
15   honorair lid van MSG 1789-1795  
16   honorair lid van de Maatschappij der Wis-, Bouw-, Natuur- en Tekenkunde, onder de spreuk: De Wiskunde is de moeder der Weetenschappen 1795-...  
17   lid van de Sociëteit Amicitia  
18   lid van de Gemeenbestgezinde Sociëteit 'Nuttig en Bedachtzaam' 1796-mei 1797  
19   zoon van Frederik Wolphert Doornik en Henrietta van Baerle, op 13-9-1773 komende uit Den Haag, wonende op de Nieuwe Rijn op attestatie aangenomen in de NHK  
20   x ot. L. 24.8.1797, aang. 21.8.1797, 1e klasse (2x 30 gulden)  
21   tr. L. 12.9 1797, Johanna Cornelia Jacoba van der Marck
geb. L. 1.2.1768, ged. L. PK. 7.2.1768
overl. L. 17.6.1831 in het huis op de Hooigracht nr. 755
dochter van mr. Johan Hieronymus van der Marck en Henrietta Margaretha Nolthenius
 
22   Een kind (dochter)  
             
 

 

Doornik: Notitie 1
<pers
2>
             
1   Jan Doornik, geb. Den Haag is op presentatie van zijn vader de heer Frederik Wolphert Doornik, die op 10 april 1773 tot poorter dezer stad is geadmitteerd ingevolge de 82 burgerlijke keuren dezer stad tot poorter van deze stad aangenomen en heeft de poorterseed conform de keur afgelegd in 1789.  
             
   
ELO, Poorterboek 1718-1789, nr. 97, f. 266
 
 

 

Doornik: Notitie 2
<1
3>
             
1   Mr. Jan Doornik, stemgerechtigd, woonde vanaf 1 -11-1796 als bijwoner op de Koepoortsgracht, oostzijde. Eigenaar was Hieronymus van der Marck, die dit huis bewoonde met zijn twee dochters Johanna Cornelia Jacoba en Henriette en vier dienstboden.  
2   In 1797 huwde Jan Doornik met Johanna Cornelia Jacoba van der Marck.  
             
   
ELO, Bevolkingsregister 1796-1804, inv.nr. 1907, buurt 16, nr. 126
 
 

 

Doornik: Notitie 3
<2
4>
             
1   Compromis d.d. 16-9-1796.  
2   Heden ........ comparerende voor mij als gemachtigde van Willem Everhard Doornik, Johannes d'Arnaud als in huwelijk hebbende Adriana Doornik en van Adriana Doornik zelve, erfgenamen van wijlen Fredrik Wolphert Doornik, mr. Arend Bernard Swart en Fredrik Booij, voorts Bartholomeus Justus Doornik en mr. Gijsbertus Prins gestelde voogden over de minderjarige erfgenamen van voornoemde Fredrik Wolphert Doornik ter ene zijde en mr. Jan Doornik, oud 24 jaar ter andere zijde.  
3   Te kennen gevende dat ter gelegenheid tussen de respectieve comparanten worden afgerekend wegens hetgeen de comparant ter andere zijde uit de boedel van wijlen zijn vader heeft te vorderen wegens de legitieme uit wijlen zijn moeders nalatenschap tussen hun comparanten ter ene en andere zijde verschil van mening is ontstaan over de vraag of aan de comparant ter andere zijde niet in mindering op hetgeen hem ter bovengemelde zaak uit zijn vaders boedel competeerde, moest strekken een som van fl. 2860-13-2 welke door de gemelde vader van de comparant ter andere zijde van tijd tot tijd voor hem was betaald en ten laste van de comparant ter andere zijde geannoteerd geworden, uitwijdens de daarvan gevonden lijst, geschreven mt de kennelijke hand van bovengemelde Fredrik Wolphert Doornik, zijnde van de volgend inhoud:  
4   Lijst van hetgeen ik betaald hebbe voor mijn tweede zoon mr. Jan Doornik.  
5   1788.  
6   Betaalt voor het fournissement in de 25 penning, zo van het moederlijk bewijs als wegens de erfportie in de boedel van jongvr. Henrietta Catharina Elisabeth van Baerle de som van fl. 245,--, doch om het meeste voordeel te betrachten heb ik die som gefourneerd en werd alhier maar gebracht een verlies van 20 procent op de genoemde som, bedragende fl. 49,--.  
7   1789.  
8   Betaalt voor hetgeen de obligatie van fl. 1000,-- met de portie in het collateraal te veel heeft bedragen wegens de toedeling in de fides commissaire nalatenschap van jongvr. J.C. van Ingen fl. 76-8-2,--.  
9   1791.  
10   In december betaalt voor het werde van candidaat fl. 82,--  
11   1792.  
12   In september betaalt aan de professoren Pestel, Van de Keesssel, Rhunkenius, Van de Wijnpersse, Kluit en Luzac wegens gehouden colleges fl. 375,--.  
13   Betaalt voor de kosten van het promoveren fl. 92,10,-  
14   Betaalt aan de pedel fl. 5,--.  
15   Aan de knechts van de boekverkoper Koet fl. 3,--.  
16   Aan de knechts van Van der Spijk & Comp. fl. 2,--.  
17   Voor het rondbrengen der dissertatien fl. 6,--.  
18   Aan de boekdrukker Koet fl. 114,--.  
19   Aan de boekverkopers Van der Spijk & Comp. fl. 236,--Aan mijn zoon voor het een en ander ter hand gesteld fl. 21,--.  
20   Betaalt voor het doen van de eed voor den Hove van Holland met de admissie fl. 34,--.  
21   Aan de klerk van de Proc. Van Tonningen fl. 3,--.  
22   Voor gekochte boeken en het transport van goederen naar Den Haag fl. 24,15.  
23   In december betaalt aan de wijnkoper P. Muller in Den Haag voor kamerhuur, eten en verder verschot fl. 234,14,--.  
24   1793.  
25   In mei betaalt voor kamerhuur enz. fl. 255-3,--.  
26   In september betaalt voor kamerhuur enz. fl. 400,--.  
27   Aan maandelijks zakgeld in die tijd gegeven fl. 72,-- Betaalt aan een door mijn zoon genomen oppasser fl. 19,--.  
28   Aan de pruikenmaker Thon in Den Haag fl. 42,--.  
29   Aan de huurkoetsier Naafs fl. 7,--.  
30   Voor het lossen van een Alma Viva fl. 10-12,--.
[wijde lange mantel die over de schouder geslingerd en met een koord vastgemaakt werd]
 
31   Aan de koffiehuismeester J. Jansen fl. 50-10,--.  
32   Aan do N. Armand fl. 23-15,--.  
33   Aan do. J. Aubert fl. 61-12,--.  
34   Betaalt aan de piquer Mens fl.41,--.  
35   Betaalt aan de kleermaker J.J. Krantz fl. 53-14,--.  
36   Aan de schoenmaker J. Bendes fl. 5-10,--.  
37   Aan de heer J. van Spijk Vermeulen fl. 53-6,--.  
38   Aan P. Muller en meid fl. 42-10,--.  
39   Aan mijn kinderen te Amsterdam voor geleend geld fl. 10-10,--.  
40   Voor en verkochte en weder ingekochte gouden horloge ketting fl. 18,--.  
41   1793.  
42   In oktober betaalt aan L. Nathans in voldoening van getekende acceptatie ter somme van fl. 251,-- met de teruggave van de weder ingekochte gouden horloge ketting en twee uitgekomen kwart loten fl. 185,--.  
43   In mei betaalt aan Bischoff fl. 23-4,--.  
44   Betaalt in het gepasseerde en dit jaar voor het fournissement in de twee maal honderdste penning zo wegens de lijfrente en het moderlijk bewijs als wegens de erfportie in den boedel van jongvr. H.C.E. van Baerle fl. 130,--.  
45   Dat de comparanten ter ene sustineerden dat gemelde som van fl. 2862-13-2,-- aan de comparant ter andere zijde in mindering moest strekken op hetgeen hij ter zake voorschreven van den boedel heeft te vorderen, terwijl door de comparant ter andere zijde het tegenovergestelde wordt beweerd.  
             
   
ELO, Notarieel Archief, notaris P. Benezet, 1796, inv.nr. 2679-2696, akte nr. 75, f.447, fiche nr. 79, lade 80
 
 

 

Doornik: Notitie 4
<3
5>
             
1   Huwelijkse voorwaarden d.d. 25-8-1797.  
2   Op heden 25-8-1797 compareerden voor mij .... de heer mr. Jan Doornik, meerderjarige jongeman als bruidegom ter ene zijde en jonkvrouwe Johanna Cornelia van der Marck, meerderjarige jongedochter geassisteerd met haar vader als bruid ter andere zijde wonende de comparanen binnen deze stad ... te kennen gevende dat tussen de comparanten is besloten een wettig huwelijk aan te gaan en zulks op de volgende voorwaarden:  
3   Dat zij tot onderstand van dit huwelijk zullen in en aanbrengen alle goederen en effecten als zij bezitten of in het vervolg nog zouden mogen verkrijgen. Dat van de voorgemelde aan te brengen goederen en staande huwelijk bij erfenis, besterving, legaat, donatie verkregen goederen niet zal zijn enige gemeenschap, terwijl de gemeenschap van goedern bij deze voor althoos en in alle gevallen wordt uitgesloten, zulks dat ook de goederen of persoon van den een niet verbonden of aansprakelijk zal zijn voor enige schulden of lasten door den ander reeds gemaakt of nog te maken ....  
4   Laatstelijk verklaren comparanten indien zij minderjarige kind/kinderen in hun voorgenomen huwelijk verwekt mochten na laten en de eerststerevende t.a.v. de voogdij geen voorzieningen heeft getroffen, de langstlevende met alle de vereiste macht dit zal waarnemen en na het overlijden van de langstlevende secluderende in alle gevallen de weesmeesters ....  
             
   
ELO, Notarieel Archief, notaris P. Soetbrood, inv.nr. 2353-2399, 1797, akte nr. 141, fol. 761, fiche 1320, lade 67
 
 

 

Doornik: Notitie 5
<4
6>
             
1   Testament d.d. 3-1-1798.  
2   De testateuren hebben verklaard tot geen honderd duizend gulden gegoed te zijn ...  
3   Heden 3-1-1798 compareerde voor mij notaris .... de heer mr. Jan Doornik en vrouwe Johanna Cornelia Jacoba van der Marck, echtelieden, wonende op de Koepoortsgracht binnen deze stad verklaren alle voorgaande testamenten ... niet te verklaren en zij verklaren nu dat de eerststervende, de langstlevende van hun beiden nomineert tot zijn of haar enige, algehele en universele erfgenaam en dat in alle roerende en onroerende goederen ...  
4   Dat de langstlevende gehouden is de kinderen uit dit huwelijk na de staat des boedels te alimenteren en op te voeden tot hun meerderjarigheid .... en hun de legitieme portie uit te keren ...  
5   Als voogd wordt de langstlevende aangesteld met macht om alle goederen, zowel roerende als onroerende goederen buiten de gerechtelijke instanties en weeskamer te houden.  
6   Ten alle tijde kunnen beiden of ieder afzonderlijk dit testament veranderen ......  
             
   
ELO, Notarieel Archief, notaris P. Soetbrood, inv.nr. 2353-2399, 1798, akte nr. 2, fol. 7, fiche 1332, lade 67
 
 

 

Doornik: Notitie 6
<5
7>
             
1   Jan Doornik was in 1798 auditeur-militair bij de Bataafse gewapende Burgerwacht te Leiden.  
             
   
ELO, SA II, inv.nr. 635, verg. comitvan algemeen belang, d.d. 2-8-1798
 
 

 

Doornik: Notitie 7
<6
8>
             
1   De Raad der stad Leiden heeft aan den suppliant [mr. Jan Doornik] deszelfs verzoek bij de nevenstaande requeste gedaan, toegestaan en hem dien volgens ontslagen als regent van het Heilige Geest of Armen Weeshuis dezer stad. Actum 7-10-1805.  
2   NB. Verzoek ontbreekt.  
             
   
ELO, SA II, inv.nr. 605, f. 158
 
 

 

Doornik: Notitie 8
<7
9>
             
1   Attestatie in dato 13 april 1814.  
2   Voor Thomas van Bergen, openbaar notaris ... zijn gecompareerd de heren Adriaan Isaac Burgittus Drabbe, oud-kapitein, wonende op de Breestraat wijk 4, nr. 345 en mr. Pieter Hendrik van Couvenhoven zonder beroep, wonende op de Koepoortsgracht, wijk 2, nr, 43 ...  
3   Dewelke bij deze uit liefde van de waarheid en ten behoeve van al diegenen welke daarbij belang mochten hebben, verklaren waar en waarachtig te zijn dat zij zeer wel gekend hebben de heer mr. Johan Hieronymus van der Marck, gewoond hebbende en op 12-7-1813 binnen deze stad overleden en dat zij zeer wel weten dat dezelve heer van der Marck op zijn overlijden tot deszelfs enige erfgename, bekwaam om zich als zodanig te gedragen heeft nagelaten zijn dochter Johanna Cornelia Jacoba van der marck, wed. van de heer mr. Jan Doornik in huwelijk verwekt met wijlen Henrietta Margaretha Nolthenius, zonder dat meergemelde heer mr. J.H. van der Marck enige meerdere kinderen of nakomelingen van voor overleden kinderen heeft achtergelaten.  
4   Waarvan acte verzocht en toegestaan is om dienen daar en zoo het behoord ...  
             
   
ELO, Notarieel Archief, notaris Thomas van Bergen, 1814, inv.nr. 60-1, akte nr. 90, f. 220
 
 

 

Doornik: Notitie 9
<8
10>
             
1   Acte van Depot in dato 26-10-1816.  
2   Voor Thomas van Bergen, openbaar notaris te Leiden ... is gecompareerd Johanna Cornelia Jacoba van der Marck, wed. van wijlen mr. Jan Doornik, zonder beroep, bevorens gewoond hebbende te Bergen op Zoom en thans wonende op de Hogewoerd, wijk 3, nr. 403 in kwaliteit als enige benificiaire erfgename van haar vader, mr. Johan Hieronymus van der Marck, gewoond hebbende binnen deze stad en aldaar overleden dewelke aan mij notaris ter hand stelde om in de rang mijner minuten te woren geplaatst:  
3   Eerstelijk een behoorlijk gezegeld extract uit het register der overledenen, berustende ter secretarie der stad Leiden waaruit blijkt dat op 12-7-1813 binnen deze stad overleden is de heer mr. Johan Hieronymus van der Marck.  
4   Ten tweede een dito behoorlijk gezegeld extract ten bewijze dat op 27-1-1811 binnen deze stad overleden is jonkvrouwe Henrietta van der Marck.  
5   Ten derde een extract authentiek bevattende het institule van den inventaris des boedels van wijlen meergemelde heer Van der Marck, waarvan de eerste cessie is gehouden ten overstaan van mij notaris .... op 7-9-1813 en behoorlijk geregistreerd, waaruit blijkt dat de voornoemde Johanna Cornelia Jacoba van der Marck is de enige geinstitueerde erfgename van wijlen haar vader.  
6   En ten vierde een behoorlijk geregistreerde copij authentiek der acte door de voornoemde Johanna Cornelia Jacoba van der Marck met assistentie van Avoue Barkey op 29-10-1813 ter griffie van het tribunaal van eerste instantie van het arrondisement Leiden gepasseerd, houdende declaratoir dat zij de kwaliteit als erfgename van genoemde heer mr. Johan Hieronymus van der Marck niet anders aanneemt dan onder beneficie van inventaris en welke acte alsmede behoorlijk is geregistreerd.  
             
   
ELO, Notarieel Archief, notaris Thomas van Bergen, 1816, inv.nr. 62-2, akte no. 226, f. 566-567
 
 

 

Doornik: Notitie 10
<9
11>
             
1   Prak, p. 399 vermeldt als overlijdensdatum van Johanna Cornelia Jacoba van der Marck 6-6-1831.  
             
   
Prak, M., Gezeten burgers. De elite in een Hollandse stad Leiden 1700-1780. (1985) 399. Zie ook ANF 1894, 178-179 m.b.t. overlijdensdatum van Johanna Cornelia van der Marck.
 
 

 

Doornik: Notitie 11
<10
bron>
             
1   De wed. Doornik woonde tot haar overlijden in 1831 met haar dochter op de Hooigracht.  
             
   
ELO, Volkstelling 1818, inv.nr. 1091, wijk 7, nr. 755
 
 

 

Doornik: Bronnen
             
1   ELO, Doop-, Trouw- en Begraafregisters.
2   ELO, Recht. Arch., inv.nr. 211, impost op het trouwen 1e klasse, 1695-1805, nr. 25.
3   ELO, Album Studiosorum, f. 1152.
4   Molhuysen, P.C., Bronnen tot de geschiedenis der Leidsche Universiteit, zesde deel. 10 Febr. 1765- 21 Febr. 1795 ('s-Gravenhage 1923) 138*.
5   ELO, Poorterboek 1718-1789, nr. 97, f. 266.
6   ELO, Kerkeraad NH Gemeente Leiden, inv.nr. 82, Namen der op nieuw aangekomene ledematen soo door belijdenis als met attestatie.
7   ELO, Herenboekjes.
8   ELO, Archief Leidse Schutterij, inv.nr. 205.
9   ELO, Archief MSG, inv.nr. 21, 22, 23, 4b.
10   ELO, Bevolkingsregister 1796-1804, inv.nr. 1907, buurt 16, nr. 126.
11   ELO, Volkstelling 1818, inv.nr. 1091, wijk 7, nr. 755.
12   ELO, SA II, inv.nr. 605, f. 158.
13   ELO, SA II, inv.nr. 635, 2-8-1798.
14   ELO, Notarieel Archief, notaris P. Benezet, 1796, inv.nr. 2679-2696, akte nr. 75, f.447, fiche nr. 79, lade 80.
15   ELO, Notarieel Archief, notaris P. Soetbrood, inv.nr. 2353-2399, 1797, akte nr. 141, fol. 761, fiche 1320, lade 67.
16   ELO, Notarieel Archief, notaris P. Soetbrood, inv.nr. 2353-2399, 1798, akte nr. 2, fol. 7, fiche 1332, lade 67.
17   ELO, Notarieel Archief, notaris Thomas van Bergen, 1814, inv.nr. 60-1, akte nr. 90, f. 220.
18   ELO, Notarieel Archief, notaris Thomas van Bergen, 1816, inv.nr. 62-2, akte no. 226, f. 566-567.
19   Prak, M., Gezeten burgers. De elite in een Hollandse stad Leiden 1700-1780. (1985) 399.
             
