Historisch karakter van de stad

Nadat een eerder controversieel hotelplan voor Rapenburg 48 door de gemeente ongedaan was gemaakt, is in 2016 een aanpassing van het bestemmingsplan voorgesteld. Het bestuur heeft tegen de meeste elementen van het voorgestelde plan geen bezwaar, maar wel tegen de mogelijkheid die het plan biedt om horeca in het pand Pieterskerkhof 4a toe staan. Het Pieterskerkhof is een historisch zeer waardevolle, rustieke plek die in een drukke stad met al zeer veel horeca in de nabijheid juist de mogelijkheid van stilte en bezinning biedt. Het bestuur heeft in een zienswijze zich aangesloten bij de wijkvereniging om het bestemmingsplan op dit punt te wijzigen. 

Het bestuur van de HVOL, de wijkvereniging en omwonenden hebben in september 2016 constructief overleg gehad met de eerstverantwoordelijke wethouder, Paul Laudy. In het voorstel van B&W aan de gemeenteraad zijn de horecabestemmingen voor de panden Rapenburg 48 en (aan de achterzijde daarvan) Pieterskerkhof 4a geschrapt. Het bestuur van de HVOL heeft in oktober 2016 in de commissie Stedelijke Ontwikkeling van de gemeenteraad het voorstel van B&W bij de gemeenteraad aanbevolen. Ook de wijkvereniging en omwonenden hebben dit gedaan. Het gewijzigde bestemmingsplan is in december 2016 goedgekeurd door de gemeenteraad. De panden zijn inmiddels door de gemeente verkocht. Na de nodige restauraties zal er een museum in worden gevestigd.

Rapenburg Zienswijze 48.pdf

 

Het fraaie pand Zoeterwoudsesingel 2 is jarenlang sterk verwaarloosd, de serre ernaast afgebroken. Op die plek is begin 2016 nieuwbouw voorgesteld, appartementen op vier verdiepingen, terwijl de naastgelegen panden twee verdiepingen plus schuine kap hebben, met per etage een geheel andere maatvoering. Het bestuur acht deze nieuwbouw niet passen op die plek en heeft dat in april 2016 in een zienswijze aan de orde gesteld bij het college. 

Het college heeft de kritiek van de HVOL en ook van omwonenden naast zich neergelegd en aan de gemeenteraad voorgesteld een verklaring van geen bedenkingen (VVGB) af te geven. Die is nodig in het geval een omgevingsvergunning in strijd is met het bestemmingsplan en dat was duidelijk het geval. In de raadscommissie in augustus 2017 heeft de HVOL haar bezwaren nader toegelicht en er bovenal aandacht voor gevraagd dat het college en de Welstands- en Monumentencommissie Leiden (WML) naar de mening van de HVOL te meegaand is en de lat niet hoog genoeg legt. De standaardformulering is "niet in strijd met redelijke eisen van welstand". De WML keurt daarmee een project goed en het college van B&W volgt als regel dat advies. En de gemeenteraad, in het geval van een VVGB, volgt als regel het voorstel van het college - en zo geschiedde ook in dit geval.

Dit alles verraadt geen hoog ambitieniveau. Het bestuur van de HVOL meent dat zeker op veel plaatsen in de binnenstad een grotere ambitie moet worden getoond en middelmatige ontwerpen en/of ontwerpen die niet passen in de naaste omgeving niet dienen te worden goedgekeurd. De voorzitter van de HVOL heeft tijdens de dies van november 2017, in aanwezigheid van de burgemeester, dit standpunt nogmaals naar voren gebracht.

(rubriek afgesloten, eind 2017)

 

In 2016 heeft een herinrichting plaatsgevonden van het Morspoorplein, op een wijze die naar de mening van het bestuur van de HVOL historisch volstrekt onverantwoord is. Voorzitter en vicevoorzitter van het HVOL-bestuur hebben in juni 2016 in een gesprek met de burgemeester en twee wethouders hun kritiek geuit op die herinrichting. De HVOL was hierbij ook niet betrokken en voor zover kon worden nagegaan is ook geen omgevingsvergunning verleend. Grootste bezwaar is dat de Morspoort (de oudste van de twee nog resterende stadspoorten in Leiden), op een soort sokkel met twee treden aan de stadskant is geplaatst. Daarmee wordt geweld aangedaan aan de functie van de poort, eeuwenlang gebruikt als in- en uitgang van de stad, ook voor handkarren en paard en wagen en later vooral fietsen.

