HVOL draagt voormalig belastingkantoor voor als monument

Stationsplein 107 10 4 5hoog28 februari 2017 - De Historische Vereniging Oud Leiden heeft B&W voorgesteld om het voormalige belastingkantoor aan het Stationsplein de monumentstatus te verlenen. Het gebouw is een van de weinige kantoorgebouwen in Leiden uit de wederopbouwperiode (1940-1970). Het bevat een uniek en niet te verplaatsen kunstwerk in de glas-in-betongevel. Bovendien bevindt zich op de zesde verdieping een keramisch wandreliëf. Het voorstel is gedaan op 17 februari 2017.

Het gebouw is tot stand gekomen tussen 1963 en 1966 en een fraai voorbeeld van wederopbouwarchitectuur. Deze architectuur is lang als saai en eentonig bestempeld, maar kent een herwaardering. Dergelijke gebouwen zijn vaak verouderd, maar aanpassing en hergebruik is meestal goed mogelijk. De rijksoverheid heeft onlangs bijna 180 gebouwen uit de wederopbouwperiode als rijksmonument aangewezen. De gemeente Leiden doet er goed aan dit voorbeeld te volgen door het voormalige belastingkantoor een beschermde status te geven.

Het indrukwekkend glas-in-beton kunstwerk van Jan Menno Meine Jansen (1908-1994) is een belangrijke reden voor een beschermende monumentale status. Dit kunstwerk in het trappenhuis strekt zich uit over de volle hoogte van het gebouw. Het is opgebouwd uit horizontale en verticale vlakken die weer zijn onderverdeeld in kleinere vlakjes. Het creëert een bijzondere lichtsensatie en geeft aan elke verdieping een eigen kleuring. Dominant zijn warme tinten blauw, oranje/geel en rood, afgewisseld door witte vlakken. Dit kunstwerk is uniek voor Nederland en staat daarom geregistreerd bij de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed.

Stationsplein 107 8 4hoogHet ontwerp van het gebouw Stationsplein 107 is van de Leidse architecten Ir. J. Jonkman en P. van Dorp. Het is gerealiseerd onder verantwoordelijkheid van rijksbouwmeester J.J.M. Vegter. Het diende om alle in Leiden gevestigde kantoren van ’s Rijks belastingen in één gebouw bijeen te brengen. Met de ruime en lichte opzet is zowel aan de ambtenaren als aan de bezoekers gedacht. Hoofdaannemer was Wernink’s Beton- en Aannemingsmaatschappij N.V. te Leiden. Het gebouw is opgetrokken uit een skelet van gewapend beton, met buiten- en binnenmuren van baksteen met elementen van groen sierbeton. Het bestaat uit twee vleugels van zeven respectievelijk vijf verdiepingen, die worden verbonden het trappenhuis en de hoofdingang. Bij de ingebruikname van het gebouw in 1966 bood ir. J. Jonkman namens de architecten, de hoofdaannemer en de onderaannemers een wandplastiek aan voor de kantine. Welke kunstenaar dit keramische reliëf heeft vervaardigd, kon nog niet worden achterhaald. Het keramische reliëf is nog volledig intact.