 

 

Publicatie Auteur Home
Leiden Weeshuis Regenten Antoinette Frijns 2008 www.oudleiden.nl

 

 

Frn_rgt_dam

 

Regenten Weeshuis Leiden
van Dam

 

van Dam: Personalia
<bron
1>
             
1   Dam, mr. Ysbrand van, echtgenoot van Elisabeth Adriana Wijckerheld Bisdom, regentes van 1818-1831  
2   ged. L. PK 24-8-1770
overl. L. 23-4-1807; begr. 27-4-1807
ingeschreven als student Leidse Universiteit 25-3-1783, 12 jaar, op 7-3-1786, 15, L. en op 10-10-1797 27 jaar dr.
lid van de Raad van Leiden 1803-1807
lid van de kamer van wethouderen 1803-1805
lid van de kamer van fabricage 1805-1807
secretaris huwelijkszaken
kerkmeester van de hoofdkerken 1803-1807
regent van het Sint Anna Aelmoeshuis 1790-1807
1 jaar lid van het leesgezelschap Micens Utile Dulci
MSG
Ars Aemulae Natura
Amicitia
woonde op het Rapenburg
zoon van Ysbrand van Dam en Maria Francoise Drolenvaux
 
3   x L. 21-6-1799, 1ste klasse (2 x 30 gulden)
Elisabeth Adriana Wijckerheld Bisdom
geb. Rotterdam 1775
overl. L. 2-7-1839, 74 jaar
dochter van mr. Dirk Rudolf Wijckerheld Bisdom en Digna Wendilia Meyners
 
4   Uit dit huwelijk:  
5   1. Ysbrand
ged. L. HK. 20-11-1800
 
6   2. Digna Catharina
ged. L. PK. 7-11-1802
 
7   3. Catharina Maria Justina
ged. L. HK. 4-11-1804
 
8   4. Abraham
ged. L. MK. 8-3-1807
 
             
 

 

van Dam: Notitie 1
<pers
2>
             
1   Ysbrandus van Dam, Leidensis, 12, d.d. 25-3-1783.  
             
   
Album Studiosorum, p. 1142
 
 

 

van Dam: Notitie 2
<1
3>
             
1   Ysbrand van Dam, Lugduno-Batavus, 15,L. Hon.c., d.d. 7-3-1786.  
             
   
Album Studiosorum, p. 1152
 
 

 

van Dam: Notitie 3
<2
4>
             
1   Ysbrandus van Dam, Lugduno-Batavus, 27 j, dr., d.d. 10-10-1797.  
             
   
Album Studiosorum, p. 1189
 
 

 

van Dam: Notitie 4
<3
5>
             
1   Ysbrand van Dam, jongeman van Leiden, wonende op het Rapenburg 67, [in huis bij zijn zuster] geassisteerd met Sebald Justinus Brugmans, prof. zijn aanbehuwde broeder wonende op het Rapenburg  
2   x L. 21-6-1799 Elisabeth Adriana Wijckerheld Bisdom, jongedochter van Rotterdam, wonende op de Breestraat geasssisteerd met Dirk Rudolf Wijckerheld Bisdom haar vader, wonende alsvoren.  
             
   
ELO, Ondertrouwregisters
 
 

 

van Dam: Notitie 5
<4
6>
             
1   Ysbrand van Dam woonde Rapenburg 43 dat hij bewoonde met vrouw en kinderen en twee dienstboden en waar hij ook overleed. Na zijn dood in 1807 bewoonde zijn weduwe met haar gezin lange tijd Rapenburg 63, sinds 1806 in bezit van haar schoonzuster Agatha Louisa van Dam.  
             
   

Het Rapenburg. Geschiedenis van een Leidse gracht. Deel. VIa: het Rijck van Pallas. (Leiden 1992) 263, 547.

NB: Dit klopt niet

 
 

 

van Dam: Notitie 6
<5
7>
             
1   In 1818 werd Rapenburg 63 bewoond door Elisabeth Adriana Wijckerheld Bisdom, weduwe van Ysbrand van Dam met haar vier kinderen. Eerder woonde dit echtpaar in Rapenburg 43.  
             
   
Het Rapenburg. Geschiedenis van een Leidse gracht. Deel VIa: het Rijck van Pallas. (Leiden 1992) 246
 
 

 

van Dam: Notitie 7
<6
bron>
             
1   Na zijn overlijden bleef zijn weduwe Adriana Elisabeth Wijckerheld Bisdom nog 6 jaar lid van het leesgezelschap 'Miscens Utile Dulci'.  
             
   
Baarle, M. van, Een onderzoek naar de organisatie, het ledenbestand en de boekaanschaf van het leesgezelschap 'Miscens Utile Dulci' te Leiden in de periode 1800-1840. (Leiden 1984) 39-47
 
 

 

van Dam: Bronnen
             
1   Ondertrouwregisters.
2   Het Rapenburg. Geschiedenis van een Leidse gracht. Deel VIa: het Rijck van Pallas. (Leiden 1992) 246, 263, 522 en 547.
3   Album Studiosorum, p. 1142, 1152 en 1189.
4   Baarle, M. van, Een onderzoek naar de organisatie, het ledenbestand en de boekaanschaf van het leesgezelschap 'Miscens Utile Dulci' te Leiden in de periode 1800-1840. (Leiden 1984) 39-47).
             
 

 

Publicatie Auteur Home
Leiden Weeshuis Regenten Antoinette Frijns 2008 www.oudleiden.nl

 

 

Frn_rgt_cunaeus

 

Regenten Weeshuis Leiden
Cunaeus
 
cunaeus

 

Cunaeus:Personalia
<bron
1>
             
1   Cunaeus, Everhard Hendrik Jacob, regent van 1806-1833  
2   geb. L. 10.1.1779, ged. L. HK. 17.1.1779  
3   overl. L. 26.3.1833 weduwnaar  
4   woonde op de Hogewoerd  
5   ingeschreven Latijnse school, 7.11.1790  
6   ingeschreven als student 13-9-1793, 14 jaar en 28-10-1795, 16 jaar J.  
7   op 2-4-1798 wonende op de Hogewoerd aangenomen als lidmaat van de NHK  
8   commissaris van de echtzaken 1803  
9   regent weeshuis 1806-1833  
10   rentmeester van het kapittel ten Hooglande, Memorien en Getijde Goederen 1807  
11   Kerkmeester van de Hoofdkerken 1807  
12   lid van de commissie van het Nederduitsch Hervormde kerkgenootschap 1810-1833  
13   raadslid vanaf 1813  
14   lid van de vergadering van notabelen 1814  
15   stadssecretaris 1814-1833  
16   secretaris rekenkamer 1814-1833  
17   secretaris commissie van fabricage 1816-1825  
18   regent gevangenhuis 1816  
19   regent Schachtenhofje op de Middelstegracht 1828-1833  
20   op 30-9-1830 staat zijn naam op de naamlijst der H.H. leden van 't Kiescollege dezer stad, ingesteld ingevolge art. 21 en 22 van het reglement voor het bestuur derzelve stad, gearresteerd bij Z.M. besluit van 4-1-1824, no. 108, in de orde van derzelver aftreding  
21   9 jaar lid van het leesgezelschap 'Miscens Utile Dulci'  
22   lid van de Maatschappy der Nederlandsche Letterkunde 1806-1833  
23   burgelijke lid van de Maatschappij van Weldadigheid, afd. Leiden, 1822-1827 (bedankt)  
24   ordinair lid van het Genootschap MSG 1826-1833 (overleden)  
25   zoon van mr. Johan Andreas Cunaeus en Arnoldina Wilhelmina Brantsen  
26   x Zoeterwoude 7.11.1808
Louisa Johanna van Rosefelt
geb. Klarenbeek 26.7.1779
overl. ?
 
27   a. Johanna Theodora Wilhelmina
geb. L. 21.12.1809
ged. L. PK. 14.1.1810
 
28   b. Geen voornaam
zijnde 8 dagen na de geboorte overleden 8.7.1811?
 
             
 

 

Cunaeus: Notitie 1
<pers
2>
             
1   E.H.J. Cunaeus was ca. 1800 eigenaar en bewoner van een huis in de Breestraat.  
             
   
ELO, Bevolkingsregister 1796-1804, inv.nr. 1912, buurt 22, nr. 9
 
 

 

Cunaeus: Notitie 2
<1
3>
             
1   E.H.J. Cunaeus was in 1818 eigenaar van een huis op de Hogewoerd, dat hij met zijn vrouw, een dochter en een dienstbode bewoonde.  
             
   
ELO, Volkstelling 1818, inv.nr. 1091, wijk 3, nr. 407
 
 

 

Cunaeus: Notitie 3
<2
4>
             
1   E.H.J. Cunaeus, 50 jaar, weduwnaar woonde in 1829 op de Hogewoerd met zijn 19 jarige dochter Johanna Theodora Wilhelmina en twee dienstboden.  
             
   
ELO, Volkstelling 1829, inv.nr. 1092, wijk 3, nr. 422
 
 

 

Cunaeus: Notitie 4
<3
5>
             
1   In 1803 werd op last van het Departementaal bestuur door de hoofdschout in de Vierschaar een nieuwe Raad geïnstalleerd en beëdigd, waarin gematigde patriotten met enkele orangisten volgens aanwijzing van genoemd bestuur zitting kregen, o.a. Cunaeus. Het waren weder bijna allen personen uit voormalige regenten-families.  
             
   
Blok, P.J., Geschiedenis eener Hollandsche stad. Eene Hollandsche stad in den nieuweren tijd. ('s-Gravenhage 1918) 73.
 
 

 

Cunaeus: Notitie 5
<4
6>
             
1   Door wethouderen in oktober 1807 de persoon van Evert Hendrik Jacob Cunaeus voorgedragen voor de vacature van het rentmeesterschap van het kapittel ten Hoogelanden en de Memorie en Getijden Goederen binnen Leiden.  
             
   
ELO, SA II, inv.nr. 644, bijlage 284
 
 

 

Cunaeus: Notitie 6
<5
7>
             
1   Testament dd. 24-11-1809.  
2   De comparant in dezen heeft onder ede verklaard tot geen vijftig duizend gulden gegoed te zijn en verklaar ik notaris dat in dit testament geen making van fides commis is vervat.  
3   Comparerende voor mij de weledel geboren heer Evert Hendrik Jacob Cunaeus wonende binnen deze stad .... en verklaart voorts alle andere testamenten ... voor dato dezes gemaakt te vernietigen.  
4   En verklaart hij aan de kind of kinderen uit zijn tegenwoordig huwelijk te verwekken en door hem na te laten te maken de legitieme portie ....  
5   latende voorts aan zijn huisvrouw Louisa Johanna van Rozenfeld de macht en vrijheid om ten einde het beloop der voorschreven legitieme portie te kunnen bepalen al zijn goederen tot comparants boedel behorende door deskundige en bevoegde personen te doen waarderen ...  
6   Begerende hij comparant dat al hetgeen waarvan zijn huisvrouw de zuivere vruchten en interesse ...... zal moeten blijven onder de administartie van zijn huisvrouw zolang het vruchtgebruik zal duren als verklarende hij zijn huisvrouw tot administratrice dier goederen ...  
7   Stellend ehij voorts tot voogdesse en voogden over zijn na te laten minderjarige kinderen zijn voorn.huisvrouw en zijn aanbehuwde vader de weledele heer Johannes van Rosevelt en zijn broer Petrus Cuneaus en tot toeziend voogd de hooggeleerde heer Roeland van Staphorst ....  
8   Sluitende hij comparant voor altijd uit zijn boedel alle weeskamers ...  
9   Laatstelijk verklaart hij comparant de mogelijkheid ten alle tijde om dit testament te mogen veranderen en andere voogden aan te stellen...  
10   Akte nr. 183 is het testament van de huisvrouw van E.H.J. Cuneaus en wat inhoud en onderwerp betreft gelijk aan dat van haar man.  
             
   
ELO, Notarieel Archief, notaris H. Roskes, inv.nr. 2730-2739, 1809, akte nr. 182-183, fiche nr. 311, lade 85
 
 

 

Cunaeus: Notitie 7
<6
8>
             
1   Bundel met een lofdicht op E.H.J. Cunaeus, bij zijne volbragte vijf en twintigjarige dienst als regent van het H. geest of Armen-, Wees- en Kinderhuis te Leyden. Den 22 juni 1832. In naam van regenten en regentessen, H. Roskes, president. Verder bevat de bundel feestgezangen, ter gelegenheid van het vijf en twintigjarig regentschap van den wel-edelen heer, de heer E.H.J. Cunaeus, in het H. geest of Armen-, Wees- en Kinderhuis te Leyden. Uigevoerd door de wezen op den 25 juni 1832.  
             
   
ELO, HGW, inv.nr. 304
 
 

 

Cunaeus: Notitie 8
<7
9>
             
1   Brief van Cunaeus aan Jan Dermout jr.  
2   Ofschoon ik alle reden heb om gevoelig te zijn voor de wijze waarop u onze commissie hedenmorgen ontvangen heb, zou ik geenzins vooruitlopen, indien ik wilde aandringen op een spoedig besluit van uwentwegen intussen als iemand die een wezentlijk belang stelt in de gunstige uitslag van ons verzoek, vermeen ik nog dit volgende te moeten bijbrengen en aan uwe ernstige overweging over te laten.  
3   Van het eerste ogenblik dat uw naam in onze vergadering viel, maakte ik dadelijk de bedenking, dat hij die eenmaal zo onterecht van het kussen gestoten is, weinig lust zoude gevoelen om op hetzelfde wederom gebracht te worden. Maar ik loste dadelijk mijne zwarigheden op met de gedachten dat het althoos groot is verongelijkingen die ons door ondankbare worden aangedaan te verduren, maar dubbel groot is het met werken te tonen dat wij de schuldigen vergeven en hun daden vergeten. Mijn oogmerk is niet om aan een man van uwe jaren een zedeles aan te prijzen maar alleen bedoeld om u te smeken ook uit dat oogpunt de zaak te beschouwen en alle weldenkenden zullen u den welverdiende lof moeten geven, dat gij belangeloos handelt en alleen beoogt het welzijn van onze wezen. Overigens verbinden ik mij gewillig tot alles wat u te moeilijk zoude kunnen vallen. In een woord ook ik zal trachten die vervlogen genoegens u te doen herinneren en zelfs het ... door uw andere ambtsgunsten te ... die mensen van uw jaren een wens naar ons hart zijn, waartoe ik reeds gunstige uitzichten heb.  
4   Verschoon de vrijheid die ik genoemen heb, maar ik kon niet afzien om u schriftelijk nogmaals de belangen van ons godshuis aan te bevelen. Cunaeus.  
             
   
ELO, HGW, inv.nr. 4691
 
 

 

Cunaeus: Notitie 9
<8
10>
             
1   De president geeft de vergadering legaal kennis van het treffend en spoedig afsterven van het oudste lid dezer vergadering den weledel geboren heer E.H.J. Cunaeus, sedert den 25 juni 1807 onafgebroken werkzaam met ijver en volharding ten nutte van het weldadig gestigt. De leden betreuren in den afgestorvene een waardig lid voor het gesticht terwijl zij zijn vrienschappelijk verkeer met smartgevoel herdenken. Overeenkomstig gebruik en ter voldoening aan hetgeen hun gevoel eist, wordt besloten een commissie te benoementen einde deze de enige dochter der overledene van de deelneming en achting der vergadering te verzekeren. Wordende tot deze commissie verzocht de tijdelijke president en secretaris welke deze commissie op zich nemen. Door de binnenvader wordt namens deze commissie tegen den volgende dag aan het sterfhuis belet gevraagd, terwijl staande deze vergaderingde commissie rapport ontvangt, dat zij zullen worden afgewacht.  
             
   
ELO, HGW, inv.nr. 74, verg. d.d. 27-3-1833
 
 

 

Cunaeus: Notitie 10
<9
bron>
             
1   De president/secretaris berichten dat zij ingevolge de last hun in de laatste vergadering opgedragen de treurige plicht hebben vervuld van rouw beklag aan het sterfhuis van de overledene, terwijl het lid Hartevelt welke op aanzoek der president hiertoe uitgenodigd de begrafenis hunner ambtgenoot had bijgewoond, dat hij verzocht is de leden dezer vergadering namens de betrekkingen dank te betuigen voor het blijk van achting en betoonde vriendschappelijke hulp.  
             
   
ELO, HGW, inv.nr. 74, verg. d.d. 1-4-1833
 
 

 

Cunaeus: Bronnen
             
1   ELO, Doop-, trouw- en begraafregisters.
2   ELO, Album Studiosorum, f. 1178, 1185.
3   ELO, Kerkeraad NH Gemeente Leiden, inv.nr. 87. Achteraan in dit boek uit de wijk bevattende de Hoogewoerd, Garenmarkt, de ingekomene en aangenomene leden in de jaren 1787-1826.
4   ELO, Archief MSG, inv.nr. 49.
5   ELO, Maatschappij van Weldadigheid, Subcommissie Leiden, inv.nr. 73.
6   UB. Leiden, Douza, Archief Maatschappy der Nederlandsche letterkunde te Leyden, inv.nr. 318, Ba 3, p. 14; inv.nrs. 319, 321, 323.
7   ELO, Bevolkingsregister 1796-1804, inv.nr. 1912, buurt 22, nr. 9.
8   ELO, Volkstelling 1818, inv.nr. 1091, wijk 3, nr. 407.
9   ELO, Volkstelling 1829, inv.nr. 1092, wijk 3, nr. 42.
10   ELO, SA II, inv.nr. 644, bijlage 284.
11   ELO, HGW, inv.nr. 304.
12   ELO, HGW, inv.nr. 4691.
13   ELO, HGW, inv.nr. 74, verg. d.d. 27-3-1833 en 1-4-1833.
14   Blok, P.J., Geschiedenis eener Hollandsche stad. Eene Hollandsche stad in den nieuweren tijd. ('s-Gravenhage 1918) 73.
15   Coebergh van den Braak, A.M., Meer dan zes eeuwen Leids Gymnasium. Herziene, tot 1997 bijgewerkte uitgave, 2e editie (Leiden 1997) 213.
16   Elias, A.M. en P.C.M. Scholvinck, Volksrepresentanten en wetgevers. De politieke elite in de Bataafs-Franse tijd 1796-1810. (Amsterdam 1991) 273.
17   Maanen, R.C.J., 'Leidse Patriotten 1787-1795', in: Holland, regionaal historisch tijdschrift 19 (1987) 252, 257.
18   Prak, M., Gezeten burgers. De elite in een Hollandse stad Leiden 1700-1780. (Stichting Hollandsche Historische Reeks 1985) 383.
19   ELO, Notarieel Archief, notaris H. Roskes, inv.nr. 2730-2739, 1809, akte nr. 182-183, fiche nr. 311, lade 85.
             