Morspoort K2De herinrichting en met name het trapje hadden tot doel fietsen door de poort onmogelijk te maken althans te ontmoedigen. Voorts is het plaatsen van extra bomen aan de stadskant historisch niet verantwoord en dreigen de bomen de poort deels aan het zicht te onttrekken. Om fietsen door de poort verder te belemmeren zijn grote plantenbakken voor de poortopening geplaatst die verder afbreuk doen aan ware betekenis van de stadspoort en het zicht op de poort verder aantasten.

Voor wat betreft de herinrichting van het Morspoortplein heeft het bestuur in een brief aan het college van B&W in juli 2016 zijn zorgen geuit over de mate van respect dat wordt getoond voor een van de topmonumenten van onze stad. Het college toonde zich ook niet gelukkig met het resultaat van dit project en wijst op uitvoeringsfouten, die zouden worden hersteld. Na het terrasseizoen en 3 oktober (2016) is een fors deel van het Morspoortplein weer opgebroken en opnieuw aangelegd/bestraat. Een wezenlijke verbetering heeft dat echter niet opgeleverd. Er blijft een verhoog aan de stadskant, met twee traptreden; en nu werd zelfs aan de buitenzijde een drempeltje gemaakt, kennelijk om de onderdoorgang voor fietsers verder te ontmoedigen. Vanuit historisch oogpunt blijft de herinrichting van het plein naar de mening van het bestuur van de HVOL een grote misser, een standpunt dat door velen, ook in de buurt, wordt gedeeld. We hebben dit  bij diverse gelegenheden aan de orde gesteld en daarbij de suggestie gedaan dat het trapje zou worden vervangen door een hellingbaantje zoals dat jaarlijks (tijdelijk) voor de Leiden Marthon wordt aangelegd. Als zo'n hellingbaantje permanent in correcte bestrating over de volle breedte van de poortopening zou worden aangelegd, zou een sterk bekritiseerd element bij de Morspoort kunnen worden geëlimineerd. 

Met name vanwege klachten over de verhoogde onveiligheid van de nieuwe situatie, is verkeersonderzoek uitgevoerd door een extern bureau. De uitkomst van dat onderzoek heeft in 2018 geleid tot een aantal voorstellen voor aanpassing, waarbij de situatie vanuit historisch oogpunt verder dreigt te verslechteren, zoals het duidelijker markeren van het trapje door middel van een hardstenen stoep. Het bestuur van de HVOL heeft daarom in augustus 2018 een brief geschreven aan het college van B&W met een dringend beroep om meer respect te tonen voor de historie van onze oudste stadspoort. Op onze brief van augustus 2018 is een inhoudelijke reactie van het stadsbestuur uitgebleven. Mede naar aanleiding van vragen en een dsicussie tijdens de jaarlijkse Algemene Ledenvergadering van de HVOL (27 maart 2019), heeft het bestuur eind maart 2019 opnieuw een brief aan het college van B&W geschreven. Daarin heeft het bestuur, onder het uitspreken van het vermoeden dat een reconstructie van het Morspoortplein zoals eigenlijk nodig zou zijn uit financieel oogpunt niet haalbaar is, gevraagd de eerder door ons geuite, veel eenvoudiger oplossing te realiseren van een hellingbaantje in plaats van het trapje. 

Ondertussen had op 28 maart 2019 het CDA-raadslid Joost Bleijie tijdens de raadscommissie Werk en Middelen vragen gesteld, mede naar aanleiding van een publieke opmerking van wethouder Yvonne van Delft (portefeuille cultuur en erfgoed) tijdens een Erfgoedsymposium op diezelfde dag dat zij de situatie bij de Mosrpoort ook maar raar vond. Wethouder Van Delft zei in de commissievergadering bereid te zijn er opnieuw naar te kijken, maar de eveneens aanwezige wethouder Dirkse zei dat zulks niet zou gebeuren - een opmerkelijke situatie in een collegiaal bestuur. In die situatie heeft Joost Bleijie op 11 april 2019 een reeks schriftelijke vragen gesteld aan het college. In de beantwoording daarvan op 3 juni 2019 verdedigt het college de situatie zoals die ontstaan is en de wijze waarop die tot stand is gekomen. 

