Verjaardag HVOL weer druk bezocht

7 november 2018 - Bij de Diesviering van de Historische Vereniging Oud Leiden (HVOL) - op zaterdag 3 november in de Hooglandse Kerk - gaven weer vele honderden leden acte de présence. Na het zingen van het Leids Volkslied en een toespraak door voorzitter Rens Heruer, hield Jef Schaeps, conservator prenten en tekeningen bij de universiteitsbibliotheek, de Dieslezing met als titel ‘Het Leids prentenkabinet, een 200-jarige instelling in de moderne tijd’. Aan de hand van een powerpointpresentatie sprak Schaeps over de geschiedenis van de instelling en gaf hij een boeiend inkijkje in de collectie van het Prentenkabinet.

Vervolgens werden Rudi van Maanen en zijn redactie in het zonnetje gezet vanwege het verschijnen van het 110de Leids Jaarboekje. Van Maanen, voorzitter van de Commissie voor de redactie van het Leids Jaarboekje, bood burgemeester Henri Lenferink het eerste exemplaar aan. Tevens ontving de burgervader een overdruk van zijn lezing die hij vorig jaar hield bij het 115-jarig bestaan van de HVOL. Naast tal van bijzondere (geschiedkundige) verhalen, staat ook de lezing van Lenferink in het Leids Jaarboekje 2018 afgedrukt. Een artikel over de Rembrandt-portretten heeft intussen de aandacht van landelijke en regionale media gekregen.

Na de presentatie van het Jaarboekje was het Kees van der Laken van de Commissie Beeldbank die de burgermeester het eerste exemplaar van de Historische Kalender 2019 (‘Leiden toen en nu’) aanbood. Ook het verschijnen van de Historische Kalender kent inmiddels een lange traditie. 

Na afloop van het officiële gedeelte volgde gewoontegetrouw een informele receptie. Tevens kon het Jaarboekje worden opgehaald. In de kerk was een bescheiden markt met kraampjes van diverse HVOL-commissies, -werkgroepen en enkele bedrijfsleden.

 DSC 2000  DSC 2008  DSC 2035
 Dies Oud Leiden DSC 2044  Dies Oud Leiden DSC 2053  DSC 2068

Foto's: NIek Bavelaar

 

Hieronder vindt u de tekst van het welkomstwoord van HVOL-voorzitter Rens Heruer:

Dames en heren,
Ik open met trots en met genoegen de 116e dies van de Historische Vereniging Oud Leiden in deze Hooglandse Kerk.

Ik heet u allen welkom, leden van HVOL en speciaal de ereleden en leden van verdienste.
Welkom Burgemeester Lenferink Jef Schaeps, die de diesrede uitspreekt, en vooral ook bestuurs-, commissie- en werkgroepleden.

Bij wijze van voorafje keek u zojuist in het voorprogramma naar een diavoorstelling van foto’s. Het zijn de foto’s die uit meer dan 200 inzendingen werden gekozen om mee te dingen naar de prijs van de wedstrijd De schoonheid van het Leidse water.
Die wedstrijd is een onderdeel van een breder initiatief vanuit HVOL en voluit meegedragen door het Waterambacht en de gemeente Leiden om in dit Waterjaar 2018 aandacht te vragen voor de kwaliteit en het behoud daarvan van de Leidse grachten, singels, sloten en watergangen, van het water en alles wat daar op en aan en in ligt. Inmiddels is de fotowedstrijd afgesloten met de uitreiking van de prijzen tijdens een succesvol watersymposium in de Marekerk o.l.v. het Waterambacht. U kunt erover gehoord hebben i.v.m. de roep om de Mare te ontdempen. Dit waterjaar en de Marevraag leiden mij tot de volgende overweging.