 

 

Publicatie Auteur Home
Leiden Weeshuis Regenten Antoinette Frijns 2008 www.oudleiden.nl

 

 

Frn_rgt_crommelin

 

Regenten Weeshuis Leiden
Crommelin
 
crommelin

 

Crommelin:Personalia
<bron
1>
             
1   Crommelin, mr. Pieter Samuel, regent van 1824-1842  
2   geb. Haarlem 14-8-1765
overl. Zoeterwoude 26-5-1853
j.u.d. Utrecht 1786
commissaris Kleine Bank van Justitie te Haarlem 1785, 1786, 1787
ontvanger van de indirecte lands- en stadsbelastingen, vanaf 1810 te Leiden in welk jaar hij van Haarlem naar Leiden verhuisde
ouderling van de Nederlands hervormde Kerk
woonde op de Vliet
lid van de Maatschappij Nederlandse Letterkunde
Nederlandsche Huishoudelijke Maatschappij en de
Maatschappij van Weldadigheid
 
3   zoon van mr. Jacob Crommelin en Anna Petronella Gerlings  
4   x 1ste
Haarlem 14-4-1790 Amelia Maria Berg
geb. Amsterdam 12-4-1770, overl. 25-8-1794
dochter van Frans Jacob en Amelia Maria Goll van Franckenstein
 
5   x 2ste
Alkmaar 20-3-1803 Vincentia Catharina van Toulon
geb. Gouda 30-11-1769
overl. Zoeterwoude 10-11-1843
dochter van mr. Martinus en Adriana Maria van Eyck
wed. van mr. Joan Jacob van der Mieden, heer van Opmeer
 
6   Uit het eerste huwelijk:  
7   1. Jacob Crommelin
geb. Haarlem 14-7-1791
 
8   2. Daniel Frans
geb. Haarlem 8-11-1792
 
9   3. Anna Petronella
geb. Haarlem 9-2-1794,
overl. Haarlem 26-6-1794
 
10   Uit het tweede huwelijk:  
11   1. Johanna Amelia
geb. Haarlem 9-6-1804,
overl. Zoeterwoude 13-7-1838
 
12   2. Martinus Adrianus
geb. Haarlem 24-8-1806
overl. Haarlem 3-9-180
 
13   3. Levenloos kind
begr. Haarlem 9-11-1807
 
14   4. Anna Jacoba Petronella
geb. Leiden 16-8-1812
 
15   5. Adriana Martina Vincentia
geb. Leiden 16-8-1812
 
             
 

 

Crommelin: Bronnen
             
1   - Nederlands Patriciaat 80 (1997) 14-15
             
 

 

Publicatie Auteur Home
Leiden Weeshuis Regenten Antoinette Frijns 2008 www.oudleiden.nl

 

 

Frn_rgt_costerus

 

Regenten Weeshuis Leiden
Costerus

 

Costerus:Personalia
<bron
1>
             
1   Costerus, mr. Willem, echtgenoot van Maria Emmerentia ter Borch, regentes van 1796-1799  
2   geb. Woerden, ged. Woerden 30.10.1757  
3   overl. L. 14.12.1798, aang. 14.12.1798, 1e klasse, (30 gulden) naar Woerden  
4   lidmaat van de Hervormde Gemeente in Woerden  
5   vertrekt in 1790 met zijn huisvrouw naar Leiden en word met attestatie uitgeschreven uit het lidmatenregister van de hervormde Gemeente Woerden  
6   lid van de eerste Provisionele Raad 19-1-1795/19-2-1795  
7   lid van het comité van algemene veiligheid 1795  
8   poorter van Leiden 18.4.1796  
9   baljuw van Rijnland 1796-1798 [ambtenaar belast met de rechtspraak in een zekere landstreek]  
10   lid van de Societeit Amicitia  
11   zoon van mr. Dominicus Costerus en Johanna Voorn  
12   x Woerden 7.2.1783, aang. 1e klasse (2 x 30 gulden)
Maria Emmerentia ter Borch
ged. Amsterdam 25-11-1763, hervormd Nieuwe Zijdskapel
woonde sedert 1781 in Woerden, lidmaat van de Hervormde Gemeente te Woerden oktober 1781
overl. ?
dochter van Abraham ter Borch en Maria Broijel
 
13   a. Johanna
ged. Woerden 7.3.1784
 
14   b. Abraham
ged. [1794]
 
             
 

 

Costerus: Notitie 1
<pers
2>
             
1   Tegen het avondmaal van oktober 1781 met attestatien [bewijs van lidmaatschap en goed gedrag bij verhuizing door de kerkeraad afgegeven] Maria Emmerentia ter Borch van Amsterdam [naar Woerden] bij den heer doct. Bake.  
             
   
Streekarchief Rijnstreek, Hervormde gemeente Woerden, inv.nr. 116, f. 52, lidmatenregister
 
 

 

Costerus: Notitie 2
<1
3>
             
1   Mr. Willem Costerus huurde per 1-4-1790 een huis in de gebuurte Meerenburg, omvattende de Nieuwe Rijn en Nieuwe Herengracht dat hij met vrouw, een kind en twee dienstboden bewoonde.  
             
   
ELO, Bevolkingsregister 1762-1796, SA inv.nr. 1852, nr. 23
 
 

 

Costerus: Notitie 3
<2
4>
             
1   Mr. Willem Costerus huurde per 2-2-1795 een huis in de gebuurte Middelste Kaaskorf en gedeelte gebuurte Crauwendaal, omvattende de zuidzijde rond de Hogewoerd, Vrouwensteeg en St. Jorissteeg dat hij met vrouw, een kind en twee dienstboden bewoonde.  
             
   
ELO, Bevolkingsregister 1762-1796, SA inv.nr. 1737, nr. 37
 
 

 

Costerus: Notitie 4
<3
5>
             
1   Mr. Willem Costerus, stemgerechtigd, kocht in oktober 1798 een huis op de Hogewoerd. Dit huis bewoonde hij met vrouw, twee kinderen (Johanna en Abraham) en drie dienstboden. Toen hij 14-12-1798 overleed, erfde zijn echtgenote het huis, waar zij bleef wonen totdat zij in 1801 vertrok.  
             
   
ELO, Bevolkingsregister 1796-1804, inv.nr. 1919, buurt 30, nr.11
 
 

 

Costerus: Notitie 5
<4
6>
             
1   Een comité van 3 leden, waarvan Costerus een van was, werd als comité van Algemeene Veiligheid in 1795 na de omwenteling belast met het toezicht op de stemming der burgerij, de criminele jurisdictie en de handhaving der openbare orde.  
             
   
Blok, P.J., Geschiedenis eener Hollandsche stad. Eene Hollandsche stad in den nieuweren tijd. ('s-Gravenhage 1918) 28
 
 

 

Costerus: Notitie 6
<5
7>
             
1   In een geheime zitting van de Provisionele Raad op 31 jan. 1795 stelde het revolutionair gestemde raadslid Costerus voor de oude regenten enz.  
             
   
Blok, P.J., Geschiedenis eener Hollandsche stad. Eene Hollandsche stad in den nieuweren tijd. ('s-Gravenhage 1918) 32
 
 

 

Costerus: Notitie 7
<6
8>
             
1   Willem Costerus, geb. Woerden is op getuigenis van Carel de Pecker P.Z. en Jan Cornelis Potgieter tot poorter dezer stad aangenomen op 18 april 1796.  
             
   
ELO, Poorterboek 1789-1809, nr. 99, f. 44
 
 

 

Costerus: Notitie 8
<7
9>
             
1   Eerst in 1796 kwam na heel wat gehaspel over Leidens oude rechten, de keuze van het nieuwe bestuur van het hoogheemraadschap tot stand; de onverdachte patriot Costerus werd baljuw.  
             
   
Blok, P.J., Geschiedenis eener Hollandsche stad. Eene Hollandsche stad in den nieuweren tijd. ('s-Gravenhage 1918) 39
 
 

 

Costerus: Notitie 9
<8
10>
             
1   Op heden kwam in een missieve van mevr. Costerus mede tot dat einde gericht, behelsende dat wijl zij haar buiten verblijf weder had ingehuurd, daar zij vroeg in het voorjaar ging en in het najaar laat bleef, en dat zover van de stad afgelegen zijnde dat het haar niet mogelijk was op de vergaderingen in het weeshuis te kunnen tegenwoordig zijn, zij voornemens was haar demissie bij de Raad van Leiden aan te vragen. Regentessen betuigden hierover haar leedwezen en besloten nog moeite aan te wenden om haar [mevr. Costerus] om tenminste deze winter haar post te blijven waarnemen.  
             
   
ELO, HGW, inv.nr. 197, verg. 2-10-1797, art. 6, f. 108-108v
 
 

 

Costerus: Notitie 10
<9
11>
             
1   Ingekomen een brief van mevr. Costerus, dat zij door de dood van haar man buiten staat gesteld was, langer de post van regentes te kunnen waarnemen, wijl haar omstandigheden haar noodzaken thuis te zijn ter waarneming hare affaire en opvoeding harer kinderen.  
             
   
ELO, HGW, inv.nr. 197, verg. 27-3-1799, art. 4
 
 

 

Costerus: Notitie 11
<10
12>
             
1   Brief van de regentessen aan de Administratieve Municipaliteit der stad Leiden.  
2   Door Ulieden in onze handen gesteld zijnde het request van Maria emmerentia ter Borch, weduwe van Willem Costerus (inhoudende een verzoek om ontslagen te worden als regentes van het wees en arme kinderhuis dezer stad) om op hetzelve te dienen van schriftelijk bericht: kunnen wij niet afzien, aangemerkt der suppliantes treurige omstandigheden in het verliezen van haar echtgenoot, welke haar ter opvoeding van haar kinderen en voortzetting hare affaire gestadig aan haar huis verbinden en dus het gezet waarnemen van zodanig een moeilijke post bijna onmogelijk maken. Wat ons aangaat, hoe zeer het ons smert een zo waardig en werkzaam lid uit ons midden te moeten verliezen, te berichten dat het verzoek van bovengemelde aan de municipaliteit dezer gemeente gedaan, uwlieden voor haar een gunstig effect zoude kunnen sorteren.  
             
   
ELO, HGW, inv.nr. 197, verg. 27-3-1799, art. 10
 
 

 

Costerus: Notitie 12
<11
13>
             
1   Acte van assumtie, dd. 24-2-1802.  
2   Comparerende voor mij vrouwe Maria Emerentia ter Borch, weduwe en boedelhoudster van wijlen mr. Willem Costerus, wonende binnen deze stad.  
3   Te kennen gevende dat zij comparant bij testamentaire beschikking met haar overleden man op 26 maart 1783 voor notaris mr. Gijsbert Smartendijk en getuigen te Woerden gepasseerd door haar man is aangesteld als voogdesse over zijn na te laten minderjarige kind/kinderen met uitsluiting van alle magistraten, gerechten en weeskamer. Dat zij niet genegen is de voorn. voogdij over haar nog twee minderjarige kinderen door haar voorn. man in hun huwelijk verwekt met name Johanna Costerus, thans 17 jaar en Abraham Costerus, thans 8 jaar niet langer alleen te exerceren, mitdien uit krachte van de macht door voorn. haar man aan haar bij voorn. testament gegeven bij dezen tot mede-voogden over haar twee minderjarige kinderen aan te stellen de heer mr. Jacob Spoors en mr. Hendrik Costerus, beiden wonende in Den Haag en dat met zodanige last, macht en autoriteit als aan haar bij gemelde dispositie is gegeven. Beide heren verklaren zich bereid de voogdij op zich te nemen.  
             
   
ELO, Notarieel Archief, notaris Thomas van Bergen, inv.nr. 2712-2721, 1801-1802, akte nr. 56, f. 359-361, fiche nr. ..., lade ...
 
 

 

Costerus: Notitie 13
<12
14>
             
1   Acte van Vertigting, dd. 23-2-1802.  
2   Te kennen gevende dat zij comparante met haar voorn. man bij testament elkander over en weer de eerststervende de langstlevende tot erfgenaam benoemde, onder conditie dat de langstlevende gehouden zou zijn om de kind/kinderen uit dit huwelijk verwekt eerlijk en na de staat des boedels op te voeden en te  
3   alimenteren tot hun meerderjarigheid, eerder huwelijk of andere geapprobeerde staat toe en als dan bovendien aan dit kind/deze kinderen uit te keren en te laten volgen zodanige sommen van penningen als de langstlevende naar den staat en gelegenheid des boedels, mitgaders in conscientie bevinden zal te behoren, waarvan de langstlevende in cas van herhuwelijk begroting zal moeten doen en dat alles voor en inplaats van de legitieme portie, dezelve kind/kinderen in de nalatenschap van de eerststervende naar rechten competerende.  
4   Dat der vrouwe comparantes man op 11-12-1798 is overleden en heeft nagelaten twee minderjarige kinderen in dit huwelijk verwekt.  
5   Dat zij voornemens is eerdaags opnieuw te huwen en genegen was het vaderlijk bewijs aan haar kinderen te doen en wel aan ieder van haar kinderen een som van fl. 600,-- in een keer in contanten uit te betalen op de meerderjarigheid, eerder huwelijk of ander geaprobeerde staat en dat boven en behalve de alimentatie en opvoeding hierboven gemeld .....  
             
   
ELO, Notarieel Archief, notaris Thomas van Bergen, inv.nr. 2712-2721, 1801-1802, akte nr. 57, f. 363-366, fiche nr. ..., lade ...
 
 

 

Costerus: Notitie 14
<13
bron>
             
1   Huwelijkse voorwaarde en testament, d.d. 24-2-1802.  
2   Comparenden voor mij Thomas van Bergen Jerominus van Langen, ritmeester onder de Bataafse Dragonders en garnisoen te Zutphen, meerderjarig jongeman, bruidegom ter ene, thans alhier present en Maria Emerentia ter Borch, wed, van wijlen mr. Willem Costerus wonende binnen deze stad als bruid ter andere zijde.  
3   Beiden verklaarden een wettig huwelijk te willen sluiten op de volgende voorwaarden:  
4   Dat zij tot onderstand van hun a.s. huwelijk zullen aanbrengen alle zodanige goederen, effecten en inkomsten als een ieder van hun thans is hebbende en bezittende en hierna zal komen te verkrijgen welke zullen worden gespecificeerd op twee aparte staten door hun wederzijds te maken en te ondertekenen .... en dat deze huwelijkse voorwaarden in alle gevallen zal moeten worden verklaard en beoordeeld naar het Hollandsche recht alhier te Leiden gerecipeerd zonder dat in deze zal mogen worden gereflecteerd op het recht der woonplaats of garnisoensplaats van de bruidegom.  
5   Dat winst en verlies zal komen tot voordeel en nadeel van de bruidegom behoudende niettemin de bruid voor zich en haar erfgenamen de vrije keuze om in de gen. winst en verlies voor de helft te participeren of daarvan te renuntieren en haar aangebrachte en verkregen goederen te mogen na zich nemen zonder inenige schade hoegenaamd gehouden te zijn en wel speciaal met zodanig recht .....  
6   Dat de goederen of effecten door de bruid ten huwelijk aan te brengen of die zij staande huwelijk zou mogen verkrijgen door de bruidegom niet zullen mogen worden belast, bezwaard nog veralieneerd.  
7   Dat de bruid zal hebben en behouden de vrije administratie zo van haar ten huwelijk aan te brengen als verder te verkrijgen goederen, waartoe de bruidegom de bruid als zijn a.s. vrouw bij deze autoriseert zonder daarover enig bewind te willen hebben noch te pretenderen.  
8   Dat ingeval de bruidegom de eerststervende was de bruid ondanks kinderen uit dit a.s. huwelijk nog te verwekken zijn enige erfgenaam is en indien er kinderen zijn deze naar staat des boedels op te voeden en te alimenteren tot hun meerderjarigheid .....  
9   En ingeval de bruid de eerststervende was dat zij tot haar enige en universele erfgenaam aanstelt de bruidegom, haar a.s. echtgenoot alsmede haar kinderen Johanna en Abraham Costerus uit een eerder huwelijk mitsgaders de kind/kinderen uit dit haar a.s. huwelijk te verwekken en na te laten, tesamen hoofd voor hoofd en bij egale portien .....  
             
   
ELO, Notarieel Archief, Thomas van Bergen, inv.nr. 2712-2721, 1801-1802, akte nr. 58, f. 367-373, fiche nr. ...., lade ...
 
 

 

Costerus: Bronnen
             
1   ELO, Doop-, trouw- en begraafregisters.
2   ELO, Registers Impost op het begraven, 1e klasse, 1695-1805, nr. 56.
3   ELO, Registers Impost op het begraven, 1e klasse 1790-1802, nr. 56.
4   ELO, Poorterboek, 18-4-1796, f. 44.
5   Streekarchief Rijnstreek, DTB-boeken Woerden, Doopboeken Woerden 1756-1775 en 1776-1795.
6   Streekarchief Rijnstreek, DTB-boeken Woerden, Wo 17- p. 533.
7   Streekarchief Rijnstreek, Hervormde gemeente Woerden, inv.nr. 116 (lidmatenregister).
8   Streekarchief Rijnstreek, Gaardersarchief Woerden, inv.nr. 7.
9   ELO, Notarieel Archief, Thomas van Bergen, inv.nr. 2712-2721, 1801-1802, akte nr. 56, f. 359-361, fiche nr. ...., lade ...
10   ELO, Notarieel Archief, Thomas van Bergen, inv.nr. 2712-2721, 1801-1802, akte nr. 57, f. 363-366, fiche nr. ...., lade ...
11   ELO, Notarieel Archief, Thomas van Bergen, inv.nr. 2712-2721, 1801-1802, akte nr. 58, f. 367-373, fiche nr. ...., lade ...
12   ELO, Bevolkingsregister 1762-1796, inv.nr. 1852, nr. 23.
13   ELO, Bevolkingsregister 1762-1796, inv.nr. 1737, nr. 37.
14   ELO, Bevolkingsregister 1796-1804, inv.nr. 1919, nr.11.
15   ELO, SA II, inv.nr. 633, 28-3-1798.
16   ELO, HGW, inv.nr. 197, verg. 2-10-1797, art. 6.
17   ELO, HGW, inv.nr. 197, verg. 27-3-1799, art. 4, 10.
18   Blok, P.J., Geschiedenis eener Hollandsche stad. Eene Hollandsche stad in den nieuweren tijd. ('s-Gravenhage 1918) 28, 32, 39.
             
