Festival bij gelegenheid van de 400ste sterfdag van Cornelis Schuyt

Het festival duurt van 9 tot 12 juni 2016 en omvat meerdere activiteiten. Een volledig overzicht vindt u op: www.schuytfestival.nl.

Cornelis Schuyt (1557-1616) is een in Leiden geboren componist en organist die in zijn tijd de Lage Landen in hoog aanzien stond. Hij werd in één adem genoemd met 's lands beroemdste componist Jan Pieterszoon Sweelinck. Zijn loflied O Leyda Gratiosa onderstreept zijn levenslange band met de stad Leiden, waar hij een leidend figuur in het culturele en maatschappelijke leven was. Meer dan 20 jaar was hij in dienst van de stad als organist en bespeelde hij de orgels van de Pieterskerk en de Hooglandse Kerk. Hij overleed op 9 juni 1616 in Leiden.

Daarom 400 jaar later een festival waarin de wereld van Schuyt tot leven komt: concerten, workshops, lezingen, een tentoonstelling, een muziektheater voor kinderen en allerlei activiteiten in de stad.

De HVOL werkt mee aan dit festival, in het bijzonder door de organisatie van de lezing ‘Vrolijcke Bijeencompsten: Het Muziekleven in Leiden rond 1600’, op zondag 12 juni te geven door Jack Scholten.

Vrolijcke Bijeencompsten: Het Muziekleven in Leiden rond 1600
door Jack Scholten

Lezing in het kader van het Schuyt Festival, ‘Sleutels tot Schuyt’

zondag 12 juni 2016, 14.30 Lokhorstkerk, Pieterskerkstraat 1, Leiden

De titel van de lezing is ontleend aan de aanstellingsbrief van Jan Jorden als stadsmuzikant in 1610, waarin staat dat hij moest spelen “op alle zoo ordinaryse als extraordinarise maeltijden ende vrolijcke bijeencompsten”.

Cornelis Schuyt was in zijn tijd onbetwist de belangrijkste toonkunstenaar in Leiden. Maar hij was zeker niet de enige. Er waren meer musici met een officiële aanstelling: organisten, beiaardiers of de stadsspeellieden, die optraden tijdens maaltijden van de burgemeesters of bij de ontvangst van hoge gasten. Studentenfeesten werden vaak opgeluisterd door luitspelers, zoals de vermaarde Joachim van den Hove, de evenknie van Schuyt. Wat luitmuziek betreft was Leiden rond 1600 zelfs de voornaamste stad in de Republiek. 

Verder kennen we uit archiefstukken nog talrijke andere muzikanten, al dan niet beroeps, die toneelvoorstellingen van de rederijkers begeleidden of voor dansmuziek zorgden op bruiloften en partijen. Ook Leidse bouwers van instrumenten hebben hun bijdrage geleverd aan de bloei van het muziekleven. Het aardige is bovendien dat we nog prachtige afbeeldingen hebben uit die tijd en dat er in de stad nog steeds veel plaatsen zijn aan te wijzen die herinneren aan die roemrijke muzikale geschiedenis.

Jack Scholten was docent Nederlands in Tokio en docent Japans aan de Universiteit Leiden. Sinds een tiental jaren maakt hij studie van de geschiedenis van de luit en van luitspelers in de Noordelijke Nederlanden, in het bijzonder Leiden, waarover hij ook publiceert. Hij is redacteur van ‘De Tabulatuur’, het blad van de Nederlandse Luitvereniging.