Ook op 3 juni 2019 beantwoordde het college onze brief van eind maart en kwam daarin tot de conclusie dat het geen aanleiding ziet het ontwerp aan te passen en dat een permanenete hellingbaan niet zal worden aangelegd. In de brief wordt op z'n minst de suggestie gedaan dat de HVOL bij het ontwerp van de herstructurering betrokken is geweest. Het bestuur van de HVOL heeft dat in een brief van 7 juli 2019 willen rechtzetten en in het kort nog eens zijn positie vastgelegd. In een gesprek van voorzitter en vicevoorzitter van de HVOL met leden van het college zijn we tot de conclusie gekomen dat het beter is dit meningsverschil voorlopig maar te 'parkeren'. 

MorspoortSindsdien zijn de straatstenen in het trapje vervangen door natuurstenen stoepranden en zijn met keitjes paden gemarkeerd rond het MorspoortK1'podium' waarop de Morspoort nu is geplaatst. Veranderingen die aangebracht zijn om de verkeersveiligheid te bevorderen (er gebeurden na de reconstructie van het Morspoortplein nogal wat ongelukken) maar die afbreuk doen aan het monumentale van de Morspoort. Na die veranderingen is in de maand april 2020 tot (minimaal) tweemaal toe een personenauto vanaf de singelkant door de poort gereden en vervolgens op het (natuurstenen) trapje klem komen te zitten. Uit arrenmoede is toen maar weer een grote plantenbak (zgn Hortusbak) aan de buitenzijde van de poort geplaatst om nieuwe ongelukken te voorkomen. Nader overleg binnen de gemeente heeft vervolgens niet geleid tot een reconstructie ten principale die recht zou doen aan de monumentale stadspoort, maar tot het plan de plantenbak aan de buitennzijde van de poort te vervangen door een paaltje en met kwart cirkel van keitjes in het wegdek de rijrichting voor auto's en fietsers aan te geven. De HVOL heeft erop gewezen dat keitjes bij regen glad worden. Voor fietsers zou het er daardoor niet bepaald veiliger op worden. Voortschrijdend inzicht bij de gemeente heeft geleid tot het besluit de kwart cirkel van keitjes achterwege te laten. De plantenbak is inmiddels vervangen door een paaltje, niet de ijzeren Leidse paal maar een betonnen zgn. Alphenaartje. De oudste Leidse stadspoort wordt nu dus bewaakt door een Alphenaar....

 

IMG 2707

(bijgewerkt tot 21 februari 2021)

Zowel ten behoeve van hoogwaardig openbaar vervoer als een goede doorgaande looproute van het Singelpark, dient de kruising aan de stadszijde van de Jan van Houtbrug te worden heringericht. Ook moet rekening worden gehouden met de situering en toegankelijkheid van het zgn. Jan van Hout monument. Daarover heeft in 2015 enige malen constructief overleg plaatsgevonden met de gemeente en enkele andere betrokken partijen. Er is een voor alle betrokkenen goede oplossing gevonden. Der werkzaamheden zijn in de herfst van 2016 gestart en in 2017 afgerond wat betreft de situatie voor het doorgaande verkeer. De beoogde verandering van de aansluiting van het Plantsoen, van belang voor o.a. het Singelpark, is nog niet gerealiseerd.

Universiteit Leiden heeft plannen om het gebied aan weerszijden van de Witte Singel waar thans reeds veel universiteitsgebouwen staan (w.o. de universtiteitsbibliotheek), naast een complex woningen, om te vormen tot een “humanities campus”. Een deel van de relatief nieuwe universiteitsgebouwen alsmede de woningen van een woningscorporatie zouden daarvoor moeten worden afgebroken. Vanuit het perspectief van de HVOL gaat het vooral om het antwoord op de vraag wat hiervoor in de plaats komt. Er dient sprake te zijn van een zorgvuldige inpassing in de overwegend kleinschalige, historisch waardevolle bebouwing in dit gebied naast o.a. de Hortus en het Academiegebouw.