 

 

Publicatie Auteur Home
Leiden Weeshuis Regenten Antoinette Frijns 2008 www.oudleiden.nl

 

 

Frn_rgt_corts

 

Regenten Weeshuis Leiden
Corts

 

Corts:Personalia
<bron
1>
             
1   Corts, Willem Adriaan, regent van 1797-1806  
2   ged. L. 28-10-1742  
3   overl. L. 11-7-1807 (64 jaar), begr. L. 15.7.1807  
4   woonde op de Pieterskerkgracht, gaf les in Latijn en Grieks ten zijne huize aan jongelingen welke al of niet bij hem inwoonden  
5   zoon van Johannes Corts en Johanna Buijs  
6   x ?
Elisabeth Nieukerk
ged. Amsterdam 31-7-1737 Nieuwe Kerk
overl. L. 17.2.1821 (83 jaar)
woonde bij overlijden in de Kloksteeg, wijk 4, nr. 816
dochter van Jacob Nieukerk, houtkoper en poorter van Amsterdam en Janneke Rollerus
 
7   Een kind [zoon] overleden  
             
 

 

Corts: Notitie 1
<pers
2>
             
1   Willem Adriaan Corts, stemgerechtigde woonde per 21-4-1796 met vrouw, een kind, een dienstbode en vijf bijwoners op de Pieterskerkgracht.  
             
   
ELO, Bevolkingsregister 1796-1804, SA inv.nr. 1898, gebuurte 7, nr. 64
 
 

 

Corts: Notitie 2
<1
3>
             
1   Per 1 mei 1798 ging het weesmeisje Maria Brittijn bij Corts dienen.  
             
   
ELO, HGW, inv.nr. 4521, f. 324
 
 

 

Corts: Notitie 3
<2
4>
             
1   Willem Adrianus Corts overleden Haarlem 1807.  
             
   
Th.H. Lunsingh Scheurleer, C.W. Fock en A.J. van Dissel, Het Rapenburg. Geschiedenis van een Leidse gracht. Deel 1: Groenhazenburch. (Leiden 1986) 146
 
 

 

Corts: Notitie 4
<3
5>
             
1   Corts was conrector van de Latijnse school te Haarlem.  
2   p. 158  
3   Zijn vader Johannes Corts [1710-1774 Leiden] was meestertimmerman en eigenaar van de panden Rapenburg nr. 5 en 7. Bij de boedelscheiding in 1778 kreeg Willem Adrianus Corts Rapenburg 5 en de helft van Rapenburg 7 toebedeeld. Hij verhuurde Rapenburg 5 tot 1804 in welk jaar hij het pand voor 500 gulden aan Pieter Pompe verkocht.  
             
   
Th.H. Lunsingh Scheurleer, C.W. Fock en A.J. van Dissel, Het Rapenburg. Geschiedenis van een Leidse gracht. Deel 1: Groenhazenburch. (Leiden 1986) 158, 146
 
 

 

Corts: Notitie 5
<4
6>
             
1   Openbare verkoop huizen d.d. 27-12-1794.  
2   Op alle welke voorgaande generale mitsgaders de navolgende part. conditien en voorwaarden zo zijn de executeurs van de testamenten van wijlen Elisabeth Overkamp en deszelfs vooroverleden man Gerardus Corts mitsgaders de heren Willem Adriaan Corts en Dirk Bernardus Corts van mening alhier in het openbaar te doen veilen en verkopen, verscheidene grote, ruime, hechte, sterke en weldoortimmerte huizen .....  
3   Alle de huizen en erven gebruikt en bewoond wordende ... de verkopers zo in privals qualiteit in eigendom toebehorende uitgezonderd al hetgeen de respectieve huurders zullen kunnen aantonen hun in eigendom toebehorende.....  
4   Ende wordt dientengevolge alhier eerst geveild een groot, ruim, hecht, sterk en zeer weldoortimmerd huis en erve, voorzien van verscheidenen zo behangen als onbehangen kamers en vertrekken, kookkeuken, plaats, en verdere gertimmerte, staane en gelegen aan de oostzijde van de Pieterkerkstraat omtrent de lange diefsteeg, belendend aan de ene zijde Willem Adriaan Corst en aan de andere zijde Pieter Geerling onder 't Bon Over 't Hof, nr. 23 ....  
5   Getrokken bij de heer Willem Adriaan Corts op zijn bod van fl. 825,--.  
6   Opgehouden op de som van fl. 826,-- voor rekening van de heer Willem Adriaan Corts ......  
7   Aldus gedaan, geveild, verkocht en gekocht in het herenlogement aan den Burg binnen Leiden op zaterdag 27-12-1794.  
8   Willem Adriaan corts  
9   Barend Christiaan Corts  
10   Lambertus Bekking  
11   Frederik Booy (notaris).  
             
   
ELO, Notarieel archief, notaris F. Booy, inv.nr. 2635-2648, 1794, akte nr. 68, fiche nr. 148-149, lade 77
 
 

 

Corts: Notitie 6
<5
7>
             
1   Inventaris van de boedel en goederen van wijlen Barend Christiaan Corts in leven gepensioneerd luitenant van de gewezen binnenwacht der stad Leyden, gewoond hebbende en overleden zijnde binnen deze stad dd. 26-2-1804.  
2   De boedelinventaris is opgemaakt door notaris F. Booij d.d.  
3   24-8-1805, waarde beneden de 4000 gulden.  
4   In het testament van Barend Christiaan Corts dd. 16-8-1799 bij notaris F. Booij gepasseerd en welk testament met het overlijden van de testateur is geconfirmeerd, is o.a. opgenomen:  
5   Hij legateert aan zijn neven Willem Adriaan Corts en Dirk bernardus Corts tesamen en bij vooroverlijden van een van beiden der zodanige wettige descendent(en) bij representatie en wanneer een van beiden zonder wettige descendent(en) te hebben nagelaten bereids vooroverleden zijnde, de overgeblevene van hun beiden of deszelfs nagelaten kind(eren) alsmede voor een portie of staak ......  
             
   
ELO, Notarieel archief, notaris F. Booy, inv.nr. 2635-2648, 1794, akte nr. 31, fiche nr. 337-338, lade 77
 
 

 

Corts: Notitie 7
<6
8>
             
1   Wethouderen geinformeerd zijnde dat Willem Adriaan Corts ten zijne huize aan jongelingen welke al of niet bij hem inwonen, instructie geeft in de Latijnse en Griekse talen ten merkelijke nadelen en in prejudictie [in breuk op] der stedelijke latijnse scholen hebben goedgevonden en den secretaris verzocht gemelde Willem Adriaan Corts hierover te onderhouden en dezelve te kennen gegeven dat daar zulks aanloopt tegen een resolutie van burgemeesteren in dato ....., wethouderen vertrouwen dat hij dat wel zal willen nalaten en alzo voorkomen het nemen van directe maatregelen daartegen.  
             
   
ELO, SA II, inv.nr. 640, notulen H.Hren Wethouderen der stad Leyden, d.d. 28-8-1806
 
 

 

Corts: Notitie 8
<7
bron>
             
1   Testament dd. 23-9-1808.  
2   De comparante in dezes heeft onder ede verklaard tot geen duizend guldens gegoed te zijn en verklaar ik notaris dat in dit testament geen making van fides commis is vervat.  
3   Heden verscheen voor mij notaris ..... juffrouw Elisabeth Nieuwkerk, weduwe van wijlen de heer Wilhelmus Adrianus Corts, wonende binnen deze stad ...  
4   Zij verklaarde alle eerdere testamenten en codicillen te verwerpen .... en tot geen hogere klasse van gegoedheid te behoren dan waartoe zij zich volgens het zegel tot de minute dezes gebruikt heeft aangegeven ....  
5   Zij legateert aan haar nichten ... al haar kleren zo van zijde, linnen, wol als andere stoffen.  
6   Nog legateert zij aan haar aanbehuwde nicht Cornelia Corts het portret van de grootvader en het wapen? van wijlen haar man en aan het kind van genoemde nicht 25 gulden in contanten.  
7   Legateert zij aan Jan Florijn een som van 25 gulden aan contanten.  
8   Legateert zij aan de dochter van haar neef Frederik Klotes haar zilveren beugeltas, naaldenkoker, vingerhoed, twee rijgpennetjes en een zilveren lepeltje.  
9   Legateert zij aan de dochter van haar nicht de weduwe Van Vliet haar gouden horloge.  
10   Prelegateert zij aan haar neven .... haar grafstede gelegen in de Hooglandse Kerk in het zuidpand nr. 23 als mede de portretten van haar comparantes grootouders, van haar overleden man en zoon en van haar comparante.  
11   Alle welke legaten en prelegaten vrij van het recht op de successie zullen worden uitgekeerd.  
12   En als haar comparantes verdere na te laten goedern verklaart zij tot haar enige en algehele erfgenamen haar neven Johannes en Arij Hazebroek tesamen ....  
13   Begerende de comparante dat haar afgestorven lichaam in haar voornoemde grafstede in de Hooglandse Kerk zal moeten worden begraven.  
14   Verder verklaart de comparante zich de macht en vrijheid te behouden om dit testament te alle tijden te mogen veranderen ....  
             
   
ELO, Notarieel Archief, notaris H. Roskis, inv.nr. 2730-2739, 1808, akte nr. 146, fiche nr. 214, lade 85
 
 

 

Corts: Bronnen
             
1   ELO, Doop-, trouw- en begraafregisters.
2   ELO, Bevolkingsregister 1796-1804, inv.nr. 1898, gebuurte 7, nr. 64.
3   ELO, Notarieel archief, notaris F. Booy, inv.nr. 2635-2648, 1794, akte nr. 68, fiche nr. 148-149, lade 77.
4   ELO, SA II, inv.nr. 640, d.d. 28-8-1806.
5   ELO, HGW, inv.nr. 4521, f. 324.
6   Haan, S.W.M.A. den en P.M. Kann, Zucht om zich te oefenen in de lieflijke zangkunst. (Alphen aan den Rijn 1996) noot 68, p. 54.
7   Lunsingh Scheurleer, Th. H., C.W. Fock en A.J. van Dissel, Het Rapenburg. Geschiedenis van een Leidse gracht. Deel 1: Groenhazenburch. (Leiden 1986) 146, 158.
8   ELO, Notarieel Archief, notaris H. Roskis, inv.nr. 2730-2739, 1808, akte nr. 146, fiche nr. 214, lade 85.
             
 

 

Publicatie Auteur Home
Leiden Weeshuis Regenten Antoinette Frijns 2008 www.oudleiden.nl

 

 

Frn_rgt_bloys

 

Regenten Weeshuis Leiden
Bloys van Treslong

 

Bloys van Treslong:Personalia
<bron
1>
             
1   Jhr. Jacob Arnout Bastingius Bloys van Treslong, regent van 1804-1807  
2   geb. Steenbergen 10.3.1756, ged. Steenbergen, hervormd 14.3.1756  
3   overl. Maarssen 26.3.1825  
4   ingeschreven als student te Leiden 19.8.1774 en 12.3.1802, op 13-4-1775 komende uit Den Haag  
5   wonende op de Hooglandse Kerkgracht aangenomen als lidmaat der NHK met attestatie  
6   zee-officier 1781  
7   vice-admiraal 1803- 1809 (schout bij nacht)  
8   hoofdingelanden Rijnland 1806  
9   vertrekt naar Den Haag 1807  
10   secretaris-generaal dep. marine 1807  
11   directeur waterstaat te Amsterdam 1812  
12   verheven in den Ned. adel wegens zijne diensten aan den Staat bewezen bij K.B. 16-9-1815  
13   zoon van Cornelis Johannes Bloys van Treslong en Johanna Isabella Calkoen  
14   x Zaltbommel 11.1.1799
Maria Elisabeth Lemmers
geb. 's Hertogenbosch 16.5.1766
overl. Monnickendam 27.5.1819
dochter van Hendrik Lemmers en Theodora van Holen, wed. van Cornelis van Imbyze van Batenburg met wie zij 18.1.1788 in Den Bosch was gehuwd.
 
15   Een kind  
             
 

 

Bloys van Treslong: Notitie 1
<pers
2>
             
1   Jhr. Jacob Arnout Bastingius Bloys van Treslong, stemgerechtigd was eigenaar van een huis op de Oude Vest, dat hij bewoonde met zijn vrouw, een dochter, de weduwe Lemmers, moeder van zijn echtgenote en 2 dienstboden.  
             
   
ELO, Bevolkingsregister 1796-1804, inv.nr. 1971, buurt 80, nr. 9
 
 

 

Bloys van Treslong: Notitie 2
<1
3>
             
1   Bloys van Treslong kocht op 17 juni 1800 voor de prijs van 535 gulden een speeltuin en speelhuis gelegen aan de Haarlemmertrekvaart.  
2   N. Hendrik Snyders
W. de Trekvaart
Z. Adriaan Drabbe
O. de Vaarsloot
 
             
   
ELO, boekje 1, Transporten Leiderdorp 1-250, nr. 222. Rechterlijk archief Leiderdorp, transporten, d.d. 17-6-1800, f. 216A
 
 

 

Bloys van Treslong: Notitie 3
<2
4>
             
1   Bloys van Treslong verkocht op 6 mei 1806 voor de prijs van 514 gulden een speeltuin en speelhuis gelegen aan de Haarlemmertrekvaart buiten de Marepoort.  
2   N. de koper Antonius Arnolds
W. de Trekvaart
Z. Frans van Stripriaan Jz
O. de Vaarsloot
 
             
   
ELO, boekje 1, Transporten Leiderdorp 1-250, nr. 109. Rechterlijk archief Leiderdorp, transporten, d.d. 6-5-1806, f. 6A
 
 

 

Bloys van Treslong: Notitie 4
<3
bron>
             
1   Brief van Bloys van Treslong aan de Raad der stad Leiden.  
2   Geeft met eerbied te kennen J.A.B. Bloys van Treslong dat dezelve in den jare 1804 door u zijnde aangesteld tot regent van het H.G. of Stads Arm Wees en Kinderhuis binnen deze stad en daarin tot heden is fungerende; thans door zijne majesteit den koning van Holland is benoemd en aangesteld tot secretaris generaal van het ministerie der marine, waardoor hij eerlang deze stad met er woon zal moeten verlaten en tot aanvaarding zijner functien naar 's Hage verhuizen en hierdoor buiten staat geraakt om zijn post als regent van het weeshuis binnen deze stad wel en naar behoren waar te nemen.  
3   Redenen waarom de suppliant zich keert tot u, eerbiedig verzoekende, dat u hem als regent van het H.G. of Arm Wees en Kinderhuis binnen deze stad gelieve te ontslaan en aan hem daarvan te verlenen acte in forma. Fiat verleend 25-5-1807.  
             
   
ELO, SA II, inv.nr. 594, f. 52
 
 

 

Bloys van Treslong: Bronnen
             
1   ELO, Nederlands Adelboek 79 (1988) A-BI, 597.
2   ELO, Genealogische en heraldische bladen. Maandblad voor geslacht-, wapen- en zegelkunde 1 (1906) 303-305.
3   ELO, Album Studiosorum, f. 1115, 1198.
4   ELO, Herenboekjes.
5   ELO, Kerkeraad NH Gemeente, inv.nr. 83, Namen der op nieuw aangekomene ledematen soo door belijdenis als met attestatie.
6   ELO, Bevolkingsregister 1796-1804, inv.nr. 1971, buurt 80, nr. 9.
7   ELO, Rechterlijk archief Leiderdorp, transporten, d.d. 17-6-1800, f. 216A. (boekje 1, Transporten Leiderdorp 1-250, nr. 222).
8   ELO, Rechterlijk archief Leiderdorp, transporten, d.d. 6-5-1806, f. 6A. (boekje 1, Transporten Leiderdorp 1-250, nr. 109).
9   ELO, SA II, inv.nr. 594, f. 52.
10   Schama, S., Patriotten en bevrijders. Revolutie in de Noordelijke Nederlanden, 1780/1813. (Amsterdam 1989) 525, 695, 841.
             
 

 

Publicatie Auteur Home
Leiden Weeshuis Regenten Antoinette Frijns 2008 www.oudleiden.nl

 

 

Frn_rgt_blok

 

Regenten Weeshuis Leiden
Blok

 

Blok:Personalia
<bron
1>
             
1   Blok, mr. Franciscus Gualtherus, echtgenoot van Catharina Margaretha Romswinkel, regentes van 1782-1788 en 1799-1807  
2   geb. Nootdorp 23.2.1749, Geref.Kerk  
3   overl. L. 22.2.1812  
4   ingeschreven als student 25-3-1766 Ann. Ac. J.,gepromoveerd Leiden 14-1-1771  
5   poorter van Leiden 10-2-1769  
6   woonde op de Oude Rijn bij het weeshuis  
7   democratisch patriot  
8   nevenfunctie practiserend advocaat 1771- 1801  
9   schepen van Rijnland 1774-1787  
10   kapitein der schutterij 1774-1781  
11   College van de Gerechte 25-7-1785-1786  
12   Baljuw ambtsheerlijkheid v.d. Vennip 1781  
13   een van de oprichters van een vrijcorps te Leiden 1783  
14   honorair lid vanaf 1784 en lid commissie van deciseurs in 1787 van de Socieit van wapenhandel, onder de spreuk: Voor Vrijheid en Vaderland, binnen Leyden 1784  
15   lid van de veertigraad 18.10.1781-12.10.1787  
16   op 12-10-1787 is zijn zetel in de veertigraad vacant verklaard en is Blok ontzet uit de veertigraad ingevolge de satisfactie door H.K.H. de prinses van Oranje van de Ed. Gr. Mog. Hr. Magistraten gevorderd en geaccordeerd 11-10-1787  
17   schepen 1785  
18   nieuwkomer in de veertigraad, op 3-11-1798 met zijn echtgenote C.M. Romswinkel komende van Kampen als ledematen van de NHK aangenomen met attestatie  
19   baljuw van Rijnland 1798-1812  
20   zoon van Theodorus Franciscus Blok en Maria de Keyzer  
21   x ot. L. 16.4.1776
Catharina Margaretha Romswinkel,
aangeg. 28-3-1776, 1e klasse, (2x 30 gulden),
geb. L. 11.5.1749, overl. L. 23-1-1807, begr. 27.1.1807
dochter van Nicolaas Romswinkel, advocaat, kapitein der schutterij 1731-1741 vroedschap 1742-1755, bank van lening 1745-1746, weesmeester 1747, 1749, 1754 schepen 1750, 1752, 1753, 1755 en Catharina Marcus
 
22   Kinderloos  
             
 

 

Blok: Notitie 1
<pers
2>
             
1   Franciscus Gualtherus Blok, jur.cand., geboren van Nootdorp is op getuigenis van mr. Jacob Bartram van den Steen, Raad en oud-schepen dezer stad en Leonard de Maijne, claviger ter thesaurie tot poorter dezer stad aangenomen op 10-2-1769.  
             
   
ELO, Poorterboek 1718-1789, nr. 94, f. 170v.
 
