Lezing: sociale woningbouw als bedreigd erfgoed

27 april 2016 - Op zaterdagmiddag 30 april organiseert de werkgroep voor sociale en economische geschiedenis van Leiden de jaarlijkse Dirk van Eck-lezing. Dit jaar is vanwege de actualiteit gekozen voor het onderwerp sociale woningbouw. De afgelopen tijd zijn verschillende vooroorlogse complexen sociale woningbouw tegen de grond gegaan. Er zijn vergelijkbare plannen voor delen van andere buurten. Soms gaat dat geruisloos, vaak gaat dat gepaard met discussie en commotie. Leiden raakt zo wel belangrijk sociaal- en cultuurhistorisch erfgoed kwijt! Reden voor de Dirk van Eck-werkgroep om er dit jaar onze lezing aan te wijden. 

De bijeenkomst vindt plaats in het nieuwe Maredijkhuis (Maredijk 100). Alle geïnteresseerden zijn daar van harte welkom vanaf 14.00 uur, voor een inloop met koffie en thee. Het programma begint om 14.30 uur en eindigt - na een afsluitend drankje - om 17.30 uur.

Twee sprekers gaan het verhaal van sociale woningbouw in het algemeen en van Leiden in het bijzonder vertellen. Als eerste zal Hugo Priemus, emeritus hoogleraar TU Delft, het belang van sociale woningbouw in het geheel van de volkshuisvesting laten zien. Daarna zal Cor Smit, stadshistoricus van Leiden, meer inzoomen op emancipatorische aspecten van sociale woningbouw en de belangrijke rol van woningbouwverenigingen daarbij. Over de architectonische kwaliteit van de huizen praat hij niet alleen, maar hij zal dat voor Leidse complexen ook illustreren. Veel Leidenaars hebben de ontwikkelingen zelf aan den lijve ondervonden en zullen er met gemengde gevoelens op terugkijken. Na de lezing is dan ook er alle gelegenheid voor discussie onder leiding van Arie de JongDe lezingen worden omlijst door de vertoning van historische videofilms en veel fotomateriaal. 

Na afloop kunnen de aanwezigen onder het genot van een drankje allerlei publicaties over sociale woningbouw in Leiden inkijken of aanschaffen, waaronder ook jaarboeken van de HVOL en de voormalige Dirk van Eck-stichting. Ook zullen dvd’s met filmbeelden uit verschillende perioden van de Leidse geschiedenis te koop zijn. 

De afgelopen tijd zijn verschillende vooroorlogse complexen sociale woningbouw tegen de grond gegaan. Er zijn vergelijkbare plannen voor delen van andere buurten, onder andere in de Zeeheldenbuurt en De Kooi. Soms gaat dat geruisloos, vaak gaat dat gepaard met discussie en commotie. Leiden raakt zo belangrijk sociaal- en cultuurhistorisch erfgoed kwijt! Reden voor de werkgroep Dirk van Eck om er dit jaar haar lezing aan te wijden. En een mooie gelegenheid om samen te werken met onze HVOL-zusterwerkgroep Leiden buiten de singels.   

De Woningwet van 1901 stelde voor het eerst eisen aan woning- en stedenbouw en maakte financiering door woningbouwverenigingen mogelijk. Daardoor kwamen er ook voor arbeiders en kleine middenklasse op grote schaal fatsoenlijke huizen beschikbaar. Vóór deze wet waren er alleen particuliere initiatieven geweest. De woningen van Eigen Haard (de eerste Leidse zelforganisatie voor arbeiderswoningbouw) in de Gerrit Doustraat zijn daar een voorbeeld van. 

Vooral na 1917 kwam de sociale woningbouw echt op gang, dankzij woningbouwverenigingen en -stichtingen. Zij bouwden niet alleen goede en betaalbare huizen, maar hadden ook oog voor de architectonische en stedenbouwkundige kwaliteit ervan. Ze werkten met gerenommeerde architecten als Van der Laan (De Goede Woning) en Jesse (Eendracht). Het resultaat van al die inspanningen was een gevarieerd, kleinschalig straatbeeld met waar mogelijk het nodige groen. Tijdens de stadsvernieuwing is aan deze verschillende kwaliteiten afbreuk gedaan. Ook noodzakelijke vernieuwbouw om verzakkingen tegen te gaan heeft zijn sporen nagelaten. Zo is er al veel waardevols verdwenen en bedreigingen doen zich nog steeds voor. 

 Gevelpartij van de Parkstraat aan het Kooipark (foto: Arie de Jong)

In de lezing zullen de sociaalhistorische waarden van de sociale woningbouw aan de orde komen als getuigenis van de emancipatie van de arbeidersklasse. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de cultuurhistorische betekenis, van individuele woningen maar meer nog van het geheel van een complex in de betreffende buurt. Behoud en herstel van dit erfgoed blijken vaak moeilijk. De woningbouwverenigingen hebben als eigenaar van deze woningen reële problemen: ze moeten telkens weer de belangen van de volkshuisvesting, de bewonerswensen en de waarde als sociaalcultuur historisch erfgoed afwegen. Maar technische en bedrijfseconomische argumenten alleen mogen niet de doorslag geven. Na alle aandacht voor de binnenstad en het industrieel erfgoed is het nu tijd om de sociale woningbouw als erfgoed centraal te stellen. Na de lezing gaan we met elkaar de discussie aan hoe we dit erfgoed het best kunnen beschermen.