Als ons grondgebied ooit loskwam uit de greep van het water, dan ligt daar het begin.
In den beginne was er water.
Door de eigen werking van de natuur, door 's mensen hand of misschien wel door een corrigerende ingreep van bovenaf verdween het water: het verdampte, trok zich terug, werd ingedamd of liet zich anderszins op afstand houden.
En het water werd land.
Land is wat handiger dan water. Je kunt er bijvoorbeeld op lopen, terwijl dat bij water slechts aan een enkeling vergund is. Mensen betraden het land en kropen bij elkaar en maakten een commune.
En land werd Leiden.
Er kwamen steeds meer Leidenaars door welvaart of juist door armoe. De stad groeide en werd in stukken gehakt. Water kwam terug als grens, als bron en als eindpunt van de voedselketen.
En het water kwam in Leiden.
Toen het water gevaarlijk bleek door als bron tegelijk ook het einde van mensen te zijn, verdween het grotendeels opnieuw. Dempen en dichten ter wille van gezondheid. En om de ruimte.
En het water week uit de stad.
Maar er was water dat wel overleefde en bleef voortklotsen, terwijl de stad groeide. En de stad had weliswaar veel bewaard, maar niet alle water. En op sommige plaatsen kwam het water zelfs terug. Gewenst. Voor het stadsgezicht. Of voor de sloep. En het water kwam weerom:
En de Mare werd ontdempt!!!!  
Dames en heren,
Vorig jaar sprak ik n.a.v. het lustrum met u over onze leeftijd en over de betekenis van HVOL als springlevende vereniging: een soort oudere jongere die de wijsheid van een hoge leeftijd wil koppelen aan de lenigheid van de jeugd.
Immers een vereniging als de onze heeft door zijn lange staat van dienst overzicht over een periode waarin een deel van de Leidse geschiedenis gestalte kreeg, tot stand kwam.
En in die periode zijn door Oud Leiden de vele voorafgaande eeuwen Leidse geschiedenis uitvoerig bestudeerd.
Dat betekent dat nu in HVOL kennis, inzicht en ervaring zijn verzameld en vastgelegd die niet alleen afhankelijk zijn van de korte termijn en nieuwe gebeurtenissen, maar dat zij ook een bedding krijgen in de opgeslagen wijsheid vanuit de lange termijn.
Daardoor kan nuance en kleur, maar ook kleurverschil en dus diversiteit aangebracht worden in nieuwe ideeën over en plannen voor de stad waarbij door HVOL voetnoten geplaatst kunnen worden bij de mode of de waan van de dag.
In die rol en met dat langetermijnaspect is HVOL een belangrijke speler op het toneel van de Leidse toekomst.
Niet omdat er niets zou mogen veranderen in Leiden en alles zou moeten blijven bij het oude. Neen, ja zelfs integendeel, HVOL kan bijdragen aan verantwoorde besluitvorming over en in de stad als die besluitvorming raakt aan erfgoed, monumenten en historie.
Zo bezien kan de liefde voor en studie van de Leidse geschiedenis bijdragen aan de toekomst van Leiden, zelfs als dat in voorkomend geval toch leidt tot pijn in het Leidse historiehart.

Die genuanceerde benadering herkent u in standpunten van HVOL:
• wij zijn meer dan bedroefd om de externe ingrepen bij de Morspoort, maar hebben geen bezwaar tegen nuttig gebruik van de binnenruimte als bruidssuite;
• wij hebben geen probleem met terrassen, maar wel met onverantwoorde uitbreiding ervan op kwetsbare plaatsen;
• wij hebben begrip voor de noodzaak van woningbouw, maar niet voor zodanig hoge bouw, dat het karakter van de binnenstad aangetast wordt;
• wij steunen de vermarkting van de historische stad en de ontwikkeling van het toerisme, maar mét de kanttekening dat Leiden niet zit te wachten op Venetiaanse of Amsterdamse toestanden.

Het bestuur van uw Historische Vereeniging Oud Leiden neemt zich voor om ook na deze dies deze lijn te volgen om ons doel te dienen: de studie van de geschiedenis van Leiden in brede zin en het stimuleren daarvan. Maar ook de bevordering van de aandacht voor het Leiden van nu en van de toekomst door op te treden als positief-kritisch volger van en meedenker over initiatieven en besluiten die het erfgoed van Leiden raken en dus gevraagd en ongevraagd de stem van HVOL te laten horen.

HVOL kan haar optreden op het Leidse toneel alleen waarmaken door de steun van de vele, vele honderden leden.
Hoe groter wij zijn, hoe luider wij mogen praten, denk ik, en daarom roep ik u wéér op om leden te werven voor uw eigen vereniging: uw kind, buurvrouw, baas, dominee, collega, broer, groenteman of geheime vriendin: zij zijn allemaal goed voor het lidmaatschap, mits verknocht aan onze stad.
Het lidmaatschap is een mooi cadeau en… heeft u geen geheime vriendin, maar wel een inwonende niet-geheime partner dan is er voor uw getrouwe het duolidmaatschap.
Opgeven kunt u na afloop.

Uw lidmaatschap (waar krijg je nog zo veel moois voor 20 euro) is dus van belang voor onze draagkracht. Dat geldt ook voor de steun van de nog immer groeiende groep bedrijfsleden die voor ons om ideële maar ook om economische reden van belang zijn.
Maar wij zouden niets voorstellen als wij niet konden rekenen op de tomeloze inzet van de tientallen vooruitgeschoven posten: de leden van commissies en werkgroepen die elk op eigen plaats en met eigen taak samen met de bestuursleden - allemaal vrijwilligers - een jaar lang vol aan de bak gaan om HVOL te laten groeien en bloeien.
Ik dank dus iedereen die bijdraagt aan het welvaren van HVOL, zowel de intern betrokkenen als de externe partners waarvan ik nu graag noem Erfgoed Leiden en Omstreken, de Gemeente, het Erfgoedcafé, de Hooglandse Kerk, de Stichting Historisch Leiden, de Universiteit, het Leidsch Dagblad, het Waterambacht en onze leveranciers.

Deze bijdrage afsluitend wil ik u graag op voorhand een mooi verenigingsjaar wensen, waarin onze activiteiten natuurlijk een plaats krijgen, maar ook andere spannende zaken langskomen: een dagje Tata-toernooi in Leiden, de herdenking (viering is misschien geen goed woord) van de stadhuisbrand in 1929; de opening van de nieuwe Lakenhal (wat je er ook van mag van mag vinden een mijlpaal in de Leidse geschiedenis); een boek over de Jonge Rembrandt met bijbehorende tentoonstelling én een boek over de geschiedenis van de Lakenhal.
En dan noem ik niet het weekend van de Leidse geschiedenis van 31 oktober tot en met onze dies op 2 november 2019.