 

 

Blok: Notitie 2
<1
3>
             
1   Op het einde der Republiek heeft de vroedschap Franciscus Gualtherus Blok veel van zich doen spreken. Hij was een vurig patriot van sterk democratische gezindheid, die van het begin af onder de 'matadors' der patriotse partij heeft behoord. Als lid der Hollandsche Commissie van Defensie hield hij op 29 juni 1787 prinses Wilhelmina bij de Goejanverwellesluis mede tegen. Hij werd daarom na de omslag in Holland en het herstel van prins Willem V uit de vroedschap geweerd en eerst onder de Bataafsche Republiek weder in ere hersteld.  
             
   
Blok, P.J., Geschiedenis eener Hollandsche stad. Eene Hollandsche stad onder de Republiek. ('s-Gravenhage 1916) 142, 372, 378
 
 

 

Blok: Notitie 3
<2
4>
             
1   Blok vertoefde na 21-8-1787 te Woerden als lid van de commissie van defensie van de Staten van Holland gevestigd te Woerden.  
             
   
Blok, P.J., Deel III, 345 e.v.
 
 

 

Blok: Notitie 4
<3
5>
             
1   De Leidse vroedschap bleef in 1786 slechts in toenemende mate aarzelend aan de patriotse zijde, bevreesd als haar meerderheid was voor de democratische richting der 'matadors' die ook in Leiden zoveel te doen gaf. Niet alleen het vrijcorps, waarnaast het vorig jaar een afzonderlijk studentenvrijcorps was opgericht, maar ook patriotse societeiten hielden de beweging hier aan de gang. De 'burgersocieteit ter bevordering van eendragt' kwam (aug. 1786) naast de oude herensocieteit 'Amicitia' te staan en telde bijna 400 leden uit de burgerij. Een 'Oprechte Vaderlandsche Societeit' legde zich vooral toe op de lectuur van couranten en periodieken. Een derde (1 mei 1787) onder de naam 'Concordia' droeg een meer gematigd karakter.  
2   Grote onenigheid tussen de beide fracti der patriotse regenten in de stad ontstond door de kwestie of de tot pensionaris van Purmerend benoemde Leidse advocaat mr. Dirk Wormer door de aanneming van die post zijn Leids poorterschap had verloren. Toen de meerderheid op 6 maart in dezen geest besloten had, wendde de minderheid onder leiding van Blok, zich (17 mei) tot de Staten om vernietiging dezer resolutie te verkrijgen, hetgeen door de meerderheid in de vroedschapsvergadering van 11 augustus zeer werd afgekeurd als een ongegronde en onrechtmatige handeling.  
             
   
Blok, P.J., Geschiedenis eener Hollandsche stad. Eene Hollandsche stad onder de Republiek. ('s-Gravenhage 1916) 365
 
 

 

Blok: Notitie 5
<4
6>
             
1   Zie verder voor de naam Franciscus Gualtherus Blok de volgende pagina's in:  
             
   
Blok, P.J., Geschiedenis eener Hollandsche stad. Eene Hollandsche stad onder de Republiek. ('s-Gravenhage 1916) 345, 348, 349, 351, 352, 353, 356, 358, 359, 363, 366, 367, 369, 370, 371, 375, 376
 
 

 

Blok: Notitie 6
<5
7>
             
1   Had men in de vorige vergadering zich mogen verheugen wegens het behoud van alle regenten, regentessen, suppoosten en kinderen (ramp met het Kruitschip) vernam men nu met te meer droefheid het afsterven van mevr. Blok, dewelke wel gedurende de laatste tijd van haar leven door ongesteldheid dikwijls was verhinderd geweest alhier present te zijn. Doch die te voren althoos veel hartelijkheid voor het huis had betoond en van hetzelve veel had verdiend.  
             
   
HGW, inv.nr. 200, verg. 26-1-1807, resumtie
 
 

 

Blok: Notitie 7
<6
8>
             
1   Testament d.d. 20-1-1807.  
2   De testatrice heeft verklaard beneden de 50.000 gulden gegoed te zijn.  
3   Zij verklaart alle vorige wilsbeschikkingen nietig te verklaren en verklaart zij tot haar enige en universele erfgenaam te maken haar tegenwoordige man mr. Franciscus Guatherus Blok ende dat generalijk in alle de goederen, zo roerende als onroerende, tegenwoordige en toekomende geen van dien uitgezonderd, die zij in enigerhande manieren metter dood zal komen te ontruimen en na te laten, met macht om daarmee te doen, handelen en verteren, belasten en bezwaren zonder het minste tegenzegging van iemand, doch ......  
4   Zij houdt zich het recht voor dit testament ten alle tijden te mogen veranderen.  
             
   
ELO, Notarieel archief, notaris A. Delfos Jzn., inv.nr. 2752-2756, 1807, acte nr. 5, fiche nr. 10-11, lade 86
 
 

 

Blok: Notitie 8
<7
9>
             
1   Testament d.d. 31-7-1807.  
2   De testateur heeft verklaard geen 100.000 gulden gegoed te zijn en is in dezen geen fides commis opgemaakt.  
3   De heer mr. Fr. G. Blok, hoogbaljuw van Rijnland, wonende binnen deze stad dewelke vooraf des noods ende presentatie van ede verklaart beneden de 100.000 gulden gegoed te zijn en geneigd te zijn en over zijn na te laten goederen bij testament te disponeren tot dat einde, alvorens herroepende alle voorgaande testamentaire codicillaire en alle andere hoe ook genaamde acten van uiterste wille en speciaal de testamentaire dispositie door hem op 2-4-1796 voor de heren Willem Christiaan Herneer en Willem Ysbrand van Hamelsvelt destijds leden van het committvan Justitie der stad Amsterdam gepasseerd, niet willende dat dezelven enig effect zullen hebben en voorts van nieuws ter dispositie komende,  
4   Verklare hij heer testateur te begeren "dat des selfs dood lighaam niet ontkleed maar met een hemd overtogen en in een laken gewonden in de kist gelegd en zonder enige statie op dezelfde wijze als met dat van zijne overledene huisvrouw geschied is naar S Hage met een jagt overgebragt en bijgezet zal worden in deszelfs familiegraf staande op zijn Heer testateurs naam en gelegen in de groote of Sint Jacobskerk aldaar, in den tweden regel, het derde kruiswerk, het ses en twintigsten graf" met verdere last dat de hier na te benoemen executeurs van zijn testament zullen moeten zorgen dat de portien in dat graf (hetwelk afkomstig is van de heer mr. Francois verbolt en Vrouwe Maria la Maire) voor zo ver dezelve portien nevens hem testateur aan anderen dan aan zijne te institueren erfgenamen mochten toebehoren, voor het scheiden en verdelen van zijn testateurs nalatenschap ten koste zijner erfgenamen ingekocht en op naam van een hunner liefst van het mannelijk geslacht, liefst van eene in Holland wonende overgeboekt en voor de tijd van vijftig jaar in te gaan met de dag van de testateurs begrafenis gesloten zal blijven ter erkentenis en onder conditien waarvan hij testateur aan de administrateur van de voornoemde kerk verklaarde te legateren een Nationale schuldbrief groot in kapitaal vijf honderd gulden en rentende 2,5% in het jaar.  
5   .......  
6   Nog verklaart hij testateur te legateren aan de heer mr. Joost Romswinkel of bij zijn overlijden en zijn kinderen het portret van testateurs overleden huisvrouw staande in een vergulde lijst alsmede een schildpadde en van buiten met ivoor en goud belegde snuifdoos versierd met het portret van testateurs overlijden huisvrouw in miniatuur, voorts een kloet ? van zwart op wit mede van zijn testateurs overleden huisvrouw.  
7   Nog legateert hij aan Francoise Catharina Margaretha Romswinkel, dochter van gemelde Joost van Romswinkel, of bij haar overlijden aan haar oudste zuster het oostindisch verlakte toilet, toebehorende aan testateurs overleden huisvrouw en onder hem heer testateur berustende.  
8   Voorts verklaart hij, testateur te legateren aan den gene zijner gesamelijke erfgenamen aan wie zulks door de overigen naar onderlinge conventie en geneogen of desnoods door het lot zal te beurt vallen testateurs twee portretten staand ehet ene in een vergulde en het andere in een zwarte lijst, zijn silo van zwart op wit alsmede al zijn familieportretten, papieren, geslachtslijsten en alles waarop zijn familiewapen gevonden mocht worden.....  
9   Wijders verklaart hij te legateren aan het ... Heilige Geest Weeshuis een som van 1000 gulden waarvan 500 gulden voor de regenten en 500 gulden voor de regentessen ....  
10   Nog verklaart de heer testateur te legateren aan ieder van zijn dienstboden welke op zijn testateurs overlijden in zijn dadelijke dienst zullen zijn en als dan niet staan te verhuizen voor elk jaar gedurende hetwelk ieder hunner daarin geweest zal zijn in ingetreden voor een vol jaar te rekenen een som van 50 gulden en aan ieder hunner daaren boven voor of in plaats van een rouw een som van 100 gulden ineens.  
             
   
ELO, Notarieel archief, notaris A. Delfos Jzn., inv.nr. 2752-2756, 1807, acte nr. 43, fiche nr. 17, lade 86
 
 

 

Blok: Notitie 9
<8
10>
             
1   Procuratie ad negotia van twee personen over meer dan een zaak d.d. 21-1-1809.  
2   Op genoemde datum compareerde voor mij notaris Delfos de heren mr. Joost Romswinkel, thans wonende te Voorschoten en Francois Gualtherus Blok, vruchtgebruiker en boedelhouder van wijlen zijn echtgenote Catharina Margaretha Romswinkel, wonende binnen Leiden als met en benevens de heer Maarten Romswinkel wonende te Amsterdam, gezamenlijk ieder voor een derde respectievelijk eigenaar van een koopmanshuis, tuinhuis, tuin en erve staande en gelegen op de Herengracht tussen de Wolven- en Huidenstraat binnen de stad Amsterdam. Dewelken bij dezen constitueren en machtig te maken de heer mr. Alexander Lion van den Niepoort koopman wonende te Amsterdam om het voorschreven huis voor zoveel comparanten respectieven eigendom daarin betreft met den voornoemde heer Maarten Romswinkel te admimistreren, contarcten van huur te vernieuwen nadat de tegenwoordig lopende of reeds gesloten verhuring zullen zijn afgelopen, de nodige reparaties aan het huis te laten doen, in cas van verschil daarover met de comparanten vooraf raadplegende, huurpenningen te ontvangen en daarover te quiteren, de ree en andere lasten te betalen, tweemaal in ieder jaar, na de eerste mei en de eerste november over de ontvang en uitgave met de heer Maarten Romswinkel te rekenen en te liquideren het saldo aan hun comparanten over te maken en daaromtrent alles te doen en verrichten hetwelk zij comparanten .....  
             
   
ELO, Notarieel archief, notaris A. Delfos Jzn., inv.nr. 2752-2756, 1809, acte nr. 6, fiche nr. 45, lade 86
 
 

 

