Dirk van Eck: Tweede Leidse Salon

25 april 2017 - Het onderwerp van de tweede door de Dirk van Eckwerkgroep georganiseerde Leidse Salon op 2 april 2017 was de kraakbeweging in Leiden tussen ongeveer 1970 en ongeveer 1990. Hiertoe hielden twee student-onderzoekers, trainees van de docenten Bart van der Steen en Peter Burger, inleidingen over het onderzoek waarmee zij bezig zijn. Daarbij werd benadrukt dat de situatie in Leiden anders was dan die in Amsterdam, waarheen in die tijd alle aandacht ging. Daar was alles veel heftiger.

In Leiden was bijvoorbeeld een de aandachttrekkende zaak de woningnood van een arbeider met vrouw en zoontje, die in 1970 een leegstaand huisje in het Bethlehemshofje kraakte. Het kwam hier zelfs zo ver dat krakers aangeboden werd de nacht in een politiecel door te brengen tot een oplossing gevonden zou zijn. De vraag is dan in hoeverre dit zich verhoudt tot het stereotiepe beeld van de kraker: actief in de grote steden, jong, man, blank, anarchistisch en bereid tot geweld. Is Leiden niet alleen ten opzichte van Amsterdam, maar ook van andere grotere steden atypisch? De voornaamste bron is gaandeweg geworden de Leidse pers, inmiddels gemakkelijk doorzoekbaar dankzij de gescande kranten. In de periode 1970-1990 leverde dat 850 hits op, maar zoekwoorden als kraker(s), gekraakt en dergelijke zijn niet echt eenduidig. Kortom, dat is een mooie bron maar met voetangels en klemmen. Daarom worden ook oud-krakers en andere betrokkenen geïnterviewd. Inmiddels zijn 220 kraakgevallen in Leiden achterhaald, die op een “Kraakkaart” geplaatst zijn. De meeste kraakpanden bevinden zich vooral in de binnenstad, en dan met name het noordwestelijk deel. Het is een flink aantal; zeker als het vergeleken wordt met andere steden – zelfs Londen komt in die periode niet verder dan 264. Deze kaart zal nog verder vervolmaakt worden (maar is thans al in te zien op de website Squatting Europe Kollective: https://maps.squat.net/en/cities/leiden/squats) en er zal een “Kraakarchief” gemaakt worden, met een kroniek van gebeurtenissen en veel foto’s. Ook is het een plan om in de toekomst een historische stadswandeling te organiseren.

Spectaculaire Leidse acties werden ook gevonden in “De Buurtkrant, officieel orgaan van de bond van huurders en woningzoekenden”, de Muurkrant (eerste nummer van 1 mei 1975), het blad Kraakhelder, de Stadskrant (1981-1984) en uiteraard andere literatuur. Vooral het kraken van het voormalige klooster “De Goede Herder” in Zoeterwoude-Rijndijk trok de aandacht, net als de Rotogravure (met het aangrenzende pand Noordeinde 22). Ook een atypische kraakster (namelijk een bejaarde en kattenvriendin) als Pleun van Poelgeest kreeg aandacht in de krantenkolommen. De kranten waren overigens wel enigszins gekleurd, soms romantisch, mede ook omdat er vaak beginnende journalisten op kraakacties afgestuurd werden en die doorgaans redelijk sympathiek tegenover het kraken stonden.

Hierna ontstond een levendige, soms zelfs hilarische discussie. Onder de aanwezigen waren ook enkele prominente oud-krakers, die uit eigen ervaring leuke details konden vertellen. Uit hun verhalen bleek dat begin jaren tachtig de sfeer flink begon te veranderen: de oude garde nam langzaam afscheid en waar er nog behoefte aan kraken was, gebeurde dat door zogeheten 'autonomen'. De oude garde kraakte doorgaans voor derden, en op een 'nette' manier. Tal van anekdotes gingen over de tafel, maar ook werden problemen met bronnen en benamingen aan de orde gesteld; omdat het begrip 'kraken' vroeger niet in deze betekenis bestond, moet je dus op andere woorden zoeken. Met dit betere begrip van diverse zaken is de Leidse kraakbeweging heel goed voor het voetlicht gekomen en konden zowel de onderzoekers als de bezoekers tevreden huiswaarts keren. Het is in ieder geval aan stimulans om op de ingeslagen weg voort te gaan. Houdt dus berichten over nieuwe Leidse Salons in de gaten!