In 2016 en begin 2017 heeft de universiteit een aantal bijeenkomsten belegd met een zgn klankbordgroep, waarin o.a. de wijkverenigingen, de buurtbewoners en de HVOL vertegenwoordigd waren. Aan de orde waren verschillende mogelijkheden voor de ruimtelijke opzet van de nieuwe "campus", waarbij de universiteit een zeer duidelijke voorkeur toonde voor een opzet waarbij voor de woningen geen plaats meer zou zijn. Dit leidde tot een "patstelling" omdat een ruime meerderheid van de bewoners van geen wijken wilde weten en de eigenaar, woningbouwvereniging De Sleutels, zich daarbij aansloot. Het universiteitsbestuur heeft het gemeentebestuur gevraagd de regie in deze zaak over te nemen en zulks is geschied. 

In januari 2018 is het overleg met een nieuwe klankbordgroep weer van start gaan. Uitgangspunt daarbij is dat de (58) woningen van De Sleutels, conform de wensen van de univesiteit, worden gesloopt. De HVOL participeert in het overleg en blijft gespitst op een opzet van de nieuwbouw die past in de historische omgeving.  

In april 2019 zijn het Stedenbouwkundig Plan en het Beeldkwaliteitsplan voor de Humanities Campus gepubliceerd en opengesteld voor inspraak. Het bestuur van de HVOL heeft op 14 mei 2019 een brief aan B&W gestuurd met zijn standpunt. Qua hoogte blijven de plannen redelijk binnen de perken, behalve bij het Centrale Onderwijsgebouw tegenover de woningen aan de Doelengracht. Bezwaarlijk vindt het bestuur de bouwkundige/architectonische invulling van het plangebied: te grofmazig, te weinig aansluitend bij de fijnmazigheid van de binnenstadsbebouwing en met te weinig variatie. 

Voor nadere informatie over de Humanities Campus zie de website van de universiteit, www.universiteitleiden.nl  

 

 

Het grondgebied van de gemeente Leiden is beperkt en de populariteit van de stad, niet in de laatste plaats van de binnenstad en aangrenzende wijken, is de laatste decennia sterk toegenomen. Waar extra (woon)ruimte moeilijk in de lengte of de breedte te realiseren is, bespeurde de HVOL een tendens de hoogte in te gaan en de grenzen van het toelaatbare op te zoeken of daar overheen te gaan. We zagen dat o.a. bij de appartementen aan de Waardgracht (zie hierboven), bij de vergroting van een huis aan de Scheepmakersteeg, bij de nieuwbouw van de Lakenhal (die hierboven) en bij het herbestemming van een garagebedrijf aan Zijlsingel. Het bestuur van de HVOL heeft dit aan de orde gesteld in de zgn. Erfgoedkoepel, een halfjaarlijks overleg van erfgoedorganisaties met de meest betrokken wethouders.

Ten aanzien van de plannen voor appartementen aan de Zijlsingel heeft de HVOL in juni 2015 een zienswijze ingediend om haar standpunt duidelijk te maken: het geplande appartementenblok is te hoog en detoneert mede daardoor in de gevelwand van de Zijlsingel. Ook de wijkvereniging en omwonenden hebben protest aangetekend. In februari 2016 heeft het bestuur zijn standpunt nog eens uiteengezet in een brief aan de Welstands- en Monumentencommissie Leiden. Naar aanleiding van op- en aanmerkingen van de WML is het ontwerp van de gebouwen op een aantal punten aangepast, maar die wijzigingen zijn onvoldoende om de bezwaren van het bestuur van de HVOL, de wijkvereniging en buurtbewoners weg te nemen. Het college van B&W wil de vergunning toch verlenen, via een zgn verklaring van geen bedenkingen die de gemeenteraad daarvoor moet afgeven in verband met strijdigheid met het bestemmingsplan. Het bestuur van de HVOL heeft in september 2016 zijn bezwaren  nog eens naar voren gebracht in een inspraakreactie in een vergadering van de commissie Stedelijke Ontwikkeling van de gemeenteraad, maar dit heeft de commissie en vervolgens de gemeenteraad niet kunnen overtuigen. Ook de protesten uit de buurt konden dat niet. De gemeenteraad heeft op 1 december 2016 met de verklaring van geen bedenkingen ingestemd en de (enigszins aangepaste) vergunning van B&W is in de loop van december verleend. Omwonenden hebben een beroep gedaan op de rechter. De zaak dient in mei 2017 voor de bestuursrechter in Den Haag. Het bestuur van de HVOL heeft geen beroep aangetekend, aangezien het hier geen beschermd cultureel erfgoed / beschermd stadsgezicht betreft en dit daarmee valt buiten de doelstellingen van de HVOL; een beroep van de HVOL zou niet ontvankelijk worden verklaard en heeft dus geen zin. Het bestuur is uiteraard zeer teleurgesteld dat de gemeenteraad heeft ingestemd met deze inbreuk op de gevelwand van de Zijlsingel.