Blok: Notitie 10
<9
11>
             
1   Op den 31 maart 1812 ter requisitie van Arend Hendrik van Eck en Hendrik Delfos als executeurs van het testament van wijlen de heer Francois Gualtherus Blok ... als van de testamentaire dispositie van wijlen vrouwe Catharina Margaretha Romswinkel in leven huisvrouw van de gemelde heer Blok...(f. 237).  
2   Zijnde alle de opgenoemde in dezen zo meerderjarige als minderjarige gerechtigden bekwaam zich te gedragen als erfgenaam elk voor deszelfs aandeel in de nalatenschap van wijlen Fr. G. Blok .... (f. 240v).  
3   Bestaande alle deze in den eigendom dezer nalatenschap van gedagte vrouwe Catharina Margaretha Romswinkel geinstitueerde erfgenamen haar in de derde graad van namaagdschap en zijnde de voornoemde legatarissen en erfgenamen bekwaam zich respectievelijk in die hoedanigheid te gedragen wijlen de voornoemde heer mr. Francois Gualtherus Blok en vrouwe Catharina Margaretha Romswinkel in leven echtelieden hebben voor het aangaan van derzelver huwelijk voor notaris Adrianus van Alphen en getuigen binnen deze stad op 28-3-1776 gepasseerd een huwelijkscontract bij welk alle gemeenschap van goederen zo die ten huwelijk aangebracht als welke staande 't zelve verkregen zouden worden is gesecludeerd en is ten aanzien van winst en verlies bepaald dat de bruid voor zich en haar kinderen zoude hebben de vrije keuze en optie om bij het scheiden van het huwelijk en in alle gevallen te komen in de helft van winsten en verliezen staande huwelijk te vallen, dan of zij alleen met haar in- en aangebrachte of staande huwelijk verkregen en ingekomen goederen zal willen uitgaan en afstaan en waarvan zij bruid binnen zes weken na het scheiden van het huwelijk behoorlijk zoude moeten declareren zoals daarvan ampeler en breder is consterende bij de grosse der voorschreven huwelijkse voorwaarden tot welkers inhoud ten deze werd gerefereerd de voornoemde vrouwe Catharina Margaretha Romswinkel overleden binnen deze stad op 27-1-1807 en alzo zijnde geweest de eerststervende heeft alvorens ten aanzien van haar hier voorgemelde legatarissen en erfgenamen ter dispositie komende tot haar enige en universele erfgenaam haar echtgenoot mr. Francois Gualtherus Blok met macht om daarmede te doen, handelen, verteren, veralineren, belasten en bewaren naar zijn gelieve en welgevallen zonder het minste tegenzegging van iemand en onder verder gemaakte bepalingen omtrent hetgeen haar gemelde man onverteerd en onveralieneerd van haar nalatenschap zou achterlaten ter weder dispositie van de hier voorgemelde legatarissen is overgegaan zodanig daarvan is consterende bij haar hier voorgemelde testamentaire dispositie den 20-1-1807 voor notaris Abraham Delfos Jz. en getuigen binnen deze stad is gepasseerd. (f. 242-243).  
4   Ter conservatie van de rechten van partijen en van alle anderen die daar belang bij zouden mogen hebben onder alle reserves en protestatien van rechten werd door Pieter van Hemeren, notaris en getuigen overgegaan tot een getrouwe inventarisatie en nauwkeurige beschrijving van alle de meubelen, kleren, linnen, paarle juwelen, goud- en zilverwerk, gereed geld, titels en andere papieren, in- en uitschulden en in het algemeen van alle de roerende goederen gevonden in de boedel van wijle de heer mr. Francois Gualtherus Blok behorende tot zijn nalatenschap of die van zijn vooroverleden vrouw Catharia Margaretha Romswinkel, zodanig als hetzelve ter plaatse hierna gemeld gevonden is in zekere huizinge staande en gelegen aan de Oude Rijn binnen deze stad, wijk 7, nr. 1092, waarvan de voornoemde heer F.G. Blok eigenaar was en aldaar zijnde overleden. (f. 243-243v).  
5   En zijn al de voorschreven goederen te voorschijn gebracht door Moise Cornet particulier, wonende in het St. Michielshofje in de Pieterskerkstraat gestelde bewaarder der na te melden verzegelingen en der goederen welke onder inventaris onverzegeld gebleven zijn, zijnde hierbij tegenwoordig, belovende alles getrouwelijk te zullen aanwijzen en opgeven, zonder iets achter te houden, te veranderen of te verbergen alls op de straffen bij de wet bepaalddie door ons notaris aan de gemelde Moise Cornet zijn ontvouwd en welke hij heeft verklaard wel te verstaan.  
6   De voorschreven goederen zullen worden opgeleverd en geinventariseerd naarmate dat de verzegelingen gelegd door de heer Adrianus Nartevelt, eerste suppliant vrederechter van het canton Leiden nr. 1 volgens deszelfs proces verbaal dd. 23-2-1812 zullen worden nagezien, opgeheven en weggenomen.  
7   De begroting der goederen zal worden gedaan met opzicht tot de meubelen, klederen en linnen door Gerrit Remmelinck en Johanna Morre gezworen priseerster.  
8   Ten aanzien van de parels juwelen goud- en zilverwerk door Willem van de Goorberg, kashouder en goud- en zilversmid.  
9   Ten regarde van de bibliotheek Daniel du Saar, boekhandelaar binnen deze stad, wonende op het Rapenburg, wijk 4, nr. 854.  
10   Ten respecte van de effecten of inschulden door Gijsbert van der Spruit, makelaar wonende binnen deze stad op de Haarlemmerstraat wijk 6, nr. 290 daartoe met goedvinden van partijen verkozen en alhier tegenwoordig welke onder solemnele ede aan handen van mijn heer de vrederechter van het voornoemde canton afgelegd hebben aangenomen naar de juiste waarde te zullen taxeren. (f. 243v-244).  
11   En alzo bij dubbele vacatie tot het opmaken van het hoofd dezer inventaris voortgegaan zijnde tot des namiddags 4 uur en is de verdere voortzetting dezer inventarisatie met goedvinden van de partijen tot de volgende dag 1-4-1812 uitgesteld en zullen alle de verzegelingen alsmede de goederen wlke onder inventaris zijn onverzegeld gelaten, gebleven onder de bewaring en in het bezit van den voornoemde bewaarder Moise Cornet die zulks bij dezen erkend beloofd dezelve weder te voorschijn te brengen en te verantwoorden als na behoren. (f. 244v).  
12   Heden den 1-4-1812 bepaald bij de sluiting der laatst voorgaande vacatie ter requisitie in tegenwoordigheid en kwaliteit vorens gemeld exept in tegenwoordigheid van jonkvouwe Theodora henrietta van Eck , vrouwe Charlotte Amelie Vockestaart, weduwe van de heer mr. Lambert Engelbert van Eck en de heer Jan Willem van Alphen ten dezen gerepresenteerd wordende door de heer Abraham Delfos Jansz. notaris binnen deze stad vermogens procuratie door hun op den 31-3-11812 voor ons notaris en getuigen gepasseerd en op heden behoorlijk geregistreerd. Voorts exept de heren mr. Joost Romswinkel en Maarten Romswinkel welke bij onderhandse acte dd. 1-4-1812 hebben verzocht en geconsenteerd dat de verdere voortzetting dezer inventaris buiten hun tegenwoordigheid zal geschieden ... zijn wij Pieter van hemeren, notaris ten bijwonen van de getuigen overgegaan tot voorzetting dezer inventarisatie op de volgende wijze:  
13   De taxatiewaarde is in franken en centimes aangegeven.  
14   f. 245  
15   Op het meidenkamertje  
16      
17   Zes groene gordijnen, getaxeerd op fr. 8.40    
18   Een spiegel fr. 3.15    
19   Vier stoelen fr. 2.10    
20   Een tafel fr. 1.50    
21   Een partij matten fr. 2.10    
22   Op de zolder  
23      
24   Een matras fr. 1.58    
25   Vier schilderijen fr. 2.10    
26   Vijf dito fr. 3.15    
27   Vier dito fr. 2.10    
28   Twee ophaal gordijnen fr. 3.15    
29   Negen klederstukken fr. 4.40    
30   Een kist en koffer fr. 8.40    
31   Een kist en koffer fr. 8.40    
32   Een latafel toebehorende aan Maria Kloppers, domestieke.        
33   Een kist fr. 2.10    
34   Enige lappen tapijt en lappen juchtleder fr. 10.50    
35   Een kist met oud goed fr. 12.60    
36   Een dito met dito fr. 8.40    
37   Een koffer fr. 4.20    
38   f. 245v  
39   Een kist met linnen waarin gevonden is een lijst waarvan het hoofd aldus luidt:  
40   Lijst van getaxeerd linnen uit de boedel van wijlen de heer Michiel Abraham van Peene ten behoeve van de nagelaten minderjarige kinderen van wijlen vrouwe Francina Adriana Baretha van Peene in huwelijk verwekt met de heer mr. Pierre Jean Baptiste Charles van der Aa.  
41      
42   Een kist met daarin enige lappen en oud goed van geen waarde fr. 6.30    
43   Drie kisten in welke kisten gevonden is enig vuil linnengoed het welk hierna onder het linnen zal worden geinventariseerd fr. 12.60    
44   een koffer waarin zijn gevonden enige boekdelen met predikantien welke hierna onder de bibliotheek zullen worden        
45   geinventariseerd fr. 2.10    
46   Een koffertje fr. 3.15    
47   f. 246        
48   Een sluitmande en oude lappen fr. 2.10    
49   Een rak met 26 stokken fr. 8.40    
50   Twee dito fr. 3.15    
51   Een en dertig kleerstokken fr. 21.00    
52   Een mangel met toebehoren fr. 105.00    
53   Zes klederbakken fr. 3.15    
54   Vier baliemanden en vuurmanden fr. 6.30    
55   Een eikenhouten pers fr. 8.40    
56   Twee wastafels fr. 6.30    
57   Een paardenharen matras fr. 25.20    
58   Vier glasgordijnen fr. 8.4    
59   Drie plakplanken en 2 wasmanden fr. 2.10    
60   Drie stoelen en een wastobbe fr. 4.20    
61   Enige matten fr. 6.30    
62   f. 246v        
63   Een spiegel fr. 4.20    
64   Een bedpan en stofgereedschap fr. 4.20    
65   Op de kinderkamer met twee ramen uitzicht hebbende op de grote plaats  
66      
67   Een eikenhouten kabinet fr. 42.00    
68   Enig porcelein fr. 2.10    
69   Een lampet en kom fr. 4.20    
70   Een doos en mof fr. 2.10    
71   Een bedtafeltje met twee blakers fr. 2.10    
72   Twee tinnen waterpotten fr. 4.20    
73   Een schildpadkastje met laadjes fr. 12.60    
74   Een rustbank met groen saai behangsel fr. 21.00    
75   In een vaste kast;        
76   Een doos met kapellen fr. 1.00    
77   Een garenwinder en borduurraam fr. 2.10    
78   f. 247        
79   Een kussen om kant te knopen en enige tekeningen fr. 4.20    
80   In een tweede vaste kast;        
81   Twee manden, twee dozen en een voetestoel fr. 4.20    
82   Vier schilderijen en een mantelzak fr. 4.20    
83   Een bed, peluw, en twee kussens fr. 42.00    
84   Vier wollen dekens fr. 33.60    
85   Twee sitsen spreien fr. 16.80    
86   Een bureau fr. 4.20    
87   Twee spiegeltjes fr. 4.20    
88   Een geruit vloerkleed fr. 8.40    
89   Twee glasgordijnen fr. 2.10    
90   Een kapstok fr. 50.00    
91   Op de grote logeerkamer met twee ramen uitzicht hebbende op de grote plaats  
92   f. 247v  
93      
94   Twee ophaalgordijnen fr. 4.20    
95   Vier glasgordijntjes en twee koperen roedjes fr. 2.10    
96   Vier blauwe saaie glasgordijnen fr. 10.50    
97   Een spiegel met een vergulde lijst fr. 21.00    
98   Twee glad houten gerridons fr. 1.00    
99   Een witwerkerstoilet, tafel en kleedje fr. 2.10    
100   Een mahoniehouten kabinet fr. 105.00    
101   In dit kabinet het zilverwerk hierna te inventariseren:        
102   Onder in het kabinet:        
103   Twee gordijnen met daartoe behorende lappen fr. 8.40    
104   Vier linnen gordijnen fr. 6.30    
105   Veertien kloosterbeeldjes fr. 4.20    
106   Een mahoniehouten kabinet fr. 210.00    
107   In dit kabinet en in de lade linnen, hierna te inventariseren.        
108   Twee lusters fr. 2.10    
109   Een schilderij fr. 3.15    
110   f. 248        
111   Een lit d'ange fr. 105.00    
112   Een matras fr. 21.00    
113   Bed, peluw, zeven grote en vier kleine        
114   kussens fr. 294.00    
115   Drie wollen dekens fr. 63.00    
116   Een sitse deken en een sprei fr. 42.00    
117   Een nachtkoffertje fr. 25.20    
118   Twee tinnen waterpotten fr. 6.30    
119   Een kastje met laadjes met enige waaiers        
120   en borduurgoed fr. 16.80    
121   Een witwerkers toilettafel fr. 4.20    
122   Een lampet en kom fr. 4.20    
123   Een verlakt blaadjes met een karafen        
124   twee bierglazen fr. 3.15    
125   Negen kleden of carpetten fr. 42.00    
126   Een pedanttafeltje met een stenen blad fr. 6.30    
127   f. 248v        
128   Tien gladhouten stoelen met damasten fr. 29.40    
129   Een smirnatapijt fr. 168.00    
130   Vier geruite kleedjes fr. 12.60    
131       -------------    
132     fr. 1813.43    
133   f. 249  
134   Voortzetting inventarisatie 2-4-1812.  
135   Op de kleine achterkamer of slaapkamer met twee ramen uitzicht hebbende op de kleine plaats.  
136      
137   Twee valgordijnen fr. 16.80    
138   Twee groene zijde glasgordijnen fr. 12.60    
139   Twee gazen horretjes fr. 1.00    
140   f. 249v        
141   Een spiegel fr. 21.00    
142   Een witwerkers toilettafel en kleed fr. 2.10    
143   Een toiletspiegel met drie dozen en borstels fr. 3.15    
144   Een wastafel fr. 2.10    
145   Een witwerkers kaptafel en spiegel fr. 2.10    
146   Een mahoniehouten kabinet fr. 126.00    
147   In dit kabinet linnen klederen, goudhorloge en klein zilverwerk, hierna te inventariseren.        
148   Zeven stoelkussens fr. 10.50    
149   Zeven stoelen met matten zittingen fr. 10.50    
150   Een mahoniehouten ladetafel fr. 42.00    
151   Een porceleinstel fr. 2.10    
152   Een eikenhouten nachtkoffertje fr. 4.20    
153   Een ondersteek fr. 4.20    
154   Twee eikenhouten bedtafeltjes fr. 3.15    
155   f. 250        
156   Twee tinnen waterpotten fr. 4.20    
157   Een ledikant met een groen saai behangsel fr. 42.00    
158   Een bed, peluw en zakken fr. 84.00    
159   Twee grote en een klein kussen fr. 12.60    
160   Twee wollen en een katoenen deken fr. 33.60    
161   Een wollen deken fr. 16.80    
162   Twee stro zakken fr. 3.15    
163   Een naaikistje met enig garen en zijde fr. 4.20    
164   Een doos met beeldjes fr. 4.20    
165   Twee dito en drie pruiken fr. 1.00    
166   Een kapdoos en kapspiegel fr. 2.10    
167   Twee dozen met inhoud fr. 4.20    
168   Een smirnatapijt fr. 42.00    
169   Vijf oude kleden fr. 4.20    
170   f. 250v        
171   Drie kapstokken fr. 1.60    
172   Op de logeerkamer met twee ramen uitzicht hebbende op de straat.  
173      
174   Twee ophaalgordijnen fr. 8.40    
175   Twee gazen horretjes fr. 1.00    
176   Vier groene glasgordijnen fr. 12.60    
177   Een spiegel met verguld lijst fr. 25.20    
178   Twee toiletspiegels met zeventien        
179   verlakte deuren, zijnde gelegateerd aan vrouwe Catharina Jeanne Gerardina Romswinkel, huisvrouw van Alexander Leon van de Niewpoort fr. 16.80    
180   Een witwerkers toilettafel en kleed fr. 2.10    
181   Twee ronde theetafels fr. 4.20    
182   Een vierkante theetafel fr. 3.15    
183   Een tombeau met een katoen gestreept        
184   behangsel fr. 63.00    
185   waarin twee stro matrassen fr. 8.40    
186   f. 251        
187   Een bed en peluw en zakken fr. 84.00    
188   Drie kussens fr. 12.60    
189   Een paardeharen matras fr. 29.40    
190   Een sitse deken fr. 16.80    
191   Drie wollen dekens fr. 37.80    
192   Een sitse sprei fr. 12.60    
193   Een eikenhouten kabinet fr. 105.00    
194   daarin het linnen hierna te inventariseren en op het kabinet een stel van vijf stuks divers fr. 4.20    
195   Vijf pleister beelden en enige pulletjes fr. 2.10    
196   Een ijzeren vuurhaard en tang fr. 4.20    
197   Een mahoniehouten bedtafeltje fr. 3.15    
198   Twee tinnen waterpotten fr. 4.20    
199   Twaalf stoelen en twee fauteuils met groene zittingen fr. 37.80    
200   f. 251v        
201   Een zieke stoel en kussen fr. 6.30    
202   Een smirnatapijt fr. 42.00    
203   Twee schilderijen fr. 21.00    
204   Op het portaal.  
205      
206   Een bed, een peluw en kussen fr. 42.00    
207   Twee wollen en een katoenen deken fr. 33.60    
208   Een hangoortafel fr. 4.20    
209   Een valgordijn en garniekoord fr. 4.20    
210   Een losse hangkast fr. 8.40    
211   Een dito fr. 8.40    
212   De kleren behoort hebbende ten lijve van de overledene, hierna te inventariseren.        
213   Een fonteintje met dezelfde pedestal fr. 6.30    
214   Een lantaarntje en weerglas fr. 4.20    
215   Zeven schilderijen divers fr. 4.20    
216   Enig stofgereedschap fr. 4.20    
217   f. 252        
218   Een koperen spuit fr. 8.40    
219   Enige matten fr. 4.20    
220   Op de studeer- of boekenkamer uitziende door twee schuiframen op de straat.  
221      
222   Twee ophaalgordijnen fr. 8.40    
223   Twee karretjes fr. 1.00    
224   Een mahoniehouten bureau        
225   waarin papieren hierna te inventariseren fr. 25.20    
226   Een spiegel met vergulde lijst fr. 12.60    
227   Een tafel waarin papieren hierna te        
228   inventariseren fr. 2.10    
229   Een eikenhouten kistje fr. 2.10    
230   Een viool met zijn kast fr. 4.20    
231   Een casette waarin papieren hierna te        
232   inventariseren fr. 6.30    
233   Een kastje met laadjes waarin paieren        
234   hierna te inventariseren fr. 8.40    
235   f. 252v        
236   Een ijzeren kist waarin de effecten des boedels en papieren hierna te inventariseren fr. 63.00    
237      
238   Een schrijftafel waarin en op boeken en        
239   papieren hierna te inventariseren fr. 16.80    
240   Een mahoniehouten theetafel daarin en op        
241   boeken en papieren hierna te inventariseren fr. 6.30    
242   Vier boekenkasten waarin boeken en andere papieren hierna te inventariseren fr. 42.00    
243   Een boekenkastje met twee deuren waarin boeken hierna te inventariseren fr. 8.40    
244   Een tafeltje met gereedschap fr. 5.15    
245   Een klein koffertje fr. 2.10    
246   Zes stoelen en vier kussens fr. 12.60    
247   Een barometer en drie schilderijen fr. 2.10    
248   f. 253        
249   Enige matten fr. 8.40    
250   Een ladder fr. 1.00    
251       ------------    
252     fr. 3263.23    
253   Een koffer waarop met de eigen hand van de overledene geschreven staat:
Dit koffer bevat de effecten, gerede gelden en andere papieren betrekkelijk tot de nalatenschap van de heer Michiel Abraham van Peenen behorende aan de minderjarige kinderen van de heer Van der Aa en deszelfs eerdere huisvrouw Van peenen.
 
