Broddelwerk en juridisch wensdenken bij Sint Pancras

De pleitnota van de Historische Vereniging Oud Leiden bij de hoorzitting van de bezwarencommissie, op 16 februari 2024.

Broddelwerk en juridisch wensdenken.

Bescherm de burger (inwoner en belanghebbenden) tegen aantasting van de rechtszekerheid. Die aantasting begint al met de aanloop: een duidelijk urgentie (corona-terras sociaal nut en economische noodzaak) om in corona-tijd een uitzondering te maken. Iedereen (ook wij) werkten mee. Maar na afloop was het sentiment bij sommigen “nou, dat was fijn, dat blijven we doen”. In oud-Hollands: we zijn gefopt!

Het draagvlak om vaker mee te doen aan dergelijke uitzonderingen wordt er mee geschaad. Je steekt je hand welwillend uit, maar de hele arm wordt genomen. Vervolgens bleek al snel dat Erfgoeddeskundigen (van ELO) aangaven dat het hier om een onaanvaardbare aantasting van het beschermd stadsgezicht ging. Het betreft één van de weinige pleinen die (dit deel van) de stad kent, waarvan de betekenis en het gebruik tot op de dag van vandaag onlosmakelijk verbonden is met het gebruik van de in 1314 gestichte St Pancras kerk.

Het plein heeft niet alleen een historische betekenis, maar ook nu nog is het een plek van ruimtelijkheid, die in zichzelf een belangrijke waarde heeft. Ook de functie bij trouwen en rouwen
en het opstellen van stoeten bij die gelegenheid mag niet onderschat worden. Niet iedere nabestaande wil met zijn overledene na de rouwdienst op een terras eindigen. Ook Erfgoed Leiden e.o. erkent dit belang - adviseerde dus negatief - en daarmee werd een reguliere binnenplanse vrijstelling onmogelijk.

En daarná werd een juridisch geitenpaadje bedacht door het college, dat helemaal niet voor dergelijke situaties bedoeld is. Het artikel (onderdeel 8 van het BOR voor “niet-ingrijpende wijziging”) dat hier gebruikt is, is naar letter én geest bedoeld voor kleine aanpassingen: het verleggen van een inrit, het uitbreiden van een paar parkeerplaatsen in het snippergroep, het verplaatsen van een schuurtje, het ophogen van een carport, of zélfs voor het beperkt verplaatsen van een terras. Niet voor niets staat dit artikel ook wel bekend als de kruimelgevallenregeling.

Het moge duidelijk zijn dat naar omvang en aard het toevoegen van een nieuw terras van 100 m2 op een historische locatie géén kruimelgeval is: het verzet toont dit ook aan. Geachte commissie: stop het misbruik van deze regeling en vernietig dit besluit.

Het is overduidelijk dat voor deze omgevingsvergunning een juridische trukendoos is opengegaan. Als gevolg daarvan heeft geen goede, integrale afweging van belangen plaatsgevonden. Het feit dat het college zegt “dat het terras schuil gaat achter de bomen”, illustreert dat het college deze zaak letterlijk vanuit het café in plaats van vanuit de kerk beschouwt. Dat het terras reversibel is eveneens een gevaarlijke redenering. Dit zou de deur open zetten voor iedere wanstaltige woonark in beschermd stadsgezicht.

Er kan inmiddels gesteld worden dat er geen nut of noodzaak is om dit terras en de inbreuk op het stadsgezicht te rechtvaardigen. Betreffende etablissementen hebben al jaren een terras dat goed functioneert. Zonder een goede integrale afweging wordt hier een ongelukkig precedent geschapen waardoor wij ons grote zorgen maken voor andere historische pleinen, zoals het Pieterkerkplein of het Gerecht. Een terras óp een plein in plaats van aan de rand is een noviteit, die betere onderbouwing vraagt.

Ook voor de terrasvergunning zelf gaat de trukendoos open: 2 van de 3 horeca-etablissementen, hebben op basis van de beleidsregels helemaal geen recht op een terras op deze locatie. Iedere brugklasser met een geodriehoek kan vaststellen dat de beoogde plek niet nabij of tegenover de betreffende horeca voorziening ligt. (Zie verordening Fysieke Leefomgeving Leiden 2020). Dat de 3e partij daarom voor de andere twee een vergunning aanvraagt, kan natuurlijk niet in stand blijven. Ik mag ook geen boom omzagen met de kapvergunning van de buren, en zelfs mijn schoonouders mogen niet parkeren op mijn parkeervergunning. Zo werkt het niet.

Onze laatste zorg is dat er aan de terrasvergunning geen bijzondere eisen van welstand zijn verbonden. Dat is elders nagelaten en leidt tot storende verrommeling waarop (zo leert de ervaring) slechts sporadisch handhaving plaats vindt. Een dergelijke delicate plek verlangt op zijn minst dat een verbod op parasollen en windschermen aanvullend zou zijn opgenomen in de vergunning, evenals een eis om het terras fysiek te moeten verwijderen bij rouw- en trouwgelegenheden. Dat zelfs daaraan niet is gedacht toont de onzorgvuldigheid van dit besluit.

Samengevat:
Nut en noodzaak ontbreken om een dergelijke - onafhankelijk onderbouwde en door het college onderschreven - aantasting van het stadsgezicht en functioneel gebruik van het plein te
rechtvaardigen.
De gevolgde juridische procedure is onjuist en heeft een goede belangenafweging in de weg gezeten.
Bij een goede RO-afweging had historie geprevaleerd boven extra vertier.
De verleende terrasvergunning is onjuist en onvolledig. Verrommeling en illegaal gebruik (medegebruik van andermans vergunning en ruimte) liggen evident op de loer.
Wij verzoeken dan ook om vernietiging van betreffende besluiten.