OLN 3-3

 

Toen er eindelijk schot kwam in de herbestemming en herontwikkeling van de Meelfabriek, bleek dat het voorgerecht bestond uit een controversieel appartementencomplex langs de Waardgracht en het Looiersplein, eigenlijk buiten het Meelfabriekterrein zelf. Langs de smalle Waardgracht en het Looiersplein moesten twee vier verdiepingen hoge blokken komen met 57 appartementen voor meer dan 150 “young professionals”. Een volledige miskenning van de stadsvernieuwing die in die wijk in de jaren ’70 had plaatsgevonden, toen het binnenstedelijk en historisch karakter van de wijk in het aangepaste bestemmingsplan tot uitgangspunt werd gekozen.

WaardgrachtIn februari 2015 diende de HVOL een zienswijze in om zich tegen deze bouw te keren en te pleiten voor (gestapelde) laagbouw en schuine kappen, in overeenstemming met het karakter van de wijk zoals die in de jaren ’70 was ontstaan. Ook de wijkvereniging en vele buurtbewoners protesteerden tegen de geplande nieuwbouw. Nadat de gemeente toch de vergunning had verleend, volgden de HVOL, wijkvereniging en buurtbewoners in mei 2015 met bezwaarschriften. De bezwarencommissie heeft veel tijd besteed aan deze zaak. Ook de HVOL heeft daar haar standpunt toegelicht, maar het eindresultaat bleef nagenoeg hetzelfde. Gemeente, opdrachtgever DUWO en projectontwikkelaar Van der Wiel (Meelfabriek) bleken zodanig aan de spoedige bouw van deze blokken te hechten, dat het college van B&W zelfs bereid was een deel van het risico te nemen indien juridische procedures zouden leiden tot een vernietiging van de verleende vergunning. De HVOL heeft haar kritiek op dit gebrek aan respect voor bestuurlijk-juridische procedures in een brief aan de gemeenteraad geuit. Hoe misplaatst we de plannen ook vinden, het bestuur van de HVOL heeft besloten geen verdere juridische stappen te ondernemen. Wijkvereniging en buurtbewoners hebben dit wel gedaan, maar zijn door de rechter in het ongelijk gesteld. Ook het hoger beroep van buurtbewoners bij de Raad van State heeft geen verandering in de plannen gebracht. De bouwwerkzaamheden zijn begin 2017 aangevangen en inmiddels voltooid. Nu de appartementen gereed en opgeleverd zijn, blijft het bestuur van de HVOL van mening dat zij op deze plek in de binnenstad misplaatst zijn.

OLN 3-3

Bijgewerkt tot decemberl 2019

 

Na een jarenlange voorbereiding werden in 2014 de plannen gepresenteerd voor een renovatie/restauratie plus een nieuwbouw-uitbreiding van het museum De Lakenhal. In 2015 werd de omgevingsvergunning aangevraagd.

Zowel de renovatie/restauratie als de nieuwbouw bevatten controversiële elementen: in het bestaande museum riep vooral de verplaatsing van de Joristrap veel verzet op, bij de nieuwbouw was het vooral de gevel aan de Lammermarkt die bezwaren ontlokte. Vanuit de HVOL is overleg geweest met de directie van het museum en de gemeentelijke projectleider.