254   Op de klederzolder staat een verzegelde witte eiken kist waarin het linnen van dezelve berust.  
255   Verder op de kamer onderscheidene papieren hierna te inventariseren. f. 253v  
256   Verdere inventarisatie uitgesteld tot 3-4-1812. f. 254  
257   In de gang  
258      
259   Een glazen kloklantaarn met zijn evenwicht fr. 33.60    
260   Twee barometers fr. 6.30    
261   Een gladhouten bank fr. 8.40    
262   Een lantaarn en een lei fr. 3.15    
263   Een gangloper en matten fr. 6.30    
264   In het salet of grote zijkamer met twee ramen uitzicht hebbende op de straat.  
265      
266   Een grote spiegel met een vergulde lijst fr. 63.00    
267   Een penanttafel met een marmer blad fr. 4.20    
268   f. 254v        
269   met daarop een staande pendule met een stolpje fr. 84.00    
270   Een gladhouten uithaal of eettafel fr. 29.40    
271   Een ovaal ingelegd theetafeltje fr. 25.20    
272   Een commode met een marmerblad fr. 33.60    
273   daarin in de eerste lade vier karpetten fr. 33.60    
274   en in de tweede lade enige lappen en verstelgoederen fr. 8.40    
275   Op de commode een compleet frans porcelein koffie en theeservies bestaande uit 42 stuks fr. 185.00    
276   Een theeblad fr. 8.40    
277   Twee girondoles met derselven stolpen fr. 14.70    
278   Twee ingelegde hoekkastjes fr. 42.00    
279   Op derselve een theeservies bestaande uit 42 stuks fr. 21.00    
280   f. 255        
281   Een theeblad fr. 4.20    
282   Een pijpenlade fr. 2.10    
283   Een theetobbetje fr. 3.15    
284   Een thee- en een tabakskistje fr. 4.20    
285   Twee inktkokers fr. 4.20    
286   Onder de schoorsteen:  
287      
288   Een vuurhaard en tang, koperen rand en slab fr. 21.00    
289   Op de rand van de schoorsteen:  
290      
291   Vier franse porceleinen vazen fr. 33.60    
292   Zes vergulde branches fr. 6.30    
293   Een glazen kroon fr. 4.20    
294   Viertien gladhouten stoelen en vier        
295   dito fauteuils met rode trijpen zittingen en ruggen fr. 84.00    
296   Een dito sofa met damasten zijde bekleed fr. 12.60    
297   Vier rood damasten glasgordijnen en een dito deurgordijn fr. 84.00    
298   f. 255v        
299   Twee katoenen valgordijnen fr. 33.60    
300   Vier glashorren fr. 2.10    
301   Een smirnatapijt fr. 315.00    
302   Twee karpetten, een kleed en twee vloerlopers fr. 33.60    
303   Een gladhouten theestoof met koperen ketel en confoor fr. 21.00    
304   Een dito vuurscherm zijnde gelegateerd aan vrouwe Catharina Gerardina Romswinkel, huisvrouw van de heer mr. Alexander Leon van Nieuwpoort. fr. 2.10    
305   In een vaste kast:  
306      
307   Zestien gladhouten stoven fr. 14.70    
308   Een bordenwarmer fr. 4.20    
309   Een turfton en twee bakken fr. 3.15    
310   Een verkeerd bord met schijven blakers en verder toebehoren fr. 4.20    
311   Vier blikken zandbakken fr. 3.15    
312   Een koper vuilnisblik en stofgereedschap fr. 2.10    
313   f. 256  
314      
315   In een andere vaste kast:        
316   Op de eerste plank        
317   Twee porceleinen terrines en schotels fr. 3.15    
318   Een dito waterpotje en twee dito kandelaars fr. 2.10    
319   Op de tweede plank        
320   Acht en veertig porceleinen borden fr. 8.40    
321   Acht dito kwispedoren en een dito punchlepel fr. 6.30    
322   Op de derde plank        
323   Negen en twintig porceleinen schalen en twee botervlootjes met schotel fr. 6.30    
324   Zes dito kwispedoren fr. 4.20    
325   Op de vierde plank        
326   Acht en twintig porceleinen borden of schalen met drie botervlootjes en schotels en drie mosterdpotjes fr. 12.60    
327   Op de vijfde plank:        
328   Een aarde pasteipan fr. 3.15    
329   Zes en dertig blauw porceleinen borden fr. 10.50    
330   Zes dito boterschoteltjes, twee dito botervlootjes en twee dito sauskommen fr. 4.20    
331   f. 256v        
332   Op de zesde en laatste plank        
333   Negen en twintig blauw porceleinen schotels fr. 10.50    
334   Vier dito klapmutsen [ondiepe porseleinen kom] en twee dito suikerpotten fr. 2.10    
335   Een dito terrine en schotel fr. 2.10    
336   In de eetzaal met twee ramen uitzicht hebbende op de grote plaats.  
337      
338   Een grote spiegel met een vergulde lijst fr. 42.00    
339   Vier lusters fr. 33.60    
340   Twee branches fr. 6.30    
341   Een pendule fr. 63.00    
342   Een ijzeren schoorsteen fr. 52.50    
343   Een karpet en com fr. 4.20    
344   Een mahoniehouten penantkastje fr. 25.20    
345   daarin enig garen en band, sajet, haken en ogen fr. 12.60    
346   daarop:        
347   Een koperen watervaas fr. 10.50    
348   Een mahoniehouten hoekbuffet fr. 21.00    
349   f. 257        
350   daarin :        
351      
352   Een roomkleurige terrine fr. 3.15    
353   Zestien kelken en een karaf fr. 4.20    
354   Een mahoniehouten commode fr. 42.00    
355   daarin:        
356   Drie en dertig roomkleurige borden fr. 10.50    
357   Tien dito assietten [borden] fr. 10.50    
358   Drie dito schotels en vijf dito schalen fr. 6.30    
359   Drie dito sauskommen fr. 2.10    
360   Een verlakt blaadje, een karaf en twee bierglazen fr. 3.15    
361   Zes flessenbakjes, enige matten en twee notenkrakers fr. 2.10    
362   Voorts enig zilverwerk in de laden alsmede enig tafellinnen, resp. hierna te inventariseren.  
363      
364   Een mahoniehouten boekenkastje fr. 42.00    
365   daarin enige boeken hierna te inventariseren.        
366   Veertien gladhouten stoelen met zwarte        
367   trijpen zittingen fr. 84.00    
368   Een bed, peluw en twee kussens fr. 42.00    
369   f. 257v        
370   Een stoomatras fr. 4.20    
371   Twee wollen en een katoenen deken fr. 25.20    
372   Twee linnen valgordijnen fr. 4.20    
373   Twee groenen moree glasgordijnen fr. 12.60    
374   Een smirna tapijt fr. 105.00    
375   Een karpet en drie vloerlopers fr. 8.40    
376   In een vaste kast aan de gangdeur:        
377   Vier blikken trommels en een lantaarn fr. 4.20    
378   Een koffiemolen en enig klein blikwerk fr. 1.00    
379   In een vast buffet:  
380      
381   Een visglas en een compot [kom of schaal waarin compote wordt rondgediend] fr. 3.15    
382   Zes groene kelken fr. 1.00    
383   Twee en dertig groene dito en een kruienglas fr. 16.80    
384   Een glazen piramide en zes compottes fr. 4.20    
385   Twintig ordinaire wijnroemers en vijfbokalen fr. 4.20    
386   Achttien dito likeur en twaalf bierglazen fr. 8.40    
387   f. 258        
388   Een kruienglas met een tinnen pomp fr. 4.20    
389   Drie karaffen fr. 2.10    
390   Zes en twintig bierglazen fr. 6.30    
391   Zeven en dertig wijnglazen fr. 16.80    
392   Enig klein glaswerk fr. 3.15    
393   Drie glazen roomkommen fr. 25.20    
394   Vier dito fruitmandjes fr. 16.80    
395   Zes dito kleine compottes en dito mosterdglaasje fr. 10.50    
396   In de onderkast van het buffet;        
397   Vijf roomkleurige schaaltjes en een botervlootje fr. 3.15    
398   Twee verlakte beschuittrommeltjes fr. 2.10    
399   Twee verlakte broodmandjes en twee blikken trommetjes en een tabaksdoos        
400   met lood bekleed fr. 4.20    
401   Een verlakt olie- en azijnstel fr. 4.20    
402   In een vaste kast volgende op het buffet:  
403      
404   Twee porseleinen visschotels en een tinnen plaat fr. 16.80    
405   Een porseleinen punchkom, schotel in houten voeten fr. 16.80    
406   f. 258v        
407   Drie porseleinen schotels en een japanse schotel fr. 10.50    
408   Zestien witte schalen fr. 8.40    
409   Vier witte vormen en een schotel fr. 2.10    
410   Twee vaasjes fr. 2.10    
411   Een porselein tafelservies bestaande uit 182 stuks fr. 168.00    
412   Veertien gele borden fr. 6.30    
413   Vier dito fruitmandjes en schoteltjes fr. 3.15    
414   Drie aardbeien testjes en schoteltjes fr. 4.20    
415   Twee blikken carstanje vazen fr. 6.30    
416   Twaalf schotels en twee deksels fr. 8.40    
417   Zes sauskommen fr. 4.20    
418   Een terrine en een saladebak fr. 3.15    
419   Twaalf schotels fr. 12.60    
420   Twaalf borden fr. 6.30    
421   Drie platen fr. 2.10    
422   Zes schotels fr. 8.40    
423   Vijf blikken trommels, tien mandjes en        
424   een likeurkeldertje fr. 4.20    
425   f. 259  
426   In de kleine zijkamer met een raam uitzicht hebbende op de straat  
427      
428   Tien gladhouten stoelen en twee fauteuils met zwarte trijpen zittingen en ruggen fr. 75.60    
429   Een ronde gladhouten tafel met het kleed en toebehoren fr. 25.20    
430   Een dito penanttafel fr. 8.40    
431   daarop:        
432   Een spelende pendule en stolpje fr. 84.00    
433   Een serviestafeltje fr. 6.30    
434   Een mahoniehouten cilinderkastje fr. 52.50    
435   daarin:        
436   Enig scheergereedschap fr. 2.10    
437   Een ingelegd mahoniehouten dam- en schaakbord fr. 10.50    
438   Twee gouden horloges, enig klein zilver en enige papieren, hierna te inventariseren.        
439   daarop:        
440   Een kanarievogel met deszelfs kooi en bak fr. 4.20    
441   Vier engelse platen met deszelfs vergulde lijst fr. 63.00    
442   f. 259v        
443   Een cilinderhoekkastje fr. 21.00    
444   waarin:        
445   Een theekistje fr. 2.10    
446   Een theeserviesje en zes porceleinen kopjes en schoteltjes fr. 10.50    
447   Een blakertje fr. 1.00    
448   Een trekpot en melkkan fr. 1.00    
449   Een ikenhouten turfkist fr. 2.00    
450   Een ophaalgordijn fr. 6.30    
451   Twee groene glasgordijnen en een dito voor de deur fr. 16.80    
452   Een gazen horretje fr. 1.50    
453   Twee uitsteekspiegeltjes fr. 4.20    
454   Een smirnatapijt fr. 63.00    
455   Twee karpetten en een kleedje fr. 10.50    
456   Een blaaspijp en een tang fr. 3.15    
457   In de kleine binnenkamer  
458      
459   Een ophaalgordijn fr. 6.30    
460   Twee blauwe moiree gordijnen fr. 12.60    
461   Een horretje fr. 1.50    
462   in de vensterbank:        
463   Een kussen fr. 6.30    
464   f. 260        
465   Een ingelegd penanttafeltje fr. 42,00    
466   waarin:        
467   Enige mandjes met katoen fr. 4.20    
468   Een naaidoosje fr. 2.10    
469   Twee verlakte snuiterbakjes en twee stalen snuiters fr. 4.20    
470   Drie tabaks- of theekistjes fr. 4.20    
471   voor de schoorsteen:        
472   Twee porseleinen potjes en twee beeldjes fr. 4.20    
473   Een ijzerhaardje en tang fr. 16.80    
474   Een vuurscherm fr. 2.10    
475   Een blikken kolenbak fr. 2.10    
476   Twee parapluis en een wandelstok fr. 10.50    
477   Een penanttafeltje fr. 16.80    
478   waarop:  
479      
480   Een verlakt theeblad en een dito theekistje fr. 4.20    
481   Een theeserviesje bestaande uit dertig stuks fr. 10.50    
482   Een mahoniehouten theestoof en een koperen ketel en confoor fr. 12.60    
483   Een rond schenktafeltje fr. 4.20    
484   f. 260v        
485   Vijf mahoniehouten stoelen fr. 21.00    
486   Een ingelegde mahoniehouten tafel fr. 33.60    
487   In een vaste kast bij het raam:        
488   Elf porseleinen kopjes en tien schoteltjes divers fr. 4.20    
489   Een porseleinen koffie- en theeserviesje bestaande uit een en zestig stuks fr. 16.80    
490   Enig oneffe poselein bestaande in kopjes en bakjes fr. 2.10    
491   Enig oneffe [ruw] japans porselein fr. 6.30    
492   Enige kleine porseleinen kopjes en schoteltjes fr. 1.00    
493   Een porseleinen theeserviesje, defect, bestaande uit tien stuks fr. 4.20    
494   Een kinderporselein theeserviesje fr. 8.40    
495   Een porseleinen koffie- en theeserviesje bestaande uit vier en zestig stuks fr. 21.00    
496   Enig oneffe porselein bestaande uit kopjes en bakjes fr. 6.30    
497   f. 261  
498   in de andere vaste kast:  
499      
500   Een blikke verlakte koffiekan fr. 4.20    
501   Vijf bloemen glazen fr. 1.00    
502   Negentien aarde bloempotte defect fr. 2.10    
503   Zestien bloempotten en bak fr. 2.10    
504   Een partij wit roomkleurig goed, defect fr. 12.60    
505   in het onderste gedeelte:        
506   Een koperen chocolade kan en blik confoortje fr. 3.15    
507   Vijf aarde keteltjes fr. 6.30    
508   Een smirna tapijt fr. 42.00    
509   Vier branches fr. 2.10    
510   Verdere inventarisatie uitgesteld tot morgen 4-4-1812.        
511   f. 261v   ----------    
512     fr. 6531.48    
513   In de witte keuken met uitzicht op de grote plaats.  
514      
515   Zeven assietten [borden/schotels] en saladebak roomgoed fr. 3.15    
516   Een rek, een spiegeltje en aardewerk fr. 2.10    
517   Een hangoortafel fr. 3.15    
518   Een vierkante tafel en twee bakken fr. 2.10    
519   Vijf stoelen fr. 2.10    
520   Een koperen stoof fr. 2.10    
521   Een koperen vuurwagen fr. 8.10    
522   Een koperen doofpot fr. 25.20    
523   Een kettingtang, asschop en blaaspijp fr. 3.15    
524   f. 262v        
525   Een aspot en confoor fr. 4.20    
526   Een lantaarn en kaarsenbak fr. 2.10    
527   Een theestoof, confoor, ketel en tangetje fr. 8.40    
528   Vijf koperen deksels en tulbandspan fr. 14.70    
529   In een vaste kast:        
530   Een koperen ketel en confoor fr. 4.20    
531   Twee tinnen kannen en een tinnen plaatje fr. 4.20    
532   Twee dito kandelaars en twee koperen pijpen fr. 4.20    
533   Drie tinnen sauskommen fr. 4.20    
534   Een blikken keteltje en een pottingblik fr. 3.15    
535   Een blik keteltje en een blikken kan fr. 1.00    
536   Een kasterol fr. 4.20    
537   Twee koperen schuimspanen en een blaker fr. 3.15    
538   f. 263        
539   Twee tinnen conforen entwee koperen plaatjes fr. 3.15    
540   Een koperen vijzel en stamper fr. 4.20    
541   Een koffiemolen, een verlakte en twee        
542   koperen blakers fr. 4.20    
543   Twee koperen pannen en een kruiddoos fr. 8.40    
544   Twee tinnen schotels en drie platen fr. 8.40    
545   Een koperen broodpan en deksel fr. 16.80    
546   Een koperen broederpan fr. 4.20    
547   In de zwarte keuken uitzicht hebbende op de grote plaats  
548      
549   Een hangoortafel en een stoel fr. 2.10    
550   Een koperen asketel fr. 6.30    
551   Een ijzerenketting en blikwerk fr. 2.10    
552   Twee ophaalgordijnen fr. 1.00    
553   Een rekje met tien tinnen borden en een schotel fr. 10.50    
554   Een koperen ketel, schotel en lamp fr. 4.20    
555   Een blikkke bekken en salade emmmer fr. 2.10    
556   f. 263v        
557   Enig klein keukengereedschap fr. 2.10    
558   In een vaste kast:        
559   Twee koperen ketels en deksels fr. 10,50    
560   Een partij aarden potten en pannen fr. 2.10    
561   Een ijzeren koekepan, hangijzer, rooster en ijzer potje fr. 4.20    
562   In de stenenkamer uitzicht hebbende op een binnenplaats.  
563      
564   Een losse kast fr. 6.30    
565   waarin:        
566   Enige potten fr. 4.20    
567   Een geverfde tafel fr. 1.10    
568   Een kistje en twee manden fr. 4.20    
569   Een eikenhoutenpersje fr. 4.20    
570   Vijf koperen strijkijzers en een rooster fr. 10.50    
571   Een strijkdeken fr. 1.35    
572   Een voet van een aspot fr. 2.35    
573   f. 264        
574   Twee oude stoelen en een mand fr. 1.00    
575   Een kleerkast fr. 12.60    
576   waarop:        
577   Twee koperen wateremmers fr. 4.20    
578   Twee dito ketels fr. 25.10    
579   waarin enige klederen hierna te inventariseren.        
580   In de andere kast:        
581   Een snijbonenmolen fr. 4.20    
582   Enig ijzerwerk fr. 1.00    
583   Een koper tulbandje fr. 4.20    
584   Een blikken dito fr. 2.00    
585   Een koperen ketel fr. 4.20    
586   Een taartpan fr. 6.30    
587   Een koper bekketje en enig klein koper fr. 8.40    
588   Een koperen vorm en bekken fr. 4.20    
589   Enige potten fr. 2.00    
590   Een emmer en tobbe fr. 3.15    
591   Een kleed behorende tot de trap met drie en twintig koperen roedjes fr. 6.30    
592   f. 264v  
593   Op de plaats  
594      
595   Vier ladders fr. 8.40    
596   In de turfschuur  
597      
598   Een partij turf fr. 42.00    
599   In het vaatehok  
600      
601   Enig brandhout fr. 6.30    
602   Drie emmers fr. 4.20    
603   Op de provisiekamer met twee ramen uitzicht hebbende op de grote plaats  
604      
605   Een paar koperen schalen en balans fr. 3.15    
606   Enige blikken en trommels fr. 10.50    
607   Een tafeltje fr. 1.00    
608   Twee ophaalgordijnen fr. 1.00    
609   Enig houtwerk fr. 2.10    
610   Op het knechtskamertje het uitzicht hebbende op de grote plaats  
611      
612   Twee vogelkooien fr. 3.15    
613   Een lantaarn en vuilnisbak fr. 2.10    
614   Zes ijzeren slabbens fr. 12.60    
615   Twee stoelen en enige matten fr. 6.30    
616   f. 265        
617   Een ladder fr. 1.00    
618   Een kuip, een mout en twee vloten fr. 6.30    
619   op de provisiekamer met ramen uitzicht hebbende op de kleine binnenplaats  
620      
621   Twee gordijnen en twee horretjes fr. 2.10    
622   Een spiegeltje fr. 3.15    
623   Een partij halve flessen confituur, flessen,        
624   keulse potten en rekjes fr. 12.60    
625   Twee koperen schalen en balans fr. 3.15    
626   Een kaarsenkist fr. 2.10    
627   f. 265v  
628   Op 6-4-1812 voortgang inventarisatie. f. 266  
629   Linnen gevonden op de plaatsen hiervoor gemeld.  
630      
631   Veertien bedlakens fr. 58.80    
632   Drie dito fr. 12.60    
633   Zes katoenen dito fr. 50.40    
634   Zestien linnen dito fr. 134.40    
635   Zes dito fr. 63.00    
636   Zes dito fr. 75.60    
637   Twee booije lakens fr. 4.20    
638   f. 266v        
639   Twee en twintig slopen fr. 69.30    
640   Zes en twintig dito fr. 33.60    
641   Veertien kleine dito fr. 16.80    
642   Zestien grote kleine dito fr. 35.80    
643   Vijftien dito fr. 33.60    
644   Achttien kleine dito fr. 16.80    
645   Veertig dito fr. 21.00    
646   Achttien handdoeken fr. 18.90    
647   Zes dito fr. 16.80    
648   Twee en twintig dito fr. 21.00    
649   Drie en tachtig keukenhanddoeken fr. 12.60    
650   Twaalf dito fr. 8.40    
651   Achttien dito fr. 16.80    
652   Achttien dito fr. 12.60    
653   Twee en dertig dito fr. 21.00    
654   Vijftig dienstbode servetten fr. 25.20    
655   f. 267        
656   Achttien dito fr. 33.60    
657   Twaalf dito tafellakens fr. 12.60    
658   Zes dito dito fr. 12.60    
659   Zes dito dito fr. 12.60    
660   Vijftien dito dito fr. 31.50    
661   Zeven dito dito fr. 14.70    
662   Vier dito dito fr. 12.60    
663   Enige scheer, thee- en boendoeken fr. 10.50    
664   Enige gordijntjes en doeken fr. 10.50    
665   Vier mangeldoeken fr. 8.40    
666   Een lapje katoen fr. 4.20    
667   Drie schoorsteenkleden en ee lakentje fr. 6.30    
668   Een gordijn en waszak fr. 8.40    
669   Vijf lapjes nieuwgoed fr. 16.80    
670   Een lap bont fr. 21.00    
671   Vier bedzakken fr. 25.20    
672   f. 267v        
673   Enige lappen fr. 8.40    
674   Twee tafellakens en achttien servetten fr. 42.00    
675   Een dito en een veertig dito fr. 63.00    
676   Zes servetten divers fr. 4.20    
677   Een tafellaken en dertien servetten fr. 33.60    
678   Een dito en dertien dito fr. 37.80    
679   Twee dito en twintig dito fr. 84.00    
680   Een dito en vier en twintig dito fr. 63.00    
681   Een dito en dertien dito fr. 42.00    
682   Twee dito en twaalf dito fr. 33.60    
683   Drie dito en twaalf dito fr. 52.50    
684   Een dito en twaalf dito fr. 29.40    
685   Een dito en twaalf dito fr. 33.60    
686   Twee dito en achttien dito fr. 75.60    
687   Een dito en zeven dito fr. 16.80    
688   Een dito en twintig dito fr. 42.00    
689   f. 268        
690   Een tafellaken en elf servetten fr. 21.00    
691   Twee dito en vierentwintig dito fr. 63.00    
692   Negen dito en zes en zeventig dito fr. 264.60    
693   Twee dito en twintig dito fr. 52.50    
694   Zes dito en zes en dertig dito fr. 84.00    
695   Drie dito en twaalf dito fr. 33.60    
696   Twee dito en twaalf dito fr. 42.00    
697   Zes dito en drie dito fr. 42.00    
698   Achttien theedoeken fr. 25.20    
699   Enige theedoekjes fr. 2.10    
700   Vijf toiletkleden fr. 16.80    
701   Enig oud linnen fr. 16.80    
702   Acht scheerdoeken en enige doekjes fr. 4.20    
703   Een bed en peluwzak fr. 8.40    
704   Linnen om naar wasbleek gezonden te worden  
705      
706   Twaalf bedlakens fr. 50.40    
707   f. 268v        
708   Vier dienstbode lakens fr. 12.60    
709   Twaalf slopen fr. 25.20    
710   Vier dienstbode slopen fr. 4.20    
711   Zeven tafellakens fr. 29.40    
712   Vier dienstbode dito fr. 8.40    
713   Zes en twintig servetten fr. 37.80    
714   Acht dienstbode dito fr. 8.40    
715   Negentien handdoeken fr. 16.80    
716   Twintig zakdoeken fr. 33.60    
717   Vijftien hemden fr. 52.50    
718   Twintig overhemden met losse mouwen fr. 33.60    
719   Vijf slaapzakken fr. 16.80    
720   Acht dassen fr. 4.20    
721   Een wollen hemd fr. 4.20    
722   Drie paar onderkousen fr. 4.20    
723   Klederen en lijflinnen gevonden op de plaatsen respectievelijk hiervoor gemeld. f. 269        
724   Een pels fr. 21.00    
725   Drie mans lakense jassen fr. 105.00    
726   Drie mans lakense rokken fr. 52.50    
727   Vijf kamisolen fr. 49.40    
728   Drie mansbroeken fr. 16.80    
729   Zeven mansjaponnen en vier vesten fr. 58.80    
730   Twee en twintig paar kousen fr. 18.90    
731   Drie paar handschoenen fr. 2.10    
732   Vier paar pantoffels en twee paar schoenen fr. 4.20    
733   Twee rode friese onderbroeken fr. 6.30    
734   Vijf wollen hemden fr. 25.20    
735   Vijf dito fr. 10.50    
736   Vijf dito hemdrokken fr. 21.00    
737   Vier dito gestreepte hemdrokken fr. 21.00    
738   Twaalf dito onderbroeken fr. 16.80    
739   f. 269v        
740   Dertien manshemden fr. 54.60    
741   Tien dito fr. 21.00    
742   Tien overhemden en achttien paar bovenmouwen fr. 33.60    
743   Zeventien dassen fr. 8.40    
744   Twaalf zakdoeken fr. 33.60    
745   Twaalf dito fr. 33.60    
746   Veertien dito fr. 21.00    
747   Zes stroppen, drie mutsen en een vlagdoek fr. 4.40    
748   Elf mans mutsen fr. 10.50    
749   Een lapje sits fr. 10.50    
750   Een bonte pellise en dito sabel fr. 6.30    
751   Zeven vrouwen mutsen fr. 42.00    
752   Drie neteldoekse pellises fr. 12.60    
753   Juwelen, goud en zilverwerk gevonden op de plaats respectievelijk hiervoren gemeld.  
754   Juwelen:  
755      
756   Een paar oorringetjes fr. 21.00    
757   f. 270  
758      
759   Een doekspeld fr. 8.40    
760   Ongemunt goud:  
761   *************************************************  
762   Tot hier gekomen. f. 270v, fiche nr. 341, lade 84, 1812, notaris van Hemeren.  
763   Heden den 7de april 1812 ... overgegaan tot voortzetting dezer inventarisatie op de volgende wijze, volgt de bibliotheek.  
764   Met het arrangeren en taxeren van dezelve is men bezig geweest van 7 april t/m 8 april 1812.  
765   De bibliotheek bevatte:  
766      
767   152 boekdelen in folio fr. 368.20    
768   370 boekdelen in quarto fr. 483.00    
769   1062 boekdelen in octavo fr. 704.50    
770   47 boekdelen in duodecimo fr. 26.47    
771   1 atlas fr. 14.70    
772   2 globes fr. 25.20    
773   4 platen van de ramp van Leiden fr. 6.30    
774   1 hemelsplein fr. 00.63    
775   1 kaart op linnen geplakt fr. 00.63    
776   1 kaart van rijnland in 13 bladen fr. 3.15    
777   1 specietafel en bijbelse bladen fr. 00.32    
778   diverse paketten fr. 42.00    
779       -------------    
780     fr. 17376.52.½    
             