Lakenhal nieuwbLakenhal voorzDe verplaatsing van de Joristrap werd door de HVOL, alles afwegende, acceptabel gevonden, een oordeel dat later door de Rijksbouwmeester die om een ‘second opinion’ was gevraagd, werd gedeeld. Ook de Rijksdienst Cultureel Erfgoed kon zich vinden in de verplaatsing. Meer moeite had de HVOL met de zeer opvallende gevel aan de Lammermarkt, een architectonisch ‘statement’ dat detoneert in de gevelwand. In juli 2015 heeft het bestuur van de HVOL zijn zienswijze aan het college van B&W kenbaar gemaakt. Na een lange ‘radiostilte’ vond in februari 2016 overleg plaats met de wethouder; het college van B&W reageerde vervolgens in maart 2016 schriftelijk op de brief van juli 2015. Het bestuur van de HVOL heeft in april 2016 per brief gereageerd op de brief van het college. Het bestuur heeft besloten geen verdere procedures te volgen, mede omdat deze weinig kans op succes boden. Verdere vertraging is ontstaan doordat de aanbestedingen het beschikbare budget aanzienlijk te boven gingen. Na enige aanpassingen (versoberingen) van de plannen en het beschikbaar stellen van een aanvullend budget door de gemeenteraad, zijn de bouwwerkzaamheden begin 2017 van start gegaan. De genoveerde en uitgebreide Lakenhal is in juni 2019 geopend door Koning Willem-Alexander. 

 

OLN 2-1, 2-2 en 3-3

De HVOL steunt de plannen voor een Singelpark aan de binnenzijde van de wateren die sinds 1659 de Leidse binnenstad omspoelen en vroeger onderdeel waren van de vestingwerken om de stad te beschermen. De HVOL is als vereniging ook 'vriend' van het Singelpark.

Het bestuur van de HVOL is van mening dat bij de inrichting van het park ruime aandacht moet worden besteed aan de historie, conform de intenties zoals o.a. verwoord in de 'Visie Leidse Singels: het langste park van Nederland', een uitwerkingsvisie van de Structuurvisie Leiden 2025, na inspraak in november 2011 vastgesteld door het college van B&W. Daarin staat bij het antwoord op de vraag 'Hoe verder?' onder meer: "De huidige situatie van de verdedigingswerken laat een overzicht zien van de loop van de geschiedenis van de verdedigingswerken. Het streven is om juist deze geschiedenis beter te verbeelden. Dit kan door het versterken van de nog bestaande historische elementen en structuren en juist ook door het toevoegen van eigentijdse elementen." Aan die uitgangspunten lijkt niet altijd door iedereen voldoende aandacht te worden gegeven.

SingelparkbrugOm een goede doorgaande route in het 'Singelpark' te bewerkstelligen dienden een vijftal nieuwe bruggen te worden gebouwd. De inpassing daarvan aan de rand van de historische binnenstad luistert uiteraard nauw. De HVOL is intensief betrokken geweest bij de keuze van de architect voor deze bruggen. Het fraaie ontwerp van die bruggen behoort duidelijk tot de 'eigentijdse elementen'. De laatste van de nieuwe bruggen, de enige brug die 'open' kan, is in juli 2020 op zijn plaats gebracht: de verbinding van Ankerpark naar Zijlpoort (zie foto). Voor de naamgeving van de bruggen is een prijsvraag uitgeschreven. Het gemeentebestuur heeft de namen van de bruggen in voorjaar 2017 conform aanbeveling van de jury vastgesteld. Of de moeilijk in het gehoor liggende namen hij de Leidse bevolking zullen aanslaan en 'beklijven' moet worden afgewacht. 

 

Naast de bezwaren van de herinrichting van het Morspoortplein (zie de rubriek Morspoortplein), door de gemeente merkwaardigerwijs behandeld als een deelproject van het Singelpark, heeft de HVOL ook bezwaren naar voren gebracht tegen de voorgenomen herinrichting van het Ankerpark en het Blekerspark. 

Het Blekerspark had in de eerste ontwerpen een hoog Japan-gehalte, waarvoor noch een logische noch een historische verklaring was. Door de toevoeging van een fors aantal onderhoudsgevoelige details was het bovendien kwetsbaar. In de loop van het ontwerpproces is het park versoberd  en is het Japanse karakter teruggedrongen. 

Het Ankerpark zou moeten worden afgegraven vanwege een sterk vervuilde bodem, veel bomen dienden te worden gerooid. De herinrichting was naar de mening van de HVOL te gekunsteld. Het plan voor het doortrekken van de  Zuidsingel naar de Zijlsingel, historisch volstrekt onverantwoord in verband met het doorbreken van de verdediging van de stad, i.c. de vestingwal, is op advies van de HVOL geschrapt.