   
ELO, Notarieel archief, inv.nr. 156, notaris P. van Hemeren, 1812, f. 277-279, fiche nr. 341, lade 84
 
 

 

Blok: Notitie 11
<10
12>
             
1   Heden 11 april 1812 volgen de contante penningen.  
2      
3   Stukken van zes franc dertig centimes, drie francs vijftien centiem en twee francs tien centiem of zestig, dertig en twintig stuivers fr. 499,80    
4   Stukken van vijf francs zes en veertig centimes of twee en vijftig stuivers, twee en negentig francs twee en tachtig centimes of vier en veertig gulden fr. 92.82    
5   Een stuk van vijf francs vijf en twintig centimes of vijftig stuivers fr. 5.25    
6   Stukken van twee francs vier en negentig centimes of acht en twintig stuivers, negen en zeventig francs acht en dertig centimes of zeven en dertig guldens fr. 79.38    
7   Stukken van zeven en vijftig en drie kwart centimes of vijf en een halve stuiver, een honderd zes francs zeven en vijftig en een tiende centimes of vijftig gulden zeventien stuivers en acht penningen fr. 106.571/10    
8   Diverse specien of paiment, drie francs negen en negentig centimes of een gulden en achttien stuivers fr. 3.99    
9       -------------    
10     fr. 18164.13.1/60.    
11   En daarmede alsmede met het arrangeren en sorteren der titels en papieren van des namiddags ten half vier tot des avonds de klok half zeven uren geslagen en dus bij simpele vacatie zijnde gebezigd geweest, is het vervolgens daarvan met goedvinden van partijen uitgesteld tot a.s. dinsdag 14-4-1812 en zijn alle de geinventariseerde goederen alsmede die welke nog niet zijn ontzegeld gelaten onder de bewaring en in het bezit van de voornoemde bewaarder Moise Cornet die zulks bij dezen erkend en beloofd dezelve weder te voorschijn te brengen en te verantwoorden als na behoren en hebben de partijen en bewaarder benevens ons notaris en de getuigen na gedane voorlezing ondertekend.  
             
   
ELO, Notarieel archief, inv.nr. 156, notaris P. van Hemeren, 1812, f. 279v-280, fiche nr. 341, lade 84
 
 

 

Blok: Notitie 12
<11
13>
             
1   Heden 14-4-1812 des voormiddags ten tien uren bepaalt bij de sluiting der laatst voorgaande vacatie ... zijn wij notaris Pieter van Hemeren overgegaan tot de voortzetting dezer inventarisatie op de volgende wijze:  
2   Met het vervolgen van het arrangeren en sorteren der titels en papieren tot des middags vier uren is de voortzetting der inventarisatie uitgesteld tot woensdag 15-4-1812.  
             
   
ELO, Notarieel archief, inv.nr. 156, notaris P. van Hemeren, 1812, f. 280v, fiche nr. 341, lade 84
 
 

 

Blok: Notitie 13
<12
bron>
             
1   Heden 15-4-1812 des avonds om zes uur bepaald bij de sluiting der laatst voorgaande vacatie ter requisitie zijn wij notaris Pieter van hemeren overgegaan ter voortzetting dezer inventarisatie op de volgende wijze:  
2   Obligatien en andere effecten gevonden in een ijzeren kist staande op de studeer- of boekenkamer in een portefeuille, hebbende ter opschrift 'Binnenlandsche Effecten van Fr. G. Blok' en een tweede portefeuille met opschrift 'Buitenlandsche Effecten van Fr. G. Blok'.  
3   In de voorschreven ijzeren kist ook nog een portefeuille waarop gecshreven staat 'Buitenlandsche Effecten van Mevrouw Blok.'  
4   De obligatien en effecten ten dezen te inventariseren zullen met goedvinden van partijen ten einde daar aan bij eventuele verkoop geen nadeel toe te brengen niet worden gecoteerd of geparapheerd maar slechts op deze inventaris in de marge genummerd. De nummers 1 t/m 16 zijn binnenlandse effecten en de nummers 17 t/m 113 buitenlandse effecten t.n.v. van de heer Blok en de nummers 114 t/m 119 zijn buitenlandse effecten t.n.v. mevrouw Blok.  
5   Vervolg der titels gevonden zoo in het cilinder kastje staande in de kleine zijkamer als in de bureau op de studeer- of boekenkamer, zijnde de nummers 120 t/m 132 waaronder het eigendomsbewijs van enige huizen en grondbezit.  
6   Alles tesamen getaxeerd op 127598.60.1/60 francs. (f. 281-298v).  
7   Heden 22-4-1812 is overgegaan tot voortzetting dezer inventarisatie op de volgende wijze:  
8   Volgen de papieren:  
9   1. Een lias met quitantien lopende van 1776 -1812. Met goedvinden van partijen niet geteld of geparafreerd maar alhier eniglijk geinventariseerd als eerste.  
10   2. Tien stukken allen geslachtbomen der familie van wijlen de heer mr. Francicus Gualtherus Blok, gecoteerd en geparapheerd van de eerste tot de laatste en allen geinventariseerd als tweede.  
11   3. Elf stukken zijnde trouw-, doop- of doodcedulen respectievelijk gecoteerd en geparapheerd van de eerste tot de laatste en alle geinventariseerd als derde.  
12   4. Tien stukken zijnde academische bullen, open brieven van de Hove van Holland houdende admissie tot de funktie van advocaat en andere dergelijke stukken, gecoteerd en geparapheerd van de eerste tot de laatste en alle geinventariseerd als vierde.  
13   5. Twee stukken geschreven met de kennelijke hand van wijlen Fr. G. Blok bevattende een staatkundig samenstel diende tot de premisse van het navolgende verslag, zijnde gepagineerd gevonden lopende van pag 1-55 en het tweede stuk met het opschrift: Omstandig verslag van de verrigtingen der Gecommitteerden van Hun Edele Groot mogende ter Defensie van Holland in den Stad Utrecht, geresiderd hebbende te Woerden van den agttiende Juny tot den Negentienden September seventien honderd seven en tachtig zijnde gepagineerd gevonden lopende van pag. 1-289 met enige losse papiertjes zijnde alle door mij notaris geparafreerd en als een enkel stuk geinventariseerd als vijfde.  
14   6. Negen en vijftig aantekeningen geschreven op halve vellen papier met de kennelijke hand van wijlen de heer Fr. G. Blok rakende de vergadering van heren Gecommitteerden te Woerdenlopende van 19-6-15-9-1787 gecoteerd en geparapheerd van de eerste tot de laatste door mij notaris en alle geinventariseerd als zesde.  
15   7. Negen en twintig stukken gedeeltelijk behorende tot de voorgaande aantekeningen of betrekking hebbende op de jaren 1787 gecoteerd en geparapheerd van de eerste tot de laatste door mij notaris en alle geinventariseerd als zevende.  
16   8. Zes en veertig stukken betrekking hebbende op de vroedschap der stad Leiden waarvan de verdere beschrijving geoordeeld is onnodig te zijn, gecoteerd en geparapheerd van de eerste tot de laatste door mij notaris en alle geinventariseerd als achtste.  
17   9. Vier en zestig stukken betrekking hebbende tot de zaken der voormalige regering, welker beschrijving geoordeeld is onnodig te zijn, gecoteerd en geparapheerd van de eerste tot de laatste door mij notaris en alle geinventariseerd als negende.  
18   10. Zes en tachtig stukken rakende de Bailliage van Rijnland, gecoteerd en geparapheerd van de eerste tot de laatste en alle geinventariseerd als tiende.  
19   11. Zestien stukken betrekking hebbende op de familie van de  
20   heer mr. Franciscus Gualtherus Blok, welkers verdere beschrijving geoordeeld is onnodig te zijn, gecoteerd en geparapheerd van de eerste tot de laatste door mij notaris en alle geinventariseerd als elfde.  
21   12. Twee en twintig dito als voren.  
22   13. Dertien dito als voren.  
23   14. Twee en dertig dito als voren.  
24   15. Een en twintig stukken betreffende testamenten van diverse personen.  
25   16. Vier stukken, het eerste een liquidatie rakende de ter weeskamer der stad Leiden gedeponeerde erfenis uit de nalatenschap van Pieter Romswinkel d.d. 30-9-1774; het tweede extract testament van mr. Maarten Marcus dd. 23-2-1788; het derde scheiding der fides commis goederen uit de boedel van mr. Hendrik D'Acquet d.d. 15-11-1775 en het derde [moet zijn het vierde] scheiding der boedel van wijlen vrouwe Catharina Marcus, weduwe van Nicolaas Romswinkel.  
26   17. Vijftien oude huurcedulen hebbende geen waarde, niet omschreven.  
27   18. Een huurceduul, twaalf rekeningen courant en een vijftig quitqntien rakende het land onder Utrecht.  
28   19. Acht en zestig missieven.  
29   20. Een groot folio boek hebbende als opschrift' Notulen de Commissie over het weduwe fonds binnen Leyden; begonnen 1-5-1781 met zeven rekeningen courant daartoe betrekkelijk.  
30   21. Extract der finale conclusive rekening en verantwoording , item staat en begroting, scheiding en verdeling der boedel van wijlen de heer Maarten Marcus dd. 19-6-1805.  
31   22. Enige quitantien.  
32   23. Een groot quartoboek met als opschrift 'Blaffert of Lijst der vaste goederen, meubelen en effecten toebehorende aan mr. Francois Gualtherus Blok'.  
33   24. Een groot quartoboek met als opschrift 'Blaffert of Lijst der vaste goederen, meubelen en effecten van vrouwe Catharina Margaretha Romswinkel huisvrouw van mr. Francois Gualtherus Blok dd. 23-1-1807 met den dood ontruimd en nagelaten'.  
34   25. Een aantekening van verkochte juwelen en parels.  
35   26. Acte van scheiding des boedels van wijlen de heer mathhijs Romswinkel d.d. 19-6-1796. f. 299-303  
36   Volgen in- en uitschulden en wel eerst inschulden.  
37   27. Comparende de heer Gijsbert van der Spruit makelaar binnen deze stad verklarende ter zake van zeven verkochte cyndicaat bins van den overledene onder zich te hebben een som van een duizend zes honderd zes en zestig gulden als mede wegens ontvangen rente de som van een en zestig gulden en twee stuivers .... f. 303v  
38   28. Een handschrift bij en ten lasten van W.A. Smallenburg groot een honderd vijf en zeventig gulden op den 8-7-1811 ten behoeve van wijle de heer mr. Francois Gualtherus Blok getekend en als een afzonderlijk stuk gecotieerd, gepararfreerd en geinventariseerd.  
39   29. Een erkentenis van Johannes Martinus Pettrich zijnde niet ondertekend, doch met deszelfs kennelijke hand geschreven d.d. 14-2-1812, waarbij de voornoemde Johannes Martinus Pettrich in mindering van wijle de heer mr. Francois Gualtherus Blok bekend ontvangen te hebben de somma van twee honderd vijf en zeventig guldens als eeen afzonderlijk stuk gecoteerd...  
40   30. Een handschrift bij en ten laste van Cornelia Rok dd. 8-2-1811, groot vijftien gulden..... f. 304  
41   31. Een aantekening van de overledene wegens welke Jan Bouvonaville aan zijn weldedele schuldig was zes en twintig gulden.....  
42   32. Volgens informatie van den schipper Meyer zoude op het bureau van liquidatie berusten ordonnatien van betaling ten behoeve van de overleden heer mr. Francois Gualtherus Blok als gewezen baljuw van Rijnland. Daarvan geen afschrift in deze boedel gevonden zijnde werd zulks alhier gebracht voor memorie.  
43   Uitschulden of lasten van den boedel.  
44   33. Volgens aantekening van den overleden heer mr. Francois Gualtherus Blok is bij zijn edele ontvangen ten behoeve van Jacobus Springer, gedetineerde op Gravensteen de somma van een honderd acht gulden, dertien stuivers en tien penningen waarvan volgens dezelfde moet worden afgetrokken .... f. 304v  
45   34. Johannes Martinus Pettrich, gewezen cipier van Gravensteen heeft in die hoedanigheid nog een pretensie ten laste van de overleden heer mr. Francois Gualtherus Blok als baljuw van Rijnland en daar van de grootheid hiervan niets in de boedel is gevonden, dient zulks alhier voor memorie.  
46   Goederen aan anderen toebehorend.  
47   Een blikke bus gevonden in de voorschreven ijzeren kist op de studeer- of boekenkamer met effecten ...... Welk blik en effecten toebehoren aan Leonard Verspijk en geadministreerd zijn geworden door wijle den heer mr. Francois Gualtherus Blok  
48   en de hier voorgemelde heer Govert Willem van Gaasbeek in welke hoedanigheid de gemelde effecten onder wijlen de heer  
49   mr. Francois Gualtherus Blok berustende zijn geweest en zijn dezelve blik en effecten door de gemelde heer Govert Willem van Gaasbeek als enige overgebleven administrateur ten dezen gereclameerd en aan hem op heden afgegeven, hetwelk door hem wordt erkend met verklaring dat niets meerder tot de voorschreven administratie betrekking hebbende in deze boedel berust en heeft de voornoemde Govert Willem van Gaasbeek na voorlezing getekend. f. 305-306  
50   En niets meer overig zijnde om in deze inventaris te bevatten of te verklaren, heeft de voornoemde moise Cornet, als gestelde bewaarder en Maria Kloppers en Antje van 't Veen gewezen domestiquen van wijlen Fr. G. Blok en als zodanig voor de inventarisatie van al het voorstaand bewoond hebbende de huizinge van gemelde overledene waarin alle de hier gemelde goederen zijn berustende aan handen van ons notaris onder ede verklaard niets hebben veranderd, verduisterd of verborgen is, direct of indirect en zijn alle de geinventariseerde goederen met goedvinden van partijen als nog gelaten onder de bewaring en in het bezit van de gemelde Moise Cornet, die zulks bij dezen erkend.....  
51   Beloofd en zich belast dezelve weder te voorschijn te brengen en verantwoorden zoals verklaard. f. 305v-306  
             
   
ELO, Notarieel archief, inv.nr. 156, notaris P. van Hemeren, 1812, acte nr. 76, fiche 342, lade 84
 
 

 

Blok: Bronnen
             
1   ELO, Doop-, trouw- en begraafregisters.
2   ELO, Recht. Arch., inv.nr. 211, impost op het trouwen 1695-1805, nr. 16.
3   ELO, Album Studiosorum, f. 1088
4   Molhuysen, P.C., Bronnen tot de geschiedenis der Leidsche Universiteit, zesde deel. 10 febr. 1765 - 21 febr. 1785 ('s-Gravenhage 1923) 85*.
5   ELO, Poorterboek 1718-1789, nr. 94, f. 170v.
6   ELO, Kerkeraad NH Gemeente Leiden, inv.nr. 83, Namen der op nieuw aangekomene ledematen soo door belijdenis als met attestatie.
7   ELO, Liste Civique de la commune de Leide 1811, nr. 3988. particulier, geb. 21-2-1749.
8   ELO, Bibli. Leiden en omg., inv.nr. 64204 pf., Naamlijst van de honoraire leden van de Socieit van wapenhandel, onder de spreuk: Voor Vrijheid en Vaderland, binnen Leyden. Opgericht den 16. maart 1784.
9   ELO, HGW, inv.nr. 200, verg. 26-1-1807, resumtie.
10   Blok, P.J., Geschiedenis eener Hollandsche stad. Eene Hollandsche stad onder de Republiek. ('s-Gravenhage 1916) 142, 365, 372, 378.
11   Maanen, R.C.J., 'Leidse Patriotten 1787-1795', in: Holland, regionaal historisch tijdschrift 19 (1987) 247, 251, 257.
12   Prak, M.R., Gezeten burgers. De elite in een Hollandse stad, Leiden 1700-1780. (.... 1985)408.
             
 

 

Publicatie Auteur Home
Leiden Weeshuis Regenten Antoinette Frijns 2008 www.oudleiden.nl