Toen bleek dat de grond toch minder vervuild was dan aanvankelijk gedacht, sanering niet nodig was en de meeste bomen behouden konden blijven, was er sprake van een geheel nieuwe situatie. Het pleidooi van de buurt en de HVOL om de vestingwal (hoewel niet oorspronkelijk en ook qua vorm niet historisch correct) te behouden of aan te passen, is door de ontwerpers overgenomen. Een initiatief om een aantal beelden van de Leidse beeldhouwer Frans de Wit een plaats te geven in het park heeft zowel bij de gemeente als anderen (incl. de HVOL) een warm onthaal gekregen. In het park zal ook aandacht worden besteed aan de onderneming die hier in de 19e en 20e eeuw gevestigd was en waaraan de naam van het park is ontleend: de Koninklijke Grofsmederij Leiden, die naast veel andere zaken (zoals spoorrails en ijzeren kettingen) ook ankers maakte. De schoorsteenpijp van de Grofsmederij zal op voorstel van de HVOL op zijn oorspronkelijke plaats terugkomen, nu als een symbolische stalen verbeelding.

HortusvlonderDe gemeente is medio 2020 gestart met een haalbaarheidsstudie voor een vlonder door de Witte Singel, langs de Hortus en de Sterrenwacht om te vermijden dat de Singelpark-wandelaar een 'omweg' aan de stadszijde van dat gebied zou moeten maken. Het bestuur van de HVOL heeft zich fel tegen dat voornemen gekeerd. Juist de relatie van het Singelpark met de historische binnenstad is een deel van zijn kracht en waarde en de stadse 'omweg' is bepaald ook heel aantrekkelijk, w.o. de 5e Binnenvestgracht. Een vlonder over honderden meters door de Witte Singel zou bovendien het schitterende gezicht vanaf de Witte Singel op de Hortus en de Sterrenwacht aantasten: een aantasting van het beschermd stadsgezicht dat niet zou mogen plaatsvinden. Gelukkig bleek al spoedig dat het draagvlak voor een dergelijke vlonder minimaal was en is het idee van tafel gehaald. Bij discussies over de herinrichting van de Jan van Houtkade is begin 2021 opnieuw het idee van een vlonder langs de walkant naar boven gekomen. Het bestuur van de HVOL heeft zich hiertegen verzet.

In september 2020 zijn de Singelparkbruggen officieel in gebruik genomen. Ook het Blekerspark en het Ankerpark zijn officeel opengesteld. Het zijn belangrijke stappen in de voltooiing van het Singelpark. Een belangrijke 'bottleneck' voor een 'rondje Singepark' vormt de energecentrale die aanzienlijk langer open zal blijven dan aanvankelijk was voorzien. 

De website van het Singelpark vindt u hier: http://www.singelpark.nl/

 (bijgewerkt tot 26 februari 2021)

In het voorjaar van 2014 bracht het gemeentebestuur een concept-nota uit over “Waterkracht, beleidskader voor het gebruik van het Leidse water”. De HVOL heeft daarop in mei 2014 gereageerd met een zienswijze. Het vervolgtraject resulteerde in de door B&W uitgebrachte “Scenario’s voor de versterking van de bedrijvigheid op het Leidse water”, welke scenario’s voor de HVOL aanleiding waren in februari 2015 een zienswijze in te dienen, waarin o.a. gepleit werd voor een geprivilegeerde positie voor historische vaartuigen. 

In 2017 heeft het gemeentebestuur een concept Bedrijfs- en Pleziervaartuigenverordening 2017 opgesteld. Het bestuur van de HVOL heeft daarover een zienswijze ingediend, waarin o.a. de steun is verwoord voor de mogelijkheid en ook de kennelijke intentie van het gemeentebestuur strenger te zijn in het vergunningenbeleid met betrekking tot de technische staat en de uiterlijke staat van onderhoud van de vaartuigen. Handhaving op basis van de nieuwe verordening kan een wezenlijke bijdrage leveren aan de 'opschoning' van het Leidse water. We hebben in de zienswijze voorts een aantal wijzigingen in de (concept-)verordening voorgesteld die eveneens de belevingskwaliteit van de Leidse wateren ten goede komen.